Een vluchteling in eigen huis! De „baron" en de „barones' Jeugdig zondaar voor het Duitsche gerecht Voor Duifschlaod bestaat geen „terug" Arrondissements rechtbank te Alkmaar De moord op den heer Nebig Vrijlating van Vlaamsche krijgsgevangenen Minister Goebbels Onvoordeelige pensiongasten MEERVOUDIGE STRAFKAMER. (Zitting van Dinsdag 17 December.) DE GERUCHTMAKENDE ZAAK TEGEN DEN VEHZEKERINGS- IXSPECTEUR BEHANDELD. „Een snelloopende war/en zonder remmen." 2A jaar gevangenisstraf geëischt Het .was eigenlijk een zielige figuur, die gister voor zijn rechters moest verschijnen Een volgens zijn verdediger Mr. Scholten goedhartig man, die geen mensch iets kon weigeren; een optimist, zooals er maar wei nigen zijn, die na zijn gepleegde fraude de vlucht had genomen. Ruim een half jaar had hij rond gezworven ver van z'n vrouw en z'n ach. kinderen, die hij zielslief had. Toen kon hij dat zwerversleven niet langer aan en keerde terug in de echtelijke woning Maar daar bleef hij vluchteling in eigen huis, want de deur uit durfde hij niet. Echter kreeg de politie lucht van 's mans verblijfplaats en werd hij gearresteerd. De Officier van Justitie, Mr. de Brueys Tack, legde verd. A. M. H., geboren te 's Her togenbosch in 1897, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Alkmaar, ten laste ver duistering in dienstbetrekking in het tijdvak van November 1937 tot December 1938. Het bedrag hetwelk in de dagvaarding werd ge noemd, was ruim f 5000.doch benaderde bij lange na niet de som welke door verd. als inspecteur van de N.V. Spaarkas in R.K. Ker kelijke leeningen, gevestigd te Utrecht, ten eigen bate had aangewend. Berouwvol erkende verd. de gegepleegde verduisteringen, toen de president Mr. van Tuyl van Serooskerken hem dit vroeg. Een lange rij getuigen kwam voor het hekje, om te vertellen, dat zij van verd. Snaarbrieven hadden gekocht en deze had den volgestort. Het waren P. B. uit Span broek; C. B. uit Wognum; C. B. Dzn. uit Wervershoof en mej. G. Z. uit Spanbroek. De 31-jarige L. T. uit Alkmaar kwam ver tellen, dat hij eipd Februari 1938 door verd. als adj. inspecteiir der N.V. was aangesteld. Dat was gebeurd met toestemming van de Hoofddirectie in Utrecht. Deze get. was naar Friesland gereisd en had in Dronrijp een ze keren .T. P., veehouder van beroep bezocht, tezamen met verd. De veehouder had een spaarbrief genomen en er later nog 7 bijgenomen. Het geld, tot een bedrag van f3595.had get. aan den adj.-inspecteur ter hand gesteld. Anders was het met get. J. P. P. B., de pastoor uit Krommenie, wiens spaarbrieven tot een bedrag van f441,13 waren afgelost. Verd^had toen van de directie het geld ont vangen, doch nimmer aan den pastoor afge dragen. Dat was feitelijk sub b van de ten lastelegging. De directeur der Spaarkas, de 53-jarige W. K. J. M., uit Utrecht, kwam getuigen, dat verd. in December 1936 als inspecteur was aangesteld. Niet op vast salaris, doch op pro visie-bases Van de geïnde gelden mocht verd zijn provisie afhouden, doch hij was niet be voegd om te kwiteeren. Wel mocht hij een voorloopige kwitantie afgeven. De gelden door verd geïnd, werden echter nimmer aan de directie afgedragen. Men ziet: de zaak was door verdachte's volledige bekentenis betrekkelijk eenvou dig. De president vroeg verd. hoe hij nu tot de ze strafbare feiten was gekomen en deze antwoordde, dat hij nooit een overzicht over zijn geldmiddelen had gehad. Ik heb te royaal geleefd, huishoudelijk en ook zakelijk voegde verd. er aan toe. En U gaf ook feesten, merkte de president op. Dat is maar éénmaal gebeurd, antwoordde verd. en dat feestje heeft niet meer dan f150 gekost. Maar alles liep door elkaar: mijn eigen kantoor had ik in te richten: mijn agenten moest ik zelf betalen en ook mijn adj-in specteur. Maar U kreeg toch iedere maand van de directie een afrekeningsstaat; daaruit heeft U toch kunnen opmaken wat U verdiende? wees mr. v. Tuyll van Serooskerken er ver dachte op. Dat had ik gekund, bekende de verd Maar ik had ongeveer vijftien agenten en ik heb de uitgegeven gelden niet behoor lijk kunnen overzien. Het requisitoir. De Officier van Justitie, requisitoir ne mend, achtte verduistering in dienstverband wettig en overtuigend bewezen. Verd. zijn bij dagvaarding vijf gevallen ten laste gelegd waar hij zelf de spaarbrieven heeft verkocht zonder het geld af te dragen. Wat sub b. der dagvaarding betreft, wees de Officier er op, dat verd. van zijn directie het geld kreeg om uit te betalen aan pas toor B. Dat is niet gebeurd. Ingewikkeld leek den Officier de zaak niet. Verd. leefde op een veel te grooten voet en heeft schro melijk misbruik gemaakt van het vertrou wen, hetwelk de directie en ook kleine lie den in hem stelden. Mr. de Brueys Tack noemde de feiten ern stig en requireerde een gevanqenisstraf voor den tijd van twee en een half laar. De verdediging. De verdediger mr. Scholten begon met te wijzen op het veelbewogen leven van zijn cliënt. Deze immers kwam nooit tot een rus tig en zelfstandig bestaan. De roode draad welke door z'n leven loopt noemde pl. het optimisme, het welk verd. telkens weer tot uiting bracht bij het aanvaarden eener nieu we werkkring. Verd. was als 't ware een snel loopende wagen zonder remmen. Zoo verloor hij de visie op zijn finantieelen toestand. Toen hij bij de Spaarkas kwam, stak hij reeds in schulden en moest bovendien alles zelf be kostigen. Hij bevond zich toen alreeds op een hellend vlak. Op juridische gronden poogde de verdedi ger aan te toonen, dat zijn cliënt geen in specteur was., doch hoogstens hoofdagent en derhalve ook niet in directe dienstbetrek king der Spaarkas stond. Zijn netto-inko men was niet zoo groot, doch dat heeft verd. nimmer begrepen. Hij was geen uitgaander. een trouw echtgenoot voor zijn vrouw en een goed vader voor zijn kinderen. Het meeste geld heeft verd. gebruikt in zijn eigen zaak. Pleiter bestreed de verduistering, er was hier hoogstens sprake van valschheid in geschrifte of oplichting. Op het eerste deel der dagvaarding al dus de verdediger moet derhalve vrij spraak volgen. Wat het tweede gedeelte betreft, heeft verd. inderdaad het geld voor pastoor B. van de directie ontvangen. De pastoor kon de spaarbrief niet vinden en pleiter's cliënt bleef met het geld in zijn zak loopen. Hij is toen voor de verleiding bezweken. Voor dit geval roept mr. Scholten de clementie in van de Rechtbank, temeer omdat zijn cliënt al veel geleden heeft. Hij was een vluchteling in eigen huis en ook toen heeft hij veel voor zijn gezin gedaan. Mr. Scholten hoopt eveneens, dat de Recht bank de gunstige antecedenten van zijn cliënt niet over het hoofd zal zien. De Rechtbank bepaalt dan de uitspraak in deze zaak op heden over veertien dagen. Rentenier van spaarduitjes be roofd. Een oplichtingshistorie, waarbij een ren tenier al zijn spaarduitjes kwijtraakte en een millioenendroom in rook zag vervliegen, eindigde gisteren voor de rechtbank te Maastricht, met de veroordeeling van den 48-jarigen H. E. C. tot vijf maanden ge vangenisstraf wegens oplichting, aldus de Tel. De Maastritsche rentenier W. H. D. maak te ongeveer vijf jaar geleden in een café te Canne in België kennis met een deftig doend echtpaar, dat zich voorstelde als „ba ron en barones". Het gesprek, dat gevoerd werd. was nogal intiem en had o.m. geloopen over 'n som van 300.000 goudmark, die deze familie „niet los kon krijgen." Na rijp beraad had D. toegestemd tegen provisie alles in het werk te zullen stellen, om dit fortuin in handen te krijgen, waarna de „baron" van het tooneel verdween. Zijn identiteit beeft men nooit kunnen vaststel len. Over dit onverwachte geluk vertelde D. het een en ander aan zijn vriend C.. die hierop onmiddellijk antwoordde den „baron" persoonlijk te kennen en zelfs briefwisseling met de familie te onderhouden. Na eenigen tijd kwam C. bij D. met de metdedeelinc een brief „van de barones" te hebben ont vangen, waarin deze de ontstellende mede- deeling deed van het overliiden van den ba ron. Deze zou n.1. tijdens de jacht in „een oerwoud van Frankrijk" verongelukt zijn. Hij had echter nog den tijd gehad een tes tament te maken waarin hii den Maastrich- seben rentenier wegens ziin hulnvaardigheid „bedacht me* 300 nandeelen. elk van 10.090 T.ire in den Diihoeti-snoorweg in Ahessinië" Hoe ongeloofwaardig dit a'tes ook mocht klinken, de rentenier geloofde vast en ze ker in dit nobele gebaar van den overleden „baron." Om deze stukken echter in handen' te kriigen. moest bü aantoonen. dat. de nan deelen verhandeld waren „vóórdat, Ttalië in oorlog was met Ahessinië" en om dit te bereiken bood C. ziin bemiddeling aan. De aangeboden huln werd aanvaard te meer. daar de vriend over goede relaties zon beschikken. Om te heginnen stelde de vriend aan D voor lid te worden van de vereeniging „Roma Tntercella". waarvan de Britsche gezant te Rome voorzitter zou zijn Dit. om zoo noodig tegen den Ttaliaanschen staat te nrocedeeren. TTet lidmaatschap kostte wel frs. 40 per maand doch dit was immers maar een peulschilletje in ver houding tot het fortuin, dat te verwachten was. Zoo betaalde de goedgeloovige rentenier liefst vijf jaren lang frs. 40 per maand, de boeten niet meegerekend. Want wanneer hij een of twee dagen met betalen over tijd was, kreeg hij er frs. 100 tot frs. 150 boete bij. Er waren echter nog allerlei andere on kosten, welke D. week in week uit aan zijn vriend betaalde In verband met de nalaten schap moest C., naar hij voorgaf, reizen ondernemen naar Frankrijk, Duitschland en Italië. Dit kostte handenvol geld. De hulpvaardige vriend had geld noodig voor telefoontjes met het buitenland, voor telegrafische postwissels en D. betaalde tel kens maar weer, den eenen keer kleine, den anderen keer groote bedragen. Om aan de noodige contanten te komen gaf de man zijn spaarduitjes af, verkocht meubels en kleeren en leende zelfs bij fa milieleden. In weerwil hiervan bleef D. zijn vriend ten volle vertrouwen. De politie, door anderen over dit geval in gelicht, heeft zich veel moeite getroost om C. op heeterdaad te kunnen betrappen bij het aannemen van geld, hetgeen haar ten slotte gelukte. De bedrieger had namelijk gezorgd, dat geen enkel schriftelijk bewijs aanwezig was. D. had opdracht gekregen, eiken brief, dien hij over deze zaak ontving onmiddellijk te vernietigen, om „redenen van internationalen aard." Verdachte heette alles onwaar en ontkende iets te maken te hebben gehad met D. Doc'n de getuigenverklaringen waren zóó posi tief, dat de rechtbank tot veroordeeling is overgegaan. Het O. M. had vijf maanden ge ëischt. Op 8 November gepleegd Men mag, zegt de Tel., thans wel als vaststaand aannemen, dat de heer M. Nebig, wiens stoffelijk over schot Maandagmiddag in de Hee rengracht bij de Hartenstraat is ge vonden, op den dag van zijn terug keer naar Amsterdam, op 8 Novem ber, moet zijn vermoord. Bij de schouwing is gebleken, dat het hoofd zes vrij groote wonden vertoont. Drie steekwonden aan het .voorlifiofd ter hoogte van den slaap, twee verwondingen in het achterhoofd en één wonde boven in den schedel. Het colbertjasje en het vest waren open, terwijl het slachtoffer zijn overjas niet meer aanhad. Ook het feit, dat men geen cent meer in de zakken heeft gevonden bevestigt, dat de heer Nebig door moordenaarshanden is gevallen. Twee gouden manchetknoopen, vervaar digd van gouden vijfjes, alsmede een gou den ring zijn nog op het lijk gevonden. De daders zullen het te riskant hebben geacht, ook deze sieraden te rooven. Er heeft zich thans een getuige aange meld, aldus het blad, die op 8 November gezien heeft, dat de heer Nebig in Den Haag in den trein is gestapt, die daar te 12.55 vertrok Vroeg in den middag kan de heer Nebig dus te Amsterdam terug zijn geweest. Het blijft nu de groote vraag, waar hij 's middags heeft vertoefd. Zeer waarschijn lijk dicht in de buurt, waar gistermiddag het stoffelijk overschot in de Heerengracht is gevonden. Naar te Berlijn verluidt, zullen van de thans nog in Duitschland vertoevende 60.000 Vlaamsche krijgsgevangenen. 20.000 nog voor Kerstmis, voor zoover de transport middelen zulks toelaten, naar huis worden gestuurd. De overige Vlaamsche krijgsge vangenen zullen zoo mogelijk nog in Janu ari worden vrijgelaten. In dit verband moge eraan herinnerd worden, dat destijds door een grootmoedig gebaar van Adolf Hitier verreweg het grootste deel van de Belgische krijgsgevangenen is vrijgelaten. De vrijla ting geschiedde naar mate de economische positie van België een werkverfschaffing aan de ferugkeerende krijgsgevangenen mo gelijk maakte. Op het oogenblik bevinden zich incl. de Vlamingen, die thans worden vrijgelaten, nog ongeveer 185.000 Belgische krijgsgevangenen in Duitschland. Deze ge vangenen worden inmiddels voor de keuze gesteld om als vrije arbeiders in Duitsch land te werk gesteld te vjrirden. Rijksminister Dr. Goebbels heeft gister middag voor het personeel der scheeps werf Blohm und Voss een rede gehouden, waarin hij den thans door Duitschland ge- voerden oorlog een volksoorlog in den bes ten zin van het woord noemde. De strijd te gen Engeland, aldus zeide hij, zal beslissen over leven en toekomst van het Duitsche volk van 80 millioen zielen. Voor het Duit sche Rijk bestaat geen .t.erug" meer. Aan de hand van het voorbeeld der bittere twin tig jaren na den wereldoorlog kan elk zich een voorstelling maken van de verwoesting en volksvernietiging, welke de vijanden van Duitschland zouden begaan, indien het hun zou lukken het Duitsche rij'k te ver slaan. De daad van Versailles heeft het Duitsche levensgebied op onduldbare wijze beknot en het Duitsche volk contributies van astrono mische afmetingen opgelegd. De Duitsche arbeider heeft gedurende lan ge, bittere jaren moeten ondervinden, wat het beteekent een verloren oorlog te moeten betalen. In zijn wanhopigen toestand strooit het uit diepe wonden bloedende Engeland kwistig met maatschappelijke beloften voor den tijd na den oorlog. Zijn door de pluto cratie betaalde arbeidersleiders prediken een gereorganiseerd Europa van het maatschap pelijke vergelijk. Duitschland antwoordt daarop slechts met de vraag; waarom heeft Engeland het nieuwe Europa, welks beeld het thans in woorden weergeeft, niet reeds in 1919 geschapen? Minister Goebbels herinnerde er verder aan, dat de Fuehrer dezen oorlog niet ge wild heeft. Hij legde er den nadruk op, dat Adolf Hitier jarenlang een beroep op het ge zonde verstand van Europa heeft gedaan, v edesvoorstellen deed en de wereld ontwa peningsplannen voorlegde. Niets, niets heeft resultaat gehad. Nu Engeland echter het DuDsche volk den oorlog heeft opgedrongen, zal Duitschland er alles op zetten om den strijd te winnen. De minister bracht den arbeiders dank, omdat zij in weerwil van de vele nachtelijke luchtalarmen hun arbeidsdiscipline onver stoorbaar bewaren. De arbeider, die dag aan dag het pantser der Duitsche wapening ter zee sterker maakt, kan ook het best getuigen, dat de Britsche nachtbommenwerpers er niet in geslaagd zijn, ook maar op een plaats ge voelige schade aan de oorlogsproductie van Hamburg toe te brengen. Voor het Landesgerecht stond terecht de 17-jarige kantoorbediende O. F., die werk zaam is bij het hoofdbestuur der P.T.T. te Den Haag. Deze was door een van zijn col lega's aangeklaagd, wegens het verspreiden van geruchten. Deze collega had allerlei uitlatingen van den beklaagde in een boekje genoteerd, docb wist zich, daar hij bij het getuigenverhoor dit boekje niet mocht raadplegen, niet veel meer daarvan te herinneren. Aan beklaagde was ten laste gelegd, dat hij op zijn afdeeling had verteld, dat in Duitschland de vlaggen halfstok hingen, omdat er een hooge autoriteit zou zijn ge storven. Voorts dat 3000 Duitsche soldaten zelfmoord hadden gepleegd en ten slotte, dat men ongenoode gasten er weer uit moest gooien. De beklaagde erkende alleen de uitlating inzake het halfstok vlaggen. Hij verklaarde echter dit niet te hebben gezegd met de be doeling om beleed'gend te. zijn, Het praatje Voor de diergaarde in Tokio was onlangs de geboorte van een giraffe een kostbare en welkome aanwinst - Het ouderpaar met zijn één-dag oude baby in blakend» welstand (Japan Photo Ltbrary) ging algemeen en hij wist niet, dat hij on waarheid sprak. Staatsanwalt Dr. Koblitz waarschuwde in zijn requisitoir ernstig tegen het ver spreiden van lichtzinnige geruchten. Zij be derven de stemming en brengen onrust. Aan de persoonlijke vrijheid van de Ne derlanders zij uit den aard der zaak gren zen, wanneer het gaat om de belangen van Duitschland en daarbij dient men er ter dege rekening mede te houden, dat men een ander niet in zijn eer aantast. Mede met het oog op de jeugd van beklaagde en tevens omdat we hier niet met al te ernstige geval len hadden te doen, wilde spr. thans nog een milde straf vragen en wel twee weken gevangenisstraf met een geldboete van f 30 Slechts praatjes. De verdediger, mr. Wyckerheld Bisdom wees er in de eerste plaats op, dat het hier niet gaat om beschimpingen of geruchten, welke beleedigend zijn voor de Duitsche weermacht, doch dat het slechts onbetee- kenende praatjes waren, die beklaagde ook weer van anderen had gehoord. Spr. wees voorts op de jeugd van beklaagde, die he den zijn achttienden verjaardag viert en wiens oordeel over het gebeuren nog niet voldoende is eevormd. Daarbij komt dat hij geenszins de opzet heeft gehad om onware praatjes rond te vertellen en hij is daar mede dan ook onmiddellijk, toen hem op 't verkeerde daarvan werd gewezen, opgehou den. Rechter Joppich nam bij de motiveering van zijn vonnis aan, dat bij beklaagde geen opzet heeft voorgezeten terwijl tevens in aan merking wend genomen, dat beklaagde nog jeugdig is en daarom de ernst van het ver spreiden van onware geruchten nog niet ten volle heeft kunnen beseffen. Spr. hoopte dat deze vervolging voor be- klaaqde en ook voor anderen in de toekomst een ernstige waarschuwing moge ziin, want in den vervolge kan niet meer mild worden opnetreden. Op grond van een en ander werd beklaag de veroordeeld tot een geldboete van twin tig gulden LOGEEREN EN BETALEN Kostjuifrouw schiet voor de rechtbank uit haar sloï. Voor de Utrechtsche rechtbank stonden gistermiddag terecht de 24-jarige loodgie ter W. B. en de 26-jarige S. P. H., koop man. beiden uit Amsterdam, aan wie op lichting van spijs en drank ten nadeele van hun kostjuffrouw ten laste was gelegd. Op 9 September van dit jaar kwamen zij zonder koffers bij een kostjuffrouw te Raarn en vroegen, of zij bij haar in pen sion konden komen. De kostjuffrouw' ont ving hen hartelijk, want zoo zei ze, ik heb op jullie gewacht, kom maar gauw bin nen. Jullie moeten zeker ook op het groote werk hier in de buurt werken? Ja, dat is in orde, ik zal wel voor jullie zorgen' De Amsterdammers echter vonden dit een buitenkansje, want zij hadden geen cent bi.i zich en wilden zich het wel graag goed laten smaken. Er was echter een hiaat in het geheele geval. De mannen gingen niet naar het groote werk in de buurt, want ze hadden daar niets te maken. Dat bevreemdde de juffrouw en toen ze daarvan iets zei was het prompte antwoord: er is geen mate riaal, we kunnen niets doen op het oogen- a a u'\V e 'k Ke,ooMfi de juffrouw dat, doch toen ze dan eens dit en een an dere keer weer eens iets anders miste kreeg ze argwaan. Niet zoodra hadden de Amsterdammers dat in de gaten of ze be- beslotcn zonder de rekening te voldoen weer ergens anders heen te gaan. Als niet de politie zoo actief was geweest en de mannen had ingerekend, zou de oude kostjuffrouw nimmer haar kostgangers heb ben gezien. Thans zag zij haar „vrienden" voor den rechter en zij meende goed te doen hen in de rechtzaal een flinke reprimande toe te dienen, waaraan echter de president een einde maakte. Er viel voor de verdachten, die geen blan co strafregister hadden, niet veel andere over dan te bekennen, wat hen ten laste was gelegd. De officier van Justitie, Jhr. Mr. Twiss Quarles van Ufford, requireerde een gevan- ni'sstraf voor den tijd van twee maanden voor ieder der verdachten. De rechtbank zal over veertien dagen uit spraak doen. ANTI-OORLOGSACTIE IN DE VER. STATEN Twintig groepen gemobiliseerd De bekende publicist Verne Marshall heeft de oprichting bekend gemaakt van een comité, dat onder het motto „geen vreemde oorlog" het doel nastreeft Ameri ka buiten den oorlog te houden. Ruim twin tig politieke groepen met gelijke doelstel ling zijn door dit comité gemobiliseerd, die alle stappen zullen bestrijden, welke tot schending of ontduiking der neutraliteit der Ver. Staten ondernomen worden. Ook de commissie White, die de oorlogsstem ming in de Vereenigde Staten aanwakkert, zal bestreden worden. De groote massa van het Amerikaansche volk, die bang is dat de Vereenigde Staten bij den oorlog be trokken worden, heeft tot dusver haar stem niet kunnen laten hooren. Het comi té is voornemens zich tot de spreekbuis van deze massa te maken. Marshall deelde voorts mede, dat hij reeds besprekingen met den leider de commissie „America Firstgeneraal Wood, tot samenwerking tusschen beide organisaties, gehad heeft. Marshall zeide ten slotte er van overtuigd te zijn, dat de Vereenigde Staten met steun van de meerderheid des volks buiten den oorlog kunnen blijven. De New York World Telegram herinnert eraan, dat Roosevelt voor de derde maal tot president gekozen is op grond van zijn herhaalde belofte, de Vereenigde Staten buiten den oorlog te houden. Roosevelt weet beter dan de openbare meening, dat het gevaar in den Stillen Oceaan grooter is dan in Europa. Ilij weet ook, hoe onvoor bereid de Vereenigde Staten voor een oor log zijn. Bovendien weet hij, dat valsche hoop op een beslissende Amerikaansche hulp, Engeland in het verderf zal storten en de Ver Staten in gevaar kan brengen. Uit Washington wordt gemeld, dat presi dent Roosevelt gisteren het volgende ver klaard heeft: om Engeland te helpen, is een wijziging in de neutraliteitswet niet noodza kelijk. Ook leeningen zijn niet noodig. Roo sevelt kondigde aan, dat Vereenigde Staten nieuwe Britsche' orders zullen aannemen en aan Engeland koopvaardijschepen én oor logsmateriaal zullen leenen, welke het na den oorlog in natura kan teruggeven. FLANDIN HEEFT ANGINA. Naar uit Vichy gemeld wordt, is do Fran- sche minister van buitenlandsche zaken, Flandin, volgens een mededeeling van zijn arts, Zaterdag met een verkoudheid in Vichy aangekomen, welke hij tijdens de reis had opgcloopen. Flandin schijnt een zware an gina te hebben met hooge temperatuur en moet eenige dagen het bed houden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 8