Deze oorlog is een strijd
tusschen twee werelden
Edele broedertrouw
in den Blauwen Reigerpolder
Olifant verdient
haar middagmaal!
Rijkskanselier Hitier
De Führer en opperbevelhebber van de
Duitsche weermacht heeft gistermiddag in
de montagehal van een Berlijnsche wapen
fabriek de Duitsche arbeiders toegesproken.
Behalve door de bedrijfsleiding en het per
soneel van de fabriek, werd de bijeenkomst
bijgewoond door generaal-veldmaarschalk
Keitel, chef van het opperbevel van de
weermacht, den leider van het Duitsche ar
beidsfront. dr. Lev, en den rijksminister
voor bewapening en munitie, dr. Todt.
Even voor twaalf uur kwam de Führer
voor de vergaderzaal van de Berlijnsche wa"
penfabriek aan. waar de „betriebsobmann"
aan den Führer meldde, dat het personeel
stond aangetreden.
Toen de Führer de hal betrad, steeg er
een onbeschrijfelijk geiuirh op. dat herhaald
en nog versterkt werd. toen de Führer op
het spreekgestoelte zichtbaar werd.
REDE VAN HITLER.
Duitsche volksgenooten. Duitsche arbei
ders.
Ik spreek thans zeer zelden, in de eerste
plaats omdat ik weinig tijd heb om te
spreken en in de tweede plaats omdat ik
thans meen, dat het juister is te handelen
dan te spreken. Wij bevinden ons midden
fn een conflict waarbij meer on het spel
staat dan de overwinning van het een of
het andere land Het is werkelijk de strib'
van twee werelden te^en elkaar. Tk w'1
proheeren om u, heel in het kort. voor zoo
ver de tijd het toelaat, een inzicht te geven
In de diepere beweegreden van dit conflict
Ik wil daerhii mijn beschouwingen be
perken tot West-Europa. De volkeren, waar
hef hier in de eerste nli\ats om eaat, Dnit-
schers, Engelsrhen, Italianen en Franschen.
vormen de kernen der landen, die tegen
elkander in den oorlog, stonden.
Wanneer ik nu de grondslagen van hef
leven dpzer menschen met elkaar vergelijk,
treedt het volgende feit aan het licht:
46 millioen Engelschen beheerschen en
regeeren een gezamenlijk complex van 40
tnillioen vierkante kilometer van deze we
reld. .67 milliopn Franschen beheerschen en
regeeren een complex van 10 millioen vier
kante kilometer. 45 millioen Italianen be
zitten aan nuttig gebied een onnervlakte
grond van nauwelüks een half millioen vier
kante kilometer. 35 millioen Duitschers heb
hen als Ipvenshasis nauwelijks 600.000 vier
kante kilometer en dan nog dank zij ons
ingrijpen.
Zoo zij deze heide laatste krachtige volken
in een wanverhouding geraakt. Nu zou men
hier tegen in kunnen brengen: is dat wel
van beslissende heteekenis? De mensch leeft
niet van theoriën en van phrasen, niet van
verklaringen, en ook niet van wereldbe
schouwingen. Hij leeft van datgene, wat
vensmiddelen en ook aan grondstoffen kan
hii uit zijn grond door zijn arbeid, aan le-
winnen.
Dat kan hij verwerken, dat kan hij eten.
Wanneer zijn eigen levenshasis hem te wei
nig biedt, dan wordt zijn leven een armeliik
bestaan. De eerste voorwaarde voor de be
staande spanningen is dus in het feit ge
legen. dat deze wereld onrechtvaardig ver
deeld is.
Evenals in de volken zelf de te grootc
snanningen tusschen rijk en arm moeten
worden gebalanceerd, zoo kan ook in het
leven der volken niet de een alles opeischen
en voor den ander niets overlaten. Ofwel
-de een toont zich verstandig en stemt in
met een regeling volgens de beginselen der
rechtvaardigheid, ofwel degene die onder
drukt is en door het ongeluk achterhaald
wordt, neemt op een goeden dag datgene
wat, hem toekomt. Zoo is het in de volken
ze'f en zoo is het ook naar huiten.
De nationale eenwording was daarom
voor ons een der voorwaarden om de gehor
le Duitsche kracht eerst eens opnieuw te
ordenen en aan het Duitsche volk te too-
nen hoe groot zijn kracht eigenlijk was. op
dat het zich van ziin kracht weer bewust
zou worden, tpneinde daarna ziin levens-
eischen te kunnen stellen en doorzetten.
Deze nationale eenwording meende ik tot
stand te kunen brengen door een beroep op
het verstand.
De nationale eenwording van ons volk
was de eerste eisch:
Geleidelijk aan is zij werkelijk geworden.
Het tweede programmapunt luidt: wegne
ming van den buitenlandschen politieleen
druk, die ontstaan is door Versailles.
De andere wereld wilde onze inwendige
eenwording niet omdat zii wist. dat dan de
levenseisch van deze volksmassa's werke
lijkheid kan worden. Zii wilden dezen wet
van Versailles handhaven, waarin zij een
tweeden Westfaalschen vrede zagen. Daar
komt nog een andere reden hij. Tk heb ge
zegd. dat de wereld verschillend verdeeld
werd. Amerikaansche waarnemers en F.n-
ge'schen hebben daarvoor de wonderlijke
uitdrukking gevonden: Er zijn twee soorten
volken, n.l. bezittende en niet bezittende
Wij. Engelschen. wij Amerikanen. wii
Franschen ziin de bezittenden. Het andere
behoort tot de niets-hezittenden. Wie niets
heeft krijgt ook niets. Tk hen mün leven
lang de „hahennichts" geweest. Tk reken
mii w u en heh voor u gestreden. Voor n
ben ik opgekomen en tegenover de wereld
treed ik ook weer on a's een vertegenwoor
diger van de „hahenichtse".
Nu is het echter interessant het leven
van deze riiken eens aan een beschouwing
te onderwerpen. In de Engelsch-Fransche
were'd bestaat om zoo te zeggen de demo
cratie. Hier reageert inderdaad het kanitaal
d.w.z. een schaar van eenige honderden
menschen. die in het bezit zijn van onme
te'üke vermogens.
Onder de vriie economie verstaan zij de
vriiheid om vrij te ziin in het verwerven
van kapitaal en in het gebruik van kani
taal, vrij van -elke staatkundige en volk-
sche controle. Dat is in werkelijkheid het
begrip van deze vrijheid. Tenslotte schaft
dit kapitaal zich een pers aan. Zij spreken
van persvrijheid. Wanneer echter de re
dacteur nu iets anders wil schrijven dan
den meester welgevallig is, wordt hij den
volgenden dag ontslagen Door deze pers
gemobiliseerde openbare mcening wordt
weer onderverdeeld in partijen. Zij onder
scheiden zich even weinig van elkander
als zij zich vroeger hij ons van elkander
onderscheiden hebben. Daar komt nog
hij dat het uitverkoren volk der wereld in
derdaad een gemeenschap is en al deze or
ganisaties beweegt en dirigeert. Deze par
tijen met deze pers vormen de openbare
meening.
Men zou moeten meenen dat in deze lan
den der vrijheid en van den rijkdom een
ongehoord welzijn voor ]y>t volk zou moe
ten bestaan. Het omgekeerde is echter het
geval. In deze landen is de nood der groote
massa grooter dan nergens anders Zoo is
dit rijke Engeland. Veertig millioen vier
kante km worden door dit land gecontro
leerd. Daarvoor moeten b.v. honderdmil-
lioen koloniale arbeiders in Indië werken
op een erbarmelijken levensstanddaard.
Engeland heeft tientallen jaren twee en een
half millioen werkloözen gehad en het rij
ke Amerika tien tot dertien millioen. Wat
zouden zij dan eerst van ons willen zeg
gen? In de landen der zg. democratie
wordt het volk niet in het middelpunt der
oogmerken gesteld.
In deze wereld der kapitalistische demo
cratie luidt het belangrijkste economische
principe: het volk is er voor het bedrijfs
leven en het bedrijfsleven is er voor het
kapitaal. Wij hebben dit beginsel omgekeerd
het kapitaal is er voor het bedrijfsleven en
hef bedrijfsleven is er voor het volk. Al het
andere is slechts een middel tot het doel.
Wtij hebben hier grenzen getrokken. Daar
over zegt men terstond: gij terroriseert do
vrijheid. Dan terroriseeren wij dus de vrij
heid ten koste van de gemeenschap. Deze lie
den hebben de mogelijkheid, om Slechts een
voorbeÈld te noemen, uit hun bewapenings
industrie tot 160 procent dividend op te
steken. Zij zeggen: wanneer deze Duitsche
methoden om zich heen grijnen en over
winnen, dan houdt dit op. Daarin hebben
zij volkomen gelijk.
Tk geloof dat 6 procent voldoende is.
Een ander voorbeeld. Behalve deze divi
denden zijn er nog de uitkeeringen aan de
raden van beheer. Men moet daar dus een
maal per jaar een reis maken, een rapport
aanhooren en weer terugreizen. Daarvoor
krijgt de man dan zestig, tachtig, of hon
derdduizend mark bij wijze van schadever
goeding. Dezen wantoestand hebben wij bij
ons opgeheven.
Het zijn dus twee werelden die tegenover
elkander staan. De anderen hebben gelijk
wanneer zij zeggen met deze wereld kunnen
wij ons nooit verzoenen. Zij strijden b.v.
voor de instandhouding van den gouden
standaard der valuta.
Dat begrijp ik. Zij hebben het goud.
Ons goud heeft men ons ontroofd
en uit ons geperst. Toen ik aan de
macht kwam was het voor mij geen
kwaadheid dat ik mij verwijderde
van den gouden standaard. Er was
n.l. geen goud meer aanwezig. Het
was voor mij ook niet moeilijk deze
verwijdering ten .uitvoer te leggen.
Wanneer iemand niets heeft kan
hij er zich gemakkelijk van los ma
ken. Ik was er ook niet ongeluk
kig Over. Wij hebben een geheel
anderen economischen opbouw.
Voor ons is het goud zelfs heelemaal
geen waardefactor, maar slechts een factor
tot onderdrukking en overheersching van
het volk. Ik heb ten ik aan de macht kwam
maar een enkele hoop gehad en daarop
bouwde ik: dat was de flinkheid, de be
kwaamheid van het Duitsche volk en van
den Duitschen arbeider, de intelligentie van
onze uitvinders, onze ingenieurs, oze tcch-
ci en chemici enz. op de kracht die in onze
economie leeft heb ik gebouwd.
De Duitsche arheidskratht is ons goud en
dat is ons kanitaal en met dit goud versla
ik iedere macht andere maeht ter werelrll
Onze mark waarvoor eerst heelemaal geen
goud aanwezig was, is stabiel gebleven.
Waaom? Omdat gij. volksgenooten, en uw
arbeid er achter staan.
Thans is er slechts een kwestie bij ons:
waar is arbeidskracht? Dat is de zegen der
arbeid. Alleen arbeid schept nieuwen arbeid
niet geld scbent arbeid!
Wanneer wij de arbeidskracht van ons
volk tot het uiterste mobiliseeren, zullen ook
de enkelingen steeds meer levensgoederen
krijgen. Wij hebben de zeven millioen werk-
loozen ingeschakeld in de economische pro
ductie. Nog zes millioen menseben, die een
halven tijd werken, hebben wii tot volledige
arbeiders gemaakt. En dat alles wordt be
taald met den rijksmark.
Een wereld van aïbeid
Wat wij hier opbouwen is ook een wereld,
een wereld van den gemeensrhappelijken
arbeid. Maar tevens een wereld van ge
meenschappelijke plichten.
In onzen staat henaalt zonder twnfe' het
volk het beslaan. Het volk henaalt in dezen
staat wie do leid°rs zh'n, het bepaalt richt
lijnen van ziin leidinn!
In dezen staat is de grootste massa in
den hreedsten omvang in de partij in te
schakelen, die van onderen begint en mil-
'ioenen menschen omvat, die miUioenen
functionarissen beeft, louter menschen uit
het volk. Het is voor de eerste maal in on
ze eigen Duitsche geschiedenis een staat,
die nrincinieel alle maatsebanpeliike voor-
oordeelen in het bezetten van posten op
geheven heeft, en niet a"een maar in bet
hurgerliik leven Tk ben zelf daarvoor, bef
Keste document. Tk ben niet eens jurist en
'k bpn desondanks uw leider, niet alleen in
het algemeens leven hebben wij het klaar
gespeeld, dat in alle posities van onderen
af thans menschen uit het volk komen,
rijksstadhouders die vroeger landarbeiders
of slotenmakers zijn geweest.
Elke soldaat heeft de maar
schalksstaf in zijn ransel.
Wij hebben zelfs deze doorbraak
voltrokken in den stand, waar dit
het moeilijkste was, bij de weer
macht Duizenden officieren wor
den bevorderd en zijn voortgekomen
uit de gelederen der soldaten. Wij
hebben thans generaals die 23 jaar
geleden nog gewone soldaten waren
Wij hebben groote mogelijkheden gescha
pen door deze wereld geheel van onder af
op te bouwen. Dat is nu eenmaal ons doel
en dat is ook onze heele levensvreugde. Voor
onze oogen zweeft een staat in de toekomst,
waarin iedere positie door den bekwaamsten
zoon van ons volk zal zijn bekleed, volkomen
onverschillig, waar zij (hij) vandaan komt.
De andere wereld.
Daar staat nu een andere structuur te
genover, een andere wereld waarin het
'aatste ideaal toch steeds wee de strijd om
het vermogen, om het kapitaal, om het
egoisme van den enkeling is.
Wij weten zeer nauwkeurig, dat,
wanneer wij in dezen strijd het on
derspit delven, dit het einde betee-
kent. En dan niet het einde van
onzen socialistischen opbouwar-
beid, maar het einde van het Duit
sche volk. De andere wereld zegt:
wanneer wij verliezen, stort ons we-
reldkapitalistisch gebouw ineen.
Dan hebben wij het goud voor niets
gekocht. Al onze aanspraken op de
wereldheerschappij moeten verval
len, wanneer deze volkeren de geld-
dynastieën opheffen. Zij zullen dan
komen met sociale eischen. Er zal
een ineenstorting volgen.
„Ik doe de dingen niet half".
Nu ben ik de man, die de dingen niet
half doet. Wanneer het dan eenmaal noo-
dig is, zich te verdedigen, dan verdedig ik
mij met een ongebreideld fanatisme. Toen
ik -zag, dat de groote Duitsche wederop-
komst dezelfde lieden in Engeland onmid
dellijk weer mobiliseerde, die reeds voor
don oorlog opruiden tot den oorlog, was ik
mij ervan bewust, dat deze strijd nog een
maal zou moeten worden uitgevochten, en
dat de anderen den vrede niet wilden. Ik
heb geen verantwoordelijkheid gedragen
voor den wereldoorlog. Wie zijn echter de
lieden, die thans in Engeland de leiding
hebben? Het zijn dezelfden, die reeds voor
den wereldoorlog de ophitsing hadden be
dreven. De zelfde Churchill die in den we
reldoorlog reeds de gemeeinste oorlcTg P
ruier was. de zoojuist gestoivi riijk
tertijd precies zoo ophitste. En
dat volk dat steeds met de bazuinen
Jericho gelooft de volkeren tekun"®"
hitsen. Daartegen heb ik nu het Duitscne
volk gewapend.
Nu is de strijd gekomen. Ik heb ook
alles redsen wat een mensch n»"
doen, bijna tot zelfvernedering toe om nem
te vermijden. Sedert zeven jaren verklaar
de Churchill: „Ik wil den oorlog". Hij heeft
hem nu.
Vervolgens sprak Ilitler over den on^®"
perkten luchtoorlog, dien hij met gewuct
heeft.
Wanneer het oogenblik van den be-
slissenden strijd zal komen, wordt
door ons bepaald. En daarbij ben
ik voorzichtig. Wij zouden ook ln
den herfst van het vorige jaar mis
schien in het Westen hebben kun
nen aanvallen, maar ik wilde goed
weer afwachten. Ik geloof, dat dat
ook de moeite waa*d is geweest.
Wij zijn op zoo vanzelfsprekende
wijze overtuigd van het succes on
zer wapenen, dat wij ons dat kun
nen veroorloven. Het Duitsche volk
zal den tijd beslist uithouden. Ik
geloof, dat het Duitsche volk mij
dankbaar zal zijn. wanneer ik liever
vaker eenigszins wacht met den tijd
en het in ruil daarvoor vele offers
bespaar.
Ook dat behoort tot het wezen van den
nationaal socialistischen volksstaat, dat hij
zelfs in den oorlog, waar dat niet onvoor
waardelijk noodzakelijk is, den mensch
spaart en verschoont. Het blijven steeds
volksgenooten.
Vervolgens sprak de Führer zijn_ vaste
overtuiging uit op de eindoverwinning.
Wat er ook moge gebeuren, Duitschland
zal zegevierend uit den strijd te voorschijn
komen, zeide hij, Ik ben niet de man, die
een strijd eenmaal heeft aanvaard en hem
ten ongunste van zichzelven afbreekt.
Vijftien jaar lang heb ik om uw vertrou
wen moeten strijden en worstelen aldus
eindigde Hitier. Thans kan ik dank zij uw
vertrouwen voor Duitschland strijden, en
eens komt dan weer de tijd, waarin wij ge
meenschappelijk en vol vertrouwen weer
zullen worstelen voor dit groote rijk van
den vrede, van den arbeid, van de welvaart
van de cultuur, dat wij oprichten willen en
dat wij oprichten zullen.
DOVER BESCHOTEN.
Vèrdragende batterijen van het Duitsche
leger hebben gisteren tegen den avond mi
litaire doelen in het kustgebied van Dover
onder doeltreffend vuur genomen.
STEVIGE HULP VOOR DE
WERKLIEDEN IN ART IS.
Met een boom aan het wandelen.
Een der olifanten in Artis heeft een klefr.
ne demonstratie van haar kracht gegeven
in aanwezigheid van de bezoekers die toe
vallig aanwezig waren. Als het publiek
geweten had, dat er een dergelijk extra
nummer op het programma in den dieren»-
tuin stond, zou het in veel grooter aantal
zijn opgekomen.
Er was een iep omgehakt, en de zware
stam waarvan het gewicht ongeveer an
derhalve ton is, moest weggetrokken wor-
den. Waarom zou de olifant niet eens iets
voor den kost doen?
De toeschouwers verzamelden zich in 'n
kring om de plaats waar de zieke, gevelde
boom lag. Zes man zwoegden hem met. koe
voeten iets ter zijde, zoodat het gevaarte
voor de opening van het hek kwam te lig
gen. Er was haast geen beweging in te
krijgen Een zekere spanning heerschte er.
Iloe zou de lobbes het er af brengen?
Kabels werden om den boom gelegd, en
kele voorzorgsmaatregelen werden getrof
fen om te voorkomen, dat het heele hek
tegen den grond zou gaan. De olifant keek
goedmoedig naar den stam, zonder over
dreven trots en miste ieder spoor van hoog
moed.
Eerst zette zij den kop achter het ge
vaarte en duwde het een meter op. Een
paar planken, die er er onder lagen, kraak
ten, een balk brak in twee stukken, het
ijzeren hek kreeg toch nog een duw mede
en als de oppasser niet geroepen had: halt
Kirie... zou Kirie den boom met het hek
en een paar voetgangers in één haal door
ergens bij de apen of leeuwen binnen ge
bracht. hebben.
Welk een werk, Bewondering en verba
zing omringde den olifant die een en al
eenvoud was.
Geen bluf,
geen onnoodig vertoon, geen aanmatiging.
Met evenveel ernst draagt zij een kind op
haar rug en wandelt er mee den tuin rond.
Geen taak te klein, en geen te groot.
Toch ging .het een beet je onbehouwen met
dien boom. Als het sein tot duwen of trek
ken gegeven werd, sleurde zij de vracht
weg en niet dan met tegenzin en na eenige
aarzeling stopte Kirie haar werk als er
een omheining of een stuk of wat nieuwsgie
rigen in het gedrang dreigden te komen.
Zoo ging de boom de diergaarde door,
vertelt de Tel. Nu eens geduwd, dan weer
getrokken, met de slurf als een slang om de
kettingen gekronkeld. Hier en daar trok
het dier uit louter speelschheid nog een
flinken tak van een levenden boom en pla
gend smeet zij nu en dan het vrachtje van
anderhalve ton in de richting van de bege
leiders.
Met dat al heeft zij gisteren haar mid
dagmaal verdiend.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Dinsdag 11 December.
Wie krabde den kastelein in zijn
nek?
Een gestolen fiets kost Schage-
naar een half jaar rijkspension;
KLAPPEN OP OOGEN EN EEN HEEL GE-
MEENE STREEK TOT SLOT.
Ontroerde de broedertrouw van deze zo
nen van eenen Heerhugowaarder vader den
Gestrengen Heer Officier zóó, dat hij geen
straf voor begane gewelddaden eischte, of
was de heele zaak zoo duister dat hij er geen
gat in zag? Hoe het zij, de beide broeders,
waarvan er een kannibalenneigingen had
vertoond, door don kastelein R. in zijn nek te
krabben, wandelden met opgeheven hoofde
de dubbele deuren weer uit.
't Kwam zóó.
Een der broers had zoo'n klein heibeltje
met den kastelein, maar 't slot was, dat ze
elkaar in de haren vlogen. Welke broer dat
nu was, was juist het raadsel, maar voor
alle zekerheid had er een een bon gekregen,
dan zou de ptizzle wel worden opgelost.
Maar verd. ontkende het ten laste geleg
de cn zeide, dat hij zijn broer, die met R. aan
het vechten was, van dezen wilde afhalen
en hem daardoor in zijn kraag had gepakt.
Hii had echter R. niet mishandeld.
De gekrabde caféhouder erkende met den
broeder van verd. aan het vechten te zijn ge
weest. Ze rolden over den grond, dan was hij
weer hoven en dan weer onder. Get. verklaar
de dat verd. hem in den nek had gekrabt.
De Politierechter Mr Uhbens deelt get. me
de, dat de broer van verd. heeft verklaard,
dat hij gekrabd heeft. Deze had ook inder
daad bloed onder zijn nagels.
Get. blijft er hij, dat verd. en niet diens
broer hem heeft gekrabd.
De scheepmaker J. H. W. A. uit Den Hel
der vertélde als get. dat R. en de broer van
verd. aan het vechten waren. Om beurten
lagen ze onder. Toen on een gegeven mo
ment R. hoven lag. kwam verd. erbij en nak-
te R. van achter in den hals en greep hem
van voren hij de haren. Hij drukte R.'s hoofd
arhterover.
Verd.: Ik heb R. alleen maar in zijn kraag
gegrepen.
De Officier van Justitie, Mr. de Rruves
Tark achtte de mishandeling niet wettig en
overtuigend bewegen. Rnr. mt-eode. dat het
een verwarde vechtnartii was geweest en
niet was komen vn«t te staan, dat verd. get.
R. had mishandeld. De officier vroeg daar
om vrijspraak en eonform dezen eisch werd
ook vonnis gewezen.
EEN GEMEENE STREEK.
Na het hevige bombardement van Den
Helder op 24 Juni j.1. was de landarbeider
W. T. uit Julianadorp de wijk genomen
naar een meer veiliger plaats. Hij had daar
bij al zijn hebben en houden niet kunnen
medenemen en o.m. een aanhangwagentje
onder een afdakje van zijn woning laten
staan. Toen de man drie dagen later terug
kwam was het wagentje verdwenen.
De smid C. v. d. B. uit Julianadorp had
het karretje voor T. gemaakt. Begin Aug.
had deze get. het onderstel van het wagen
tje gezien in het bezit van verd. W F. J. W.
uit Den Helder, die ervan word verdacht het
aanhangwagentje te hebben gestolen.
Maar aldus zeide verd. tot get., hij had
liet onderstel gekocht van een zekeren S. te
Den Helder. Ook gaf hij een valschcn naam
op.
Verd. ontkende zulks ten stelligste.
De politierechter maande verd. in z'n
eigen belang aan de waarheid te spreken.
Immers, deze had nu reeds drie verschillen
de verhalen gedaan.
Verd. eékent dan eindelijk het hem ten
laste gelogde.
Mr. Uhbens noemde het een gemeene streek
nm iets weg te nemen van iemand, die nood
gedwongen ziin huis moest verlaten.
De OffVier van Justitie was het in zijn
romiisitoir met den politierechter eens en
vreeo- een geldboete van f 40 subs. 30 dagen.
Conform dezen e:sch werd verd. door Mr.
Uhbens veroordeeld.
Z ij p e.
OM F.F.N HOND.TF.
Op 17 Sopt. f.l. had verd. .M. T. v. T,. uit
'rijpe ruzie gekregen met ppn zekeren W. v
D., wonende te Rt. Maartensbrug. De ruzie
was nntstnan omdat het zoontie van verd
hef hnnrlie van get. D. sarde. K'eine norza
ken hohhon groote gevolgen, dat Week ook
nu weer. want ineens laaide de twist zoo
hoog on ei zou verd. volgens de dagvaar
ding, get n. een sfnmrt met den gehalden
vmst on he' reelitevoorr hehhep gegevert.
Verd. zeide uit zelfverdediging te hebben
"•ebnndeld. Get. D. trok; zijn jas uit en viel
nom nnn.
Maar hii heeft u niet geraakt! merkte
dn Pniitir»rprMor op.
7rrS," WPl was verdachte's antwoord.
Mr Uhbens vroeg gef. n. of deze niet
ppr*<3f nnrT
Geen kwestie van. zeide get.
Fn heeft 'an- last v,an dat oog gehad?
Ue mr TThbens weten.
Ongeveer ee„ week! alduc get
Ken onnartiidige eet.. J R. „it Srhagar
brug had van nabij de veehtnariii gevnigd
""'deliik gezien, dat verd. het eerst
sinpg.
Maar verd Weef erhii dat hij uit zelfver
ded-eing had gehandeld.
De Officier van Justitie vroeg f 25 boete
subs. 20 dagen hechtenis. De Politierechter
veroordeelde verd. tot f 15 boete subs. 10
dagen hechtenis.
VAN ZES WEKEN TOT ZES
MAANDEN
Brigadier Misbeek van de brigade van ma
joor Holema van Schagen is een heel ge-
moedeliike baas, zoolang je hem niet in
ziin polititoneel vaarwater zit. Zoo Zondags
op het' voetbalveld zal hij ge'en kip kwaad
doen, maar pas op als een hoosdoener zijn
had kruist Dat had nu Jantje N. uit
Schagen gedaan, en Jantje was er meteen
gloeiend hii. Een gegapt rijwiel was de oor
zaak tot een gesprek onder vier oogen tus
schen hem en den brigadier en 't slot van
't drama werd ais steeds na zon'n tète A
tète op den Geestersingel gespeeld.
De brigadier vertelde dat hij N. met het
riiwiel had aangetroffen.
Het was omwikkeld met papier, linnen
enz.. Dit kwam get. verdacht voor. Bij
ondervraging erkende verd. het riiwiel te
hebhen gestolen, en dat het de bedoeling
was de fiets onkenbaar te maken. Verd.
zeide tot dezen daad te zijn gekomen, om
dat hii ziin eigen fiets was kwijt geraakt.
De Politierechter zeide dat verd. al meer
dere malen wegens diefstal was veroor
deeld.
De Officier van Justitie zeide in zijn re
quisitoir, dat het ten laste gelegde wettig
en overtuigend bewezen was. Mr de Bruevs
Tack vond het een ergerlijke zaak en hield
rekening met het feit, dat verd alreeds
eenige malen was veroordeeld. De eisch
luidde dan: een gevangenisstraf voor den
fiid van zes weken.
De Politierechter vond dezen eisch te
'aag en veroordeelde verd. bij verstek tot
zes maanden gevangenisstraf.
Den Helder
ALWEER EEN STOMP OP HET OOG.
Ook verd. A. Th. .T. v. d. Berg was niet
verschenen. JTom werd ten laste gelee-d. dat
hij op 13 Repfemher een zekerpn W. K.
'aridarbcider te Den Helder onzetteliik had
mishandeld, door hem een stomp op z'n
oog te geven.
W. TI. als geinige voorgeroenen, ver-
lelde. dat hii pen geschil had met verd. Get.
had beweerd, dat hii nog eonig geld van
verd. moest hebben, doch deze zeide, dat do
zaak al lang was afgedaan.
On 13 Rpntemher fietste get. met den
Verd. naar de Konv. toen verd. met een
mes het touw doorsneed, dat on z'n baga
gedrager was gebonden Get. had Toen verd.
"en duw gegeven en viel daarbii zelf "P
den grond. Verd. kwam toen op hem af en
""f hem een stomp on z'n oog.
TTndf IT er lang last van? vroeg de Poli-
"r, rechter.
Ongeveer een week. antwoordde gpt.
De Officier van Justitie meende dit een
"rgerliik feit. temeer omdat get. reen en-
'-ele aanleiding had gegeven, gelukkig wnS
'-ef mes er niet hu te nas gekomen en
-'eaf hef hii poe—m-diee mishandeling.
Mr. de Bruevs Tack eischte f 36.— boete,
-1 hs af| dagen.
De Politiereehter veroordeelde verd. bij
verstek tot f 25.— 15 dagen.