N1PPER EN PELLE
Het „Persoonsbewijs"
Het meisje
Extra rantsoen voor
wsrkverruimingsarbeiders
Geëvacueerden
bestolen
in de taxi
Een sterk geslacht!
Sroaad tijdens oorlogsdagen
„Milifariseerini)" van
Roemeenscbe bedrijven
De Pygmeeën dringen het
slot binnen.
Terwijl de lijfwacht der
koningin slaapt, wordt hij
door een bende Pygmeeën
overvallen en aan handen
en voeten gebonden.
2. De hofdame overkomt het
zelfde.
3. Ondertussen keert de ko
ningin niets vermoedend van
de avontuurlijke jacht onder
de aarde terug.
VAN GROOTE PRACTISCHE
WAARDE.
In het laatste nummer van „De bevolkings
boekhouding" lezen wij:
„Wij zullen trachten in een beknopte op
somming de verscheidenheid van mogelijk
heden aan te toonen, zonder ook maar eenigs-
zins naar volledigheid te streven.
Onze vakgenooten intersseert uiteraard 't
meest tot welke gevolgen op administratief
gebied de uitvoering van het Persoonsbe
wijs zal kunnen leiden.
Wij meenden daarom in de eerste plaats
de aandacht te mogen vragen voor de mo
gelijkheid van het doen vervallen van de
oproepingskaarten voor verkiezingen.
Verder zullen in vele gevallen de voor
bijzondere doeleinden door de Overheid uit
gegeven legimitatie- of identiteitsbewijzen
kunnen verdwijnen. Hierbij denken wij o.a.
aan de geschiktheid van het Persoonsbe
wijs te worden gebruikt als reispapier (be
wijs van Nederlanderschap), grenspas, e.d.,
maar ook aan de mogelijkheid om rente-
kaart, arbeidskaarten, vrij vervoerbe wij zen
te doen verdwijnen.
Het aantal uittreksels uit de bevolkings
registers zal in belangrijke mate kunnen
verminderen.
Overigens zal het Persoonsbewijs blijken
van groot belang te zijn voor een juiste bij
houding van de bevolkingsregisters, hetgeen
met zich brengt, dat t.z.t. de vraag onder
oogen gezien zal kunnen worden, of het
jaarlijksch onderzoek, bedoeld in artikel 111
van het Besluit Bevolkingsboekhouding,
wellicht ingrijpend zal kunnen worden ver
eenvoudigd.
Dat de invoering van het Persoonsbewijs
ook voor den fiscus ongekend mogelijkhe
den zal openen staat vast als een paal bo
ven water.
Van groot belang zal het Persoonsbewijs
blijken te zijn voor de uitvoering van en
controle op onderscheidene wettelijke re
gelingen. Wij denken o.a. aan de Heling-
wet (verplichting overlegging P. B. bij ver
koop artikelen), Arbeidswet, Bioscoopwet,
Drankwet (jeugdige personen), e.d.
De controle op de nachtregisters
van hotels en logementen zou al zeer
vereenvoudigd worden door een
voorschrift, houdende, dat het nacht-
register moet worden ingevuld aan
de hand van het Persoonsbewijs.
Een verbod om personen te herber
gen, die niet van een Persoonsbewijs
zijn voorzien, zou waarschijnlijk be
langrijke voordeelen kunnen bieden.
Ongetwijfeld zal het Persoonsbewijs rem
mend werken op de criminaliteit, hetgeen
rechtstreeks zal leiden tot tijdsbesparing
voor politie en justitie.
Alleen reeds de mogelijkheid van het ter
plaatse vaststellen van de identiteit van
verdachte of gesignaleerde personen en
van overtreders iszoowel voor de politie als
voor het publiek van groot belang, omdat
daardoor het aantal aanhoudingen beperkt
zal kunnen worden. Het ligt trouwens voor
de hand, dat het aantal opgaven van val-
sche namen, waaruit thans vaak onaange
name of schadelijke gevolgen voortvloeien
voor hen, wier namen valschelijk door over
treders zijn opgegeven, aanmerkelijk zal
verminderen, zoo niet geheel verdwijnen.
Ten onrechte aanhouding van personen,
veroordeeling van onbekenden, die een val-
scheii naam opgaven, zoomede onaangena
me en administratieve gevolgen van een en
ander voor publiek, politie en rechterlijke
colleges, zullen goeddeels tot het verleden
gaan behooren. Ook de administratie van
het politieblad zal in vele opzichten van het
FEUILLETON
door
P. G. WODEHOUSE
27.
De beide woorden klonken onschuldig ge
noeg, maar, waar hij niet in het oog wenschte
te vallen, waren ze de ongeschiktste, welke hij
had kunnen kiezen. Had hij eenvoudig toe
stemmend gebogen en vas hij v eggegaan,
hooD et waarschijnlijk had Lord Belpher hem
met geen blik me:r verwaardigd. Percy was
niet in een stemming om ieder aan een
nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Maar
als je je heele leven your lordshq genoemd
bent, treft het je, als een knecht Sir zegt.
Lord Belpher keek George pijnlijk verwijtend
aan, maar die gevoelens maakte. spoedig
plaats voor verbazing. Een kreet ontsnapte
hem.
„Wacht even!" riep hij, toen George zich
omdraaide om weg te gaan.
Percy was zenuwachtig en in tweestrijd.
Aan den eenen kant zou 141 gezworen heb
ben, dat die man voor nem dezelfde was, die
hem in Piccadilly zijn hoed had afgeslagen.
De gelijkenis was hem direct opgevallen,
toen h(j dien vent eens goed had aangekeken.
Aan den anderen kant is er niets, wat je meer
in de war kan brengen dan een gelijkenis. Hij
zou nooit den afschuw en de vernedering
vergeten, die hij ondervonden had toen hij
veertien jaar was en een vrouwtje in Pad-
dington Station \em „liefie" hao genoemd
en in 't publiek had gekust, allemaal om de
valsche voorstelling, dat hij haar neefje Phi
lip was. Hij moest voorzichtig zijn. Een
twist met een onschuldigen knecht, vlak na
die beroerde geschiedenis met dien politie
agent, zou de menschen "ens kunnen doen
denken, dat het een liefhebberij van hem
was om het met den minderen stand aan den
stok te hebben.
„Sir?" vroeg George beleefd.
Zijn vrijmoedigheid bracht Lord Belpher's
zelfvertrouwen aan het wankelen.
•■Heb ik je hier al niet eens meer gezien?"
Geen toegang.
1. „Maak open! Maak open!
De koningin beveelt het!"
2. „Nu bevelen wij, geëerbie
digde koningin!, U hebt Uw
macht over on. verloren en
wij openen slechts de deur
onder de voorwaarde, dat U
ons de urie jongens geeft,
want U hebt ons lang ge
noeg oj aandeel in de
buit onthouden!"
instituut der Persoonsbewijzen de voordee
len ondervinden.
Ook voor de politie van veel
waairdel
Op het gebied van politie en justitie is
het aantal mogelijkheden, dat het P. B. zal
bieden, vrijwel onbegrensd. De bestrijding
van prostitutie en flesschentrekkerij, de
identificéering van zelfmoordenaars, onbe
kende slachtoffers van moord, ramp of on
geluk, het opsporen van het huis ontloopen
minderjarigen, zwakzinnigen, enz., zal zon
der eenigen twijfel vergemakkelijkt worden
door de invoering van het P. B.
Al deze mogelijkheden voor de overheids
organen mogen ons niet doen voorbij zien
dat het P. B. in het maatschappelijke ver
keer ook een meer directe taak heeft te ver
vullen. Door het gebruik van het Persoons
bewijs in het dagelijksch leven te bevorde
ren kunnen vele onaangenaamheden worden
voorkomen. Wij denken o.a. aan het voor
komen van oplichting in handel, industrie,
bankwezen en posterijen.
Meer in het bijzonder zal het onbevoegd
innen of ontvangen van telegrafische en an
dere postwissels, postcheques, spaarbank
boekjes, aangeteekende stukken, rentekaar-
ten, enz. wel zeer bemoeilijkt worden. Het
huren van auto's, fietsen, stofzuigers, cos-
tuums, enz. kan geschieden na het vertoon
van het P. B.
Mystificaties bij examens en straf uitzit-
tin g, ambtsaanmatiging, industrieele spion-
nage, onregelmatigheden met hypotheken,
valsche volmachten en dergelijke dingen
kunnen door een gepast gebruik van het
Persoonsbewijs worden uitgebannen.'
Zullen er geen vervelschte per
soonsbewijzen komen?
Tot zoover het tijdschrift.
Wij zijn het er natuurlijk mee eens, dat
het persoonsbewijs zeer vele voordeelen zal
bieden voor de officieele instanties. Of po
litie en justitie er zooveel aan zullen hebben
als de schrijver van het artikel zich voor
stelt is voor ons nog de vraag. Zoo goed als
de vervalsching van paspoorten een bedrijf
is geworden, zoo goed zullen de misdadige
elementen vervalschte persoonsbewijzen in
omloop brengen.
Voor „klein wild" zal de politie er wat aan
hebben, maar de „zware jongens" zullen
vermoedelijk aan de persoonsbewijzen glad
maling hebben!
KIND ONDER VRACHTAUTO.
Bij het ingaan der school is gisteren te
Wijk bij Duurstede het zoontje van de fa
milie van der B. onder een vrachtauto ge
raakt en gedood.
was alles wat hij wist te zeggen.
„Neen sir," antwoordde George effen. „Ik
ben hier alleen vanavond maar om te bedie
nen."
„Waar kom je vandaan?"
„Uit Amerika, sir."
Lord Belpher richtte zich op. „Uit Ame
rika?"
„Ja, sir. Ik ben met vacantie in Engeland.
Albert, de chasseur hier, is een neefje van
me; hij zei me, dat er vanavond extra bedie
ning noodig was, toen heb ik me aangemeld
en ik ben aangenomen."
Lord Belpher fronste zijn wenkbrauwen,
hij wist niet wat hij er van maken moest;
't klonk alles heel waarschijnlijk. En bo
vendien kon hij er Keggs, den butler naar
vragen. Toch bleet hij twijfelen. Maar 't ge
sprek langer voort te zetten w-s overbodig.
„Zoo," zeide hij ten laatste. „Nu, breng die
champagne maar gauw in de bibliotheek."
„Om u te dienen, sir."
Lord Belpher bleef staan waar hrj stond
en dacht na. Zijn verstand zei hem, dat hij
overtuigd moest zijn, maar hij was niet
overtuigd. Had hij niet geweten, dat die
vriend van Maud in de nabijheid was. dan
was 't wat anders geweest. En waar de vle
gel de brutaliteit had gehad om een villatje
te huren vlak b(j het hek van het kasteel,
waarom zou h(, dan ook de brutaliteit niet
hebben om het kasteel binnen te komen?
Een lakei, die .net een blad door de hall
ging, gaf hem gelegenheid een verder onder
zoek in te stellen.
„Stuur Keggs 's b(j ine!"
„Om u te dienen, your lordshlp"
Een oogenblik later verscheen de butler
In tegenstelling met Lord Belpher deerde
laat opblijven Keggs niet in 't minst. Bij
„Zeer zwaren arbeid."
De persdienst van het N.V.V. deelt mede:
Kort geleden zijn de brood- en vefrantsoe-
nen van groote groepen van arbeiders in de
werkverruiming aanzienlijk verminderd, Dit
is voor het N.V.V. aanleiding geweest zich
tot de betreffende autoriteiten te wenden.
Het gevolg van deze besprekingen
is thans, dat de betrokken instanties
de kwestie opnieuw in overweging
hebben willen nemen met als resul
taat, dat thans alle arbeiders in de
werkverruiming zullen worden ge
rekend te behooren tot de groep ar
beiders, die extra zwaren arbeid ver
richten. Zij krijgen dus voortaan 100
procent brood en vet meer dan de
normale rantsoenen.
De vermeerdering van de rantsoenen be
treft zoowel arbeiders in de barakkenkam
pen, alsook de arbeiders, die in de buurt van
het werk zijn ingekwartierd, terwijl daar
onder ook vallen die arbeiders, die eiken
dag heen en weer reizen naar hun werk.
Honderdjarige met bijna even
oude broers.
Vrijdag 13 December a.s. hoopt de oudste
inwoner van Elburg de heer Peter van Ton
geren zijn lOOsten verjaardag te vieren. De
heer van Tongeren geniet nog een tamelijk
goede gezondheid. Zijn gezichtsvermogen is
sinds ruim tien jaren zeer slecht. Hij heeft
5 kinderen gehad, waarvan er nog 4 in leven
zijn, voorts heeft hij 27 kleinkinderen en 34
achterkleinkinderen.
Als een bijzonderheid kan nog vermeld
worden, dat de jubilaris twee broers in le
ven heeft van resp. 86 en 93 jaar en een
zuster van 88 jaar. De drie gebroeders zijn
allen in December geboren. Zij stammen uit
een sterk geslacht. Hun moeder is 98 jaar
geworden.
nacht voelde hij zich het prettigst. Zijn voor
hoofd was even glad als zijn front Hij was
zelfbewust en gedroeg zich met de waardig
heid van één, die. hoev/el hij volmondig zou
hebben erkend, dat het kasteel hem wel niet
toebehoorde, toch vond, dat hij een van de
schitterendste personages was.
„Had „your lordship" me willen spreken?"
„Ja, zeg, Keggs, er zyn vanavond een
massa vreemden om te bedienen hé?"
„Ongetwijfeld, your lordship. De tot dus
ver ongekende ui gebreidheid van de partij
heeft het n odig gemaakt om een aantal
extra-bedienden te engageeren," antwoordde
Keggs met een st.oom van woorden, die
Reggie Byng, die intusschen op het onder
ste terras zijn heete slapen zat te verkoelen,
hem bitter zou hebben benijd. ..Onder de ge
geven omstandigheden was het onvermijde
lijk."
„Heb je al die menschen zelf gehuurd?"
„Om zoo te zeggen, your lordship, feitelijk
ja. Mrs. Digby, de huishoudster, heeft in de
meeste gevallen de onderhandelingen geleid,
maar als de man niet bij mij was geweest,
werd hij in geen geval gehuurd."
„Weet je iets van een Amerikaan, die ver
telt dat hij een neet van den chausseur is?"
„Albert heeft er één gen >emd; 't moest
een neef van 'm zijn uit Amerika, die vacan
tie had en graag van dienst wilde zijn. Hij
heeft toch hoop ik niets verkeerds gedaan,
your lodship? Hij zag er heel fatsoenlijk uit."
„O neen, volstrekt niet Ik wou alleen
maar weten of je hem kende. Je moet voor
zichtig zijn."
„Ja. natuurlijk, your lordship."
„Nou, dan is 't in orde."
„Om u te dienen, your K-dship."
Lord Belpher was overtuigd en ook opge-
Tweehonderd gulden boete.
De directeur van een groot Amsterdamsch
modemagazijn had in de oorlogsdagen ge
zegd, dat een bewoner uit Zuid van zijn
tuin uit of van het dak af op Nederlandsche
soldaten had geschoten. Een der omstanders,
die de woorden van den directeur gehoord
liad, had den bewoner van Amsterdam Zuid
later gewaarschuwd.
De rechtbank veroordeelde den directeur
wegens smaad tot f 200.boete subs. een
maand hechtenis. Het O.M. had f 1000 boete
gerequiroerd.
Verd. had betoogd, dat hij slechts mel
ding had gemaakt van een der vele geruch
ten, die hij gehoord had.
Als het staatsbelang dat eischt
Door een wet van den Roemeenschen
staatsleider wordt bepaald, dat ieder staats-
of particulier bedrijf" gemilitariseerd" kan
worden, wanneer do hoogere belangen van
den staat zulks eischen. Door de „militari-
secring" wordt tiet betreffende bedrijf onder
militaire controle, discipline en jurisdictie
geplaatst. Hetzelfde geldt voor het geheele
personeel. Gedurende den tijd der militari
seering blijven de bedrijfsorde, alsmede de
loon- en salarisschalen gehandhaafd.
Hot goheelo personeel is verplicht op den
linker bovenarm een tien centimeter breede
khakikleurige band te dragen. De generale
staf oefent door de hiertoe aangewezen or
ganen een controle uit. De generale staf kan
een bedrijf ook onder militair bevel plaat
sen. De duur van de mililariseering wordt
bij een speciale verordening bepaald. Even
eens wordt in een speciale verordening be
paald, welk militair orgaan de controle zal
uitoefenen.
Drie maanden aeëischt.
Een Bussumsche aardappelhandelaar was
vlak na de capitulatie per auto, vergezeld
van zijn knecht, naar de Grebbeberg gereden
lucht. Hij begreep, dat voorzichtigheid en een
koel hoofd hem behoed hadden om zich be
lachelijk te maken. Toen George even later
verscheen met het hartversterkende vocht,
bedankte hij hem en richtte zijn gedachten
op andere dingen.
Maar als de jonge meester al overtuigd
was, Keggs was het niet. Keggs was een
licht opgegaan. Er waren maar weinig men
schen, die beter wisten het een en ander in
verband te brengen en er de juiste conclusie
uit te trekken, snoefde hij. Keggs had ge
hoord van den zonderlingen Amerikaan-
schen meneer, die het villatje beneden bij Je
boerderij van Platt had gehuurd. Zijn uiter
lijk, zijn gewoonten en zijn beweegredenen
om daar te komen, hadden tijdens een maal
tijd het personeel stof voor conversatie ge
geven; een vreemdeling, die geen schilder
bleek te zijn was merkwaardig genoeg om de
algemeene belangstelling te trekken. En hoe
wel een sentimenteele kamenier, die graag
romannetjes las en verklaard had, dat hij
daar gekomen was om genezing te zoeken
door middel van een luchtkuur tegen een on
gelukkige liefde, uitgelachen was geworden,
was Keggs er nog zoo zeker niet van ge
weest, dat niet' iets van dien aard bestond.
Latere voorvallen hadden zijn vermoeden
versterkt en nu na zijn onderhoud met Lord
Belphjr was hij er zeker van.
Het feit, dat Albert op eens met een
Amerikaanschen neef voor den dag kwam,
was zoo doorzichtig, dat alleen zijn vele be
zigheden op het oogenblik, dat hij den jonge
man had gesproken, oorz-ak waren, dat hji
het niet eerder had begrepen. Hg kende
Alber' genoeg om te weten, dat als dat jong,
dat zoo bedreven was In de kunst van op
snijden, werkelijk in Amerika een neef had
om een onderzoek in te stellen naar een
zwager van den patroon, van wien de fa
milie geruimen tijd niet gehoord had. De
expeditie had shcces: de aardappelhande
laar was in staat met zekerheid vast te
stellen, waar zijn familielid vertoefde en
kon dus met goede berichten huiswaarts
keeren. De terugtocht werd gebruikt om
eens rond te kijken in het door den oorlog
geteisterde gebied.
Toen het tweetal thuis kwam, zou de
knecht in het bezit zijn geweest van een
barometer en een dekzeil. De barometer was
afkomstig uit een boerderij, waarvan de be
woners waren geëvacueerd. Knecht en baas
kregen ruzie en de baas die zeide pas iater
op de hoogte te zijn gekomen van de dief
stallen, door den knecht gepleegd, toog naar
de plitie om zijn ex-bediende aan te klagen.
Deze op zijn beurt diende een klacht tegen
den aardappelhandelaar in, omdat deze
naar zijn zeggen de barometer zelf had
gestoien.
Beide mannen werden door de rechtbank
veroordeeld tot drie maanden gevangens-
straf. De knecht onderging zijn straf, doch
de baas ging in hooger beroep en hij betoog
de gisteren voor het hof zijn volkomen on
schuld. De knecht had naar zijn zeggen de
diefstallen gepleegd, waarvan hij niets ge
merkt zou hebben, pas later had hij ge
merkt, dat zijn knecht de gelegenheid had
gebruikt, om zich aan plundering schul
dig te maken.
De procureur generaal, mr. J. Versteeg,
achtte het bewijs tegen verd, die reeds eer
de is veroordeeld, bewezen. Spr. requireerde
drie maanden gevangenisstraf zonder aftrek
van voorarrest.
De verdediger, mr. W. van Everdingen,
pleitte vrijspraak.
Arrest 24 December.
gehad, hij al veel eerder het personeel ver
veeld zou hebben met allerlei verzinsels over
diens rijkdom en aanzien. .Us Albert ergens
geen leugens over vertelde, was dat een be
wijs, dat er heelemaal niets was. Daar waj
Keggs vast van overtuigd.
Hij hield een anderen knecht, die langs
hem ging, aan.
„Freddy, heb je dien bliksemschen Albert
ook ergens gezien?"
Met zulke ongeschikte woorden was de
heer Keggs gewoon, over z ij n ondergeschik
ten te sprei- en.
„Ik heb 'm net de bijkeuken in zien gaan,"
antwoordde Freddy.
o
,,vy.
„Bejour," zei Freddy.
„Houd je taai!" antwoordde Keggs, wiens
woorden keus, waarmee h(j zijns gelijken aan
sprak, aanmerkelijk verschilde met die,
welke hij betamelijk vond te gebruiken tegen
den adel.
Dikwijls valt een groot man, doordat zijn
ellendig lichaam de kracht mist zijn groot
verstand te dragen. Sommigen bijv. beweren,
dat Napoleon den slag bij Waterloo gewonnen
zou hebben, indien hij niet aan slechte spijs
vertering had geleden. Met Albert was 't bij
die gelegenheid precies hetzelfde. Toen Keggs
bij hem kwam, werd hij overrompeld. Hij had,
van George weggaande, de onvoorzichtig d
gehad van een sigaar te rooken, gekaapt u:t
een kistje, dat uitlokkend open op de tafel in
de hall stond. Was dit het geval niet geweest,
wie weet met wat voor slimme tegenaanval
len bij des butler's offensief had weten te
verijdelen. Maar nu gaf hij zien direct ge
wonnen.
„Ik heb naar je gezocht, bliksemsche jon
gen!" zei Keggs koel.
Albert zag groen, maar keek hem uitda
gend aan.
„Loop naar je grootje!" raadde hij.
„Ik heb niks met m'n grootje te maken,
maar als ik deed wat ik doen moest, kreeg
jij een flinken draai om je ooren."
„Stik", wenschte Albert, maar huiverde
van angst toen hij de vreeselijke gevolgen,
welke zijn ondoordachte woorden konden heb
ben, overdacht. Hij sloot zijn oogen. Keggs
maakte hem zenuwachtig.
Keggs lachte een harden lach. „Jij met je
neef uit Amerika!"
(Wordt vervolgd.)