Deze oorlog is een strijd tusschen twee werelden Edele broedertrouw in den Blauwen Reigerpolder Olifant verdient haar middagmaal! Rijkskanselier Hitier De Führer en opperbevelhebber van de Duitsche weermacht heeft gistermiddag in de montagehal van een Berlijnsche wapen fabriek de Duitsche arbeiders toegesproken. Behalve door de bedrijfsleiding en het per soneel van de fabriek, werd de bijeenkomst bijgewoond door generaal-veldmaarschalk Keitel, chef van het opperbevel van de weermacht, den leider van het Duitsche ar beidsfront. dr. Lev, en den rijksminister voor bewapening en munitie, dr. Todt. Even voor twaalf uur kwam de Führer voor de vergaderzaal van de Berlijnsche wa" penfabriek aan. waar de „betriebsobmann" aan den Führer meldde, dat het personeel stond aangetreden. Toen de Führer de hal betrad, steeg er een onbeschrijfelijk geiuirh op. dat herhaald en nog versterkt werd. toen de Führer op het spreekgestoelte zichtbaar werd. REDE VAN HITLER. Duitsche volksgenooten. Duitsche arbei ders. Ik spreek thans zeer zelden, in de eerste plaats omdat ik weinig tijd heb om te spreken en in de tweede plaats omdat ik thans meen, dat het juister is te handelen dan te spreken. Wij bevinden ons midden fn een conflict waarbij meer on het spel staat dan de overwinning van het een of het andere land Het is werkelijk de strib' van twee werelden te^en elkaar. Tk w'1 proheeren om u, heel in het kort. voor zoo ver de tijd het toelaat, een inzicht te geven In de diepere beweegreden van dit conflict Ik wil daerhii mijn beschouwingen be perken tot West-Europa. De volkeren, waar hef hier in de eerste nli\ats om eaat, Dnit- schers, Engelsrhen, Italianen en Franschen. vormen de kernen der landen, die tegen elkander in den oorlog, stonden. Wanneer ik nu de grondslagen van hef leven dpzer menschen met elkaar vergelijk, treedt het volgende feit aan het licht: 46 millioen Engelschen beheerschen en regeeren een gezamenlijk complex van 40 tnillioen vierkante kilometer van deze we reld. .67 milliopn Franschen beheerschen en regeeren een complex van 10 millioen vier kante kilometer. 45 millioen Italianen be zitten aan nuttig gebied een onnervlakte grond van nauwelüks een half millioen vier kante kilometer. 35 millioen Duitschers heb hen als Ipvenshasis nauwelijks 600.000 vier kante kilometer en dan nog dank zij ons ingrijpen. Zoo zij deze heide laatste krachtige volken in een wanverhouding geraakt. Nu zou men hier tegen in kunnen brengen: is dat wel van beslissende heteekenis? De mensch leeft niet van theoriën en van phrasen, niet van verklaringen, en ook niet van wereldbe schouwingen. Hij leeft van datgene, wat vensmiddelen en ook aan grondstoffen kan hii uit zijn grond door zijn arbeid, aan le- winnen. Dat kan hij verwerken, dat kan hij eten. Wanneer zijn eigen levenshasis hem te wei nig biedt, dan wordt zijn leven een armeliik bestaan. De eerste voorwaarde voor de be staande spanningen is dus in het feit ge legen. dat deze wereld onrechtvaardig ver deeld is. Evenals in de volken zelf de te grootc snanningen tusschen rijk en arm moeten worden gebalanceerd, zoo kan ook in het leven der volken niet de een alles opeischen en voor den ander niets overlaten. Ofwel -de een toont zich verstandig en stemt in met een regeling volgens de beginselen der rechtvaardigheid, ofwel degene die onder drukt is en door het ongeluk achterhaald wordt, neemt op een goeden dag datgene wat, hem toekomt. Zoo is het in de volken ze'f en zoo is het ook naar huiten. De nationale eenwording was daarom voor ons een der voorwaarden om de gehor le Duitsche kracht eerst eens opnieuw te ordenen en aan het Duitsche volk te too- nen hoe groot zijn kracht eigenlijk was. op dat het zich van ziin kracht weer bewust zou worden, tpneinde daarna ziin levens- eischen te kunnen stellen en doorzetten. Deze nationale eenwording meende ik tot stand te kunen brengen door een beroep op het verstand. De nationale eenwording van ons volk was de eerste eisch: Geleidelijk aan is zij werkelijk geworden. Het tweede programmapunt luidt: wegne ming van den buitenlandschen politieleen druk, die ontstaan is door Versailles. De andere wereld wilde onze inwendige eenwording niet omdat zii wist. dat dan de levenseisch van deze volksmassa's werke lijkheid kan worden. Zii wilden dezen wet van Versailles handhaven, waarin zij een tweeden Westfaalschen vrede zagen. Daar komt nog een andere reden hij. Tk heb ge zegd. dat de wereld verschillend verdeeld werd. Amerikaansche waarnemers en F.n- ge'schen hebben daarvoor de wonderlijke uitdrukking gevonden: Er zijn twee soorten volken, n.l. bezittende en niet bezittende Wij. Engelschen. wij Amerikanen. wii Franschen ziin de bezittenden. Het andere behoort tot de niets-hezittenden. Wie niets heeft krijgt ook niets. Tk hen mün leven lang de „hahennichts" geweest. Tk reken mii w u en heh voor u gestreden. Voor n ben ik opgekomen en tegenover de wereld treed ik ook weer on a's een vertegenwoor diger van de „hahenichtse". Nu is het echter interessant het leven van deze riiken eens aan een beschouwing te onderwerpen. In de Engelsch-Fransche were'd bestaat om zoo te zeggen de demo cratie. Hier reageert inderdaad het kanitaal d.w.z. een schaar van eenige honderden menschen. die in het bezit zijn van onme te'üke vermogens. Onder de vriie economie verstaan zij de vriiheid om vrij te ziin in het verwerven van kapitaal en in het gebruik van kani taal, vrij van -elke staatkundige en volk- sche controle. Dat is in werkelijkheid het begrip van deze vrijheid. Tenslotte schaft dit kapitaal zich een pers aan. Zij spreken van persvrijheid. Wanneer echter de re dacteur nu iets anders wil schrijven dan den meester welgevallig is, wordt hij den volgenden dag ontslagen Door deze pers gemobiliseerde openbare mcening wordt weer onderverdeeld in partijen. Zij onder scheiden zich even weinig van elkander als zij zich vroeger hij ons van elkander onderscheiden hebben. Daar komt nog hij dat het uitverkoren volk der wereld in derdaad een gemeenschap is en al deze or ganisaties beweegt en dirigeert. Deze par tijen met deze pers vormen de openbare meening. Men zou moeten meenen dat in deze lan den der vrijheid en van den rijkdom een ongehoord welzijn voor ]y>t volk zou moe ten bestaan. Het omgekeerde is echter het geval. In deze landen is de nood der groote massa grooter dan nergens anders Zoo is dit rijke Engeland. Veertig millioen vier kante km worden door dit land gecontro leerd. Daarvoor moeten b.v. honderdmil- lioen koloniale arbeiders in Indië werken op een erbarmelijken levensstanddaard. Engeland heeft tientallen jaren twee en een half millioen werkloözen gehad en het rij ke Amerika tien tot dertien millioen. Wat zouden zij dan eerst van ons willen zeg gen? In de landen der zg. democratie wordt het volk niet in het middelpunt der oogmerken gesteld. In deze wereld der kapitalistische demo cratie luidt het belangrijkste economische principe: het volk is er voor het bedrijfs leven en het bedrijfsleven is er voor het kapitaal. Wij hebben dit beginsel omgekeerd het kapitaal is er voor het bedrijfsleven en hef bedrijfsleven is er voor het volk. Al het andere is slechts een middel tot het doel. Wtij hebben hier grenzen getrokken. Daar over zegt men terstond: gij terroriseert do vrijheid. Dan terroriseeren wij dus de vrij heid ten koste van de gemeenschap. Deze lie den hebben de mogelijkheid, om Slechts een voorbeÈld te noemen, uit hun bewapenings industrie tot 160 procent dividend op te steken. Zij zeggen: wanneer deze Duitsche methoden om zich heen grijnen en over winnen, dan houdt dit op. Daarin hebben zij volkomen gelijk. Tk geloof dat 6 procent voldoende is. Een ander voorbeeld. Behalve deze divi denden zijn er nog de uitkeeringen aan de raden van beheer. Men moet daar dus een maal per jaar een reis maken, een rapport aanhooren en weer terugreizen. Daarvoor krijgt de man dan zestig, tachtig, of hon derdduizend mark bij wijze van schadever goeding. Dezen wantoestand hebben wij bij ons opgeheven. Het zijn dus twee werelden die tegenover elkander staan. De anderen hebben gelijk wanneer zij zeggen met deze wereld kunnen wij ons nooit verzoenen. Zij strijden b.v. voor de instandhouding van den gouden standaard der valuta. Dat begrijp ik. Zij hebben het goud. Ons goud heeft men ons ontroofd en uit ons geperst. Toen ik aan de macht kwam was het voor mij geen kwaadheid dat ik mij verwijderde van den gouden standaard. Er was n.l. geen goud meer aanwezig. Het was voor mij ook niet moeilijk deze verwijdering ten .uitvoer te leggen. Wanneer iemand niets heeft kan hij er zich gemakkelijk van los ma ken. Ik was er ook niet ongeluk kig Over. Wij hebben een geheel anderen economischen opbouw. Voor ons is het goud zelfs heelemaal geen waardefactor, maar slechts een factor tot onderdrukking en overheersching van het volk. Ik heb ten ik aan de macht kwam maar een enkele hoop gehad en daarop bouwde ik: dat was de flinkheid, de be kwaamheid van het Duitsche volk en van den Duitschen arbeider, de intelligentie van onze uitvinders, onze ingenieurs, oze tcch- ci en chemici enz. op de kracht die in onze economie leeft heb ik gebouwd. De Duitsche arheidskratht is ons goud en dat is ons kanitaal en met dit goud versla ik iedere macht andere maeht ter werelrll Onze mark waarvoor eerst heelemaal geen goud aanwezig was, is stabiel gebleven. Waaom? Omdat gij. volksgenooten, en uw arbeid er achter staan. Thans is er slechts een kwestie bij ons: waar is arbeidskracht? Dat is de zegen der arbeid. Alleen arbeid schept nieuwen arbeid niet geld scbent arbeid! Wanneer wij de arbeidskracht van ons volk tot het uiterste mobiliseeren, zullen ook de enkelingen steeds meer levensgoederen krijgen. Wij hebben de zeven millioen werk- loozen ingeschakeld in de economische pro ductie. Nog zes millioen menseben, die een halven tijd werken, hebben wii tot volledige arbeiders gemaakt. En dat alles wordt be taald met den rijksmark. Een wereld van aïbeid Wat wij hier opbouwen is ook een wereld, een wereld van den gemeensrhappelijken arbeid. Maar tevens een wereld van ge meenschappelijke plichten. In onzen staat henaalt zonder twnfe' het volk het beslaan. Het volk henaalt in dezen staat wie do leid°rs zh'n, het bepaalt richt lijnen van ziin leidinn! In dezen staat is de grootste massa in den hreedsten omvang in de partij in te schakelen, die van onderen begint en mil- 'ioenen menschen omvat, die miUioenen functionarissen beeft, louter menschen uit het volk. Het is voor de eerste maal in on ze eigen Duitsche geschiedenis een staat, die nrincinieel alle maatsebanpeliike voor- oordeelen in het bezetten van posten op geheven heeft, en niet a"een maar in bet hurgerliik leven Tk ben zelf daarvoor, bef Keste document. Tk ben niet eens jurist en 'k bpn desondanks uw leider, niet alleen in het algemeens leven hebben wij het klaar gespeeld, dat in alle posities van onderen af thans menschen uit het volk komen, rijksstadhouders die vroeger landarbeiders of slotenmakers zijn geweest. Elke soldaat heeft de maar schalksstaf in zijn ransel. Wij hebben zelfs deze doorbraak voltrokken in den stand, waar dit het moeilijkste was, bij de weer macht Duizenden officieren wor den bevorderd en zijn voortgekomen uit de gelederen der soldaten. Wij hebben thans generaals die 23 jaar geleden nog gewone soldaten waren Wij hebben groote mogelijkheden gescha pen door deze wereld geheel van onder af op te bouwen. Dat is nu eenmaal ons doel en dat is ook onze heele levensvreugde. Voor onze oogen zweeft een staat in de toekomst, waarin iedere positie door den bekwaamsten zoon van ons volk zal zijn bekleed, volkomen onverschillig, waar zij (hij) vandaan komt. De andere wereld. Daar staat nu een andere structuur te genover, een andere wereld waarin het 'aatste ideaal toch steeds wee de strijd om het vermogen, om het kapitaal, om het egoisme van den enkeling is. Wij weten zeer nauwkeurig, dat, wanneer wij in dezen strijd het on derspit delven, dit het einde betee- kent. En dan niet het einde van onzen socialistischen opbouwar- beid, maar het einde van het Duit sche volk. De andere wereld zegt: wanneer wij verliezen, stort ons we- reldkapitalistisch gebouw ineen. Dan hebben wij het goud voor niets gekocht. Al onze aanspraken op de wereldheerschappij moeten verval len, wanneer deze volkeren de geld- dynastieën opheffen. Zij zullen dan komen met sociale eischen. Er zal een ineenstorting volgen. „Ik doe de dingen niet half". Nu ben ik de man, die de dingen niet half doet. Wanneer het dan eenmaal noo- dig is, zich te verdedigen, dan verdedig ik mij met een ongebreideld fanatisme. Toen ik -zag, dat de groote Duitsche wederop- komst dezelfde lieden in Engeland onmid dellijk weer mobiliseerde, die reeds voor don oorlog opruiden tot den oorlog, was ik mij ervan bewust, dat deze strijd nog een maal zou moeten worden uitgevochten, en dat de anderen den vrede niet wilden. Ik heb geen verantwoordelijkheid gedragen voor den wereldoorlog. Wie zijn echter de lieden, die thans in Engeland de leiding hebben? Het zijn dezelfden, die reeds voor den wereldoorlog de ophitsing hadden be dreven. De zelfde Churchill die in den we reldoorlog reeds de gemeeinste oorlcTg P ruier was. de zoojuist gestoivi riijk tertijd precies zoo ophitste. En dat volk dat steeds met de bazuinen Jericho gelooft de volkeren tekun"®" hitsen. Daartegen heb ik nu het Duitscne volk gewapend. Nu is de strijd gekomen. Ik heb ook alles redsen wat een mensch n»" doen, bijna tot zelfvernedering toe om nem te vermijden. Sedert zeven jaren verklaar de Churchill: „Ik wil den oorlog". Hij heeft hem nu. Vervolgens sprak Ilitler over den on^®" perkten luchtoorlog, dien hij met gewuct heeft. Wanneer het oogenblik van den be- slissenden strijd zal komen, wordt door ons bepaald. En daarbij ben ik voorzichtig. Wij zouden ook ln den herfst van het vorige jaar mis schien in het Westen hebben kun nen aanvallen, maar ik wilde goed weer afwachten. Ik geloof, dat dat ook de moeite waa*d is geweest. Wij zijn op zoo vanzelfsprekende wijze overtuigd van het succes on zer wapenen, dat wij ons dat kun nen veroorloven. Het Duitsche volk zal den tijd beslist uithouden. Ik geloof, dat het Duitsche volk mij dankbaar zal zijn. wanneer ik liever vaker eenigszins wacht met den tijd en het in ruil daarvoor vele offers bespaar. Ook dat behoort tot het wezen van den nationaal socialistischen volksstaat, dat hij zelfs in den oorlog, waar dat niet onvoor waardelijk noodzakelijk is, den mensch spaart en verschoont. Het blijven steeds volksgenooten. Vervolgens sprak de Führer zijn_ vaste overtuiging uit op de eindoverwinning. Wat er ook moge gebeuren, Duitschland zal zegevierend uit den strijd te voorschijn komen, zeide hij, Ik ben niet de man, die een strijd eenmaal heeft aanvaard en hem ten ongunste van zichzelven afbreekt. Vijftien jaar lang heb ik om uw vertrou wen moeten strijden en worstelen aldus eindigde Hitier. Thans kan ik dank zij uw vertrouwen voor Duitschland strijden, en eens komt dan weer de tijd, waarin wij ge meenschappelijk en vol vertrouwen weer zullen worstelen voor dit groote rijk van den vrede, van den arbeid, van de welvaart van de cultuur, dat wij oprichten willen en dat wij oprichten zullen. DOVER BESCHOTEN. Vèrdragende batterijen van het Duitsche leger hebben gisteren tegen den avond mi litaire doelen in het kustgebied van Dover onder doeltreffend vuur genomen. STEVIGE HULP VOOR DE WERKLIEDEN IN ART IS. Met een boom aan het wandelen. Een der olifanten in Artis heeft een klefr. ne demonstratie van haar kracht gegeven in aanwezigheid van de bezoekers die toe vallig aanwezig waren. Als het publiek geweten had, dat er een dergelijk extra nummer op het programma in den dieren»- tuin stond, zou het in veel grooter aantal zijn opgekomen. Er was een iep omgehakt, en de zware stam waarvan het gewicht ongeveer an derhalve ton is, moest weggetrokken wor- den. Waarom zou de olifant niet eens iets voor den kost doen? De toeschouwers verzamelden zich in 'n kring om de plaats waar de zieke, gevelde boom lag. Zes man zwoegden hem met. koe voeten iets ter zijde, zoodat het gevaarte voor de opening van het hek kwam te lig gen. Er was haast geen beweging in te krijgen Een zekere spanning heerschte er. Iloe zou de lobbes het er af brengen? Kabels werden om den boom gelegd, en kele voorzorgsmaatregelen werden getrof fen om te voorkomen, dat het heele hek tegen den grond zou gaan. De olifant keek goedmoedig naar den stam, zonder over dreven trots en miste ieder spoor van hoog moed. Eerst zette zij den kop achter het ge vaarte en duwde het een meter op. Een paar planken, die er er onder lagen, kraak ten, een balk brak in twee stukken, het ijzeren hek kreeg toch nog een duw mede en als de oppasser niet geroepen had: halt Kirie... zou Kirie den boom met het hek en een paar voetgangers in één haal door ergens bij de apen of leeuwen binnen ge bracht. hebben. Welk een werk, Bewondering en verba zing omringde den olifant die een en al eenvoud was. Geen bluf, geen onnoodig vertoon, geen aanmatiging. Met evenveel ernst draagt zij een kind op haar rug en wandelt er mee den tuin rond. Geen taak te klein, en geen te groot. Toch ging .het een beet je onbehouwen met dien boom. Als het sein tot duwen of trek ken gegeven werd, sleurde zij de vracht weg en niet dan met tegenzin en na eenige aarzeling stopte Kirie haar werk als er een omheining of een stuk of wat nieuwsgie rigen in het gedrang dreigden te komen. Zoo ging de boom de diergaarde door, vertelt de Tel. Nu eens geduwd, dan weer getrokken, met de slurf als een slang om de kettingen gekronkeld. Hier en daar trok het dier uit louter speelschheid nog een flinken tak van een levenden boom en pla gend smeet zij nu en dan het vrachtje van anderhalve ton in de richting van de bege leiders. Met dat al heeft zij gisteren haar mid dagmaal verdiend. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Dinsdag 11 December. Wie krabde den kastelein in zijn nek? Een gestolen fiets kost Schage- naar een half jaar rijkspension; KLAPPEN OP OOGEN EN EEN HEEL GE- MEENE STREEK TOT SLOT. Ontroerde de broedertrouw van deze zo nen van eenen Heerhugowaarder vader den Gestrengen Heer Officier zóó, dat hij geen straf voor begane gewelddaden eischte, of was de heele zaak zoo duister dat hij er geen gat in zag? Hoe het zij, de beide broeders, waarvan er een kannibalenneigingen had vertoond, door don kastelein R. in zijn nek te krabben, wandelden met opgeheven hoofde de dubbele deuren weer uit. 't Kwam zóó. Een der broers had zoo'n klein heibeltje met den kastelein, maar 't slot was, dat ze elkaar in de haren vlogen. Welke broer dat nu was, was juist het raadsel, maar voor alle zekerheid had er een een bon gekregen, dan zou de ptizzle wel worden opgelost. Maar verd. ontkende het ten laste geleg de cn zeide, dat hij zijn broer, die met R. aan het vechten was, van dezen wilde afhalen en hem daardoor in zijn kraag had gepakt. Hii had echter R. niet mishandeld. De gekrabde caféhouder erkende met den broeder van verd. aan het vechten te zijn ge weest. Ze rolden over den grond, dan was hij weer hoven en dan weer onder. Get. verklaar de dat verd. hem in den nek had gekrabt. De Politierechter Mr Uhbens deelt get. me de, dat de broer van verd. heeft verklaard, dat hij gekrabd heeft. Deze had ook inder daad bloed onder zijn nagels. Get. blijft er hij, dat verd. en niet diens broer hem heeft gekrabd. De scheepmaker J. H. W. A. uit Den Hel der vertélde als get. dat R. en de broer van verd. aan het vechten waren. Om beurten lagen ze onder. Toen on een gegeven mo ment R. hoven lag. kwam verd. erbij en nak- te R. van achter in den hals en greep hem van voren hij de haren. Hij drukte R.'s hoofd arhterover. Verd.: Ik heb R. alleen maar in zijn kraag gegrepen. De Officier van Justitie, Mr. de Rruves Tark achtte de mishandeling niet wettig en overtuigend bewegen. Rnr. mt-eode. dat het een verwarde vechtnartii was geweest en niet was komen vn«t te staan, dat verd. get. R. had mishandeld. De officier vroeg daar om vrijspraak en eonform dezen eisch werd ook vonnis gewezen. EEN GEMEENE STREEK. Na het hevige bombardement van Den Helder op 24 Juni j.1. was de landarbeider W. T. uit Julianadorp de wijk genomen naar een meer veiliger plaats. Hij had daar bij al zijn hebben en houden niet kunnen medenemen en o.m. een aanhangwagentje onder een afdakje van zijn woning laten staan. Toen de man drie dagen later terug kwam was het wagentje verdwenen. De smid C. v. d. B. uit Julianadorp had het karretje voor T. gemaakt. Begin Aug. had deze get. het onderstel van het wagen tje gezien in het bezit van verd. W F. J. W. uit Den Helder, die ervan word verdacht het aanhangwagentje te hebben gestolen. Maar aldus zeide verd. tot get., hij had liet onderstel gekocht van een zekeren S. te Den Helder. Ook gaf hij een valschcn naam op. Verd. ontkende zulks ten stelligste. De politierechter maande verd. in z'n eigen belang aan de waarheid te spreken. Immers, deze had nu reeds drie verschillen de verhalen gedaan. Verd. eékent dan eindelijk het hem ten laste gelogde. Mr. Uhbens noemde het een gemeene streek nm iets weg te nemen van iemand, die nood gedwongen ziin huis moest verlaten. De OffVier van Justitie was het in zijn romiisitoir met den politierechter eens en vreeo- een geldboete van f 40 subs. 30 dagen. Conform dezen e:sch werd verd. door Mr. Uhbens veroordeeld. Z ij p e. OM F.F.N HOND.TF. Op 17 Sopt. f.l. had verd. .M. T. v. T,. uit 'rijpe ruzie gekregen met ppn zekeren W. v D., wonende te Rt. Maartensbrug. De ruzie was nntstnan omdat het zoontie van verd hef hnnrlie van get. D. sarde. K'eine norza ken hohhon groote gevolgen, dat Week ook nu weer. want ineens laaide de twist zoo hoog on ei zou verd. volgens de dagvaar ding, get n. een sfnmrt met den gehalden vmst on he' reelitevoorr hehhep gegevert. Verd. zeide uit zelfverdediging te hebben "•ebnndeld. Get. D. trok; zijn jas uit en viel nom nnn. Maar hii heeft u niet geraakt! merkte dn Pniitir»rprMor op. 7rrS," WPl was verdachte's antwoord. Mr Uhbens vroeg gef. n. of deze niet ppr*<3f nnrT Geen kwestie van. zeide get. Fn heeft 'an- last v,an dat oog gehad? Ue mr TThbens weten. Ongeveer ee„ week! alduc get Ken onnartiidige eet.. J R. „it Srhagar brug had van nabij de veehtnariii gevnigd ""'deliik gezien, dat verd. het eerst sinpg. Maar verd Weef erhii dat hij uit zelfver ded-eing had gehandeld. De Officier van Justitie vroeg f 25 boete subs. 20 dagen hechtenis. De Politierechter veroordeelde verd. tot f 15 boete subs. 10 dagen hechtenis. VAN ZES WEKEN TOT ZES MAANDEN Brigadier Misbeek van de brigade van ma joor Holema van Schagen is een heel ge- moedeliike baas, zoolang je hem niet in ziin polititoneel vaarwater zit. Zoo Zondags op het' voetbalveld zal hij ge'en kip kwaad doen, maar pas op als een hoosdoener zijn had kruist Dat had nu Jantje N. uit Schagen gedaan, en Jantje was er meteen gloeiend hii. Een gegapt rijwiel was de oor zaak tot een gesprek onder vier oogen tus schen hem en den brigadier en 't slot van 't drama werd ais steeds na zon'n tète A tète op den Geestersingel gespeeld. De brigadier vertelde dat hij N. met het riiwiel had aangetroffen. Het was omwikkeld met papier, linnen enz.. Dit kwam get. verdacht voor. Bij ondervraging erkende verd. het riiwiel te hebhen gestolen, en dat het de bedoeling was de fiets onkenbaar te maken. Verd. zeide tot dezen daad te zijn gekomen, om dat hii ziin eigen fiets was kwijt geraakt. De Politierechter zeide dat verd. al meer dere malen wegens diefstal was veroor deeld. De Officier van Justitie zeide in zijn re quisitoir, dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen was. Mr de Bruevs Tack vond het een ergerlijke zaak en hield rekening met het feit, dat verd alreeds eenige malen was veroordeeld. De eisch luidde dan: een gevangenisstraf voor den fiid van zes weken. De Politierechter vond dezen eisch te 'aag en veroordeelde verd. bij verstek tot zes maanden gevangenisstraf. Den Helder ALWEER EEN STOMP OP HET OOG. Ook verd. A. Th. .T. v. d. Berg was niet verschenen. JTom werd ten laste gelee-d. dat hij op 13 Repfemher een zekerpn W. K. 'aridarbcider te Den Helder onzetteliik had mishandeld, door hem een stomp op z'n oog te geven. W. TI. als geinige voorgeroenen, ver- lelde. dat hii pen geschil had met verd. Get. had beweerd, dat hii nog eonig geld van verd. moest hebben, doch deze zeide, dat do zaak al lang was afgedaan. On 13 Rpntemher fietste get. met den Verd. naar de Konv. toen verd. met een mes het touw doorsneed, dat on z'n baga gedrager was gebonden Get. had Toen verd. "en duw gegeven en viel daarbii zelf "P den grond. Verd. kwam toen op hem af en ""f hem een stomp on z'n oog. TTndf IT er lang last van? vroeg de Poli- "r, rechter. Ongeveer een week. antwoordde gpt. De Officier van Justitie meende dit een "rgerliik feit. temeer omdat get. reen en- '-ele aanleiding had gegeven, gelukkig wnS '-ef mes er niet hu te nas gekomen en -'eaf hef hii poe—m-diee mishandeling. Mr. de Bruevs Tack eischte f 36.— boete, -1 hs af| dagen. De Politiereehter veroordeelde verd. bij verstek tot f 25.— 15 dagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6