Waarschijnlijk ongesprongen bom in Florastraat ontdekt Si. hu&taas. Utlmpe** Helderschen Middenstand 50 cenls per vijf Zoo eindigde de Kon* Nederl* Marine Woensdag 4 December 1940 Tweede Blad Spreng-Kommando Spaich'' terug in Den Helder Op zoek naar bommen tusschen Den Helder en lulianadorp Julianadorp levert vrijwillige gravers Doe Uw Kerstinzamelingen Goede vangst van veldwachter Vroom De Schoorlsche zomerhuisjes Clara de Vries komt naar Den Helder! Krijgsgevangenen, die geen krijgsgevangenenwaren Pen tweeden male heeft de Commissie van Opruiming, in Den Helder welbekend als „Sprengkommando Spaich", het anker alhier laten vallen, teneinde den Nieuwe- diepschen grond te zuiveren van al dan niet geëxplodeerde projectielen. Maandagmiddag kregen wij een tele foontje van den heer Lensen, luidende: „Kom direct, ze zijn d'r weer!". „Z e", dat was de ploeg technici, bestaande uit den commandant, kapitein Bruyn, den majoor Kuikhoven en voorts de heeren Bode en Schweiger. We vonden het viertal rond de koffie: in druk gesprek met den heer Lensen, wiens dankbaarheid, dat dit „Sprengkom mando" niet alleen zijn zaak, doch ook het vrouwelijk personeel van een wissen ondergang gered heeft, nog steeds groot is. Het was hier, dat wij de plannen hoor den: plannen over het wegruimen van bommen, die te vinden zijn tusschen Den Helder en Huisduinen, bommen in Julia nadorp, bommen op het Tuindorp. Van niet een wist men het definitief, maar de mogelijkheid dat ze er waren bestond. En daarom was men gekomen. Honderden bommen! Wij hadden nog gelegenheid dit kranige groepje het een en ander te laten vertellen van hun belevenissen na het eerste bezoek aan Den Helder. Een merkwaardig bestaan, en... een uiterst gevaarlijk bestaan. Men ruimde honderden en honderden bommen op, bommen van 500 kilogram en bommen van 5 kilogram. Voorts allerlei vreemde projectielen, brandbommen, parachutelichten, cement-bom- men, kortom, alles wat neervalt uit de vlieg tuigen en niet explodeert, vormt „buit" voor de Commissie van Opruiming. Er wordt hard gewerkt, doch... onder de uiterst gunstige omstandigheden, dat men hier 4 menschen aantreft, die volkomen op elkander zijn ingesteld. Die weten wat ze aan elkaar hebben, elkaar bijstaan, adviseeren, helpen waar en wanneer dat ook moet. Men trekt van provinicie tot provin cie. Van Zeeland naar Groningen en van Groningen naar Noord-Holland. Iedere week: 5'/2 dag den boer op, l>/2 dag thuis. 51/2 Dag ingespannen werk en emotioneele momenten, li/2 dag rust en koestering bij den huiselijken haard. Een merkwaardig leven. Maar men neemt het van den goe den kant op en als men den monteren kop van Bode ziet, weet men precies, dat er in hem en zijn makkers nog de goede geest gevaren gebleven is van de Holland- sche armee! '_z In de Asterstraat. En gisterenmorgen stonden wij in de As terstraat. Voor een kuil, die een 2-tal Julia- nadorpsche vrijwilligers aan het uitgraven waren. Tien dagen geleden was hier een bom ingeslagen. Men had een stuk van de staart vin teruggevonden, doch verder niets. Hoe wel het plaveisel van het trottoir slechts voor een zeer gering gedeelte vernield was, be stond de mogelijkheid, dat men hier te doen had met een ongesprongen projectiel. En dus groef men. Een méter diepanderhalve meterbijna twee meter! Maar al wat naar boven kwam was vette klei en dikke modder, daarna zand. Geen spoor van een bom. lederen keer als men tegen een hard voor werp stootte, vermoedde men iets gevonden te hebben, maar alle moeite bleek vergeefsch. Bom in de Florastraat ontdekt. Inmiddels waren majoor Kuikhoven en Bode eens de omgeving gaan opnemen en het was met veelbeteekenende gezich ten, dat zij terugkwamen en mededeel den, dat er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een niet-gesprongen projectiel onder een huis aan de Flora- straat moest zitten. Terstond werd een nader onderzoek ingesteld. Men bleek hier te doen te hebben met de woningen Florastraat 12 en 14, op de .scheidings lijn, waarvan een bom neergekomen is. De bom heeft vrijwel precies dezelfde route genomen als die in de Koning straat bij Neyts. Dat wil zeggen: het projectiel is in het dak geslagen, daarna door den zolder gedrongen, vervolgens via het plafond gegaan en in den vloer ver- bij den de zware ravage, maar van een explodee- ren valt geen spoor te bekennen. Onder den vloer ziet men een gapend spelonk, met water gevuld, precies tusschen de beide woningen. „Woningstichting" werd terstond in den arm genomen, teneinde gedaan te krijgen, dat personeel een begin maakte met het wegruimen van balken, steen en een deel van den muur, opdat men er zou kunnen graven. Het bleek, dat men hier te doen had met een projectiel, hetwelk bij het bombardement van 3 Juli ingeslagen is. Een deel der bewo ners had reeds lang vermoeden gehad, dat zich hier nog een niet-geëxplodeerd projec tiel moest bevinden. Naar het Buitenveld. Aangezien men hier dus voorshands niets kon uitrichten en eerst de mannen van „Wo ningstichting" maatregelen dienden te ne men reed men des middags naar Julianadorp. Indien er één oord in Noord-Holland valt aan te wijzen, waar men „rijk-gezegend" is met bomtrechters, dan is het wel het deel tusschen Den Helder en Julianadorp. En dan in het bijzonder de weilanden, gelegen aan de Doggersvaart. Met de beide zware leger-auto's ging het over de bultige landen en aldus bereikte men het veld van Hoogenbosch. Hierop, in een der hoeken, aanschouwde men iets, dat op het eerste gezicht min of meer deed denken aan een maanlandschap. Heuvels, en kuilen, kraters, molshoopen, kortom, een ravage op het veld van jewelste. Een deel der kraters is geheel volgeloopen, een ander deel is droog. Het was hier dat het „Spreng-komman- do" emplooy vond. De Julianadorpers Jan Vonk en F. Durieux, die zich vrijwillig be schikbaar hadden gesteld, namen de spaden op, en zoo werd aangevangen met het uitste ken van een gat, waarvan de geringe om vang duidde op een niet-ontploft projectiel. Pech. Er werd langer dan een uur gegraven en toen de hoofd der spitters reeds lang ver dwenen waren en men nog maar steeds niets gevonden had, werd een „peil-stok" gebruikt. Want aangezien men het spoor van den bom in den grijzen grond kon volgen viel er niet aan te twijfelen, dat er zich inderdaad een projectiel aldaar bevond. Toen echter ook de lange stok, die meer dan 3 meter diep den grond ingeschoven werd, niet op staal stootte, gaf men de pogingen maar op. Deze bom was niet te verwijderen. De mogelijkheid be staat, dat hij 10 meter diep zit, waarbij het een klein kapitaal zou kosten om hem weg te werken. Men zal nu een paal in den grond zetten ter aanduiding der plaats, terwijl er eveneens maatregelen genomen worden, dat men op het kadaster weet, dat zich hier in den bodem een projectiel bevindt. Dit als voorzorg, indien men later op deze plaats- zou gaan bouwen. Bom gevonden. Nadat men nog enkele andere kraters aan een nauwkeurig onderzoek had onderworpen werd doorgereden naar het land van Van Egmond, eveneens aan de Doggersvaart. Hier hetzelfde beeld van tallooze kraters en bom inslagen. Bij een ervan had veldwachter Vroom, die de geheele expeditie begeleidde, een roode vlag geplaatst, ter herkenning. Het bleek, nadat men eenigen tijd met den „peil- „Voor de aanbieding van Kerstljjsten behoeft geen toestemming gegeven te worden, mits alleen bg geloofsgenooten wordt ingezameld", luidt het antwoord van den Procureur-Generaal voor Noord- Holland. Kerkeraden en Zondagsschool- besturen behoeven dit dus niet aan te vragen. stok" den bodem onder het gat verkend had, dat er inderdaad hier een bom onder de op pervlakte verscholen ligt. Er boven bevindt zich echter drassige grond. Toch zal men po gen vandaag deze bom tot explosie te bren gen. De middag was gisteren reeds te ver ge vorderd om dit karwei op te knappen. In een ander bomgat, waarbij eveneens bleek, dat de bom niet gesprongen was, had men minder geluk. Hoe men ook zoch en groef, er werd geen contact met een stalen lichaam gekregen, zoodat men hier ook de hoop op gaf om succes te boeken. In den namiddag bleek, dat er In de Florastraat inderdaad voldoende ruimte gemaakt was door personeel van Woning stichting, om vandaag, Woensdag, aan het graven te gaan naar de bom, die zich ongetwijfeld onder de perceelen bevindt. Vergist men zich niet, dan voelde men reeds de aanwezigheid van het staart stuk. Amsterdammer gearresteerd, die Julianadorper 160.gerold had. Veldwachter Vroom van Julianadorp heeft dezer dagen een goede vangst ge daan. Het is hem namelijk gelukt een Am sterdammer, werkzaam op vliegkamp „De Kooij", te ontmaskeren, die den heer J. v. d. Haagen aan de Langevliet 160 gulden lichter gemaakt had. Een en ander droeg zich, naar wij ver namen, als volgt toe. De Amsterdammer B. D., die reeds in Augustus werkzaam gesteld werd op het vliegkamp „De Kooij", was in de kost bij de familie Velthuys te Julianadorp. In zijn vrijen tijd speelde hij harmonica, hetgeen hem, en eveneens zijn collega, goed afging, aangezien beiden tot het straatmuzikan ten-gilde in Amsterdam behoord hadden. Enkele dagen geleden nu waren beiden op bezoek bij den heer v. d. Haagen, al waar muziek gemaakt werd. Des avonds laat vertrok men naar het kosthuis. Wie schetst echter de verbazing van den heer v. d. H., toen hij 's morgens vroeg, bij het betalen van melk, tot de minder prettige ontdekking kwam, dat hij zijn portefeuille, inhoudende meer dan 160 gulden, vermistte. Terstond begaf hij zich naar veldwachter Vroom, dien hij zijn ver moedens mededeelde. De heer Vroom liet er uiteraard geen gras over groeien, doch pakte de koe ter stond bij de horens aan. Hg ging naar het kosthuis van D. en hield dezen aldaar aan. Hoewel D. alles ontkende, en dat met groote beslistheid, liet de veldwachter zich daardoor niet om den tuin leiden, doch ging over tot het fouilleeren van D. Daar bij bleek, dat men inderdaad op het goede spoor was. D. had in zijn zak nog de por tefeuille. Het geld ontbrak eruit. De slaap plaats van D. werd vervolgens aan een nauwgezet onderzoek onderworpen en het duurde niet lang of tusschen het linnen- blauw-verpakfe mesjes zyn het symbool volmaakt scheren. In deze mesjes vindt iu letterlijk alle voordeelen vereenigd, de moderne techniek U kan verschatten. Ze zijn van zuiver staat, met fijn geslepen snijkanten, welke zeer lang scherp blijven. Koopt eens een pakje en ook gij behoort dan lot de millioenen, die een mesje kwaliteit gebruiken. van super A 4» goed in de kast vond men de 160 gulden. Ontkennen baatte nu niet meer en D. werd gearresteerd. Den dag daarna werd de Amsterdammer naar Alkmaar overgebracht. Naar wij voorts vernemen, was de ka meraad van D. ten eenenmale onbekend met den diefstal, door den laatste ge pleegd. En de Héldersche geëvacueerden. Zooals men zich herinnert, heeft dc Raad van Schoorl, in zijn vorige vergadering, be sloten de Schoorlsche zomerhuisjes voor den winter te verhuren aan Heldersche geëva cueerden. Dit besluit van den Raad van S'choorl is door Ged. Staten, die er zijn sanctie op moest geven, afgewezen. Om aan de uitvoering van deze beslissing van Ged. Staten te ontkomen heeft de ge meenteraad van Schoorl, in zijn vergadering van gistermiddag, besloten, het voorstel on gewijzigd naar Haarlem terug te zenden. De in Schoorl geëvacueerde stadgenoo- ten hebben zich dus voorloopig nog geen zorgen te maken, dat ze hun zomerwonin gen moeten verlaten. Eerst in een volgende gemeenteraadsvergadering zal men hebben te beslissen en dan zal men wellicht nog een weg vinden, waardoor de vluchtelin gen niet in den winter terug hebben te gaan naar eigen woning... tenzij de om standigheden zich zoo ten gunste wijzi gen, dat de Heldersche menschen zelf den weg naar huis kiezen. Casino gooit zgn deuren open. Gisteren spraken wij den directeur van het Casino, den heer Wassink en deze was het, die ons mededeelde dat besloten was dat a.s. Zon dagmiddag de deuren van Casino weder ge opend zouden worden. Ziedaar, een mededeeling, die ongetwijfeld van verrassenden aard was. Juist, nu men fei telijk reeds ale hoop opgegeve had, dat zoo wel de schouwburg als de bioscoop-theaters hun deuren hermetisch gesloten zouden hou den, blijkt dat Casino den moed heeft een be gin te maken met het brengen van amuse ment. En... een begin dat er mag zijn. Want niet minder dan Nederland's vermaardste trom- pettiste, Clara de Vries, van het eveneens befaamde Vara-dansorchest, komt met een 9-tal solisten naar Den Helder. Het wordt een speciale show, met tal van attracties. Zoowel dans- als showmuziek zal gegeven worden, waarbij wij opmeiken, dat de show in alle groote steden des lands een uitbundig succes opleverde. In verband met het feit, dat men de bezoe kers in de gelegenheid wil stellen zich met den trein van half 6 naar elders te begeven, is het aanvangsuur gesteld op 1.30 uur het einde op circa 5 uur. De prijzen van dezen middag zijn populair gehouden. Daarvoor zie men de advertenties. Onze stadgenoot, de heer I. W. Sinke, is met ingang van 1 Febr. 1941 benoemd tot onderwijzer aan de U.L.O.-afd. van het „In stituut Gooiland" te Bussum. Zonder illusie, zelfzucht en hoop. In het laatste nummer van het „Ma rineblad", orgaan van de Marine Ver- eeniging, lezen wij van de hand van A. H. I. Kramers, korpscommandant Op- bouwdienst, een artikel, getiteld „De Opbouwdienst en het Marine-personeel", 'an dit actueele relaas zullen wij enkele gedeelten overnemen. Met het beëindigen der krijgsverrichtingen en de overgave aan het zegevierende Duitsche leger, geraakte het personeel in krijgsgevan genschap. Een klein gedeelte, dat in directe aanraking met den vijand in krijgsgevangen schap was geraakt, onderging deze gevangen schap op traditioneele en effectieve wijze: in barakkenkampen aan de overzijde der grens, correct maar zeer eenvoudig behandeld; zooals de volksmond zegt: „achter prikkeldraad". Het waren mannen van de rivierkanonneer- booten en eenigen uit Zeeland, Schiermonnik oog en de andere eilanden. Onverwachts snel werden zij uit hun kampen ontslagen. Met een hartelijke en sympathieke ontvangst aan de grensstations keerden zij huiswaarts. Korten tijd na de thuiskomst ontving via de radio al het personeel, dat thuis verbleef, op dracht zich onverwijld te melden in zijn kan- tonnement. Het grootste deel, doch niet elkeen, gaf aan dezen oproep gehoor. En de mannen, die niet in actieven strijd, doch automatisch door de wapenstilstands- en overgavevoorwaarden krijgsgevangenen wer den? Zg waren in een wèl uitzonderlijke posi tie geraakt. Uiterlijk veranderde aan hun leven niets, Behoudens het inleveren van alle wapenen, munitiën, enz. Zij leefden voort op hunne schepen; de gewone inwen dige dienst bleef gelden; zij heschen met „stilte aan dek" hun dierbare vlag bij parade en zonsondergang; zij kregen de vette echeepsvoeding als vanouds; zij haal den op den bon de goederen uit de arse nalen; na een scherpe inzinking op 15 en 16 Mei herleefde het gevoel voor krijgs tucht; zij kregen periodiek-verlof als in den goeden ouden tijdkortom, zij voelden hun toestand-van-krijgsgevangenen zóó weinig aan, dat zij bij voortduring er aan moesten worden herinnerd, dat zij temid den eener harde werkelijkheid stonden. Bij wat hen in een later stadium overkwam, ware het beter geweest, indien zij in een vroeger stadium na den wapenstilstand, aan den lijve hadden ervaren, dat zij wer kelijk gevangenen waren! Zoo brak een periode aan (1 Juni15 Juli), die afschuwelijk was door de verveling, welke zich in al haar demoraliseerende werking van de menschen meester maakte. Er werden 3 troepen-depóts gevormd. De lezer zal egrijpen, hoe de bureaux-per- soneel overbelast waren. De verwarring werd verergerd, doordat steeds meer gebouwen niet meer voor de ma rine beschikbaar waren en tot overmaat van ramp de schepen in Den Helder bg lucht- gevaar door hun te groote concentratie van menschen in de gevaarszóne, noodzakelijk moesten worden ontruimd of geëvacueerd. Wat over bleef. Weder in een later stadium werden „Buffel" en „Schorpioen" binnendoor naar Amsterdam versleept, alwaar zij ligplaats kregen op het Marine etablissement en werd het Wacht schip, op een kernbemanning na, ont ruimd. Tenslotte bleef in Den Helder een 1000-tal gehuwden over, benevens de Staf van den Commandant-Marine, welke huisde in de Rijks H.B.S. De administraties werden, even als de Krijgsraad, gezamenlijk ondergebracht in het gebouw „Stella Maris" op het Stations plein in Den Helder (dit hadden de oude bon den nooit kunnen droomen!). Op 25 Juni brandde gedurende een nachtelijk bombarde ment dit geheele gebouw met alle bescheiden, volledig uit, terwijl de bemanningen grooten- deels in Amsterdam verbleven en moesten worden gekleed, uitbetaald, enz. vanuit Nieu- wediep. De mannen hebben zich nooit gereali seerd, met welke zorgen hun verpleging gaan de werd gehouden. Zoo kreeg het Commandement Maritieme Middelen te Amsterdam onder bevel van den Kapitein ter zee J. W. G. van Hengel, alle las ten te dragen. Drie- i vierduizend mannen moesten worden ondergebracht te Amster dam, grootendeels op het .Marine Etablisse ment. Cursussen, wandelingen, zwemmen, sporten, ongewapend exerceeren, terrein op ruimen. roeien, och, men deed het niet van harte. Na een uit tekend moreel gedurende de lange mobilisatiemaanden, een onverzettelijk weerstandsvermogen in oorlogsdagen, was als reactie de snaar van de boog opeens gespron gen. Het verband tusschen menschen-van- één-schip was verbroken; de mannen, vele van oude lichtingen, werden niet gedemo biliseerd, terwgl de vrienden en verwan ten in het burgerleven de overgebleven graantjes konden wegpikken van het vrije bedrijf; na de schokken van den oorlog moreel en lichamelijk alleen te hebben ge dragen, na den strijd onverbiddelijk en wreed te hebben verloren, tegenover de duizenden jonge mannen, die slechts de pjjnlooze opwinding van het couranten- lezen hadden gekend, verzameld en zonder eenig comfort, zonder doel, noch bestem ming, 6 weken gevoerd met stamppot, los van de zee, het schip, de ambitie van het scheepsleven, de verantwoording over duur en gecompliceerd materieel, overge leverd aan onzekerheid, slecht of niet- gekleed als militairen maakte zich een algemeene moedeloosheid van de menschen meester, die door geen goeden wil van lei ders op te heffen was. Nooit toonde zich zuinigheid om voor de krijgslieden iets te doen, gebrek aan weerstandsvermogen, ge brek aan zelftucht zóó sterk, als in de dagen, die vooraf gingen aan dien datum, waarop de weermacht in werkelijkheid werd vernietigd: den 15en Juli 1940. De fatale 15e Juli. Dien fatalen 15en Juli werd de weermacht door den overwinnaar ontbonden. Op den morgen van den 15en Juli werden handen ge schud. Met waarachtige droefheid namen ge desillusioneerde beroepsmilitairen afscheid van een stuk eigen leven. Zij gingen naar ledig heid, onzekerheid,wachtgeld, vervroegde pen sioenen, zij gingen naar een land van andere sfeer, van onbegrepen afwachting, naar een vacuum zonder dimensies. Zij hadden in den zak het triplicaat van een „eerewoordsverkla- ring", die hen niet bevredigdezij gingen, blij, dat zij de toomelooze verveling van de na-oorlogsweken konden verlaten, maar triest en ontworteld, naar hun gebombardeerde haardsteden, hun geëvacueerde gezinnen, hun verspreide eigendommen. En wat geen wacht geld, betrekking of verdienste had, dat bleef op een regenachtigen zomerdag achter met kooi en plunjezak op het natte grasveld van de Marinekazerne te Amsterdam of in eenige scholen te 's-Gravenhage. Slechts een klein contingent beroepsmilitairen treffen wjj bij deze 3000 k 4000 marinemannen aan, anders ware geheel die menigte verstoken geweest van eigen leiders. Zóó ving op dien 15en Juli 1940, zonder eenigen overgang, zonder weerzien van gezin of verwanten, zonder illusies, zonder zelftucht, de Nederlandsche Opbouwdienst aan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5