Uit de jeugd van den sprookjes
schrijver HANS ANDERSEN
Om zelf te maken - Voor de ouderen
Hel£e jongend en meiijei!
Nieuw Raadsel
Kat en hond
Nog vijf dagen... nog vijf nachtjes sla
pen... dan is het Sinterklaas. Ha, dat zal
toch weer even een fijne dag worden. „Sint
Nicolaas, St. Nicolaas, breng ons vanavond
een bezoek en strooi dan wat lekkers in
een of andere h->ek." Mijn kinderen hebben
dat lied al meermalen gezongen en ze
hebben hun schoenen al voor de kachel
gezet en... niet zonder resultaat. De Sint
is er dus, en al zal zijn portemonnaie ook
wel een en ander geleden hebben en al kan
de grote Kindervriend dus niet zo royaal
ronddelen als hij zelf wel graag zou wil
len, voorbijgaan zal hij niet. Gelukkig!
De prijswinnaar van het boek is:
bep'breel,
Rijksweg 1.
En nu de briefjes. Toch moet ik eerst
nog eenige vriendjes (vriendinnetjes) be
danken voor die vriendelijke bonnenver
rassing. Hartelijk dank hoor. Ik vond het
buitengewoon aardig.
Frans de Groot. Het spijt me, Frans,
de eerste de beste week, dat je meedeed, je
teleurgesteld werd, doordat je naam niet
bij de goede oplossers stond. Weet je zeker,
dat je geen fout gemaakt hebt? In ieder
geval, heb je vandaag een briefje en dat
vergoedt natuurlijk veeli
Johanna Beekma. Het interesseert me
niet waar je woont, Joh. als je de raadsels
maar instuurt en natuurlijk goed instuurt,
dan kun je een boek winnen, een taart ver
overen of een briefje krijgen. Drie moge
lijkheden. Voor het laatste moet je me ook
een briefje schrijven.
Wilko Neehus. Je had van de week
juist wel moeten schrijven, Wilko, want
het briefje van ue vorige week wordt niet
meer beantwoord, toen was het „verbo
den". En je weet, aan een verbod moet je
je houden. Hoe gaat 't met het tekenen?
Marietje Jurrjens. Ja, 't is vast leuk
om de Decembermaand in Amsterdam te
zijn, Marietje. Eén ding is natuurlijk vrese
lijk jammer, dat ook Amsterdam zich in
Egyptische duisternis gehuld heeft, want
de gezelligheid 'an Amsterdam in de win
ter bestaat voor een groot deel uit de zee
van lictyt, uit de honderden lichtreclames,
uit de feest-étalages. En wat komt daar
van nu terecht. Je schrijft me volgende
week maar eens of het plan nog doorge
gaan is.
Jan Visser. Ja, dat was twee weken
geleden een lastig raadsel, Jan, maar d£).t
van de vorige week en dat van vandaag.'.,
nu, ik zal ei* niets meer van zeggen.
Annie Visser. Jij zal het ook wel met
me eens zijn, Annie, dat je voor het raadsel
van vandaag je denkmachinetje niet hard
behoeft te laten werken, 't Is er zo uit. Ik
vind het fijn, dat jullie het goed maken en
dat het gelukkig niet al te onrustig geweest
is in de voorbije week.
Jantje Grande, Anna Paulowna. Nu
Jantje, daar is het briefje. Ik hoop, dat je
me lange tijd trouw blijft.
Bep v. Rijswijk, Castricum. Dat is
waar, Bep, er gaat veel van de aardigheid
verloren van het bezoeken van de Sinter
klaaswinkels, nu z« hun kleurige verlich
ting niet kunnen ontsteken. Enfin, de taai
en het banket zullen nog wel even lekker
smaken. Mijn neus gaat nu al dagelijks te
gast, als ik door de straten van Den Hel
der rijd. 's Jonge, wat ruikt het lekker
naar al die speculaas en al die andere heer
lijkheden.
Marietje Verbeek. Veel genoegen, Ma
rietje, daar in Bergen, 't Zal er nu ook
mooi zijn, daar in de bossen en de duinen.
Hap maar veel frisse lucht, zodat je op 7
Januari 10 pond zwaarder terugkomt en
met wangen als bellefleurs en ogen als
kerstlichtjes, zo stralend,
George Veer. Brrrr, George, wat een
zuinig brief je. Weinig tijd gehad?
Nelie Koodenburg, Callantsoog. Nee,
Nelie, een schuilnaam mag je nog niet ne
men. Dan moet je 14 zijn. Je bent hartelijk
welkom, maar met eigen naam je bliefjes
ondertekenen en onder eigen naam krijg je
briefjes. Regel is regel.
Doornroosje, Callantsoog. Jij bebt de
leeftijd voor een schuilnaam, Doornroosje
en je mag hem dus gebruiken. Wat een ge
zellige naam hebben jullie op je Zomer
huisje staan en... toepasselijk, voor z
Jutterfamilie.
Broer de Visser, Woudsend (Fr.). Nu,
dat wordt gezellig, Broer, als je va
moeder volgende maand een paar g
komen. Als de Sint wat royaal is, vallen ze
straks beiden nog met hun neus in de spe
culaas of in de boterpunten. Hé, ik water
tand als ik er aan denk. Maar, houd je oom
Douwe in de gaten, want die lijkt me nogal
mal op die Sinterklaasverrassingen.
Corrie v. Bale. Ik kan me begrijpen
Corrie, dat je geschrokken bent van dat
schieten Vrijdagmiddag, vooral omdat je
buiten liep en niet zo gauw wist waar je
heen moest. Zoek altijd maar gauw, dat je
ergens naar binnen komt en in een portie
kruipt, dan kan je tenminste geen scher
ven krijgen. Voor de rest behoef je niet zo
•bang te zijn.
Mary Jurg, IJmuidcn. Zijn jullie voor
goed verhuisd, Marie? Of kom je ook weei
terugrennen, zodra er vrede is? We zijn van
de week alweer een week dichter bij die he
vig begeerde vrede als de vorige week. We
groeien er iedere dag een naartoe. Vind je
dat niet fijn Ja, als je een taart wint, dan
bestellen we die bij een banketbakker in
ÏJmuiden, tenminste als jij je bonnen opge
stuurd hebt. Afgesproken?
Wim Cornelissen, Breezand. Best, Wim,
doe mee en stuur iedere week je oplossingen
en je briefje.
Aster, Heiloo. Hoe wist je dat van onze
koperen bruiloft, Aster? Nu, we hebben nog
een fijne dag gehad, hoor, alle familie en
verschillende kennissen, maar natuurlijk
moesten ze allemaal, tenminste die niet bij
ons logeerden, vóór 12 uur de deur uit en
dat is vroeg voor zo'n bizonder feest.
Dikkie Siersema, Julianadorp. Uitste
kend, Dikkie, jij schrijft en ik schrijf, wij
schrijven alletwee en het contact blijft, we
ken, maanden, jarentenminste, dat ho
pen we.
Hendrika Woort. Natuurlijk niet, Hen-
drika, daar ben ik niet kwaad om, dat je
krant met de inpakkerij verdwenen is, als
er geen erger dingen gebeuren in deze vluch
telingen tijd, dan is het best uit te houden.
Vertel me maar, wanneer jullie naar Texel
gaan. Ik begrijp, dat jullie daar allemaal
naar verlangen, als je vader er ook werkt.
Agatha Ran, Breezand. Je moet een
kans wagen, Agatha, om een prijs te win
nen. Waarom zou je het niet proberen? Je
lust toch wel taart of je leest toch graag?
Als dat niet zo is, dan moet je maar niet
meedoen, maar anders moet je proberen de
prijs in de wacht te slepen.
Annie Heekelaar. Zo, lees en snoep jij
graag, Annie? Dan bof je, dat Sint Nico
laas voor de deur staat.
Jo Heekelaar. Fijn, dat jullie zo lachen
op school, Jo. Dat is gezond en er zijn veel
mensen, die het verleerd hebben. Ik hoop,
dat we het allemaal weer gauw en harte
lijk kunnen doen. Je weet, wanneer dat zal
zijn.
Nazzi Goreng. Dit is het briefje voor
het meisje, dat me vertelt, dat ze op de ver
jaardag van haar moeder fijn Nazzi goreng
gegeten heeft, klaar gemaakt door haar
vader, die sergeant-kok bij de Koninklijke
Nederlandsche Marine is geweest. O, zo!
kon die het even fijn. Ik kom vast eens bij
jou eten als jullie weer zo'n smulpartij heb
ben.
Bali, Annie en Cor v. Bijnen. Je wilde
graag weten welke ezels ai roepen, zoals in
het raadsel stond Nu, dat zal ikje eens
even gauw vertellen. Dat zijn de ezels van
de omgekeerde wereld en daarin leven we
tegenwoordig. Jullie adres zal ik hier, voor
Loek en Leon neerschrijven. Het is dus,
Kerkgracht 47, Den Helder. Nu, ik denk, dat
je nu vandaag of morgen wel een teken van
leven-uit Den Haag ontvangt.
Elly de Zwart, Haarlem. Ik geloof heus,
dat ik jou ken, Elly. Ik weet tenminste wel
waar je gewoond hebt en ook ken ik je
vader. Waar is hij, of weten jullie dat niet?
Lammie Boon, H. Hugowaard. Jij weet
je daar in je evacuatie-dorp nogal te amu
seren, Lammie, geloof ik. Nu, dat is ook
maar het beste. Treuren om wat je voor
lopig kwijt bent geeft toch niet. Je moet er
maar van maken wat er van te maken is.
En een tijdje dorpeling te zijn, kan ook geen
kwaad en is niet ongezellig.
Loek en Leon v. d. Wal, Den Haag.
Ja, jullie kaart met gelukwens heb ik ont
vangen, tweetal. Hartelijk dank. Leuk, dat
jullie er aan gedacht hebben. Ik hbop, dat je
goede werwchen in vervulling mogen gaan.
Ook je vader en moeder hartelijk gefelici
teerd. Jammer, dat je vader nu niet thuis
is. Dat is n u vooral wel een groot gemis
en ik begrijp, dat je moeder niets voor
feestvieren voelt, onder deze omstandig
heden. Ik hoop, dat jullie spoedig goede tij
ding krijgen en dat je vader weer gauw
thuis mag zijn. Dank voor de bonnen. Erg
aardig hoor. Een prettige Sinterklaasviering
op 8 December, met de padvinders. Hap
maar niet te gulzig in de taart van stijfsel
of de rollade van watten.
Guurtje en Jaap Kaan, Nederweert. Ik
heb jullie briefje een paar weken gemist en
begrijp er nu de oorzaak van. De krant
komt te laat. Jullie wonen zó ver, maar dat
die van Zaterdag eerst Dinsdagmorgen
komt, dat is toch wel een beetje al te erg,
daar moet Tante Pos eens een standje voor
hebben. In twee en halve dag stuur je de
krant zowat naar Rome (als het geen oor
log was) dus dan kan ze toch zeker wel wat
eerder bij jullie aankomen. Ik zou het ech
ter jammer vinden als jullie daarom niet
mee zouden kunnen doen en om dat moge
lijk te maken zal ik voortaan jullie oplos
sing, als ze te laat komt, bij de volgende
week mee laten loten. Je maakt dan de
zelfde kans als ieder ander vriendinnetje en
vrièndje. Wat een pracht van een huis heb
ben jullie daar. 't Lijkt wel een villa in-
plaats van een boerderij. Als ik in de buurt
kom, nu, dan zie je me eens.
Jongens en meisjes, ik ben door alle brief
jes heen. Volgende week mogen jullie "dus
weer schrijven.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Ui, suiker, tante, rood, oom, eend, school,
taart.
Rust roest.
Goede oplossingen ontvangen van»
Wilko Neehus; Johanna Beekma; Truus
de Groot; Hanna van Engelsdorp Gaste
raars- Jan Schendelaar; Piet Beekma^;
Dirkje Beekman; Lucie Weitering; Klaasje
Zeeman; Jopie Maasland; Jan van M
Coen Coster; Neeltje Coster; Tmi Coster
Tini van Brederode; Annie Koorn; Eddie de
Mcyer; Corrie en Jo Riedeman; Ria de
Jullie hebt waarschijnlijk dikwijls van de
sprookjes van Hans Andersen genoten, b.
v. dat van het lelijke jonge eendje, de
kleine zeemeermin, het tinnen soldaatje
enz.
Nu, het leven van Hans Andersen lijkt
ook wel een'sprookje. 5 Februari 1805 werd
in de Deense stad, Odense, in het armzali
ge huisje van den schoenmaker Andersen,
een zoontje geboren. De vader was dol op
z'n enig kind. Ja, dit kind zou later naar
een goede school gaan en zoveel mogen
leren als hij wou! Hij had dat zelf in zijn
jeugd, niet gekund, want zijn ouders wa
ren altijd heel arm geweest.
Tussen z'n stille, vlijtige moeder en z'n
goede vader groeide het jongetje tevreden
op. Dat z'n ouders haast geen geld hadden
om van te leven, lieten ze hem niet mer
ken.
Toen Hans Christiaar op school was, was
hij vaak alleen. Hij vond. het het heer
lijkst als hij thuis kon zitten of spelen.
Ijverig zat hij kleertjes te naaien voor de
poppen van de poppenkast, die zijn vader
voor hem had gemaakt. Ook keek hij
graag urenlang naar de tuin.
Soms kreeg hij een toegangsbewijs voor
een schouwburg. Van wat hij daar zag,
maakte hij hele stukken. Dat was het begin
van zijn sprookjesschrijverij.
Omdat zijn vader als schoenmaker nog
steeds weinig verdiende, besloot hij soldaat
te worden en meer te gaan verdienen. Sol
daten konden ze in die tijd altijd gebrui
ken, want tijdens Napoleon waren er veel
oorlogen. Toen de vrede gesloten was,
kwam Hans Christiaan's vader terug, maar
niet als luitenant, zoals hij gehoopt had.
Zijn gezondheid was achteruit gegaan en
hij stierf, toen zijn zoontje nog maar een
kleine jongen was.
Nu hadden ze 't nog armer. Hans. Chris
tiaan's moeder werd wasvrouw bij vreem
de mensen, om haar brood te verdienen.
Toch zorgde ze dat haar jongen er altijd
netjes en schoon uitzag.
Toen zijn vader, die zo'n goede kameraad
geweest was, gestorven was, was Hans
nog meer alleen. Z'n moeder had geen tijd
voor hem Hans was op -de school voor ar
me kinderen en leerde niet veel. Ep wat
had z'n vader niet, een mooie plannen met
hem gehad!
Hans zelf had echter ook mooie plannen
in zijn hoofd. Hij hadniet, veel zin om. bij
een kleermaker te gaan werken, zoals zijn
moeder wilde.
„Wat wil je dan worden?" vroeg ze.
„Ik wil beroemd worden", zei Hans,"
eerst moet je een heleboel moeilijkheden
hebben en dan word je beroemd."
Z'n moeder vond het vreselijk. Wat had
haar jongen nu voor gedachten in z'n
hoofd? Wilde hij naar Kopenhagen gaan en
daar geld verdienen? En hij had niet eens
geld om naar een goede school te gaan en
was pas veertien jaar!
Maar hij was niet te houden.
Hij wilde toneelspeler worden eh op ze
kere dag ging hij op bezoek bij een beroem
de danseres. Hij speelde en danste haar iets
voor en om zich beter te kunnen bewe
gen, trok hij zijn grote schoenen uit. Maar
de danseres vond hem zo raar, dat ze dacht
dat hij niet goed wjj'J was en stuurde hem
weg.
Huilend stond Hans op straat. Moest hij
naar Odense teruggaan? Dat wilde hij in
geen geval. Hij voelde dat hij tot iets bij
zonders in staat was.
Eindelijk vond hij een kunstenaar die
Jong; Ieke de Langen; Nellie de Langen;
Jettie But; Piet Bosman; Cor van Bijnen;
Bali en Annie van Bijnen; Lena Korbee;
Hennie Korbee; Sientje Korbee; Beppie Kor
bee; Johan v. d. Pol; Alie Pou'.ie; Henk
Lugtenborg; Mientje Breel; Bep Breel;
Dillie Goedegebuur; Truus de Groot; Anton
Rebel; Klaas Goudswaardt; Annie Hee'ke-
laar; Jo Hekelaar; Jacob Berkhout; Trijn
tje Kommer; Neeltje Plaatsman; Jacoba
Prins; Rosa Stevenson; Martha Eriars;
Dick Nannings; Martien van Os; Piet de
Koster; Loek en Leon van der Wal; Jantje
en Henkie Scheurwater; Ida Kok; Dieuwcr-
tje en Dikkie Doorn.
Guurtje en Jaap Kaan, Loeki en Leon
van der Wal, Lammie Boort; Elly de
Zwart, Nazzi Goreng, Agatha. Ran,
Gerard Kramer, Astér, Wim Cornelissen,
Mary Jurg, Corrie v. Bale, Broer de Visser,
Juttie But, Nelie Roodenburg, George Veer,
Marietje Verbeek, Bep v. Rijswijk, Jantje
Grande, Annie Visser, Jan Visser, Marietje
Jurjens.
De
X
X
X
is een vogel,
schrijf je.
Met
Een kip
Ik X, want ik heb pret.
Erg X is azijn.
Tweemaal X is acht.
Suiker is X
Ja is ja, X is neen.
En X is een jongensnaam
KRISTALLEN MAKEN.
Doe in een halve liter heet water vijf
honderd gram aluin en laat dat daarin op
lossen. Hang nu in de oplossing een Wol
len draad, een mandje van hout of zoiets,
maar altijd goed omwoeld met wollen dra
den, dan zullen zich na vierentwintig uur
prachtige kristalletjes aan die voorwerpen
gehecht hebben.
bereid was om hem voor zanger op te lei
den. Hans had ook heus een goede stem.
Maar na een paar maanden stuurde de
kunstenaar hem weg en raadde hem aan
een vak te gaan leren. Hans was namelijk
in de winter hees geworden, omdat hij geen
geld had om warme kleren te kopen.
Dus stond hij weer op straat.
Maar hij ging moedig verder. Toen vond
hij een dichter die geld voor hem I ij el
kaar bracht en hem lessen liet geven.
Hans was overgelukkig. Toen het bijeen
gebrachte geld op was, bracht er weer
een slechte tijd voor hem aan. Hoe vaak
at hij niet, inplaats van een warme maaltijd
een droog stuk brood op een bank in het
park!
„Zou ik misschien geen toneelspeler,
maar dichter of schrijver moeten worden?"
vroeg Hans zich op 't laatst af. Toen schreef
hij een drama, dat men met het volgend
briefje terugstuurde: „Wij wensen niet
meer van dergelijke slechte stukken te
zien.
Hans schaamde zich erg en had nu nog
maar één wens: te mogen leren.. De di
recteur van een schouwburg, die zijn ver
stand niet onderschatte, gaf hem geld, dat
door den koning gegevenwas, voor zijn
lessen. Zo ging Hans, die intussen achttien
jaar geworden was, tussen de kleine jon
gens op de schoolbanken Zitten. Dat was al
lesbehalve leuk. maar hij hield vol.
Toen hij van een milden gever geld kreeg
om een reisje naar huis te maken, was hij
dolgelukkig. De bewoners van zijn stadje
waren stomverbaasd, dat de zoon van den
armen schoenmaker, werkelijk in de stad
vooruit gekomen was. En wat was zijn
moeder trots op hem!
Toen hij drie-en-twintig jaar was, werd
Hans Christiaan student en in 1829 deed
hij examen. Er waren al verscheidene din
gen van hem uitgegeven en vele vooraan
staande families en schrijvers in Kopenha
gen nodigden hem uit, zodat het leek alsof
hij een zonnig leven voor zich had.
Later kwamen er evenwel toch nog enige
moeilijke jaren. Hij verdiende weinig met
zijn schrijven. Maar het ergste was, dat hij
zo dikwijls bespot en gehoond werd. Uit
jalóuzie meestal. Vooral in zijn eigen stad
gunden de mensen den schoenmakerszoon
geen beroemdheid.
Maar al zijn vijanden konden hem op
de duur toch niet onderdrukken. De koning
gaf hem later geld om te reizen en een vas
te toelage.
Het meest werden'zijn sprookjes gelezen.
Later- heeft Andersen zijn levensbeschrij
ving geschreven, die hij met de volgende
woorden begon: „Mijn leven is een heer
lijk sprookje, zo rijk en zo gelukkig!"
Een paar maanden na zijn zeventigste
verjaardag, die met veel luister was ge
vierd, werd hij plotseling erg ziek en
stierf.
Maar zijn sprookjes leven verder en wor
den nog steeds door groot en klein gelezen.
TINY.
VIJF OPEENVOLGENDE GETALLEN
RADEN.
Laat vijf getallen bij elkaar optellen en
dë som met twintig vermenigvuldigen. Het
cijfer van de honderdtallen die je dan
krijgt, is het middelste cijfer van de vijf
gedachte getallen, die van één cijfer moe
ten zijn. Het spreekt vanzelf dat ze je de
uitkomst van de vermenigvuldiging zeggen
moeten, anders kun je het niet raden.
DE TOVERDOOS.
Je legt een kaart in een doos (fig. 1) en
zet die doos gesloten op tafel. Dan zwaai
je er een paar keer met je toverstaf over
heen, mompelt een paar toverformules,
opent de doos ende kaart is spoorloos
verdwenen (fig. 2 en 3).
Het raadsel wordt als volgt verklaard:
Voor dit kunstje kun je een sigarenkistje
gebruiken; de hoofdzaak is dat het van
binnen zwart geverfd is. of met zwart pa
pier beplakt, want in de deksel ligt een
zwart, kartonnetje (fig. 4). Niemand mag
dit kartonnetje zien, want als je het dek
sel sluit, valt het zwarte kartonnetje op de
kaart en omdat de bodem van het kistje
ook zwart is. zal er van het kartonnetje
mets te zien zijn. Op figuur 5'kun je alles
nog eens goed zien, d is de bodem van het
kistje; c is de kaart, b het kartonnetje en
a de deksel van het kistje.
Zo'n kistje is altijd handig, want je kunt
er allerlei andere kunstjes mee doen.
(S. SalomonsSouget.)
Ik heb een schattig poesje,
zo zacht wel als satijn,
haar snuitje, oortjes, pootjes,
't is alles even fijn.
Wanneer ik zit aan tafel,
vlug springt ze op mijn schoot,
spint, snort en geeft me kopjes,
of... streelt mij met haar poot.
Laatst had ik op mijn bordje
een heerlijk stukje vis,
poes blaast en denkt natuurlijk:
„nou, dat is lang niet mis."
Daar, plots', vóór 'k iets gezien ha0,
stond poes vlak naast mijn bord,
ik riep: „jou stoute Witje,
weg van de tafel, vort."
Vlug pakt' ze toen mijn vis weg,
die lelijke, boze guit
en liep er op een drafje
gauw mee de kamer uit.
Maar, raad eens, wie er achter
de deur te wachten stond?
't was niemand dan mijn Bello,
mijn lieve, kleine hond.
„Waf, waf," zo blafte Bello,
„jou diefjesachtig beest,
„ben jij daar op je eentje
op roof eens uit geweest?"
„Miauw," zo antwoordt Witje,
„wat gaat dat jou wel aan?
jij krijgt er toch geen hapje,
zelfs ook geen graatje van."
Maar, Bello ia de sterkste,
de vlugste van de twee
en sleept poes met het visje
tesaam naar buiten mee.
Déë.r zet hij 't op een lopen
met poesjes lekk're buit
en blaft: „waf, waf, mis poesje,
sliep uit, sliep uit, sliep uit."
Het kastje, dat je hier ziet, is een mooi
en praktisch cadeau voor vader en moeder.
Vader kan het in zijn studeerkamer ge
bruiken, om er potloden, penhouders enz.
in te doen en moeder kan het als naai-
kastje gebruiken. De grotere jongens en
meisjes zullen dit kastje met weinig moei
te kunnen maken. Vóór de kleintjes is het
natuurlijk te moeilijk.
Voor de laden nemen we 10 sigaren
kistjes, die ongeveer 9 x 13'/2 c.m. groot
zijn. We moeten dus alleen nog de ombouw
timmeren.
Daarvoor zagen we van 8 m.m. dik hout,
acht stukken, ter grootte van de bodem
van de laden Nu leggen we 5 laden en 4
olankjes op elkaar en krijgen zo de leng
te van de vertikale tussenwand, die net zo
breed is, als de laden lang zijn. Twee laden
en de tussenwand naast elkaar gelegd, le
veren de lengte van de grondplank op, die
even breed is. als de laden lang zijn.
We leggen nu het geheel in de goede
volgorde op elkaar en krijgen zo de groot
te van de achterzijde en die van de zijkan
ten. Onder de zijwanden komen voeten van
3 cm. hoogte. Het blad van het kastje
steekt overal 1 cm. uit.
Bij het zagen van de verschillende de
len, moet je er vooral op letten dat de la
den genoeg ruimte hebben, je moet overal
dus iets „aanzagen", net als je bij het knip
pen van een jurk, de naden „aanknipt."
Tot slot zaag je nog enige knoppen, die
aan de binnenkant van de laden worden
vastgeschroefd.
Nu is ons kastje klaar, op de afwerking
na. Die afwerking bestaat uit het aanbren
gen van de kleur. Je vei ft het kastje b.v.
lichtbruin en de knoppen donkerbruin en
lakt dan alles mooi regelmatig. In plaats
van bruin, kun je natuurlijk ook een an
dere kleur nemen: dat hangt er van af,
waar het.kastje komt te staan. Misschien
vindt moeder het wel leuk als ze nu fel
blauw of rood kastje krijgt.