■AKKERTJE. Kooy trein Zaterdag a*s* collecte Winterhulp" Weer onrust boven Den Helder Vandaag voor 50 jaar Dinsdag 26 November 1940 Tweede Blad tPiad^nieuunó Maierieele schade Voorziet Uw textielkaart van Uw handteekening St* Nicolaas bij onzen Middenstand Einde sardienvangst waarschijnlijk Men moet over de brug komen om over de brug te komen Burgerlijke Stand van Den Helder Inschrijving Handelsregister De Neder/ancïsche Pijnstiller Ingekomen personen Oefentocht motorreddingboot „Joan Hodshon" Visscherij Drie boeken in één band Eerste zitting van het plaatselijk comité vindt hedenmiddag ten raadhuize plaats. Nog enkele dagen en voor het eerst zal men de rammelende collectebussen van „Winterhulp Nederland" in Den Helder hooren. Ieder Nieuwedieper zullen deze bussen voorgehouden worden en de ver wachting is dat geen enkele van hen zal weigeren zijn of haar gave in deze bus sen te deponeeren. Hedenmiddag vindt in het raadhuis de eerste bijeenkomst plaats van het opge richte comité en ook daar zal ongetwijfeld een plan de campagne opgesteld worden, hetwelk een zoo effectief mogelijke inza meling waarborgt. Temeer is zulks noodzakelijk, aange zien nog steeds blijkt, dat velen van „Winterhulp Nederland" een geheel ver keerde voorstelling van zaken hebben. Dit is een gevaar, dat deze inzameling, die de eerste is van een serie, welke ge durende dezen winter gehouden zal wor den, dreigt en waartegen wij met alle kracht dienen op te komen. Nogmaals: de baten van „Winterhulp" zijn niet bestemd voor eenig ander land dan Nederland en zij die met deze gelden geholpen zullen worden zijn uitsluitend Nederlanders. Zooals wij de vorige week reeds schre ven, is juist Den Helder een stad waar „Winterhulp" een dankbaar arbeidsterrein zal vinden. Ongetwijfeld zal veel ver dachtmaking en ongeloof tot het verleden behooren, indien men persoonlijk zal kun nen constateeren, dat ook eigen stad- genooten welvaren bij „Winterhulp". Later hopen wij hierop nog nader terug te komen. Zaterdag a.s. de eerste collecte Zaterdag zal Den Helder kunnen bewij zen, dat het nog steed3 het hart op de goede plaats heeft. Dat het geeft als er gegeven moet worden. Dat het begrijpt, dat hier veel nood te lenigen valt. Ook de gaven van de Heldersche gevers worden voor de volle honderd procent aangewend voor het brengen van meer licht, meer zonzijde in het leven van die land- en stadgenooten, die het op dit oogenblik daar nog zonder mee moeten doen. Het geld wordt uitsluitend aangewend om arme, misdeelde en door den oorlog getroffen vaderlanders uit de misère te helpen. Hun een menschwaardig bestaan te verschaffen. Daartoe is geld noodig. Zeer veel geld. Moge deze eerste Heldersche collecte van a.s. Zaterdag een hoopvol begin zijn van de actie, die heet: „Winterhulp Nederland"! Gisterenavond, opnieuw om ongeveer 10 uur, begon het afweergeschut te knallen. Een Engelsch vliegtuig waagde zich boven de stel ling en werd ontvangen met het lawaai uit tal van vuurmonden, die rond de stad zijn op gesteld. Het donderde boven de stad, de licht- spoorgevende granaten renden als bezetenen de lucht in, in de richting van het vliegtuig. De zwaardere kanonnen deden de huizen en vensters dreunen en trillen, de explosies ga ven illusies van vallende bommen. Het was een angstwekkend half uur. Het vuren duur de van ongeveer 10 uur tot half 11. Telkens kwam de Engelschman terug en telkens ra telden opnieuw de mitrailleurs en spuwden de kanonnen hun venijnigen inhoud naar het vliegtuig. Het is merkwaardig, welke wilde geruch ten bij de geëvacueerde Heldersche menschen, na zoo'n ongewenscht bezoek aan Den Helder de ronde doen en met welk een onrust de menschen gaan slapen, die ook in de dorpen en plaatsen van de omgeving hun bivak heb ben opgeslagen. Het is gelukkig niet waar, dat er men- schcnlevens getroffen z\jn, door het wer pen van bommen; wel werd materleele schade veroorzaakt door het vallen van ©enige explosieve bommen, op de Keizers gracht, bij de brug van de Nieuwstraat. Een viertal woningen gingen hier volko men in puin. De bewoners waren niet thuis en dus vielen er geen slachtoffers. Hit ter geruststelling van de onrustba rende verhalen, die de ronde plegen te doen. Hen verderen nacht is het gelukkig rustig geweest. Naar ons van middenstandszijde medege deeld wordt komt het veelvuldig voor, dat Personen hun puntenkaart van de textiel aan bieden, zonder dat deze is voorzien van de Verplichte handteekening. Aangezien het den winkeliers verboden is bonnen van de ongeteekende textielkaarten te knippen dringen w(j er bij de bevolking op kan. dat zij er voor zorge, dat de verplichte andteekening aangebracht wordt. In ons nummer van Zaterdag j.1. beschreven wjj een aantal zaken, die door den Sint waren uitverkoren om een groot aantal verrassingen te mogen ontvangen. Het blijkt, dat gedurende de laatste dagen nog weer andere zaken een dergelijk verheu gend bezoek mochten ontvangen en wij haas ten ons daarvan hieronder te gewagen Sluisdykstraat. Zoo stapten de Bisschop en Jan binnen in de bekende zaak van den heer J. Zuidweg (v.n. Ie stoff. Fa. Van Willigen) en het het was hier, dat hij zijn gaven zeer ruimschoots deed neerdalen. Speciaal gold dit wel voor de zoo juist klaargekomen nieuwe afdeeling meube len. Het is een lust voor het oog te zien hoe- vele nieuwe modellen daar in die afdeeling ver- eenigd zijn, en hoe Voordeelig men kan koopen. Inderdaad: voor iedere kamer iets aparts De overige artikelen zijn te bekend om die nog eens apart te gaan opnoemen. Men weet het: Zuidweg geeft altijd iets goeds, iets nuttigs. Iets, waaraan men tientallen jaren iets heeft. Het is dus z'n geld dubbel en dwars waard! Koningstraat. In de Koningstraat was het de Ijzerhandel van Jan Govers, die met een bezoek vereerd werd. Hier ontpakte de Sint een groote col lectie scharen, schaatsen, messen en aller hande andere artikelen, die men in een goed- geoutilleerden ijzerwinkel moet vinden. Jan Govers is niet vandaag of gisteren be gonnen met zijn zaak. Die weet precies wat men weiischt en men kan zeggen, dat zijn winkel tot de meest gevulde en best voorziene is in deze branche. Heeft U iets te snijden, te vijlen, te timme ren, te schaven of te hameren... ga naar Jan Govers in de Koningstraat en laat U snel en goed (en goedkoop!) bedienen. Na een plotselinge opleving in de Helder sche visscherij, tengevolge van den sardien- trek door het Marsdiep, is even plotseling de klad weer in dit winstgevend bedrijf ge komen. In ons blad van Vrijdag j.1. schreven we, dat de prijzen per mand Donderdag varieerden tusschen veertien en zeventien gulden. In den loop van Vrijdag werden ech ter meer aangevoerd en gingen de prij zen nog aanmerkelijk in de hoogte. Ten slotte bereikten ze een maximum van één en twintig gulden per mand. Het weer, dat zich goed aan liet zien, sloeg echter plotseling om. De dagen, volgende op den Vrijdag, wer den niet zooals de vorjgen gekenmerkt door een stormachtige Zuidwesten wind, maar waren kalrp en de wind draaide in verschil lende richtingen. Het gevolg bleef niet uit en in den over- vloedigen aanvoer ontstond dadelijk stag natie. Er kwam nog wel wat sardien aan den afslag, maar dat kan niet van beteeke- nis genoemd worden. De prijs, die gisteren betaald werd, bleek sterk gedaald en bedroeg ongeveer zestien en een halven gulden. Het is daarmee echter nog niet gezegd, dat de sardienvangst geheel ten einde is, hoewel dat waarschijnlijk lijkt. De wind zit wéér in de juiste richting en steekt ze nog iets op, dan bestaat er kans op terugkeer van deze in den huidigen tijd buitengewoon waarde- vollen zeevisch. Dat de prijzen dit jaar hoog waren, kan niet anders dan gelukkig genoemd worden, daar deze ééne week hoogstwaarschijnlijk de eenige tijd van het jaar zal blijken te zijn, waarin werkelijk met visschen iets meer dan het broodnoodige is verdiend. Nemen we deze Uondiitn uit hei Vliedend Blaadje Sedert in de zitting van den Gemeenteraad het ontwerp voor eene gemeentelijke geld- leening in behandeling was, is over het toen gebeurde in haast alle kringen in deze ge meente van gedachten gewisseld. De meenin gen zullen waarschijnlijk zeer uiteenloopend zijn. Het is mijn doel niet om over dat alles in beoordeeling te treden. Alleen wilde ik als mijne meening zeggen, dat de behandeling van de voorgestelde geldleening niet behoorlijk was voorbereid, 't Onderwerp was, gelijk men in Staatkundige kringen gewoon is te zeggen, nog niet rijp voor openbare beraadslagingen. Het had behooren ingediend te worden met nauwkeurige opgaaf en omschrijving van het doel en van de onvermijdelijke gevolgen van het sluiten der leening en van het stichten der aangeduide openbare werken. En is die uitvoering van genoemde openbare werken uitgezonderd het abattoir in het algemeen zeer wenschelijk, inzonderheid is de stichting eener brug over het Heldersche Ka naal nabij de Keizerstraat een dringende be hoefte. Toen voorheen het terrein tusschen de Spoor- en Gravenstraten nog maar weinig of in het geheel niet bebouwd was, kon men aan nemen dat het pontveer voldoende in de be hoefte aan communicatie voorzag. In de laatst- verloopen jaren is de toestand aanmerkelijk veranderd. Op en nabij het voormalige eiland „Breewater" is een geheel nieuwe wijk der ge meente verrezen en nog steeds gaat men voort met den aanbouw van nieuwe woningen op het bouwterrein nabij den Parallelweg, 't Is nu tijd, meer dan tijd, dat er in de richting naar de Zuid- en Weststraten een brug over het Heldersche Kanaal worde geslagen. En moeten de belasting-betalende ingezetenen dan ook ieder een steentje bijdragen. Het is niet anders. Om over de brug te komen moet men over de brug komen. Als een goed voorteeken merken we op, dat de raming voor kosten voor den bouw der brug al merkbaar begint te dalen. Achtend, Uw. dw. dn. V. W. omstandigheden in oogenschouw, dan zal ieder begrijpen, dat voor vele visscherlui de sardien zoo niet dringend noodzakelijk, dan toch zeer welkom kwam. van 25 November 1940. BEVALLEN: V. T. Bosch—Laan, z. van 19 November tot 26 November 1940. Nieuwe zaken. Den Helder: Casinogebouw N.V. in oprichting, Kanaalweg 157158, exploitatie Casinogebouw. Bestuurswijzigingen. Den Helder: N.V. Bouw- en exploitatiemaatschappij „Ha- gebo", Plantsoenstraat 3, exploitatiemaat schappij. Andere wijzigingen. Den Helder: Fa. Neels, Keizerstraat 66, Heeren- en Kin- derkleeding; filiaal te 't Zand opgeheven. g JwceJUch nieuw* Suzanna de Groes, H 27, van Doniawerstal St. Nicolaasga 114; Cornelia Dros, E 37, (Eierland) van Amsterdam, Keizersgracht 437h; Aaltje C. van der Berg, Den Hoorn 79 van Veendam, Verlengde Kerkstraat 4; Dirkje Hillen, Den Burg, Schildereind 8 van Den Helder, Vijzelstraat 70; Johanna van Boven, Eierland 68 van Rotterdam, Brederodestraat 19b; Gerbrand Dros, Oosterend, Weststraat van Brussel; D. P. Bakken, Den Burg, Hoogerstr. 7, van Schagen, Magnusstraat C 171; Theodorus C. Krol, Oosterend, Peperstraat 22 van Nw. Pekela E 17; Anna Heikens, de Cocksdorp 16 vari De Bilt (U), Sweelingstraat 11; Koeno Vennema, Oosterend 124 van Helder, Haven plein 3. Bij zeer ruwe zee heeft de motorredding boot „Joan Hodshon" met haar bemanning en in tegenwoordigheid van den heer De Booy, secretaris van den N. en Z.-Hollandsche Red dingmaatschappij, dezer dagen weer eens ge toond, waartoe zij in staat is. Terwijl de zee op de zandbanken bonkte en de flarden schuim tegen de duinen vlogen, hield de „Hodshon" haar bijna maandelijksch terugkeerende oefentocht. Wild steigerend als êen op hol geslagen paard, dan weer zwaar neerdompend in de golfdalen, ging zij door de zware branding. Door niets liet zij zich houden in den strijd tegen de toomelooze baren. Met telkens terugkeerend élan, bestuurd door de kranige blauwe zeeridders, ging het schip zijn weg door een door den storm veroorzaakte waterwildernis. Het zou dezen strijd winnen. Na ruim anderhalf uur strijd had de „Hods hon" gewonnen en werd het rustiger voor haar. Met de sleepzak achter ging het terug. Het ploegschaaranker had bij dezen tocht zijn uit nemende diensten bewezen. Het bleek weer, dat èn materiaal èn beman ning uitstekend voldaan hadden. OPHEFFING LEGER DES HEILS Met ingang van 1 Dec. a.s. wordt de af deeling Den Burg van het Leger des Heils opgeheven. Het gebouw, dat bij deze afdee ling in gebruik was en dat gelegen is aan de Parkstraat te Den Burg, wordt kringhuis van de N.S.B. TEXELSCHE MARKT. Aanvoer 4 paarden, 400790; 9 koeien, 250315; 5 schapen, 2540: 7 schram men, 3040; 12 biggen, 1417; 2 nuchtere kalveren, 7.14. EIERENVEILING. Texel, 25 Nov. '40. Aanvoer 9000 kippen eieren; prijs 1.07 per kg, volgens regeerings- voorschrift. ïlieuw* uil VL\& Urk, 25 November. Door 20 vaartuigen werd j.1. Zaterdag aan den Gem. Vischafslag alhier aangevoerd: 385 pond snoekbaars, van 5 tot 35 pond per vaartuig, prijs 37 tot 42 ct.; 175 pond baars, 20—21 ct.; 240 pond blei, 16—17 ct. en 300 pond voorn, 1516 ct., alles per pond. De vorige week stond de visscherij voor de vloot in het teeken van teleurstelling. Door het ruwe, stormachtige weer kon er veelal zeer weinig worden gevischt. De snoekbaars- visscherij wordt thans uitgeoefend door de motorlooze zeilvaartuigen, welke dicht bij den wal met staande netten aan het visschen zijn; de motorvaartuigen, welke verder af visschen en door de sleepers. De baars-, blei- en voorn-vangsten waren ook van gering' tot zeer matig te noemen. Deze soort visch was ook zeer hoog in prijs, dit ook wegens den geringen aanvoer. De gewone baars werd wel verkocht voor 20 ct. per pond. Een nieuwe visscherij voor de vloot zal thans de sleepnetvisscherij worden op snoekbaars. De vorige week werden er al met deze visscherij gunstige vangsten geboekt. Velen maken zich thans voor deze visscherij gereed. Daar de visscherij met sleepnetten in jaren hier onder de vloot niet meer is uitge oefend, zoo moet hiervoor alles weer worden opgebouwd. De sleepnetvisscherij werd hier het laatst uitgeoefend op de bekende spiering. Dat kleinste gedeelte van onze groote Noordzeevloot, welke de visscherij overdag nog uitoefent, boekt maar geringe weekresul- taten. De oorzaak was gelegen in het feit, dat wegens de weersgesteldheid niet gevischt kon worden. De Noordzeevisch was zeer hoog in prijs. De vorige week (18 tot en met 23 Novèm- ber) werd door 7 tot 20 vaartuigen per dag aan den Gem. Vischafslag alhier aangevoerd: 1640 pond Snoekbaars. prij3 3642 ct.1020 pond baars, prijs 1821 ct.; 400 pond Blei, 1617 ct. en 300 pond voorn, 1516 ct., alles per pond. De bekendste werken van Anke Servaes. Er zijn er niet veel in lezend Nederland, die nog nooit den naam hoorden van Anke Ser vaes. Anke Servaes was de schrijfster der ver maarde boeken, getiteld „Kinderzaal", „Kin deren, die over zijn" en „Moeder Liesbeth". In dez edrie boeken leerde men Anke Servaes kennen als een voortreffelijk schrijfster en te vens als een kinder-psychologe bij uitnemend heid. Terecht maakte zij naam met deze zuiver aangevoelde en uitmuntend geschreven boe ken, zoodat het geen verwondering behoeft te baren, dat ook thans nog steeds vraag blijkt te bestaan, speciaal naar de drie hierboven genoemde uitgaven. Het was een goede gedachte van de Hol- landia Drukkerij n.v. te Baarn, deze drie be kendste boeken van Anke Servaes in één band uit te geven. En zoo ontstond de Anke Servaes „Omnibus", bevattende de genoemde 3 werken. Het dikke deel ziet er goed uit en noodt als het ware tot lezen. Dat mag echter ook voor een deel op rekening geschreven worden van de perfect verzorgde typografische uitvoering en... op de aardige teekeningen van Sari Góth. Deze boeken beleefden ieder apart een groote serie oplagen. Wij moeten ons sterk vergissen indien ook deze „Servaes-omnibus" niet evenzeer in den smaak blijkt te vallen en meer dan één oplaag, zal beleven. Zij, die deze boeken niet lazen, adviseeren wij de complete éditie aan te schaffen. Het is een prachtig St. Nicolaas-cadeau en... de prijs is in prachtband slechts 6.50. Voor zulk een boek,- dat een rijk bezit beteekent, slechts een gering bedrag! Terugtocht uit de Peel. Onder boven- staanden titel verschijnt binnenkort bij D. A. Daamen's Uitgeversmaatschappij N.V. te 's-Gravenhage een uitgave, die het journaal bevat van een Nederlandsch soldaat L. Hui- zingh, adjudant-onderofficier van 10 Mei 8 Juni 1940 door Nederland, België, Frankrijk en Duitschland. Het is het uitgewerkte dagboek, dat de schrijver op zijn terugtocht met vele ontberin gen en gevaren, heeft bijgehouden. Het is de eerste uitgave, die over de omzwervingen van velen onzer soldaten in den vreemde, gaat ver schijnen. Op sobere, maar daardoor zoo aan grijpende wijze deelt de heer Huizingh in dit boek zijn ervaringen en die zijner kameraden mede. De schrijver, die een geloovig soldaat was, laat niet na, te gewagen van dat geloof en van zijn vertrouwen op God. Het boek ademt daar door een stillen Christelijken geest. „Met vallen en opstaan", door Nanny Fran ken; verschenen in de Meisjes-roman serie van de Gebr. Kluitman te Alkmaar Prijs ingen. 1.65, geb. 2.25. Een boek dat men letterlijk „uit het leven gegrepen" kan noemen. Omdat de beschreven problemen inderdaad problemen zijn, die van daag den dag bestaan, ja... zelfs veelvuldig bestaan. In dit boek gloort veel van de ernst des levens door en ook daarom mag dat boek als geslaagd te beschouwen zijn. Het goochelt niet maar wat met de moeilijkheden en peri kelen, die zich voor vrijwel ieder jong- mensch voordooen, doch geeft deze ten voeten uit. Een vlotgeschreven verhaal van de moeilijk heden tusschen een jongen man en een jonge vrouw, van tallooze misverstaden, doch ten slotte ook van een goede voleinding en een begin van den weg naar het ware geluk. Een boek, dat we warm aanbevelen. Schetsen uit 't Buitenveld Serie II. Er loopen tusschen Nieuwediep en Amster dam vele treinen, maar onder al die treinen is er maar één Kooy-trein. Hem zijn de hiervolgende regelen gewijd, hem dragen wij onderstaande kronyck op, op dat voor nu en het nageslacht bewaard mogen blijven de herinnering aan dezen merkwaar- digsten aller merkwaardige treinen. De Kooy-trein is de trein, gevuld met Kooy- werkers. Het zijn de mannen, die er iederen dag op uittrekken om in het zweet huns aanschijns het brood voor vrouw en kind te verdienen. Soms zijn deze penningen inderdaad „zuur" verdiend, op andere tijden verdient men de penningen juist door niet op het werk te zijn. In ieder geval: een afwisselënd bestaan, waaraan ook de sensationeele noot met ont breekt. (Een goed verstaander... enz.... enz....) Komend ergens van onder Alkmaar, hebben wij reeds geruimen tijd het onverdeeld genoe gen in dezen Kooy-trein passage te mogen nemen. Iederen morgen reizen we ermede Nieuwe- diepwaarts, iederen avond Alkmaar-waarts. Met Kooy-menschen moet men, dit vooraf, oppassen. Het gros is van het kaliber, dat men er beter mee miezemauzen kan of pandoeren, dan vechten, ja, zelfs bekvechten! Het zijn door de wol geverfde politiekers en op alles en iedereen plegen ze critiek te leveren. Hun meening is nooit half of driekwart, maar: oeneraal. Dat wil zeggen: Men hoort een Kooy-ling nooit zeggen: „Die Jansen is een vent waarmee ik niet goed opschieten kan maar wel „Die schoft van Jansen most met n end knuppel een pak op z'n hier-en-gunder ^Kooy-lingen gaan niet ten arbeid met C. A -ties of fuxueuse colbertjes. Ze dragen pilo- kielen en vetleeren kistjes. Ze torschen groen- gecamoufleerde hoeden en omhangen zich met verscheidene centimeters dikke overjassen. .Uit vele malen gestopte handschoenen ste ken enorme knuisten; het zijn dezelfde knuis ten, waarmede reeds jaren lang de Neder- landsche grond uitgespit is, en het zijn weder om dezelfde knuisten, waarmede uiterst pijn lijke opstoppers gegeven kunnen worden. De Kooy-trein is gevuld van den eersten tot den laatsten wagon. In ieder compartiment zit ten er 8 of 10. Ze rooken zonder uitzondering de zwaarste shag op hun longen en gaan van het standpunt uit, dat de Kooy-trein hun trein is. Waarvoor (dit tusschen haakjes,) iets te zeggen is. Een Kooyman is geen „heer" in de geijkte beteekenis van het woord. Wat anders is: ze willen zelfs volstrekt geen „heeren" zijn. Ze noemen zich zelf, en dat niet zonder eenige zelfvoldaanheid proletaren, en hebben lak aan alles wat naar bourgeoisie en hoeren dom zweemt. Het is, en wie zou zich daarover verwonde ren, een bepaald slag menschen, dat zich dage lijks verspreid in de groene omgeving van De Kooy. En een slag, dat heelemaal geen overeenkomst vertoont met het slag dat hier in de omgeving sedert jaar en dag heer en meester is. Een ruwer, onbeheerschter, kern achtiger, agressiever en ongecomnliceerder slag. Wat rouwer en wilder, maar, let wel, daarom niet minder! De Kooy-trein is van de Kooy-mannen. Dat is een wet van Meden en Perzen. Daar aan valt geen tittel of jota te veranderen, want niets is zóó zeer ontwikkeld bij deze pro letaren dan juist het eigendoms-besef. (Waar schijnlijk omdat ze juist zoo weinig hun „eigendom" kunnen noemen...) Een enkele maal gebeurt het, dat een lands- werver mee rijdt met dien trein. Hij moge dan niet in direct levensgevaar verkeeren, feit is dat zijn medereizigers hem in het gun stigste geval straal negeeren. Het is gebeurd van de week dat er in één trein-coupé 3 Kooy-mannen zaten. Een m'n- heertje bij Oudesluis wilde er óók nog in. maar men hield de deur, van binnen uit, zoo stjjf vast, dat er geen sprake van was dat de solli citant toegang verleend werd. Teneinde raad riep de man de hulp in van den conducteur. Die opende tactvol de deur en verzocht plaats voor den „indringer". Morrend gaf men toe, maar sedert dien morgen wenscht de man met alle treinen mee te gaan met uitzondering juist van den Kooy-trein... Tegen het personeel van de Rijkswerf héb ben de Kooy-mannen iets. Wat precies is is niet bekend, maar waarschijnlijk schuilt de psychologische knoop in den afstand die er nu eenmaal schijnt te zijn tusschen een „ambte naar" en een „proletaar". In ieder geval: het feit ligt er. Het zijn twee kampen, die elkaar niet kunnen luchten Iedere vreemdeling die des morgens den werftrein waagt te beklimmen wordt, op den treeplank nog. naar zijn visitekaarje gevraagd. Dat kaartje luidt: „Bê je van de werf?!" Zoo ja, dan worden er korte metten ge maakt. De deur vliegt dicht (als hij tenminste op een kier open geweest is) en het gordijntje wordt toegeschoven. Laatst kwam het voor, dat een aantal on schuldige werf-lieden hopeloos van voor naar achteren het doorweekte Anna Paulownaer perron berènden, om een plaatsje in den bar stend-vollen trein machtig te worden. In een plaatsen over, maar zelfs dat werd den lands- coupé van 10 Kooy-lingen waren nog 6 staan- wervers (die inderdaad stiefmoederlijk behan deld worden door de zuiderlingen) niet ver gund. Een hagel van schimpscheuten en weinig vleiende opmerkingen keurde men het puikje van onze geëmigreerde Piet Heynen waardig. Hoe wonderlijk echter het rechtsgevoel van deze lieden zich heeft ontwikkeld blijkt uit het volgende. Voor die coupé stond eveneens een groepje van 8 vrouwen en 2 kinderen. Ook dat moest mee, maar de wijze van ontvangst gehoord hebbende waagde het zwakke ge slacht het niet eens een verzoek tot toelating in te dienen. Met luide aanmoedigingskreten lokte men echter de dames binnen. Een oud moedertje, dat zeker de eerste 70 lente's reeds met verscheidene neuslengten gepasseerd was, waggelde heen en weer in de afgeladen coupé, en werd joviaal op de breede knie eens Kooy- werkers geheschen. „Hou je haaks, moeder, anders val je...!" Drie Kooy-mannen stonden op en boden hun plaats aan voor de staande dames. Met de woorden „je bent heer of je bent 't niet; voor dames hebben we altijd alles over gehad, die kenne binnekomme!" Ook gebeurde het laatst, dat een onschuldig landswerver per ongeluk in dien Kooy-trein terecht gekomen was. Alsof een zwerm havik ken een duif in de gaten gekregen had, zoo viel men den armen verdoolde aan. Bij halte Koegras was de man rood, bij Breezand wit en bij Anna Paulowna groen van angst. Men had hem voorgesteld hem respectievelijk te willen: villen, slachten, stroopen en opeten, en toen drie kooy-mannen ernstig van plan schenen te zijn het slachtoffer hunner primi tieve hartstochten uit het raam te werken, zei een ander dat hij er staat op kon maken binnen drie minuten op de rails te liggen. Dat was den ver.doolde te veel: met een kreet van schrik, en met de laatste greinen moed der vertwijfeling sprong hij naar de nood rem, en... trok. Heel de Kooy-trein met alle Kooy-lingen vlogen op, onder en naast elkander. Toen men met bebloede koppen weer wat op verhaal ge komen was, bleek wat er gebeurd was. Een kwartier later ging de trein weer verder. Er was toen een serie bekeuringen uitgedeeld en een geacht ambtenaar was uit de handen zijner beulen gered.. Wonderlijke trein... wonderlijke kerels... Men moet ze iederen dag méé-maken, men moet ze „door-hebben" om iets van hen te be grijpen. Een kwaad slag is het zeker niet, al leen... wat primitief in hun uitingen. En dat vooral tegen de landswervers. Deze aversie is niet alleen te veroordeelen, ze is ook onjuist. Onjuist, omdat het de vrede in de treinen dreigt te verstoren, zonder eenige reden. Vandaar dat wij hopen dat ten spoedigste olie op de Kooy-golven en olie op de werf- golven gegoten moge worden en dat de „pro letaren" beider treinen nog vóór het aanstaand Kerstfeest in de meest volmaakte pais en vrêe zullen reizen. Ter meerdere glorie der treinen in het alge meen en die van den Kooy-trein in het bijzon der.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5