Sardienvangst KRUSCHEN Neem'nAKKERTJE Ons Indisch hoekje Zeer schoon en aantrekkelijk is het Diëngplateau Vrijdag 22 November 1940 Voor wie is het geld van „Winterhulp"? De grijze dagen brengt leven in de visscherij Korte doch winstgevende opleving Uitstekende besommingen Vischafslag verplaatst Rheumatische Pijnen Hoofdpijn Kiespijn Zenuwpijn 100 procent verkoopswaarde! Voortgaande verbetering op Urk Nog niet gesloten A.s. Maandag treedt de heer Maas weder in dienst Beroemd om natuurwonderen en oudheden McuiirüeuuLó Het is en blijft elk jaar een verrassing, als (je gardientrek inzet. Er valt niets van te zeggen. Er zijn jaren waarin zoo goed als geen sardien wordt gevangen en dan plotseling loopt er een jaar tusschendoor, waarin een overvloedige vangst wordt gemaakt. Wel zijn er gung^ge omstan digheden voor aan te wijzen, maar vast is er niets te zeggen. Zooals we zeiden, de sardien- trek blijft een verrassend karakter houden. Verleden jaar bleven de uitkomsten bene den de verwachting en konden slechts enkele botters van de weinig talrijke sardienscholen profiteeren. Maar dit jaar is weer eens goed. Goed, zonder voorbehoud. Want reeds een week is de sardienvangst aan den gang en is er reuring in het Heldersche visscherijbe- drijf. Het stormachtige Z.W.-weer is een van de gunstige factoren voor het verschijnen van de sardien. En valt dit omstreeks dezen tijd in Novem ber, dan kan zoo goed als zeker op sardien worden gerekend en deze Novembermaand valt er een regelmatige sardientrek waar te nemen en dat wel buitengewoon overvloedig. Geen wonder, dat de Heldersche visschers hier hun slag slaan en tevens de gelegenheid waarnemen om dezen herfst wat te verdie nen. Want de omstandigheden zijn voor hun bedrijf dit jaar wel buitengewoon slecht ge weest. De oorlog en het mijnengevaar maak ten het bedrijf niet alleen niet loonend, maar verlamden het voor het overgroote deel. Nu echter is er beweging gekomen. De wind blijft nog maar steeds in denzelfden hoek zitten en de sardien jaagt het Marsdiep door en twee aan twee trekken de botters en groote vletten het net en de vangst is rijk. Er is werk gekomen voor vele handen. Zelfs visschers, die het heele jaar nog niet uit zijn geweest, komen nu op de sardien af, om zoo mogelijk nog iets te verdienen. Zij, die tot onder Schagen gevlucht waren met den botter, ziet men nu in de Heldersche haven verschijnen om hun aandeel op de markt te brengen. Het is te hopen, dat ze niet te laat zullen zijn. Want het groote bezwaar is, dat de sardien slechts kort, één week, hoogstens een paar weken hier ter plaatse verschijnt. Aan den anderen kant gaan door dezen korten duur de prijzen omhoog. En deze prij zen zijn dit jaar des te meer gestegen, om dat visch over het algdmeen schaarsch is. De prijzen. De prjjzen, die gemaakt worden, kun nen dan ook goed genoemd worden. Er werden deze week besommingen gemaakt van zestienhonderd tot achttienhonderd grilden. Per mand werden prijzen van vjjftlen tot achttien gulden betaald. Tegen twee uur komen de botters binnen, dan komt de groote partij aan de Binnen haven. In den loop van den morgen zijn al enkele vletten begonnen met lossen. De ver- sche visch glinstert in de manden en glijdt glanzend jn de kisten, gereed om te worden verzonden. De kisten stapelen zich op aan de steigers. Er zijn behoorlijke vangsten ge maakt. Maar eerst zullen 21e worden afgesla gen aan den Vischafslag aan de overzij in een van de schuren naast de werf van Visser. Dan volgt het transport en is de visch klaar voor verdere bereiding voor de consumptie. Aan den afslag. Ook gisteren was de drukte weer groot en de animo om te koopen bleek behoorlijk. Er werden partijen van 60, 100 tot 150 manden aangevoerd, waarbij bleek, dat de hoogste aanvoer 220 manden van 65 pond per span was. In totaal was gisteren de sardienaanvoer Pl m. 1200 manden. De prijzen varieerden van veertien tot teventien gulden. We merken op, dat, wat de prijs betreft, gunstig is, dat 's nachts niet wordt ge- vischt, want dhn zou door grooten aanvoer de prijs onmiddellijk dalen. Dat besommingen van 2500.per dag Pemaakt worden, lijkt veel, maar men be- denke, dat het geheele jaar niet is gevischt en dat de onkosten de werkelijke winst min der doet zijn dan oogenschijnlijk wordt aan genomen. Voor de Heldersche visscherlui is het te hoopen, dat de wind in den Z.W.-hoek blijft J'tten, zoodat de vangsten nog aanhouden en de Binnenhaven nog eenigen tijd de fleurige drukte en beweging blijft kennen. Voor de Nederlanders in Nederland! Men heeft de gele biljetten van „Winter hulp" op tal van plaatsen in Den Helder zien verschijnen. Men heeft ze gezien, men heeft er voor stilgestaan en men heeft er over gesproken. Er zijn menschen geweest, die zeiden: Vroeger konden we het af zonder zoo'n „Win terhulp dus waarom zouden wij dit n u niet kunnen Er waren anderen, die smalend op de bil jetten wezen en zeiden: „Niets voor ons; daar geef ik niet aan, het is nogal een mooie tijd om n u met zoo'n collecte te komen aan zetten!" En er waren nog anderen, die tegen allen, die het m^ar hooren wilden vertelden, dat het geld, dat „Winterhulp Nederland" po zou brengen, niet in het land bleef, maar... naar Duitschland gestuurd wercj. En waarom zou den wij, Nederlanders, gaan collecteeren voor onze Oosterburen?" Deze opmerkingen zijn gemaakt, en door velen ook geloofd. Maar hebben die menschen zich wel gereali seerd, dat er in Nederland op dit oogenblik door ontelbare mede-landgenooten grootear moede geleden wordt? Een Nederlander is niet iemand, die zijn misère aan de groote klok hangt. Integendeel! Hij verbergt zijn schamelheid liever binnens kamers, en loopt daar niet mee te koop. Zoo is het te verklaren, dat er onder ons een categorie bestaat van z.g. „stille armen". Van menschen, die ondersteuning hard, zelfs zeer hard van noode hebben, doch zich schamen bij de publieke weldadigheid aan te kloppen. Stille armen... Ze zijn er ook in onze eigen plaats. Daar zijn er zelfs zeer velen,. Dat zou men maar eens aan Maatschap pelijk Hulpbetoon moeten vragen of aan den Bond van Barmhartigheid. Men zou schrikken als men het getal hoorde van diegenen, die niet weten hoe zij moeten leven van de eene week in de andere. Voor hen gaat „Winterhulp" aan den slag. Voor hen zal men op de bres gaan staan. Voor hen zal er geld bijeengebracht worden om ook in deze grijze levens wat fleur en zonneschijn te brengen. Er is deze week een persconferentie ge weest, alwaar openlijk de beschuldiging naar voren is gebracht, dat de ingezamelde gelden van „Winterhulp" naar Duitschland zouden gaan. Van de meest officieele zijde is dit niet al leen ontkend, maar met verontwaardiging is zelfs de gedachte van de hand gewezen. De Duitsche organisatie, de z.g. „Winterhilfe", is in het Derde Rijk zeer populair en het zijn millioeneh-bedragen, die door het volk voor het volk geofferd worden. Dit jaar was de bate van de jaarlijksche inzameling zoo groot zelfs, dat men een belangrijk overschot had, hetwelk men thans gebruikt voor volksge zondheid, kleuterzorg en andere doelen. Men ziet: Duitschland heeft het door Nederlanders geschonken geld waarlijk niet noodig ten eigen gebruik. Volgende week Zaterdag vindt de col lecte plaats. Zorg dat ge U voor dien dag gezuiverd hebt van gedachten, die iederen reëelen grondslag missen en die niet passen in het kader van menschlievendheid, dat de ar beid van „Winterhulp Nederland" ken merkt. Geeft... voor Uw land en Uw landge- nooten In den ruimsten zin des woords: „Voor allen... door allen!!!" Eerst nu de sardienvtaeehery nieuwe beweging in het VlMcherjfbedrij' heeft gebracht trekt het de aandacht, dat de vischafslag niet meer aan de haven Is gehuisvest. Dit was sedert de afslui ting van de haven logisch, maar trok door de stagnatie In dit bedrijf geen aandacht. De vischafslag wordt niet meer in het oude gebouw gehouden, maar is verplaatst naar een van de loodsen naast de werf van Visser. Hierdoor biyft het mogelijk, dat ze voor het pu bliek toegankelijk Is. Regen in den polder. Nooit regende het zoo hard in de stad als van de week in den polder.. Daar kunnen de Nieuwediepers van mee praten. Van hun tochten in de ochtend-duisternis langs de gladde modder-poelen van het bui- tenveld. Van het trappen op spek-glade pedalen, langs de wegen die veranderd waren in rivie ren. Koud en ongastvrij liggen de landen. Een enkele maal een eiland in het water: dat is dan een boerderij; een enkele maal een armelijke lichtgloring in de verte. Dat is een stal. De evacué gaat verder. Hij buigt zich over het stuur, tuurt vooruit en... trapt. Iedere trap brengt hem dichter bij Den Helder. Maar iedere trap maakt* hem natter,- kouder. Hij denkt niet aan den regen. Hij klemt z'n tanden op elkaar; wil niet denken. En de regen gutst maar neer. Uur na uur Tallooze lijden aan zijn trouwe gebruikers van het beroemde Kruschen Zout dat door z'n aansporende werking op de bloedzuiverende organen aile onzuiverheden, die de pijnen veroorzaken, doet afvoeren langs natuurlijken weg. Bij apoth. en drog. 1.47, 0.76, 0.41 p. fl. incl. O. B. En een natte spreeuw strijkt ergens neer en houdt z'n snavel. Een enkele maal poogt de zon door te komen. De eerste pogingen zijn reeds ten onder gang gedoemd. De zon heeft geen kans de overwinning op het donkere zwerk te behalen. Klam en vochtig is het in de huizen. Kleeren hangen achter kachels te dampen. De dag is lang. Hij is zoo lang, dat er haast geen einde aan wil komen. Die dag is grijs van regen en grijs van mi sère. Er is geen zon en er is geen licht. Er is alleen maar water en er zijn grauwe luchten. En er waaien gele bladeren uit drui pende boomen. De Neder iands<he Pijnstiller Het is dien dag vroeg avond. Nauwelijks is de middag gevorderd, of reeds valt de schemering in. Mist over de stad... mist over de velden. Langs de buitenwegen zet de kolonne zich weer in beweging. Fietsen... fietsen... fietsen... Het water op de wegen spettert op. Klet tert tegen verroeste spatborden en waaiert op vanachter de wentelende banden. Plassen liggen te glanzen op het asfalt. Als torpedo's suizen de fietsen erdoor. Het kanaal ligt eng besloten tusschen de oevers. Het riet pluimt bruin onder aan de bermen. Een enkele maal vliegt een vogel traag daaruit. Verheft zich klapwiekend in den grijzen nevel en verdwijnt. Weemoed hangt over de velden. De menschen op de fietsen zeggen niet veel. Verlangen naar de huizen, die niet hun huizen zijn, maar waar wachten: licht en brood en rust. De avond is zoo donker, dat men niet ver der dan een meter voor zich uit kan zien. De mist hangt over heel het buitenveld. Omhult de boerenplaatsen, en de slooten en de hekken op het land. De wereld is klein. In den nacht luisteren we naar het tikken van het water in de goot en naar het zingen van het riet in de vaart, die nabij zijn. Doodstil ligt het land. Zal er morgen zon zijn Dat vragen iederen avond vele menschen zich af daar in het buitenveld. Zon... licht... Om deze donkere dagen van November.te kunnen dragen. Licht... dat de donkerte van dezen winter verheldert. Licht in het buitenveld, dat gloort over de kimmen, en dat in deze dagen al te vaak zich verbergt. de heer de stigter hoofd ulo-school te ede. De heer H. C. de Stichter, onderwijzer aan de U.L.O.-School alhier is benoemd tot hoofd van de U.L.O.-school te Ede. licht en de middenstraat. Bij een bewoner van de Middenstraat werd door surveilleerende politie licht ontdekt, dat naar buiten uitstraalde. Maatregelen werden genomen dat het ook daar duister werd ook licht in de gravenstraat en op de loodsgracht. Het euvel der slechte verduisteraars houdt nog maar steeds aan. Zoo moest surveil leerende politie eveneens optreden tegen niet aanwezige bewoners van Gravenstraat en Loodsgracht. Middels geweld verschafte men zich toegang tot de perceelen, terwijl nader hand voor de processen-verbaal gezorgd werd. fyutttAbfa.... ïlieuwJ uit lUrfc, Urk, 20 November. Door 16 vaartuigen werd heden aan den Gem. vischafslag alhier aangevoerd 270 pond snoekbaars, van 1062 pond per vaartuig. Prijs 3840 ct., 180 pond baars, 1618 ct. en 100 pond voorn, 1(£—17 ct. alles per pond. De straten op Urk worden thans alle goed onderhouden, en oude gedeelten onder handen genomen. Hiertoe is weer een schip, geladen met 50.00 klinkers voor de gemeente aangekomen. Ook enkele, tot nog toe niet bestrate wegen, zullen geheel bestraat en verbreed worden. Ook zal de Algemeene Be graafplaats op Urk worden herzien en ver breed. Het kerkhof zal aan den kant van de school eenige meters worden verbreed, waar door het ook mogelijk zal worden, dat er tus schen de graven meer paden worden aan gelegd. Daar aanvankelijk het plan bestond om den polder op 27 November af te sluiten, doordat dan het laatste dijkvak dicht zou zijn, is door het stormachtige weer hierin ver traging gekomen. Het zal nu ongeveer 7 8 December worden. De dijk tusschen Schok land is al gesloten, zoodat het nu nog om het laatste stukje tusschen Urk en Kampen te doen is. Schetsen uit t Buitenveia Naar wjj vernemen, werd door het Ge meentebestuur besloten den heer Maas, directeur van Gemeenterelniging en Plant soenen, met ingang van Maandag weder gelegenheid te geven tot uitoefening van zijn functie. fototoestel gestolen. Door een winkelier in de Keizerstraat werd rij de politie aangifte gedaan, dat men Htaens zijn afwezigheid kans gezien had uit Qe etalage van de *aair fototoestel te «yn atwcAigneia küiiö Qe etalage van de zaak een fototoestel ontvreemden. Een onderzoek wordt ingesteld. schoorsteenbrandje in de dorus rijkersstraat. Telefonisch werd de politie medegedeeld, ®-t. er een schoorsteenbrand ontstaan was een perceel aan de Dorus Rijkersstraat. Bij komst van de brandweer bleek dat het Jy- meer noodzakelijk was, dat er gespoten t. v,' Met zand was men in staat het vuur blusschen. Serie II. Regen Het regent op het dak van het huis. De stralen staan te roffelen en te trillen op het zinken dak. De goot gorgelt wild bij de pijp, die het water niet meer verzwelgen kan. Het regent in den tuin: daar hangen de struiken van de rhododendroms voorover van de zwaarte van het water. Het padje is een rivier geworden en de weg, verderop, een bruischende bergbeek. Het regent En als het regent in den polder regent het er goed! Van huis naar het station loopen we in de zee. De regen omringt ons als met een huif vol natte dweilen. Binnen twee minuten zijn we doorweekt. Het water zit tot in onzen nek, en het zijpert in je schoenen. Het kletst neer op de gabardine-regenjas, die glimt als een spiegel en het dringt tot in je oogen. Van de velden is haast mets te zien. Het zijn grijze vergezichten. Met schuins erover, de eindelooze bundeling van stralen regenwater. Een ontzaglijk gordijn van water. De polderhemel ontlast zich. De polder drinkt. Regen... regenregen Het station staat als een eiland in het wa ter. Van het schuine zwarte dak golft het wa ter. Het gorgelt in de putten benêe. het schuimt boven de verstopt-geraakte riolen, het spat in de plassen, die als vijvers over het perron verspreid liggen. Als zwarte schimmen staan de evacué s te wachten. Doodstil staan ze onder de poovere af dakjes De handen in de zakken, het bundel tje brood weggemoffeld onder het vest, de hoed over de ooren getrokken. Zoo staan ze. Een rij pilaren van zwart marmer. Loerend langs de glimmende ijzeren linia len van de rails. Of de trein nog niet aan komt De eerste zware regenbuien van de regen maanden hebben het fijne stof uit de lucht neergeslagen. Als bij tooverslag zijn Midden- Java's blauwe bergen uit de vlakte te voor schijn gekomen. Van de reede te Semarang zijn het er tien. Ze liggen in een langen boog van 250 km lengte. Het zijn alle vulkanen. Eenige er van vertoonen den karakteristieken kegelvorm. Enkele zijn uitgedoofd, rustig. Sommige niet. Berucht is de Merapi om zijn telkens terugkeerende uitbarstingen. Om zijn top zweeft een wolk, niet gevormd door wa terdamp, maar door de gassen, die hij uit stoot. Die grilligen berg wonjt door den vul- kanologischen dienst voortdurend bewaakt om bij verhoogde werking, kans op uitbar stingen, de bevolking te waarschuwen te vluchten. Ongeveer in het midden der rij verheft zich het „Prahoe gebergte". De vorm doet den Javaan denken aan een omgekeerde prahoe (spreek uit prauw). Vandaar de naam. Op zijn top ligt het Diënplateau, beroemd om zijn natuurwonderen en oudheden. Sissend en blazend komen er op tal van plaatsen vul kanische gassen uit den bodem te voorschijn. Die bodem is daar heet. Toeristen koken er wel eens een eitje in. Zonder gids is het bezoeken dier plaatsen levensgevaarlijk. Zeer bekend is het dooden- dal, een kegelvormig dal, waarin zich vaak het doodelijk koolzuurgas bevindt. De gids daalt er met een brandende lucifer in af. Wij volgen, belangstellend toeziend of de vlam wordt uitgedoofd. Gebeurt dit niet, dan dreigt er geen gevaar. Soms dooft de vlam dicht bij den grond. Den rechtopstaanden mensch hindert dit niet, wel kleine dieren. Ik heb er eens het uitgedroogde lichaam van een kat zien liggen, die vermoedelijk op krui pende dieren had geaasd. Naast veelkleurige meertjes, fantastisch geel-rood gekleurde rotsblokken trekken Hin- doe-oudheden de aandacht. Het plateau was van pl.rp- 500 tot pl.m. 1000 jaar na Christus een geliefd bedevaartsoord. Duizenden en duizenden geloovigen bezochten het elk jaar. De weg er naar toe was steil en vermoeiend. De monniken legden trappen aan, waarvan de resten nog bestaan. Er ontstond een stad. Op het plateau namen rivieren hun oor sprong. Door vulkanische oorzaken werd de afvoer belemmerd. Er dreigde gevaar voor de stad. De monniken groeven een lange tunnel voor den afvoer van het water. Dat was een mislukking. De tunnel bestaat nog. Het water rees, er ontstond een moeras, de stad werd verlaten, de tempels vervielen, enkele bleven staan. Ik reproduceer den best bewaarden, eenigen tijd geleden gerestau reerd. In het begin der vorige eeuw vestigden er zich Javanen. Ze stichtten dorpjes. Een er van is bekend, omdat het 't hoogst gelegen Javaansche dorp is: op ruim 6000 voet! De menschen wonen niet veilig op het plateau. Kort geleden heeft een gloeiende modder- bandjir een heel dorp vernield, waarbij alle bewoners in de grootste harst moesten vluchten en al hun bezittingen: huisjes, vee, have en goed achterlaten! Een tiental vond er den dood. Midden-Java dankt zijn groote vrucht baarheid aan de uitbarstingen der vulkanen; tevens zijn onovertroffen schoonheid, waar van de bewoners der dichtbij gelegen heu- velstad Semarang zooveel genieten. H. F. TILLEMA. (Namens het Koloniaal Instituut te Amsterdam Een der best bewaard gebleve tempels op bet Diëngplateau

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5