Een vluchteling
in eigen huis!
De „baron" en de „barones'
Jeugdig zondaar voor
het Duitsche gerecht
Voor Duifschlaod
bestaat geen „terug"
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
De moord op den
heer Nebig
Vrijlating van Vlaamsche
krijgsgevangenen
Minister Goebbels
Onvoordeelige pensiongasten
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
(Zitting van Dinsdag 17 December.)
DE GERUCHTMAKENDE ZAAK
TEGEN DEN VEHZEKERINGS-
IXSPECTEUR BEHANDELD.
„Een snelloopende war/en zonder
remmen."
2A jaar gevangenisstraf geëischt
Het .was eigenlijk een zielige figuur, die
gister voor zijn rechters moest verschijnen
Een volgens zijn verdediger Mr. Scholten
goedhartig man, die geen mensch iets kon
weigeren; een optimist, zooals er maar wei
nigen zijn, die na zijn gepleegde fraude de
vlucht had genomen. Ruim een half jaar had
hij rond gezworven ver van z'n vrouw en z'n
ach. kinderen, die hij zielslief had. Toen kon
hij dat zwerversleven niet langer aan en
keerde terug in de echtelijke woning Maar
daar bleef hij vluchteling in eigen huis, want
de deur uit durfde hij niet. Echter kreeg de
politie lucht van 's mans verblijfplaats en
werd hij gearresteerd.
De Officier van Justitie, Mr. de Brueys
Tack, legde verd. A. M. H., geboren te 's Her
togenbosch in 1897, thans gedetineerd in het
Huis van Bewaring te Alkmaar, ten laste ver
duistering in dienstbetrekking in het tijdvak
van November 1937 tot December 1938. Het
bedrag hetwelk in de dagvaarding werd ge
noemd, was ruim f 5000.doch benaderde
bij lange na niet de som welke door verd. als
inspecteur van de N.V. Spaarkas in R.K. Ker
kelijke leeningen, gevestigd te Utrecht, ten
eigen bate had aangewend.
Berouwvol erkende verd. de gegepleegde
verduisteringen, toen de president Mr. van
Tuyl van Serooskerken hem dit vroeg.
Een lange rij getuigen kwam voor het
hekje, om te vertellen, dat zij van verd.
Snaarbrieven hadden gekocht en deze had
den volgestort. Het waren P. B. uit Span
broek; C. B. uit Wognum; C. B. Dzn. uit
Wervershoof en mej. G. Z. uit Spanbroek.
De 31-jarige L. T. uit Alkmaar kwam ver
tellen, dat hij eipd Februari 1938 door verd.
als adj. inspecteiir der N.V. was aangesteld.
Dat was gebeurd met toestemming van de
Hoofddirectie in Utrecht. Deze get. was naar
Friesland gereisd en had in Dronrijp een ze
keren .T. P., veehouder van beroep bezocht,
tezamen met verd.
De veehouder had een spaarbrief genomen
en er later nog 7 bijgenomen. Het geld, tot
een bedrag van f3595.had get. aan den
adj.-inspecteur ter hand gesteld.
Anders was het met get. J. P. P. B., de
pastoor uit Krommenie, wiens spaarbrieven
tot een bedrag van f441,13 waren afgelost.
Verd^had toen van de directie het geld ont
vangen, doch nimmer aan den pastoor afge
dragen. Dat was feitelijk sub b van de ten
lastelegging.
De directeur der Spaarkas, de 53-jarige W.
K. J. M., uit Utrecht, kwam getuigen, dat
verd. in December 1936 als inspecteur was
aangesteld. Niet op vast salaris, doch op pro
visie-bases Van de geïnde gelden mocht verd
zijn provisie afhouden, doch hij was niet be
voegd om te kwiteeren. Wel mocht hij een
voorloopige kwitantie afgeven. De gelden
door verd geïnd, werden echter nimmer
aan de directie afgedragen.
Men ziet: de zaak was door verdachte's
volledige bekentenis betrekkelijk eenvou
dig.
De president vroeg verd. hoe hij nu tot de
ze strafbare feiten was gekomen en deze
antwoordde, dat hij nooit een overzicht over
zijn geldmiddelen had gehad. Ik heb te
royaal geleefd, huishoudelijk en ook zakelijk
voegde verd. er aan toe.
En U gaf ook feesten, merkte de president
op.
Dat is maar éénmaal gebeurd, antwoordde
verd. en dat feestje heeft niet meer dan f150
gekost.
Maar alles liep door elkaar: mijn eigen
kantoor had ik in te richten: mijn agenten
moest ik zelf betalen en ook mijn adj-in
specteur.
Maar U kreeg toch iedere maand van de
directie een afrekeningsstaat; daaruit heeft
U toch kunnen opmaken wat U verdiende?
wees mr. v. Tuyll van Serooskerken er ver
dachte op.
Dat had ik gekund, bekende de verd
Maar ik had ongeveer vijftien agenten en
ik heb de uitgegeven gelden niet behoor
lijk kunnen overzien.
Het requisitoir.
De Officier van Justitie, requisitoir ne
mend, achtte verduistering in dienstverband
wettig en overtuigend bewezen. Verd. zijn
bij dagvaarding vijf gevallen ten laste gelegd
waar hij zelf de spaarbrieven heeft verkocht
zonder het geld af te dragen.
Wat sub b. der dagvaarding betreft, wees
de Officier er op, dat verd. van zijn directie
het geld kreeg om uit te betalen aan pas
toor B. Dat is niet gebeurd. Ingewikkeld
leek den Officier de zaak niet. Verd. leefde
op een veel te grooten voet en heeft schro
melijk misbruik gemaakt van het vertrou
wen, hetwelk de directie en ook kleine lie
den in hem stelden.
Mr. de Brueys Tack noemde de feiten ern
stig en requireerde een gevanqenisstraf
voor den tijd van twee en een half laar.
De verdediging.
De verdediger mr. Scholten begon met te
wijzen op het veelbewogen leven van zijn
cliënt. Deze immers kwam nooit tot een rus
tig en zelfstandig bestaan. De roode draad
welke door z'n leven loopt noemde pl. het
optimisme, het welk verd. telkens weer tot
uiting bracht bij het aanvaarden eener nieu
we werkkring.
Verd. was als 't ware een snel loopende
wagen zonder remmen. Zoo verloor hij de
visie op zijn finantieelen toestand. Toen hij
bij de Spaarkas kwam, stak hij reeds in
schulden en moest bovendien alles zelf be
kostigen. Hij bevond zich toen alreeds op
een hellend vlak.
Op juridische gronden poogde de verdedi
ger aan te toonen, dat zijn cliënt geen in
specteur was., doch hoogstens hoofdagent
en derhalve ook niet in directe dienstbetrek
king der Spaarkas stond. Zijn netto-inko
men was niet zoo groot, doch dat heeft verd.
nimmer begrepen. Hij was geen uitgaander.
een trouw echtgenoot voor zijn vrouw en
een goed vader voor zijn kinderen. Het
meeste geld heeft verd. gebruikt in zijn eigen
zaak. Pleiter bestreed de verduistering, er
was hier hoogstens sprake van valschheid
in geschrifte of oplichting.
Op het eerste deel der dagvaarding al
dus de verdediger moet derhalve vrij
spraak volgen.
Wat het tweede gedeelte betreft, heeft
verd. inderdaad het geld voor pastoor B.
van de directie ontvangen. De pastoor kon
de spaarbrief niet vinden en pleiter's cliënt
bleef met het geld in zijn zak loopen. Hij is
toen voor de verleiding bezweken. Voor dit
geval roept mr. Scholten de clementie in
van de Rechtbank, temeer omdat zijn cliënt
al veel geleden heeft.
Hij was een vluchteling in eigen huis en
ook toen heeft hij veel voor zijn gezin gedaan.
Mr. Scholten hoopt eveneens, dat de Recht
bank de gunstige antecedenten van zijn cliënt
niet over het hoofd zal zien.
De Rechtbank bepaalt dan de uitspraak
in deze zaak op heden over veertien dagen.
Rentenier van spaarduitjes be
roofd.
Een oplichtingshistorie, waarbij een ren
tenier al zijn spaarduitjes kwijtraakte en
een millioenendroom in rook zag vervliegen,
eindigde gisteren voor de rechtbank te
Maastricht, met de veroordeeling van den
48-jarigen H. E. C. tot vijf maanden ge
vangenisstraf wegens oplichting, aldus de
Tel.
De Maastritsche rentenier W. H. D. maak
te ongeveer vijf jaar geleden in een café te
Canne in België kennis met een deftig
doend echtpaar, dat zich voorstelde als „ba
ron en barones". Het gesprek, dat gevoerd
werd. was nogal intiem en had o.m. geloopen
over 'n som van 300.000 goudmark, die deze
familie „niet los kon krijgen."
Na rijp beraad had D. toegestemd tegen
provisie alles in het werk te zullen stellen,
om dit fortuin in handen te krijgen, waarna
de „baron" van het tooneel verdween. Zijn
identiteit beeft men nooit kunnen vaststel
len. Over dit onverwachte geluk vertelde D.
het een en ander aan zijn vriend C.. die
hierop onmiddellijk antwoordde den „baron"
persoonlijk te kennen en zelfs briefwisseling
met de familie te onderhouden. Na eenigen
tijd kwam C. bij D. met de metdedeelinc
een brief „van de barones" te hebben ont
vangen, waarin deze de ontstellende mede-
deeling deed van het overliiden van den ba
ron. Deze zou n.1. tijdens de jacht in „een
oerwoud van Frankrijk" verongelukt zijn.
Hij had echter nog den tijd gehad een tes
tament te maken waarin hii den Maastrich-
seben rentenier wegens ziin hulnvaardigheid
„bedacht me* 300 nandeelen. elk van 10.090
T.ire in den Diihoeti-snoorweg in Ahessinië"
Hoe ongeloofwaardig dit a'tes ook mocht
klinken, de rentenier geloofde vast en ze
ker in dit nobele gebaar van den overleden
„baron."
Om deze stukken echter in handen' te
kriigen. moest bü aantoonen. dat. de nan
deelen verhandeld waren „vóórdat, Ttalië in
oorlog was met Ahessinië" en om dit te
bereiken bood C. ziin bemiddeling aan.
De aangeboden huln werd aanvaard te
meer. daar de vriend over goede relaties
zon beschikken. Om te heginnen stelde de
vriend aan D voor lid te worden van de
vereeniging „Roma Tntercella". waarvan de
Britsche gezant te Rome voorzitter zou zijn
Dit. om zoo noodig tegen den Ttaliaanschen
staat te nrocedeeren. TTet lidmaatschap
kostte wel frs. 40 per maand doch dit was
immers maar een peulschilletje in ver
houding tot het fortuin, dat te verwachten
was.
Zoo betaalde de goedgeloovige rentenier
liefst vijf jaren lang frs. 40 per maand, de
boeten niet meegerekend. Want wanneer
hij een of twee dagen met betalen over tijd
was, kreeg hij er frs. 100 tot frs. 150 boete
bij. Er waren echter nog allerlei andere on
kosten, welke D. week in week uit aan zijn
vriend betaalde In verband met de nalaten
schap moest C., naar hij voorgaf, reizen
ondernemen naar Frankrijk, Duitschland
en Italië. Dit kostte handenvol geld.
De hulpvaardige vriend had geld noodig
voor telefoontjes met het buitenland, voor
telegrafische postwissels en D. betaalde tel
kens maar weer, den eenen keer kleine, den
anderen keer groote bedragen.
Om aan de noodige contanten te komen
gaf de man zijn spaarduitjes af, verkocht
meubels en kleeren en leende zelfs bij fa
milieleden. In weerwil hiervan bleef D. zijn
vriend ten volle vertrouwen.
De politie, door anderen over dit geval in
gelicht, heeft zich veel moeite getroost om
C. op heeterdaad te kunnen betrappen bij
het aannemen van geld, hetgeen haar ten
slotte gelukte. De bedrieger had namelijk
gezorgd, dat geen enkel schriftelijk bewijs
aanwezig was. D. had opdracht gekregen,
eiken brief, dien hij over deze zaak ontving
onmiddellijk te vernietigen, om „redenen
van internationalen aard."
Verdachte heette alles onwaar en ontkende
iets te maken te hebben gehad met D. Doc'n
de getuigenverklaringen waren zóó posi
tief, dat de rechtbank tot veroordeeling is
overgegaan. Het O. M. had vijf maanden ge
ëischt.
Op 8 November gepleegd
Men mag, zegt de Tel., thans wel
als vaststaand aannemen, dat de
heer M. Nebig, wiens stoffelijk over
schot Maandagmiddag in de Hee
rengracht bij de Hartenstraat is ge
vonden, op den dag van zijn terug
keer naar Amsterdam, op 8 Novem
ber, moet zijn vermoord.
Bij de schouwing is gebleken, dat het
hoofd zes vrij groote wonden vertoont.
Drie steekwonden aan het .voorlifiofd ter
hoogte van den slaap, twee verwondingen
in het achterhoofd en één wonde boven in
den schedel. Het colbertjasje en het vest
waren open, terwijl het slachtoffer zijn
overjas niet meer aanhad.
Ook het feit, dat men geen cent meer in
de zakken heeft gevonden bevestigt, dat de
heer Nebig door moordenaarshanden is
gevallen.
Twee gouden manchetknoopen, vervaar
digd van gouden vijfjes, alsmede een gou
den ring zijn nog op het lijk gevonden.
De daders zullen het te riskant hebben
geacht, ook deze sieraden te rooven.
Er heeft zich thans een getuige aange
meld, aldus het blad, die op 8 November
gezien heeft, dat de heer Nebig in Den
Haag in den trein is gestapt, die daar te
12.55 vertrok Vroeg in den middag kan de
heer Nebig dus te Amsterdam terug zijn
geweest.
Het blijft nu de groote vraag, waar hij
's middags heeft vertoefd. Zeer waarschijn
lijk dicht in de buurt, waar gistermiddag
het stoffelijk overschot in de Heerengracht
is gevonden.
Naar te Berlijn verluidt, zullen van de
thans nog in Duitschland vertoevende 60.000
Vlaamsche krijgsgevangenen. 20.000 nog
voor Kerstmis, voor zoover de transport
middelen zulks toelaten, naar huis worden
gestuurd. De overige Vlaamsche krijgsge
vangenen zullen zoo mogelijk nog in Janu
ari worden vrijgelaten. In dit verband moge
eraan herinnerd worden, dat destijds door
een grootmoedig gebaar van Adolf Hitier
verreweg het grootste deel van de Belgische
krijgsgevangenen is vrijgelaten. De vrijla
ting geschiedde naar mate de economische
positie van België een werkverfschaffing
aan de ferugkeerende krijgsgevangenen mo
gelijk maakte. Op het oogenblik bevinden
zich incl. de Vlamingen, die thans worden
vrijgelaten, nog ongeveer 185.000 Belgische
krijgsgevangenen in Duitschland. Deze ge
vangenen worden inmiddels voor de keuze
gesteld om als vrije arbeiders in Duitsch
land te werk gesteld te vjrirden.
Rijksminister Dr. Goebbels heeft gister
middag voor het personeel der scheeps
werf Blohm und Voss een rede gehouden,
waarin hij den thans door Duitschland ge-
voerden oorlog een volksoorlog in den bes
ten zin van het woord noemde. De strijd te
gen Engeland, aldus zeide hij, zal beslissen
over leven en toekomst van het Duitsche
volk van 80 millioen zielen. Voor het Duit
sche Rijk bestaat geen .t.erug" meer. Aan
de hand van het voorbeeld der bittere twin
tig jaren na den wereldoorlog kan elk zich
een voorstelling maken van de verwoesting
en volksvernietiging, welke de vijanden
van Duitschland zouden begaan, indien het
hun zou lukken het Duitsche rij'k te ver
slaan.
De daad van Versailles heeft het Duitsche
levensgebied op onduldbare wijze beknot en
het Duitsche volk contributies van astrono
mische afmetingen opgelegd.
De Duitsche arbeider heeft gedurende lan
ge, bittere jaren moeten ondervinden, wat
het beteekent een verloren oorlog te moeten
betalen. In zijn wanhopigen toestand strooit
het uit diepe wonden bloedende Engeland
kwistig met maatschappelijke beloften voor
den tijd na den oorlog. Zijn door de pluto
cratie betaalde arbeidersleiders prediken een
gereorganiseerd Europa van het maatschap
pelijke vergelijk. Duitschland antwoordt
daarop slechts met de vraag; waarom heeft
Engeland het nieuwe Europa, welks beeld
het thans in woorden weergeeft, niet reeds
in 1919 geschapen?
Minister Goebbels herinnerde er verder
aan, dat de Fuehrer dezen oorlog niet ge
wild heeft. Hij legde er den nadruk op, dat
Adolf Hitier jarenlang een beroep op het ge
zonde verstand van Europa heeft gedaan,
v edesvoorstellen deed en de wereld ontwa
peningsplannen voorlegde. Niets, niets heeft
resultaat gehad. Nu Engeland echter het
DuDsche volk den oorlog heeft opgedrongen,
zal Duitschland er alles op zetten om den
strijd te winnen.
De minister bracht den arbeiders dank,
omdat zij in weerwil van de vele nachtelijke
luchtalarmen hun arbeidsdiscipline onver
stoorbaar bewaren. De arbeider, die dag aan
dag het pantser der Duitsche wapening ter
zee sterker maakt, kan ook het best getuigen,
dat de Britsche nachtbommenwerpers er niet
in geslaagd zijn, ook maar op een plaats ge
voelige schade aan de oorlogsproductie van
Hamburg toe te brengen.
Voor het Landesgerecht stond terecht de
17-jarige kantoorbediende O. F., die werk
zaam is bij het hoofdbestuur der P.T.T. te
Den Haag. Deze was door een van zijn col
lega's aangeklaagd, wegens het verspreiden
van geruchten.
Deze collega had allerlei uitlatingen van
den beklaagde in een boekje genoteerd, docb
wist zich, daar hij bij het getuigenverhoor
dit boekje niet mocht raadplegen, niet veel
meer daarvan te herinneren.
Aan beklaagde was ten laste gelegd, dat
hij op zijn afdeeling had verteld, dat in
Duitschland de vlaggen halfstok hingen,
omdat er een hooge autoriteit zou zijn ge
storven. Voorts dat 3000 Duitsche soldaten
zelfmoord hadden gepleegd en ten slotte, dat
men ongenoode gasten er weer uit moest
gooien.
De beklaagde erkende alleen de uitlating
inzake het halfstok vlaggen. Hij verklaarde
echter dit niet te hebben gezegd met de be
doeling om beleed'gend te. zijn, Het praatje
Voor de diergaarde in Tokio was onlangs de geboorte van een giraffe een kostbare
en welkome aanwinst - Het ouderpaar met zijn één-dag oude baby in blakend»
welstand (Japan Photo Ltbrary)
ging algemeen en hij wist niet, dat hij on
waarheid sprak.
Staatsanwalt Dr. Koblitz waarschuwde
in zijn requisitoir ernstig tegen het ver
spreiden van lichtzinnige geruchten. Zij be
derven de stemming en brengen onrust.
Aan de persoonlijke vrijheid van de Ne
derlanders zij uit den aard der zaak gren
zen, wanneer het gaat om de belangen van
Duitschland en daarbij dient men er ter
dege rekening mede te houden, dat men een
ander niet in zijn eer aantast. Mede met het
oog op de jeugd van beklaagde en tevens
omdat we hier niet met al te ernstige geval
len hadden te doen, wilde spr. thans nog
een milde straf vragen en wel twee weken
gevangenisstraf met een geldboete van f 30
Slechts praatjes.
De verdediger, mr. Wyckerheld Bisdom
wees er in de eerste plaats op, dat het hier
niet gaat om beschimpingen of geruchten,
welke beleedigend zijn voor de Duitsche
weermacht, doch dat het slechts onbetee-
kenende praatjes waren, die beklaagde ook
weer van anderen had gehoord. Spr. wees
voorts op de jeugd van beklaagde, die he
den zijn achttienden verjaardag viert en
wiens oordeel over het gebeuren nog niet
voldoende is eevormd. Daarbij komt dat hij
geenszins de opzet heeft gehad om onware
praatjes rond te vertellen en hij is daar
mede dan ook onmiddellijk, toen hem op 't
verkeerde daarvan werd gewezen, opgehou
den.
Rechter Joppich nam bij de motiveering
van zijn vonnis aan, dat bij beklaagde geen
opzet heeft voorgezeten terwijl tevens in aan
merking wend genomen, dat beklaagde nog
jeugdig is en daarom de ernst van het ver
spreiden van onware geruchten nog niet ten
volle heeft kunnen beseffen.
Spr. hoopte dat deze vervolging voor be-
klaaqde en ook voor anderen in de toekomst
een ernstige waarschuwing moge ziin, want
in den vervolge kan niet meer mild worden
opnetreden.
Op grond van een en ander werd beklaag
de veroordeeld tot een geldboete van twin
tig gulden
LOGEEREN EN BETALEN
Kostjuifrouw schiet voor de
rechtbank uit haar sloï.
Voor de Utrechtsche rechtbank stonden
gistermiddag terecht de 24-jarige loodgie
ter W. B. en de 26-jarige S. P. H., koop
man. beiden uit Amsterdam, aan wie op
lichting van spijs en drank ten nadeele van
hun kostjuffrouw ten laste was gelegd.
Op 9 September van dit jaar kwamen zij
zonder koffers bij een kostjuffrouw te
Raarn en vroegen, of zij bij haar in pen
sion konden komen. De kostjuffrouw' ont
ving hen hartelijk, want zoo zei ze, ik heb
op jullie gewacht, kom maar gauw bin
nen. Jullie moeten zeker ook op het groote
werk hier in de buurt werken? Ja, dat is
in orde, ik zal wel voor jullie zorgen'
De Amsterdammers echter vonden dit
een buitenkansje, want zij hadden geen
cent bi.i zich en wilden zich het wel graag
goed laten smaken.
Er was echter een hiaat in het geheele
geval. De mannen gingen niet naar het
groote werk in de buurt, want ze hadden
daar niets te maken. Dat bevreemdde de
juffrouw en toen ze daarvan iets zei was
het prompte antwoord: er is geen mate
riaal, we kunnen niets doen op het oogen-
a a u'\V e 'k Ke,ooMfi de juffrouw
dat, doch toen ze dan eens dit en een an
dere keer weer eens iets anders miste
kreeg ze argwaan. Niet zoodra hadden de
Amsterdammers dat in de gaten of ze be-
beslotcn zonder de rekening te voldoen
weer ergens anders heen te gaan.
Als niet de politie zoo actief was geweest
en de mannen had ingerekend, zou de oude
kostjuffrouw nimmer haar kostgangers heb
ben gezien. Thans zag zij haar „vrienden"
voor den rechter en zij meende goed te doen
hen in de rechtzaal een flinke reprimande
toe te dienen, waaraan echter de president
een einde maakte.
Er viel voor de verdachten, die geen blan
co strafregister hadden, niet veel andere
over dan te bekennen, wat hen ten laste
was gelegd.
De officier van Justitie, Jhr. Mr. Twiss
Quarles van Ufford, requireerde een gevan-
ni'sstraf voor den tijd van twee maanden
voor ieder der verdachten.
De rechtbank zal over veertien dagen uit
spraak doen.
ANTI-OORLOGSACTIE IN DE VER.
STATEN
Twintig groepen gemobiliseerd
De bekende publicist Verne Marshall
heeft de oprichting bekend gemaakt van
een comité, dat onder het motto „geen
vreemde oorlog" het doel nastreeft Ameri
ka buiten den oorlog te houden. Ruim twin
tig politieke groepen met gelijke doelstel
ling zijn door dit comité gemobiliseerd, die
alle stappen zullen bestrijden, welke tot
schending of ontduiking der neutraliteit
der Ver. Staten ondernomen worden. Ook
de commissie White, die de oorlogsstem
ming in de Vereenigde Staten aanwakkert,
zal bestreden worden. De groote massa van
het Amerikaansche volk, die bang is dat
de Vereenigde Staten bij den oorlog be
trokken worden, heeft tot dusver haar
stem niet kunnen laten hooren. Het comi
té is voornemens zich tot de spreekbuis
van deze massa te maken. Marshall deelde
voorts mede, dat hij reeds besprekingen
met den leider de commissie „America
Firstgeneraal Wood, tot samenwerking
tusschen beide organisaties, gehad heeft.
Marshall zeide ten slotte er van overtuigd
te zijn, dat de Vereenigde Staten met steun
van de meerderheid des volks buiten den
oorlog kunnen blijven.
De New York World Telegram herinnert
eraan, dat Roosevelt voor de derde maal
tot president gekozen is op grond van zijn
herhaalde belofte, de Vereenigde Staten
buiten den oorlog te houden. Roosevelt weet
beter dan de openbare meening, dat het
gevaar in den Stillen Oceaan grooter is
dan in Europa. Ilij weet ook, hoe onvoor
bereid de Vereenigde Staten voor een oor
log zijn. Bovendien weet hij, dat valsche
hoop op een beslissende Amerikaansche
hulp, Engeland in het verderf zal storten
en de Ver Staten in gevaar kan brengen.
Uit Washington wordt gemeld, dat presi
dent Roosevelt gisteren het volgende ver
klaard heeft: om Engeland te helpen, is een
wijziging in de neutraliteitswet niet noodza
kelijk. Ook leeningen zijn niet noodig. Roo
sevelt kondigde aan, dat Vereenigde Staten
nieuwe Britsche' orders zullen aannemen en
aan Engeland koopvaardijschepen én oor
logsmateriaal zullen leenen, welke het na
den oorlog in natura kan teruggeven.
FLANDIN HEEFT ANGINA.
Naar uit Vichy gemeld wordt, is do Fran-
sche minister van buitenlandsche zaken,
Flandin, volgens een mededeeling van zijn
arts, Zaterdag met een verkoudheid in Vichy
aangekomen, welke hij tijdens de reis had
opgcloopen. Flandin schijnt een zware an
gina te hebben met hooge temperatuur en
moet eenige dagen het bed houden.