■AKKERTJE.
Kooy trein
Zaterdag a*s*
collecte
Winterhulp"
Weer onrust boven
Den Helder
Vandaag
voor 50 jaar
Dinsdag 26 November 1940
Tweede Blad
tPiad^nieuunó
Maierieele schade
Voorziet Uw textielkaart
van Uw handteekening
St* Nicolaas bij onzen
Middenstand
Einde sardienvangst
waarschijnlijk
Men moet over de brug komen
om over de brug te komen
Burgerlijke Stand van Den Helder
Inschrijving Handelsregister
De Neder/ancïsche
Pijnstiller
Ingekomen personen
Oefentocht motorreddingboot
„Joan Hodshon"
Visscherij
Drie boeken in één band
Eerste zitting van het plaatselijk
comité vindt hedenmiddag ten
raadhuize plaats.
Nog enkele dagen en voor het eerst zal
men de rammelende collectebussen van
„Winterhulp Nederland" in Den Helder
hooren. Ieder Nieuwedieper zullen deze
bussen voorgehouden worden en de ver
wachting is dat geen enkele van hen zal
weigeren zijn of haar gave in deze bus
sen te deponeeren.
Hedenmiddag vindt in het raadhuis de
eerste bijeenkomst plaats van het opge
richte comité en ook daar zal ongetwijfeld
een plan de campagne opgesteld worden,
hetwelk een zoo effectief mogelijke inza
meling waarborgt.
Temeer is zulks noodzakelijk, aange
zien nog steeds blijkt, dat velen van
„Winterhulp Nederland" een geheel ver
keerde voorstelling van zaken hebben.
Dit is een gevaar, dat deze inzameling,
die de eerste is van een serie, welke ge
durende dezen winter gehouden zal wor
den, dreigt en waartegen wij met alle
kracht dienen op te komen. Nogmaals: de
baten van „Winterhulp" zijn niet bestemd
voor eenig ander land dan Nederland en
zij die met deze gelden geholpen zullen
worden zijn uitsluitend Nederlanders.
Zooals wij de vorige week reeds schre
ven, is juist Den Helder een stad waar
„Winterhulp" een dankbaar arbeidsterrein
zal vinden. Ongetwijfeld zal veel ver
dachtmaking en ongeloof tot het verleden
behooren, indien men persoonlijk zal kun
nen constateeren, dat ook eigen stad-
genooten welvaren bij „Winterhulp". Later
hopen wij hierop nog nader terug te
komen.
Zaterdag a.s. de eerste collecte
Zaterdag zal Den Helder kunnen bewij
zen, dat het nog steed3 het hart op de
goede plaats heeft. Dat het geeft als er
gegeven moet worden. Dat het begrijpt,
dat hier veel nood te lenigen valt.
Ook de gaven van de Heldersche gevers
worden voor de volle honderd procent
aangewend voor het brengen van meer
licht, meer zonzijde in het leven van die
land- en stadgenooten, die het op dit
oogenblik daar nog zonder mee moeten
doen.
Het geld wordt uitsluitend aangewend
om arme, misdeelde en door den oorlog
getroffen vaderlanders uit de misère te
helpen. Hun een menschwaardig bestaan
te verschaffen.
Daartoe is geld noodig. Zeer veel geld.
Moge deze eerste Heldersche collecte
van a.s. Zaterdag een hoopvol begin zijn
van de actie, die heet:
„Winterhulp Nederland"!
Gisterenavond, opnieuw om ongeveer 10
uur, begon het afweergeschut te knallen. Een
Engelsch vliegtuig waagde zich boven de stel
ling en werd ontvangen met het lawaai uit
tal van vuurmonden, die rond de stad zijn op
gesteld. Het donderde boven de stad, de licht-
spoorgevende granaten renden als bezetenen
de lucht in, in de richting van het vliegtuig.
De zwaardere kanonnen deden de huizen en
vensters dreunen en trillen, de explosies ga
ven illusies van vallende bommen. Het was
een angstwekkend half uur. Het vuren duur
de van ongeveer 10 uur tot half 11. Telkens
kwam de Engelschman terug en telkens ra
telden opnieuw de mitrailleurs en spuwden de
kanonnen hun venijnigen inhoud naar het
vliegtuig.
Het is merkwaardig, welke wilde geruch
ten bij de geëvacueerde Heldersche menschen,
na zoo'n ongewenscht bezoek aan Den Helder
de ronde doen en met welk een onrust de
menschen gaan slapen, die ook in de dorpen
en plaatsen van de omgeving hun bivak heb
ben opgeslagen.
Het is gelukkig niet waar, dat er men-
schcnlevens getroffen z\jn, door het wer
pen van bommen; wel werd materleele
schade veroorzaakt door het vallen van
©enige explosieve bommen, op de Keizers
gracht, bij de brug van de Nieuwstraat.
Een viertal woningen gingen hier volko
men in puin. De bewoners waren niet
thuis en dus vielen er geen slachtoffers.
Hit ter geruststelling van de onrustba
rende verhalen, die de ronde plegen te
doen.
Hen verderen nacht is het gelukkig rustig
geweest.
Naar ons van middenstandszijde medege
deeld wordt komt het veelvuldig voor, dat
Personen hun puntenkaart van de textiel aan
bieden, zonder dat deze is voorzien van de
Verplichte handteekening.
Aangezien het den winkeliers verboden is
bonnen van de ongeteekende textielkaarten te
knippen dringen w(j er bij de bevolking op
kan. dat zij er voor zorge, dat de verplichte
andteekening aangebracht wordt.
In ons nummer van Zaterdag j.1. beschreven
wjj een aantal zaken, die door den Sint waren
uitverkoren om een groot aantal verrassingen
te mogen ontvangen.
Het blijkt, dat gedurende de laatste dagen
nog weer andere zaken een dergelijk verheu
gend bezoek mochten ontvangen en wij haas
ten ons daarvan hieronder te gewagen
Sluisdykstraat.
Zoo stapten de Bisschop en Jan binnen in de
bekende zaak van den heer J. Zuidweg (v.n.
Ie stoff. Fa. Van Willigen) en het het was
hier, dat hij zijn gaven zeer ruimschoots deed
neerdalen. Speciaal gold dit wel voor de zoo
juist klaargekomen nieuwe afdeeling meube
len. Het is een lust voor het oog te zien hoe-
vele nieuwe modellen daar in die afdeeling ver-
eenigd zijn, en hoe Voordeelig men kan koopen.
Inderdaad: voor iedere kamer iets aparts De
overige artikelen zijn te bekend om die nog
eens apart te gaan opnoemen. Men weet het:
Zuidweg geeft altijd iets goeds, iets nuttigs.
Iets, waaraan men tientallen jaren iets heeft.
Het is dus z'n geld dubbel en dwars waard!
Koningstraat.
In de Koningstraat was het de Ijzerhandel
van Jan Govers, die met een bezoek vereerd
werd. Hier ontpakte de Sint een groote col
lectie scharen, schaatsen, messen en aller
hande andere artikelen, die men in een goed-
geoutilleerden ijzerwinkel moet vinden.
Jan Govers is niet vandaag of gisteren be
gonnen met zijn zaak. Die weet precies wat
men weiischt en men kan zeggen, dat zijn
winkel tot de meest gevulde en best voorziene
is in deze branche.
Heeft U iets te snijden, te vijlen, te timme
ren, te schaven of te hameren... ga naar Jan
Govers in de Koningstraat en laat U snel en
goed (en goedkoop!) bedienen.
Na een plotselinge opleving in de Helder
sche visscherij, tengevolge van den sardien-
trek door het Marsdiep, is even plotseling
de klad weer in dit winstgevend bedrijf ge
komen. In ons blad van Vrijdag j.1. schreven
we, dat de prijzen per mand Donderdag
varieerden tusschen veertien en zeventien
gulden.
In den loop van Vrijdag werden ech
ter meer aangevoerd en gingen de prij
zen nog aanmerkelijk in de hoogte. Ten
slotte bereikten ze een maximum van
één en twintig gulden per mand.
Het weer, dat zich goed aan liet zien,
sloeg echter plotseling om.
De dagen, volgende op den Vrijdag, wer
den niet zooals de vorjgen gekenmerkt door
een stormachtige Zuidwesten wind, maar
waren kalrp en de wind draaide in verschil
lende richtingen.
Het gevolg bleef niet uit en in den over-
vloedigen aanvoer ontstond dadelijk stag
natie. Er kwam nog wel wat sardien aan
den afslag, maar dat kan niet van beteeke-
nis genoemd worden.
De prijs, die gisteren betaald werd,
bleek sterk gedaald en bedroeg ongeveer
zestien en een halven gulden.
Het is daarmee echter nog niet gezegd, dat
de sardienvangst geheel ten einde is, hoewel
dat waarschijnlijk lijkt. De wind zit wéér in
de juiste richting en steekt ze nog iets op,
dan bestaat er kans op terugkeer van deze
in den huidigen tijd buitengewoon waarde-
vollen zeevisch.
Dat de prijzen dit jaar hoog waren, kan
niet anders dan gelukkig genoemd worden,
daar deze ééne week hoogstwaarschijnlijk de
eenige tijd van het jaar zal blijken te zijn,
waarin werkelijk met visschen iets meer dan
het broodnoodige is verdiend. Nemen we deze
Uondiitn uit hei Vliedend Blaadje
Sedert in de zitting van den Gemeenteraad
het ontwerp voor eene gemeentelijke geld-
leening in behandeling was, is over het toen
gebeurde in haast alle kringen in deze ge
meente van gedachten gewisseld. De meenin
gen zullen waarschijnlijk zeer uiteenloopend
zijn. Het is mijn doel niet om over dat alles in
beoordeeling te treden. Alleen wilde ik als
mijne meening zeggen, dat de behandeling van
de voorgestelde geldleening niet behoorlijk was
voorbereid, 't Onderwerp was, gelijk men in
Staatkundige kringen gewoon is te zeggen,
nog niet rijp voor openbare beraadslagingen.
Het had behooren ingediend te worden met
nauwkeurige opgaaf en omschrijving van het
doel en van de onvermijdelijke gevolgen van
het sluiten der leening en van het stichten der
aangeduide openbare werken.
En is die uitvoering van genoemde openbare
werken uitgezonderd het abattoir in het
algemeen zeer wenschelijk, inzonderheid is de
stichting eener brug over het Heldersche Ka
naal nabij de Keizerstraat een dringende be
hoefte. Toen voorheen het terrein tusschen de
Spoor- en Gravenstraten nog maar weinig of
in het geheel niet bebouwd was, kon men aan
nemen dat het pontveer voldoende in de be
hoefte aan communicatie voorzag. In de laatst-
verloopen jaren is de toestand aanmerkelijk
veranderd. Op en nabij het voormalige eiland
„Breewater" is een geheel nieuwe wijk der ge
meente verrezen en nog steeds gaat men voort
met den aanbouw van nieuwe woningen op het
bouwterrein nabij den Parallelweg, 't Is nu
tijd, meer dan tijd, dat er in de richting naar
de Zuid- en Weststraten een brug over het
Heldersche Kanaal worde geslagen. En moeten
de belasting-betalende ingezetenen dan ook
ieder een steentje bijdragen. Het is niet anders.
Om over de brug te komen moet men over de
brug komen. Als een goed voorteeken merken
we op, dat de raming voor kosten voor den
bouw der brug al merkbaar begint te dalen.
Achtend,
Uw. dw. dn.
V. W.
omstandigheden in oogenschouw, dan zal
ieder begrijpen, dat voor vele visscherlui de
sardien zoo niet dringend noodzakelijk, dan
toch zeer welkom kwam.
van 25 November 1940.
BEVALLEN: V. T. Bosch—Laan, z.
van 19 November tot 26 November 1940.
Nieuwe zaken.
Den Helder:
Casinogebouw N.V. in oprichting, Kanaalweg
157158, exploitatie Casinogebouw.
Bestuurswijzigingen.
Den Helder:
N.V. Bouw- en exploitatiemaatschappij „Ha-
gebo", Plantsoenstraat 3, exploitatiemaat
schappij.
Andere wijzigingen.
Den Helder:
Fa. Neels, Keizerstraat 66, Heeren- en Kin-
derkleeding; filiaal te 't Zand opgeheven.
g
JwceJUch nieuw*
Suzanna de Groes, H 27, van Doniawerstal
St. Nicolaasga 114; Cornelia Dros, E 37,
(Eierland) van Amsterdam, Keizersgracht
437h; Aaltje C. van der Berg, Den Hoorn 79
van Veendam, Verlengde Kerkstraat 4; Dirkje
Hillen, Den Burg, Schildereind 8 van Den
Helder, Vijzelstraat 70; Johanna van Boven,
Eierland 68 van Rotterdam, Brederodestraat
19b; Gerbrand Dros, Oosterend, Weststraat van
Brussel; D. P. Bakken, Den Burg, Hoogerstr. 7,
van Schagen, Magnusstraat C 171; Theodorus
C. Krol, Oosterend, Peperstraat 22 van Nw.
Pekela E 17; Anna Heikens, de Cocksdorp 16
vari De Bilt (U), Sweelingstraat 11; Koeno
Vennema, Oosterend 124 van Helder, Haven
plein 3.
Bij zeer ruwe zee heeft de motorredding
boot „Joan Hodshon" met haar bemanning en
in tegenwoordigheid van den heer De Booy,
secretaris van den N. en Z.-Hollandsche Red
dingmaatschappij, dezer dagen weer eens ge
toond, waartoe zij in staat is.
Terwijl de zee op de zandbanken bonkte en
de flarden schuim tegen de duinen vlogen,
hield de „Hodshon" haar bijna maandelijksch
terugkeerende oefentocht. Wild steigerend als
êen op hol geslagen paard, dan weer zwaar
neerdompend in de golfdalen, ging zij door de
zware branding. Door niets liet zij zich houden
in den strijd tegen de toomelooze baren. Met
telkens terugkeerend élan, bestuurd door de
kranige blauwe zeeridders, ging het schip zijn
weg door een door den storm veroorzaakte
waterwildernis. Het zou dezen strijd winnen.
Na ruim anderhalf uur strijd had de „Hods
hon" gewonnen en werd het rustiger voor haar.
Met de sleepzak achter ging het terug. Het
ploegschaaranker had bij dezen tocht zijn uit
nemende diensten bewezen.
Het bleek weer, dat èn materiaal èn beman
ning uitstekend voldaan hadden.
OPHEFFING LEGER DES HEILS
Met ingang van 1 Dec. a.s. wordt de af
deeling Den Burg van het Leger des Heils
opgeheven. Het gebouw, dat bij deze afdee
ling in gebruik was en dat gelegen is aan de
Parkstraat te Den Burg, wordt kringhuis van
de N.S.B.
TEXELSCHE MARKT.
Aanvoer 4 paarden, 400790; 9 koeien,
250315; 5 schapen, 2540: 7 schram
men, 3040; 12 biggen, 1417; 2 nuchtere
kalveren, 7.14.
EIERENVEILING.
Texel, 25 Nov. '40. Aanvoer 9000 kippen
eieren; prijs 1.07 per kg, volgens regeerings-
voorschrift.
ïlieuw* uil VL\&
Urk, 25 November. Door 20 vaartuigen
werd j.1. Zaterdag aan den Gem. Vischafslag
alhier aangevoerd:
385 pond snoekbaars, van 5 tot 35 pond per
vaartuig, prijs 37 tot 42 ct.; 175 pond baars,
20—21 ct.; 240 pond blei, 16—17 ct. en 300
pond voorn, 1516 ct., alles per pond.
De vorige week stond de visscherij voor de
vloot in het teeken van teleurstelling. Door
het ruwe, stormachtige weer kon er veelal
zeer weinig worden gevischt. De snoekbaars-
visscherij wordt thans uitgeoefend door de
motorlooze zeilvaartuigen, welke dicht bij den
wal met staande netten aan het visschen zijn;
de motorvaartuigen, welke verder af visschen
en door de sleepers.
De baars-, blei- en voorn-vangsten waren
ook van gering' tot zeer matig te noemen.
Deze soort visch was ook zeer hoog in prijs,
dit ook wegens den geringen aanvoer. De
gewone baars werd wel verkocht voor 20 ct.
per pond. Een nieuwe visscherij voor de vloot
zal thans de sleepnetvisscherij worden op
snoekbaars. De vorige week werden er al met
deze visscherij gunstige vangsten geboekt.
Velen maken zich thans voor deze visscherij
gereed. Daar de visscherij met sleepnetten in
jaren hier onder de vloot niet meer is uitge
oefend, zoo moet hiervoor alles weer worden
opgebouwd.
De sleepnetvisscherij werd hier het laatst
uitgeoefend op de bekende spiering.
Dat kleinste gedeelte van onze groote
Noordzeevloot, welke de visscherij overdag
nog uitoefent, boekt maar geringe weekresul-
taten. De oorzaak was gelegen in het feit,
dat wegens de weersgesteldheid niet gevischt
kon worden. De Noordzeevisch was zeer hoog
in prijs.
De vorige week (18 tot en met 23 Novèm-
ber) werd door 7 tot 20 vaartuigen per dag
aan den Gem. Vischafslag alhier aangevoerd:
1640 pond Snoekbaars. prij3 3642 ct.1020
pond baars, prijs 1821 ct.; 400 pond Blei,
1617 ct. en 300 pond voorn, 1516 ct., alles
per pond.
De bekendste werken van Anke
Servaes.
Er zijn er niet veel in lezend Nederland, die
nog nooit den naam hoorden van Anke Ser
vaes. Anke Servaes was de schrijfster der ver
maarde boeken, getiteld „Kinderzaal", „Kin
deren, die over zijn" en „Moeder Liesbeth". In
dez edrie boeken leerde men Anke Servaes
kennen als een voortreffelijk schrijfster en te
vens als een kinder-psychologe bij uitnemend
heid. Terecht maakte zij naam met deze zuiver
aangevoelde en uitmuntend geschreven boe
ken, zoodat het geen verwondering behoeft te
baren, dat ook thans nog steeds vraag blijkt
te bestaan, speciaal naar de drie hierboven
genoemde uitgaven.
Het was een goede gedachte van de Hol-
landia Drukkerij n.v. te Baarn, deze drie be
kendste boeken van Anke Servaes in één band
uit te geven. En zoo ontstond de Anke Servaes
„Omnibus", bevattende de genoemde 3 werken.
Het dikke deel ziet er goed uit en noodt als
het ware tot lezen. Dat mag echter ook voor
een deel op rekening geschreven worden van
de perfect verzorgde typografische uitvoering
en... op de aardige teekeningen van Sari Góth.
Deze boeken beleefden ieder apart een
groote serie oplagen. Wij moeten ons sterk
vergissen indien ook deze „Servaes-omnibus"
niet evenzeer in den smaak blijkt te vallen en
meer dan één oplaag, zal beleven.
Zij, die deze boeken niet lazen, adviseeren
wij de complete éditie aan te schaffen. Het
is een prachtig St. Nicolaas-cadeau en... de
prijs is in prachtband slechts 6.50. Voor zulk
een boek,- dat een rijk bezit beteekent, slechts
een gering bedrag!
Terugtocht uit de Peel. Onder boven-
staanden titel verschijnt binnenkort bij D. A.
Daamen's Uitgeversmaatschappij N.V. te
's-Gravenhage een uitgave, die het journaal
bevat van een Nederlandsch soldaat L. Hui-
zingh, adjudant-onderofficier van 10 Mei
8 Juni 1940 door Nederland, België, Frankrijk
en Duitschland.
Het is het uitgewerkte dagboek, dat de
schrijver op zijn terugtocht met vele ontberin
gen en gevaren, heeft bijgehouden. Het is de
eerste uitgave, die over de omzwervingen van
velen onzer soldaten in den vreemde, gaat ver
schijnen. Op sobere, maar daardoor zoo aan
grijpende wijze deelt de heer Huizingh in dit
boek zijn ervaringen en die zijner kameraden
mede.
De schrijver, die een geloovig soldaat was,
laat niet na, te gewagen van dat geloof en van
zijn vertrouwen op God. Het boek ademt daar
door een stillen Christelijken geest.
„Met vallen en opstaan", door Nanny Fran
ken; verschenen in de Meisjes-roman serie
van de Gebr. Kluitman te Alkmaar Prijs
ingen. 1.65, geb. 2.25.
Een boek dat men letterlijk „uit het leven
gegrepen" kan noemen. Omdat de beschreven
problemen inderdaad problemen zijn, die van
daag den dag bestaan, ja... zelfs veelvuldig
bestaan.
In dit boek gloort veel van de ernst des
levens door en ook daarom mag dat boek als
geslaagd te beschouwen zijn. Het goochelt
niet maar wat met de moeilijkheden en peri
kelen, die zich voor vrijwel ieder jong-
mensch voordooen, doch geeft deze ten voeten
uit.
Een vlotgeschreven verhaal van de moeilijk
heden tusschen een jongen man en een jonge
vrouw, van tallooze misverstaden, doch ten
slotte ook van een goede voleinding en een
begin van den weg naar het ware geluk. Een
boek, dat we warm aanbevelen.
Schetsen uit 't Buitenveld
Serie II.
Er loopen tusschen Nieuwediep en Amster
dam vele treinen, maar onder al die treinen
is er maar één Kooy-trein.
Hem zijn de hiervolgende regelen gewijd,
hem dragen wij onderstaande kronyck op, op
dat voor nu en het nageslacht bewaard mogen
blijven de herinnering aan dezen merkwaar-
digsten aller merkwaardige treinen.
De Kooy-trein is de trein, gevuld met Kooy-
werkers.
Het zijn de mannen, die er iederen dag op
uittrekken om in het zweet huns aanschijns
het brood voor vrouw en kind te verdienen.
Soms zijn deze penningen inderdaad „zuur"
verdiend, op andere tijden verdient men de
penningen juist door niet op het werk te
zijn. In ieder geval: een afwisselënd bestaan,
waaraan ook de sensationeele noot met ont
breekt. (Een goed verstaander... enz.... enz....)
Komend ergens van onder Alkmaar, hebben
wij reeds geruimen tijd het onverdeeld genoe
gen in dezen Kooy-trein passage te mogen
nemen.
Iederen morgen reizen we ermede Nieuwe-
diepwaarts, iederen avond Alkmaar-waarts.
Met Kooy-menschen moet men, dit vooraf,
oppassen. Het gros is van het kaliber, dat men
er beter mee miezemauzen kan of pandoeren,
dan vechten, ja, zelfs bekvechten! Het zijn
door de wol geverfde politiekers en op alles
en iedereen plegen ze critiek te leveren. Hun
meening is nooit half of driekwart, maar:
oeneraal. Dat wil zeggen: Men hoort een
Kooy-ling nooit zeggen: „Die Jansen is een
vent waarmee ik niet goed opschieten kan
maar wel „Die schoft van Jansen most met n
end knuppel een pak op z'n hier-en-gunder
^Kooy-lingen gaan niet ten arbeid met C.
A -ties of fuxueuse colbertjes. Ze dragen pilo-
kielen en vetleeren kistjes. Ze torschen groen-
gecamoufleerde hoeden en omhangen zich met
verscheidene centimeters dikke overjassen.
.Uit vele malen gestopte handschoenen ste
ken enorme knuisten; het zijn dezelfde knuis
ten, waarmede reeds jaren lang de Neder-
landsche grond uitgespit is, en het zijn weder
om dezelfde knuisten, waarmede uiterst pijn
lijke opstoppers gegeven kunnen worden.
De Kooy-trein is gevuld van den eersten tot
den laatsten wagon. In ieder compartiment zit
ten er 8 of 10. Ze rooken zonder uitzondering
de zwaarste shag op hun longen en gaan van
het standpunt uit, dat de Kooy-trein hun
trein is. Waarvoor (dit tusschen haakjes,) iets
te zeggen is.
Een Kooyman is geen „heer" in de geijkte
beteekenis van het woord. Wat anders is: ze
willen zelfs volstrekt geen „heeren" zijn.
Ze noemen zich zelf, en dat niet zonder
eenige zelfvoldaanheid proletaren, en hebben
lak aan alles wat naar bourgeoisie en hoeren
dom zweemt.
Het is, en wie zou zich daarover verwonde
ren, een bepaald slag menschen, dat zich dage
lijks verspreid in de groene omgeving van
De Kooy. En een slag, dat heelemaal geen
overeenkomst vertoont met het slag dat hier
in de omgeving sedert jaar en dag heer en
meester is. Een ruwer, onbeheerschter, kern
achtiger, agressiever en ongecomnliceerder
slag. Wat rouwer en wilder, maar, let wel,
daarom niet minder!
De Kooy-trein is van de Kooy-mannen.
Dat is een wet van Meden en Perzen. Daar
aan valt geen tittel of jota te veranderen,
want niets is zóó zeer ontwikkeld bij deze pro
letaren dan juist het eigendoms-besef. (Waar
schijnlijk omdat ze juist zoo weinig hun
„eigendom" kunnen noemen...)
Een enkele maal gebeurt het, dat een lands-
werver mee rijdt met dien trein. Hij moge
dan niet in direct levensgevaar verkeeren,
feit is dat zijn medereizigers hem in het gun
stigste geval straal negeeren.
Het is gebeurd van de week dat er in één
trein-coupé 3 Kooy-mannen zaten. Een m'n-
heertje bij Oudesluis wilde er óók nog in. maar
men hield de deur, van binnen uit, zoo stjjf
vast, dat er geen sprake van was dat de solli
citant toegang verleend werd. Teneinde raad
riep de man de hulp in van den conducteur.
Die opende tactvol de deur en verzocht
plaats voor den „indringer". Morrend gaf men
toe, maar sedert dien morgen wenscht de man
met alle treinen mee te gaan met uitzondering
juist van den Kooy-trein...
Tegen het personeel van de Rijkswerf héb
ben de Kooy-mannen iets. Wat precies is is
niet bekend, maar waarschijnlijk schuilt de
psychologische knoop in den afstand die er nu
eenmaal schijnt te zijn tusschen een „ambte
naar" en een „proletaar". In ieder geval: het
feit ligt er. Het zijn twee kampen, die elkaar
niet kunnen luchten
Iedere vreemdeling die des morgens den
werftrein waagt te beklimmen wordt, op den
treeplank nog. naar zijn visitekaarje gevraagd.
Dat kaartje luidt: „Bê je van de werf?!"
Zoo ja, dan worden er korte metten ge
maakt. De deur vliegt dicht (als hij tenminste
op een kier open geweest is) en het gordijntje
wordt toegeschoven.
Laatst kwam het voor, dat een aantal on
schuldige werf-lieden hopeloos van voor naar
achteren het doorweekte Anna Paulownaer
perron berènden, om een plaatsje in den bar
stend-vollen trein machtig te worden. In een
plaatsen over, maar zelfs dat werd den lands-
coupé van 10 Kooy-lingen waren nog 6 staan-
wervers (die inderdaad stiefmoederlijk behan
deld worden door de zuiderlingen) niet ver
gund. Een hagel van schimpscheuten en weinig
vleiende opmerkingen keurde men het puikje
van onze geëmigreerde Piet Heynen waardig.
Hoe wonderlijk echter het rechtsgevoel van
deze lieden zich heeft ontwikkeld blijkt uit
het volgende. Voor die coupé stond eveneens
een groepje van 8 vrouwen en 2 kinderen. Ook
dat moest mee, maar de wijze van ontvangst
gehoord hebbende waagde het zwakke ge
slacht het niet eens een verzoek tot toelating
in te dienen. Met luide aanmoedigingskreten
lokte men echter de dames binnen. Een oud
moedertje, dat zeker de eerste 70 lente's reeds
met verscheidene neuslengten gepasseerd was,
waggelde heen en weer in de afgeladen coupé,
en werd joviaal op de breede knie eens Kooy-
werkers geheschen. „Hou je haaks, moeder,
anders val je...!" Drie Kooy-mannen stonden
op en boden hun plaats aan voor de staande
dames. Met de woorden „je bent heer of je
bent 't niet; voor dames hebben we altijd alles
over gehad, die kenne binnekomme!"
Ook gebeurde het laatst, dat een onschuldig
landswerver per ongeluk in dien Kooy-trein
terecht gekomen was. Alsof een zwerm havik
ken een duif in de gaten gekregen had, zoo
viel men den armen verdoolde aan. Bij halte
Koegras was de man rood, bij Breezand wit
en bij Anna Paulowna groen van angst. Men
had hem voorgesteld hem respectievelijk te
willen: villen, slachten, stroopen en opeten,
en toen drie kooy-mannen ernstig van plan
schenen te zijn het slachtoffer hunner primi
tieve hartstochten uit het raam te werken,
zei een ander dat hij er staat op kon maken
binnen drie minuten op de rails te liggen.
Dat was den ver.doolde te veel: met een
kreet van schrik, en met de laatste greinen
moed der vertwijfeling sprong hij naar de nood
rem, en... trok.
Heel de Kooy-trein met alle Kooy-lingen
vlogen op, onder en naast elkander. Toen men
met bebloede koppen weer wat op verhaal ge
komen was, bleek wat er gebeurd was. Een
kwartier later ging de trein weer verder. Er
was toen een serie bekeuringen uitgedeeld en
een geacht ambtenaar was uit de handen
zijner beulen gered..
Wonderlijke trein... wonderlijke kerels...
Men moet ze iederen dag méé-maken, men
moet ze „door-hebben" om iets van hen te be
grijpen. Een kwaad slag is het zeker niet, al
leen... wat primitief in hun uitingen.
En dat vooral tegen de landswervers.
Deze aversie is niet alleen te veroordeelen,
ze is ook onjuist.
Onjuist, omdat het de vrede in de treinen
dreigt te verstoren, zonder eenige reden.
Vandaar dat wij hopen dat ten spoedigste
olie op de Kooy-golven en olie op de werf-
golven gegoten moge worden en dat de „pro
letaren" beider treinen nog vóór het aanstaand
Kerstfeest in de meest volmaakte pais en
vrêe zullen reizen.
Ter meerdere glorie der treinen in het alge
meen en die van den Kooy-trein in het bijzon
der.