Het Deutsche
Het Rijksarbeidsbureau
NIPPER EN PELLE
V oorzichtigheid Landesgericht
Actie van de luchtmacht
Prijzen voor melkpoeder
en gecondenseerde melk
Uit Alkmaar
geboden
Duitsch weermacfit^ericbt
Ifaliaansch weermachthericht
Italiaansche dekkingstroepen
op nieuwe stellingen
teruggetrokken
Po'derlasteii niet in
2 termijnen betaalbaar
Het Deutsche Landesgericht Fuer das be-
setzte Niederlaendische Gebiet heeft Don
derdag een zitting gehouden in het gebouw
.van het kantongerecht te Enschedé Onder
.voorzitterschap van Dr. Thier.
Als eerste verdachte verscheen de foto
graaf J. H. uit Enschede.
Verdachte had in Augustus van dit jaar
des avonds om circa half elf niet een1 fiets
gereden, welke naar het oordeel van voor
bijgangers slecht was verduisterd. De 48-
jange wed. K., een Duitsche, had hem toe
geroepen, dat hij zijn licht beter moest af
schermen, waarop erd. op haar was toege
komen en in een woordenwisseling voor het
Duitsche volk beleedigonde uitdrukkingen
had gebruikt.
H. verklaarde, dat hij niet van Rotmoffen,
maar 'slechts van Moffen had gespioken en
daarmede niets beleedigends had bedoeld.
Zijn fiets was, naar hij mededeelde, van
volgens de voorschriften afgeschermd licht
voorzien en zijn opmerking betreffende het
laagstaande karakter van de Duitschers had
slechts betrekking gehad op de getuige K.
en getuige H., die zich in haar gezelschap
bevond en die hem. z.i. bedreigd had.
De beide getuigen verklaarden, dat H.
wel degelijk de geïncrimineerde woorden
had gebruikt in voor het Duitsche volk bc-
.leedigende zin, waarna H. opnieuw verze
kerde, dat hij niets beleedigends had be
doeld.
De Staatsanwalt achtte het ten laste ge
legde bewezen en zeide, dat in het nadeel
van verdachte pleitte, dat hij zijn daad niet
wilde erkennen. In zijn nadeel pleit ook,
dat hij de betrouwbaarheid der getuigen in
twijfel tracht te trekken. Men kan echter
in dezen tijd geen hetze meer toelaten en
men moet maar leeren, dat men niet allés
kan zeggen, Wat men maar wil. Spr. eisch-
te daarom eeri gevangenisstraf van vier
maanden zonder aftrek van alle preventieve
hechtenjs.
Verdachte herhaalde, dat hij zich niet
schuldig gevoelde.
Vonnis: Vier maanden gevangenisstraf
met aftrek van twee weken preventief en
veroordeeling van verdachte in de kosten
.van het geding.
Hierna stond terecht de grondwerker G. H.
uit Enschede, geboren in 1012, die na zeven
jaar werkloos te zijn geweest, dezen zomer
in Duitschland werk 'kreeg. Na vijf weken
gaf hij er den brui aan en keerde terug.
Te midden van een groep .werkloozen voor
d(^|Enschedesche avbeidshetfrs .verklaarde
hij*op 9 September,'dat zij hiet naar Dïïïtlch
land moesten gaan om te werken, omdat jé
daar n.iols te eten kreeg. Geen mensch kon
in Duitschland, volgens hem, leven.
Verd., die geen erg pienteren indruk
maakte, gaf toe dit te hebben gezegd en ver
klaarde thans, dat van alles niets waar is.
Het eten was er goed. De woorden waren
hem zoo maar uit den mond gevallen.
De Staatsanwalt noemde de uitlatingen
van S. brutale hetze, wélke bewust belee-
digend waren,voor het Duitsche volk en
het Duitsche Rijk,; te zwaarder weegt deze
overtreding, daar de tewerkstelling van Ne
derlanders in Duitschland ook een Neder-
lanrlsch belang is. In het voordeel van verd.
pleitNslechts, dat hij zoo dom is en volmon
dig bekent. Daarom wilde spreker volstaan
met den eisch van acht maanden gevange
nisstraf met aftrok van twee maanden pre
ventief.
Verdachte, die zeide graag zoo gauw mo
gelijk naar huis te willen en beloofde voor
taan zijn mond te zullen houden, werd
conform den eisch veroordeeld.
Vervolgens stond terecht de 3G-jarige ban
ketbakker O. II. S. uit Zwolle. Verdachte had
dezen zomer de portretten van leden van het
koninklijk huis in zijn ï.jssalon hangen. Op 3
Augustus hoorde hij, dat er leden van een po
litieke partii zouden komen om deze portret
ten te verwijderen. Hij geloofde dit niet, maar
toen des avonds een groep van veertien per
sonen zijn zaak naderde, had hij zelf de por
tretten verwijderd en de deur op slot gedaan
om vernielingen te voorkomen. De deur was
toen ingetrapt. De menschen buiten hadden
een dreigende houding aangenomen. Men
had hem toegeroepen, dat hij een verordening
van Rijkscommissaris Sevss Incpiart had
overtreden, waarna verd. een beleedigende
uitdrukking over den hoogsten vertegenwoor
diger van het Duitsche rijk in Nederland bad
gebruikt, zulks in zijn drift en verontwaardi
ging over het gebeurde.
'Verdachte bekende.
De staatsanwalt zeide, dat vele verzachten
de omstandigheden voor verdachte pleitten,
maar dat toch een daad \als deze niet kon
worden toegelaten. Spr. eischte daarom tegen
verdachte, die reeds sedert 3 Augustus in pre
ventieve hechtenis zit, een gevangenisstraf
van vier maanden, met aftrek van de ge-
heele preventieve hechtenis.
Vonnis conform den eisch.
Hierna stonden terecht de heer B. J. de B.,
52 jaar, fabrieksdirecteur te Enschede, zijn
zeventienjarige zoon F. de B., zijn zestienja
rigen zoon M. .1. de B., de 16-jarige H.B.S.er
J. H. G. uit Oldenzaal en de twintigjarige stu
dent H. J. fh. S. uit Hengelo.
Toen op 30 Augustus van dit jaar in een
der Enschedesche bioscopen in het journaal
opnamen werden vertoond van Dr. Seyss
Inrpiart, terwijl deze een groep leden van den
arbeidsdienst inspecteerde, hadden deze per
sonen zich demonstratief van het witte doek
afgewend.
Verd. de B. zeide dit filmpje reeds voor den
tweeden keer te hebben gezien en zich daar
om te hebben omgedraaid. Anderen deden
dat ook. Demonstratief deed hij het echter
niet. Ook bedoelde hij het niet als een protest.
Maar men behoeft, zoo zeide verd., zijn eigen
schande toch niet tweemaal te zien en men
kan toch'ook wel impulsief zijn.
De voorzitter merkte in dit verband op, dat
een inspectie van den arbeidsdienst geen
schande is en dat Nederland den oorlog nu
eenmaal heeft verloren.
Verd. F. de B. verklaarde, in tegenstelling
met zijn verklaringen bij de politie, dat hij
hiet heeft meegedaan. Ilij heeft dit bij de po
litie verklaard uit solidariteit met de ande
ren.
De andere verdachten geven zonder meer
hun daad toe, zonder deze te kunnen inotivee-
ren.
Verdachte B. J. de B. verklaarde steeds een
vriend van Duitschland te zijn geweest, na
den wereldoorlog Duitsche kinderen te heb
ben verpleegd, zaken te hebben gedaan met
Duitschland etc.
Van een moedwillig schelden of beleedigen
was dus geen sprake geweest.
De president wees hem er echter op, dat
voorzichtigheid nu eenmaal is geboden.
De Staatsanwalt achtte het ten laste geleg
de bewezen en vroeg tegen de jeugdige ver
dachten drie weken gevangenisstraf met af
trek van preventief. Al deze verdachten had
den twee weken preventief gezeten. Tegen
verdachte B. J. de B., die zeer goed wist wat
hij deed, requireerde spr. een gevangenisstraf
van vijf maanden met aftrek van twee maan
den preventieve hechtenis.
Verd. vroeg een voorwaardelijke veroordce-
ling.
Het vonnis luidde tegen B. J. de B„ vier
maanden en 21 dagen gevangenisstraf met
aftrek van preventief, tegen verdachte S. drie
weken, tegen verdachte M. de B, en tegen
verdachte G. twee weken, met aftrek van de
preventieve hechtenis. Verdachte F. de B,
werd vrijgesproken.
De 36-jarige Joodsche slager M. C. uit
Enschede stond vervolgens terecht, omdat
hij tijdens het bezoek van Rijkscommis
saris Seyss Inquart dezen zqmor aan Én-
schede, scheldwoorden had uitgesproken
aan het adrès van dezen kutoriteit. Dit
was geschied voor den winkel van zijn va
der. Twee van zijn knechts hadden hem
deze uitdrukking kwalijk genomen en een
van hen had later werk van de zaak ge
maakt.
Verdachte zeide niet gescholden te heb
ben. De bedienden B. en D. verklaarden
echter, dat zij wel degelijk de scheldwoor
den hadden gehoord. Tevens zou verdach
te den wensch hebben uitgesproken, dat
de Rijkscommissaris zich te pletter- zou rij
den door de ruiten van een hoekpand.
Beide getuigen deelden mede, dat de ge
wraakte woorden waren geuit op straat,
terwijl de Rijkscommissaris voorbij reed.
Kennelijk was het de bedoeling van verd.,
zijn vijandschap te uiten.
Drie andere getuigen, twee knechts en de
winkeljuffrouw uit de slagerij, door den Ver
dediger a décharge gedagvaard, deelderi me
dé, niets te hebben gehoord van de beleedi-.
gende woorden.
De Staatsanwalt vroeg toe, of zij dan ook
niet hadden gehoord,* dat verdachte sprak
over het snelle rijden van den rijkscommissa
ris. Ook dit herinnerden twee dor getuigen
zich niet. Er was echter door den verdachte
zelf toegegeven, dat hij hier over had gespro
ken.
Alle getuigen bevestigden hun verklarin
gen onder eede, ondanks de strenge waar
schuwingen van den president.
De Staatsanwalt meende evenwol, dat het
geheugen der drie getuigen a décharge hen
in den steek had gelaten. Hij vordere tegen
verdachte C„ die als jood een Vijand is van
het Duitsche volk en dien dit volk zich dok
niet als vriend wcnscht, een gevangenisstraf
van zes maanden zonder aftrek van preven
tief.
De verdediger Mr. Paehlig uit Den Haag
meende, dat vrijspraak zou niootcn volgen,
omdat het ten laste gelegde niet is bewe
zen. Wordt echter toch aangenomen, dat
het bewijs is geleverd, dan zóu pleiter wil
len aandringen op clementie, ook al uit me
delijden met verd.
Het vonnis luidde zes maanden gevange
nisstraf, echter met aftrek van een maand
preventief, omdat buiten zijn schuld om de
zitting van het landesgericht hier niet eer
der kon worden gehouden.
Dan stond terecht de 29-jarige H. C., boe
renknecht té Delden, die er van wordt ver
dacht op den avond van den 24en September
j.1. vijandige uitlatingen jegens het Duitsche
,volk te hebben gedaan.
Op een vraag van den president, wat voor
nationaliteit verdachte heeft, antwoordde de
ze, dat hij „statenloos" is. Zijn ouders wo
nen te Luxemburg. Hij zelf verblijft sedert
1932 in Nederland.
De president vroeg of hij in het Nederland-
Sche leger had gediend, waarop verdachte be
vestigend antwoordde.
Hierna werd gehoord de 30-jarige kruide
nier C. W. G. te Delden. Deze getuige heeft
de beleedigende woorden ten aanzien van hét
Duitsche volk gehoord.
Verdachte ontkent niet, doch hij verklaarde
door de anti-joodsche uitlatingen van getui
ge van zijn stuk te zijn geraakt.
De Staatsanwalt wees er op, dat verdachte
door zijn uitlatingen het Duitsche volk had
beschimpt. Hij kon in elk geval worden ver
oordeeld op grond van de in Mei uitgevaar
digde bepaling van den Oberbefehlshaber in
Nederland inzake anti-Duitsche uitlatingen.
Spr. eischte een gevangenisstraf van drie
mauwden met aftrek van twee maanden pre
ventief.
Verdachte werd daarop veroordeeld tot een
g-vaifcjenisstraf van twee maanden niet af
trek van een maand en twee weken prpven-
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
He luchtwapen ondernam ook in den nacht
van 20 op 21 November succesvolle ver*
geldinjgsaanvallcn op Londen, Binningham
en andere wapenfabrieken in Midden-Engo-
land, alsmede op havenwerken en bedrij
ven in Zuid-Engeland. Talrijke branden wa
ren de uitwerking. Op 21 November werden
in het kader van de bewapende verkenning
Londen en voor de oorlogvoerig belangrijke
doelen in Zuid- en Zuid-Oost-Engeland met
bommen bestookt. Spoorlijnen en fabrieks
complexen ontvingen treffers. Voortgegaan
werd inet het leggen van mijnen voor Brit-
sche havens. In den nacht van 21 op 22
November vlogen geen vijandelijke vliegtui
gen het gebied van het Duitsche rijk binnen
Twee eigen toestellen worden vermist.
hazi. De aangerichte materieele schade is
onbeteêkenond. Vijandelijke schepe
bardeerden de zóne ten oosten san
Barrani alsmede onze stellingen te
Maktila. Er vielen goen slachtoffers en
wérd geen schade aangericht. ,..v
In de Egeïsche Zee wierpen vijanden kc
vliegtuigen op goed geluk bommen op
éiland Leros. Het grootste deel daarvan viei
in zee. Er vielen geen slachtoffers en ei
werd geen schade berokkend.
In Oost-Afrika hebben onze vliegtuigen
het vliegveld Roseires gebombardeerd en
een brand veroorzaakt. Tijdens den dooi
onze luchtmacht ondernomen aanval op de
haven van Aden, waarvan melding gemaakt
is in het Weermachtsbericht van gisteren,
blijken een schip en installaties van het
vliegveld getroffen te zijn. Vijandelijke toe
stellen hebben Assab gebombardeerd, zon
der slachtoffers te maken. Er werd ernstige
schade tdegebracht aan liet Inlandschc dor|)
Te Massaoea, Decamerc, Asmara werd geen
schade aangericht. Evenmin vielen er slacht
offers. Te jfargeisa werd een persoon ge
dood en werden vijf menschen gewond. Te
Asosa ten Zuidoosten van Koermoek wer
den acht personen gewond.
AANZIENLIJKE VERLIEZEN
AAN BEIDE ZIJDEN.
In zijn; wermachtshérrcht no. 168 maakt
hét Italiaansche hoofdkwartier het vólgen
de beljend:
Onze dckking'stroepen, bestaande uit twee
divisies, die bij het begin' der vijandelijkhe
den in defensieve positie waren opgesteld
langs de grens tusschen Grekenland en Al
banië hebben zich na elf dagen strijd te
rug getrokken tot een 'lijn ten wésten van
de- stqd Korka wélke óntruimd is.
In dit tijdvak hebben zich hardnekkige
gevechten afgespeeld. Onze verliezen zijn
aanzienlijk doch die van den vijand even
eens en wellicht in erger mate. Onze ver
sterkingen concentreeren zich op een nieuwe
linie. Ondanks de zeer slechte weersgesteld
heid, werkte onze luchtmacht samen met de
troepen en bombardeerde eenige vijandelijke
doelen.
In Noord-Afrika hebben onze luchtforma-
ties spoorwegwerken en andere vijandelijke
installaties te Mersa Matroe gebombardeerd
Volgens later ontvangen inlichtingen blijkt,
tijdens het gevecht dat zich op 19 Novem
ber heeft afgespeeld, een tiental vijande
lijke pantserwagens vernield zijn, waarvan
vier van gemiddeld type, en dat een twin
tigtal auto's beschadigd zijn. De aan den
vijand toegebrachte verliezen aan menschen
levens wéren aanzienlijk.
De vijand heeft luchtaanvallen onderno
men op Solloem, Bardia, Tob roek en Ben-
Met ingang van 22 November 1940 is een
prijsregeling voor melkpoeder en gecon
denseerde melk getroffen. Deze regeling
kan als volgt worden samengevat:
le. Zijn prijzen vastgesteld waartegen
producenten van melkpoeder en geconden
seerde melk hun producten ten hoogste
aart den groot-handel mogen verkoopen.
2e. Is voorgeschreven, dat de producen
ten van melkproducten bij verhandeling
van melkpoeder en gecondenseerde melk
met en aflevering aan anderen dan groot
handelaren ton hoogste de onder le be
doelde prijzen mogen verhoogen met de op
9 Mei 1940 geldende marges, eventueel ,ver
hoogd met het bedrag, waarmede de om
zetbelasting is verhoogd.
3e, Is voorgeschreven, dat de handela
ren in melkpoeder ep gecondenseerde melk
hun inkoopprijzen ten hoogste mogen ver
hoogen met de op 9 Mei 1940 geldende
marges, evontuéel verltoogd met het be
drag, waarmede de omzetbelasting is ver
hoogd.
4e. Is voorgeschreyen, dat voor melkpoe
der de voor 9 Mei 1940 bestgande afzetver-
houdingen en handelskanalen ook thans
nog moeten worden gehandhaafd. Dit voor
schrift heeft, ten doel te voorkomen, dat
ongewenschte verschuivingen' tusschen de
verschillende bij den handel in melkpoe
der betrokken ondernemingen optreden. I)e
Nederlandscbe zuivelcentrale, afdeeling
zuivel, is bevoegd hieromtrent nadere voor
schriften te geven en ontheffingen te ver-
leenen.
In een officiecle publicatie zijn de maxi
mumprijzen voor melkpoeder en gecon
denseerde melk nader bekend gemaakt.
In hun Memorie van Antwoord op het
Algemeen Verslag der afdelingen van
Prov. Staten zeggen ,Ged. Staten o.a. het
volgende:
De invordering van den omslag zoowel
van het Hoogheemraadschap Noordhol
lands Noorderkwartier als van de water
schappen, waarvan deze aan het Noorder
kwartier is opgedragen, heeft steeds plaats
gevonden in één termijn. De vervaldag is 1
October, op welken datum dus van het
belastingjaar is verstreken. De betaling van
het overgroote deel der aanslagen, plm.
65000, geschiedt vóór of omstreeks dien da
tum. Nadien blijft de omslag nog vloeion,
zoodat nimmer vóór 1 December de aan
maningen worden verzonden derhalve wan
neer reeds lil 12 van het belastingjaar is
verloopen Het aantal aanmaningen be
draagt de laatste jaren plm. 7000 of rond
1h van het aantal aanslagen.
Wordt hierna uitstel gevraagd, dan
wordt dit op redelijken termijn toegestaan.
Bezwaren tegen de invordering in één
termijn, met vervaldag van 1 October, zijn
nimmer ter kennis van het Noorderkwartier
gebracht, ook niet uit het gebied van Water
land, waarin vroeger de omslag in tw
termijnen werd ingevorderd. De betaiin#
geschiedt aldaar zeer'regelmatig.
Terwijl dus betaling in één termijn in a.
praktijk voldoet, valt te betwijfelen, of
taling in twee termijnen wel aanbevelin»
verdient. Een deel, b.v. de helft, "van qJ:
aanslag zop dan reeds veel vroeger dan 1
October moeten worden voldaan. Voor het
platteland is het in het algemeen bezwaar-
lijke op een zoo vroegen vervaldatum de helft
van den omslag te voldoen dan op 1 octQ_
her den gehealen omslag te betalen. Bovem
dien zou bij betaling in twee termijnen het
stortingsrecht worden verdubbeld.
Op grond van het bovenstaande kunnen Ge
deputeerdè Staten geen termen vinden tot
afwijking van de bestaande regeling med,
te werken.
Tot dusverre scheer weinig voortgang te
zitten in de voorgenomen vestiging van eïn
rijksarbeidsbureau te Alkmaar. Men wist,
dat, zoo mogelijk per 1 Januari de nieuwe
organisatie zou komen, men hoorde er ech
ter niet meer van.
Intusschen blijkt thans liet gebouw,van de
voormalige Handelsschool tot bureau te zijn
aangewezen, althans sedert Donderdag is
daarop een opschrift aangebracht, luidend:
„Departement van Sociale Zaken, Hier
wordt gevestigd het Rijksarbeidsbureau."
Dit beteekent dus, dat dit gebouw voor
het Alkmaarscho onderwijs als verloren ij
te beschouwen. We gelooven niet, dat de
Handelsschool, die op 't oogenblik is onder
gebracht in liet nieuwe gymnasium, heel
rouwig zal zijn over het feit, dat ze haar
oude domicilie nimmer méér zal kunnen
betrekken. Haar tegenwoordige vestiging
verdient verre de voorkeur en voorloopig 2a|
ze daar nu wel gehuisvest blijven.
Juist gisteren kon men in de bladen le.
zen, dat de bouw van scholen is stopgezet
en hoewel dit bericht betrekking had op
lagere scholen, is het'niet waarschijnlijk,
dat ook met den nieuwbouw van middel,
bare scholen spoedig een aanvang zal1 wor
den gemaakt.
Toch beginnen in dit opzicht voor Alk.
maar thans goede perspectieven te rijzen.
Het aantal voor onderwijs beschikbare ge-
böuvvèn vermindert geleidelijk en eenmaal
zullen de verschillende inrichtingen voor
onderwijs toch weer in een eigen gebouw
moeten worden ondergebracht. Wanneer de
bijzondere omstandigheden waaronder we
leven ten einde zijn -r-, en eens moet het
toch zoover komen dan 'zal de gemeente
onvermijdelijk de huisvesting dor scholen
onder oogen moeten zien en dit zal er onher
roepelijk toe moeten voeren, dat straks tot
nieuwbouw wordt overgegaan.
KOEGRAS
JULIANADORP.
TOESLAGFONDS VOOR HET BLOEMBOL-
LENBEDRIJF IN ANNA PAULOWNA,
KOEGRAS EN JULIANADORP.
Het bestuur van het toeslagfonds voor het
bloem'bollenbedrijf ;in Anna Paniowna, Koe
gras en Julianadorp heeft bepaald, dat de
eerste uitbetaling voor het contractjaar '40—
'41 als volgt zal plaats vinden:
Voor Julianadorp en omstreken op Zater
dag 7 December a.s., des middags van een
tot half twee in café „Prins Hendrik" te
Julianadorp, voor Anna Paulowna en om
streken op Zaterdag 7 December a.s., des
namiddags van half een tot drie uur in het
veilinggebouw te Breezand.
Rechthebbende arbeiders dienen zich zoo
eenigszins mogelijk persoonlijk ter uitbeta
ling te vervoegen en aldaar over te leggen.
le. een patroonsverklaring (en) waaruit
blijkt, hoelang zij in het tijdvak 1 Januari
31 December 1940 werkzaam waren;.
2e. hun trouwboekje of geboortebewijs van
hun kinderen;
3e. indien zij georganiseerd zijn het con
tributieboekje of bewijs van lidmaatschap
van hun vakbond.
Formulieren, ter invulling door de(n)
werkgever(s) kunnen rechthebbende arbei
ders bekomen aan onderstaande adressen!
Voges', Rijksweg, Köegras; P. Strooper,
Meerweg 68, Breezand; A. van Dijk, Ko-
ningweg 24, Breezand en G. Jongejan, Schor-
weg, Breezand.
Nlpper seint.
1. „Zeg, de kapitein en Cooky.
seinen. Ik zal eens probe
ren met hen in verbinding
te komen."
2. Hallo, HaUo, Kapitein! We
zullen elkaar gauw weer
zien! We doen op 't ogen
blik een beetje aan berg
sport!"
De treurende achtergebleven
vrienden.
1. Wawhoo en Jumboo zijn
diep bedroefd, dat hun drie
vriendjes in de aarde ver
dwenen zijn.
2. Zwjjgend en terneergesla
gen gaan zij nu verder, na
dat ze tevergeefs op een
levensteken van de jongens
heobi.i gewacht.