Hr. Ms. „013"
De H.R.C.CX*.*
Collecte Winterhulp
Kerstfeest
Distributie-nieuws
Slaapplaatsen
DE WEEK.
Zaterdag 28 December 1940
Tweede Blad
MacUtüeiuuió
overheidstroetelkind"
Ook vandaag:
Uw familie
in het buitenland
En postbox 506 te Lissabon
Burgerlijke Stand van Den Helder
Correspondentie
voor kinderen
voor winkeliers
voor stadgenoolen
Inlevering bonnen
Nieuwjaarsdag
Wensch-programma
in Feiten en Fantasieën
RoodfiUe#
Dit is een tyd, waarin men leert zich over
niets meer te verbazen. Het is een tijd, waarin
de groote, grootere en allergrootste verande
ringen plegen te geschieden, zonder dat men
zich daarbij aan al te veel gemoeds-emoties te
buiten pleegt te gaan.
lederen dag neemt men kennis van zoo'n
verandering, die ons allen persoonlijk meestal
direct aangaat. De eene maal is dat een ver
hooging der belasting, de andere een meevaller
in den vorm van verlaagde cijns. Nu eens
neemt men kennis van het feit, dat men,
zonder er zelf nog van te weten, overgegaan
is tot een ambtelijk lichaam, dan weer leest
men in de krant van een verordening, welke
bepaalt, dat ge voortaan na 7 uur 's avonds
geen borrel meer mag drinken en na 12 uur
niet meer de straat op mag.
Talloos waren zoo de verordeningen, die ons
belastten en verlichtten en wij twijfelen er niet
aan, of het zal ook in de toekomst zoo nog
wel eenigen tijd doorgaan.
De laatste verordening bepaalt, dat de eerst
particuliere radio-distributie-maatschappijen
thans overgenomen worden door P.T.T.
Dat staat er zoo maar, in een klein, nog
wat weggedrukt, berichtje in de krant en
ledereen die het leest zegt: „Héeze pikken
de „Centrale" in", om er dan verder het
zwijgen toe te doen en het maar te aanvaar
den als een der duizend maatregelen, die
dezen tijd kenmerken. Toch is deze verandering
bij onze H.R.C.O. een tè groote, dan dat wij
haar zonder meer willen laten passeeren.
Wij denken dan terug aan de eerste dagen.
Aan de tijden toen er voor zoo'n „Centrale"
gevochten werd. Aan den eenen kant de radio-
vereenigingen, aan den anderen de distributie
ondernemers. Nóg herinneren wij ons „heéte"
bijeenkomsten in het Casino, waarop de heer
Hoff, super-propagandist bij de V.A.R.A., het
vuur uit z'n keel brulde, om toch maar vooral
op de „ontoelaatbare" praktijken van de
radio-centrales te wijzen. De heer Hoff propa
geert nóg en de H.R.C.O. bestaat óók nog.
Ze zijn beide wat ouder geworden, en kregen
allebei meer ervaring.
Maar nu gaat dan die H.R.C.O. toch over!
De gemeente (die reeds menig jaar een wel
gevallig oog op de zoo maar klaarliggende
vette kluif deed vallen, doch sedert een half
jaar van smaak veranderd is......) krijgt haar
niet; ze gaat niet op de flesch (wat óók al
beweerd is toen het bommen regende en 't net
,'t zwaar te verduren kreeg) maar ze wordt
eigendom van die groote organisatie, die P.T.T.
heet.
Zal er véél veranderen De contributie
sch(jnt 35 cent te worden, en dat is minder,
doch men moet enkele rijksdaalders belasting
gaan betalen en dat heft 't voordeeltje op.
Dat komt dus zoo ongeveer op hetzelfde neer.
De programma's kan P.T.T., al is zij nog zoo
groot, niet veranderen ,dus blijven deze gelijk.
Wat verandert er dus wèl bij onze goede, oude,
reeds een tikje traditioneel geworden „Cent-
tra'.e" - u.
Laat ons het eerlijk zeggen: we hopen zoo
weinig mogelijk. .Laat de „Centrale" haar.
Zelfde bescheiden plaats in Den Helder, ook als
dat weer bevolkt is, innemen en alle aan
geslotenen zullen blijven!
Bescheidenen dan denken we er aan,
dat nu de particuliere beambten waarschijnlijk
in één sprong tot ambtenaren van P.T.T., dus
stéétsam btenarengebombardeerd zijn. Wij
hopen, dat ze geen „ambtenaren" in den
slechten zin des woords zullen worden, maar
dezelfde gezellige knapen van weleer blijven,
wier blinkende knoopen men reeds op een
halven kilometer afstand zag en die met U,
Uw verloofde, Uw moeder, grootmoeder en
schoonmoeder aanpapten en a 11 ij d vriend
des huizes waren.
P.T.T. spare ons de misschien komende
„boete-briefjes", als we eens per ongeluk een
week geen contributie kunnen betalen. We
hopen niet behoeven te sidderen, indien wê de
gelden missen om zelfs 2 weken niet te kunnen
voldoen
Zulks kon altijd bij de H.R.C.O.! Laat het
ook nu kunnen.
Er kon méér. Men kon een „wensch"-
programma in elkaar draaien en naar bepaalde
platen op het gramofoon-uurtje vragen. Men
mocht met z'n klachten en aanmerkingen
komen en daar werd dan naar geluisterd. Men
was, en hier zit de kneep, feitelijk met z'n
allen één groot H.R.C.O.-gezin en al ontbrak
de twistappel er niet, doorgaans heerschte er
pais en vree. Laat 't zóó blijven!
Nu wordt de H.R.C.O., in al haar plaatse
lijke bescheidenheid, P.T.T.-bedrijf, en haar
employée's worden waarschijnlijk ambtenaren.
Dat is carrière!
Laat ons hopen dat het geen „overheids
bedrijf" worde met al de ballast en last en
verwikkelingen, zooals zulks wel eens het
geval is. Integendeel, laat deze verandering,
indien het mogelijk is, een verbetering worden.
Ook dat kan!
Ter eere van P.T.T. in het algemeen en onze
goede H.R.C.O. in het bijzonder,
Hebt gril UW gave reeds geschenken 7
Voor de tweede maal in dit wintersei
zoen rijn gisteren de collectanten van
„Winterhulp Nederland" in Den Helder
van huis tot huis gegaan. Iedere woning,
welke bewoond wordt werd bezocht en
aan den bewoner verzocht zijn gave in
de bus te doen ten bate van het noodlijdende
deel der Nederlandsche bevolking in het
algemeen en dat in Den Helder in het
btjzonder.
Het is ons bekend, dat verreweg het
grootste deel der inwoners van Den
Helder momenteel niet in de stad aan
wezig is, zoodat men er welhaast niet
op kan rekenen dat de opbrengst van
dien aard is, dat van een groot succes
gesproken zal kunnen worden.
Evenwel... wij rekenen er stellig op, dat
diegenen, die wel aanwezig zijn, een be
hoorlijk bedrag in de collectebussen zul
len deponeeren. Dit te doen moet men
niet beschouwen als een verplicht offer,
„Een Marinevrouw" schrijft ons, naar
aanleiding van onze mededeeling, dat
men poststukken, bestemd voor opva
renden van de „Van Meerlant", die in
Lissabon zouden geïnterneerd zijn, aan
Postboxnummer 506 te Lissabon kan
zenden, het volgende:
„Postboxnummer 506 is het nummer
van v. Muller Co., een Nederlandsch
kantoor in Lissabon, dat de belangen
van de Nederlanders wil behartigen, die
in het buitenland vertoeven.
Men moet zjjn post daarheen als volgt
verzenden: Op de envelop schrijft men
het adres van den geadresseerde, post
box 506, Lissabon, Portugal. Men moet
den brief frankeeren met 12/2 cent.
Op den ingesloten brief schryft men,
rechts bovenaan, den naam van den
persoon voor wien de brief bestemd
is, als het een burger Is zijn werkkring,
bij een militair zyn rang, boot, enz.,
erbij.
In den brief moet men niet schryven
over den oorlog of over de politieks daar
men anders de kans beloopt, dat de
brief niet besteld wordt."
Tot zoover de Marine-vrouw.
Wy danken onze lezeres voor haar
inlichtingen en hopen, dat op deze wijze
verschillende van onze abonné's in re
latie kunnen treden met hun familie
betrekkingen in het buitenland.
doch als een weldaad. Namelijk de wel
daad van het nog offeren kunnen.
Geef en... geef met milde hand. Helpt
daarmede Uw mede-landgenooten, die
door den oorlog of andere oorzaken tot
pauperisme dreigen te vervallen. Laat
„Winterhulp" hen kunnen helpen, ook
met Uw bijdrage.
Zooals men weet, is het ditmaal geen
lichtgevend molentje, dat beschikbaar ge
steld Wordt voor hen, die minimum 20
cent schenken, doch zijn het sprookjes
figuren. Figuren, die iedereen kent en die
op bijzonder aardige manier zijn vervaar
digd.
Geeft... geeft vandaag nóg Uw bijdrage
aan deze collecte en bewijs hiermede soli
dair te zijn met Uw landgenooten, die tot
de categorie der „stille" armen behooren.
Ge yerricht dan. in deze laatste dagen
van het jaar 1940, nog een voortreffelijk,
en een zeer menschelijk Werk!
van 27 December 1940
Bevallen: H. van Schaik-van Zandbergen, z.
Overleden: Wed. A. Trap, geb. G. Numeijer,
70 jaar.
Th. S, U moet u met uw klacht tot de
politie wenden. Red. Held. Crt.
Meer dan honderd blyde gezichten.
Dat was gisterenmiddag een verrassing in
de Legerzaal aan de Spoorgracht. De leiders
hadden op dertig kinderen gerekend. Er kwa
men er geen dertig, geen veertig, geen
vijftig, geen zestig, maar meer dan honderd.
Waar ze vandaan kwamen in deze ontvolkte
stad, is eigenlijk nog het grootste raadsel en
hoe de jonge schare een plaatsje kreeg in de
feestelijk versierde zaal, was het oplossen
van een puzzle, doch toen we, om ongeveer
kwart over drie, ons hoofd om den hoek sta
ken, zaten ze allemaal, met stralende gezich
ten, met de „kopjes van moeder" in hun han
den. Die kopjes waren voor de dampende
chocolade, die in een hoek van de zaal op een
gaspit stond en waar zuster De Boer de wacht
bij hield.
Zr. Bansema liep met een schaal met bruid
suikers rond en deelde links en rechts haar
versnaperingen Uit. De kapitein, de leider,
stond met lijn confrater op het podium, hij
gaf het teeken van stilte en gaf een lied uit
en toen klonk het uit honderd kelen:
„Daar ruischt langs de wolken".
Men moet de zang op de Zuidstraat en aan
de Buitenhaven hebben kunnen hooren. Want
die stemmen van die jongens... Bazuinen zijn
het.
Er was een feestelijke stemming in die zaal
met al die kinderen. De legerofficieren hebben
er goed werk aan verricht, de kinderen uit de
buurt, beter is het misschien om te zeggen, de
kinderen uit Den Helder, dit late Kerstfeest
te bereiden. De zaal zag er zoo gezellig uit,
met zijn wit en zijn groen, met zijn verrassin
gen op het podium. Er werd gezongen en ver
teld. Het groote verhaal van Christus' ge
boorte, dat oud en altijd nieuw is, een vrij ver
haal, dat met spanning gevolgd werd. Kortom,
het was een feest voor de jeugd, om lang in
herinnering te houden.
In andere jaren was er in de Legerzaal de
uitdeeling van de Kerstpaketten. Dat kon nu
niet, men had niet mogen collecteeren. Na
tuurlijk is dit voor velen uit de buurt een
teleurstelling geweest, want niet alleen dat
pakket met al die levensmiddelen was een
vreugde, maar de avond van de uitdeeling
was een feest op zichzelf. Nog zou men trach
ten eenige verrassingen te brengen bij zieken
en bij die menschen, die het 't dringendst
noodig hebben.
Het Leger des Heils blijft actief.
Inlevering bonnen tarwebloem, rijst,
havermout, maizena, vermicelli
en gort
In het tijdvak van 30 December 19403 Ja
nuari 1941 moeten by
worden ingeleverd de
bonnen:
Bloembon 2
No. 43
No. 83
No. 93
No. 98
No. 88
den distributiedienst
volgende vervallen
tarwebloem,
ryst.
havermout,
maizena.
vermicelli,
gort.
Nog altijd zijn er stadgenooten, die slaap
plaatsen zoeken buiten Nieuwediep of die
trachten uit Alkmaar, Heiloo of nog verder
gelegen plaatsen, wat dichter bij honk te ko
men, omdat het hun te kostbaar wordt, zoo
ver van Den Heider te zitten.
Wij vertrouwen erop, dat vrienden uit de
omgéving, uit Breezand, Anna Paulowna en
Schagen niet zullen verzuimen hun woonge-
legenheden nog eens te inspecteeren, en
ruimte te maken.
Het is inderdaad een bedroevend ver
schijnsel, en getuigt van weinig mee
voelen met een groot deel van hun land
genooten, dat de gegoeden, over het al
gemeen, hun deuren hermetisch gesloten
houden. Zy hebben het financieel niet
noodig en het meeleven met de nooden
van hun gedupeerde landgenooten Is niet
zqo groot, dat ze zich iets van hun
egoistische genoegen willen ontzeggen
De inlevering van de bonnen van de bloem-
kaart moet geschieden op opplakvellen MD
268 in veelvouden van 80 stuks. De restee-
rende bloembonnen 1 (maximaal 79 stuks)
kunnen tezamen met bloembon 2 worden in
geleverd. Is de detaillist in bezit van bonnen
„één rantsoen tarwebloem", dan moeten deze
op opplakvellen MD 18 geplakt worden. Daar
deze bonnen, elk afzonderlijk, eenzelfde waarde
hebben als 8 bloembonnen, moeten op het
opplakvel MD 268 voor iedere rantsoenbon
8 vakjes van dit formulier worden openge
laten.
De vervallen bonnen voor rijst, etc. moeten
op opplakvellen MD 18 in veelvouden van 10
bonnen, met een minimum van 40 stuks, wor
den ingeleverd.
Bij de inlevering van alle boven,ermde
bonnen dient slechts één ontvangst! tD
210b te worden overgelegd.
De Leider van den Distributiedienst Den
Helder vestigt er de aandacht op, dat, in ver
band met den Nieuwjaarsdag, de inlevering
van bonnen als volgt zal plaats vinden:
Zij, die een codenummer hebben van:
1001 t/m 1999 leveren in op Maandag 30
December '40;
2001 t/m 2999 leverin in op Dinsdag 81
December '40;
3001 t/m 3999 leveren in op Donder
dag 1 Januari 1941;
4001 t/m 4999 leveren in op Donderdag
1 Januari '41;
5001 t/m 5999 leveren in op Vrijdag 2
Januari '41.
om de beschikking over hun geheele htiis
te hebben.
üfH L.i.y, ty, ijR ,4 - -t •■-.
Wij kunnen dit slechts betreuren, men
heeft door den toestand nog weinig geleerd.
Als we zien, hoe b.v. verschillende Heldersche
doktoren en hun gezinnen gehuisvest zyn,
hoe anderen zich moeten behelpen, kunnen
we niet begrijpen, dat men niet zooveel ge
meenschapsgevoel heeft, dat men iets van
zijn overtollige ruimte zou willen afstaan.
We blijven gaarne adressen noteeren.
Wij ontvingen nog een adres voor 4 6
nette menschen, aan den Rijksweg, dicht
bij Spoorhalte Koegras. Ledikant en bed-
degoed mede te nemen.
Het is in d'Amstelstad sedert on
heugelijke tijden altijd een goede traditie
geweest, dat door 's lands best gere
nommeerde gezelschap tooneelspelers
een opvoering gegeven wordt van het
zeer schoone en zeer abele spel, ge-
heeten „Gysbrecht van Aemstel" en wel
op den eersten dag van elk nieuw jaar.
Het is niet zoozeer in navolging op den
„Gysbrecht", dat wij thans het een en
ander willen opmerken, als wel op dat
andere spel, dat steeds n a den „Gys
brecht" komt en wel „De bruiloft van
Klorisz en Roosje". Hierin toch vond
men op „votksche" wijze gelegenheid
het booze wat geweest was weg te
hekelen en het goede, dat komen ging,
te loven.
Ook Den Helder staat over 'enkele
dagen op den tweesprong tusschen twee
jaren. Twee belangrijke jaren. En gaat
men stilstaan en ziet men achterorhme,
dan zijn et legio gebeurtenissen en
zaken, waarvan wij hopen in 1941 ge
spaard te mogen blijven. Om een wille
keurige greep te doen: wij hopen, dat
de distributie tot het verledèn zal gaan
behooren en dat we in plaats van
lawaaisausen margarine weer een
behoorlijk stuk vet en boter op tafel
krijgen. Wij hopen zeer gespaard te
blijven voor brand- en andere bommen.
Wij hopen weer terug te mogen keeren
in onze huizen en het buitenveld, hoe
schoon dat somwijlen mag zijn, vaarwel
te kunnen zeggen. Wij hopen, dat de
oorlog een einde zal nemen en dat er
vrede moge zijn, hier en in alle andere
plaatsen ter wereld. Wij hopen, dat de
menschen weer zichzelven zullen kun-
nen worden en niet boven hun thee
water blijven, zooals dat thans het ge
val is. Wij zullen ons verheugen over
de vriendschap, die er zal gaan heer-
schen tusschen de broeders van één
volk, die thans nog dolen in het heil
looze niemandsland tusschen verschil
lende politieke groepeeringen. Wij
hopen op het terugkeeren van normale
verhoudingen in het maatschappelijk
leven. Wij hopen, dat het altijd schamel
gebloeid hebbende cultureele plantje
opnieuw leven zal schieten in deze stad
van wind en water. Wij hopen, dat de
scholen weer bevolkt en de stoepen der
slagerijen weer ONTvolkt worden.
Wij hopen veel, zeer veel. Maar er
was ook nimmer hiervoor zooveel, dat
ons in den steek gelaten heeft.
Wij hopen den tijd weer te mogen
beleven, dat we alleen maar met de
zomer- en de Kerstvacantie in den trein
gaan zitten en niet iederen dag. Wij
hopen met meer te maken behoeven te
hebben met Kooy, Werf- en nog andere
treinen. Wij hopen geen uren meer te
baggeren door den slik en den modder
van het buitenveld en niet meer de pool-
koude te moeten doorstaan van deze
barre oorden.
Wij hopen weer thuis te blijven, yl
was het alleen maar om nog gedurende
lange jaren ons te verheugen over de
weelde van het thuis-zijn-bij-jezelf.
Want dat zijn we wel zeer, zeer intens
gaan beseffen.
Klorisz in Amsterdam wenscht veel.
Soms wenscht hij een uur lang. Het zou
ons weinig moeite kosten dezen tijd met
tien te vermenigvuldigen en er twintig
uur van te maken.
Wij zouden het kunnen hebben over
de stilstanden in de salarissen en het
uitblijven van verhoogingen. Over de
moeilijkheden die de veel kinderen tel
lende gezinnen hebben, over de misère
die er geleden wordt onder de ouden
van dagen, die verstrooid zijn in
Noord-Holland als de korrels van een
gerste-akker. Wij zouden wenschen
weer wit brood en versch vleesch te
mogen eten en niet iederen dag het
zelfde gammele rantsoentje, waarmede
een gezond mensch ternauwernood zijn
holle kies kan vullen.
Wij wenschen....
Wij wenschen....
Al Wenschende gaat men beseffen,
dat het heele leven eigenlijk één groote,
lange wensch is. Endat i s het ook.
Waren er geen wenschen meer, ons
leven 'zou zijn stuwkracht, zijn stimu
lans en een belangrijk deel van zijn doel
hebben verloren.
Wij begrijpen zeer wel, dat die
duizend wenschen, die we ons bewust
zijn en de negenduizend andere, die er
onbewust in ons zijn, niet alle in ver
vulling kunnen gaan.
Wij zijn nog n e t te nuchter om dit
aan te nemen.
Wat wij echter wel zouden wenschen,
dat is, dat het jaar, dat komen gaat, ons
zooveel zorgen bespare, dat het leven
inderdaad het leven waard is en dat het
ons behoedt voor tè zware stormen, tè
moeilijk te dragen moeilijkheden en tè
pijnigende onzekerheden.
Als wij d i t vragen, dan meenen
wij niet te véél gevraagd te hebben!
Wekenlang reeds ging het gerucht, aldus
lezen wij in „Onze Marine", dat een
onzer Nederlandsche onderzeebooten verloren
zou zyn gegaan. Wy kenden in ons land den
oorlogstoestand niet, en hebben de maat
regelen van verzwijgen, van tactisch opstellen
van berichten, van halve waarheden en heele
leugens, die de oorlog altijd kent, nooit door
gemaakt, voor we op den lOden Mei plotse
ling in den oorlog zaten en na vier dagen
harden strijd bezet gebied werden. Nimmer
in de geschiedenis van ons land hebben wij
een dergelijke positie doorgemaakt, dat een
deel van ons volk den oorlog bijna al weer
vergeten is en alleen de gevolgen van de
bezetting voelt, die dragelijker zijn, naar
mate de bezetter ons tegemoet treed, terwijl
een ander deel van het Koninkrijk nog volop
in den strijd gewikkeld is. Deze positie is
heel vreemd, vreemder voor ons Nederlanders
die de grondwettelijke ondeelbaarheid en de
onafhankelijkheidszin voor alle deelen van
het Rijk erkennen, dan b.v. voor Frankrijk,
België e. a„ die de koloniale gedachte voor
hun overzeesche bezittingen hebbèn vastge
houden. De oorlog duurt dus voort en wij,
die in Nederland achterbleven, blijven ver
langend uitzien naar berichten van hen, die
den strijd nog strijden.
Dat is niet alleen volkomen menschelijk;
als het anders was, zouden wij als volk geen
knip voor den neus waard zijn. De Duitscher,
die sterk het begrip Vaderland en Volksge-
nooten heeft gepropageerd en ontwikkeld,
zou reden hebben ons te minachten, indien
wy het medeleven en het medevoelen met de
zonen van ons volk, zelfs in den strijd tegen
Duitschland, zouden onderdrukken. Voor het
oogenblik zelfs het moge dan niet prettig
zijn voor de verhouding tusschen Nederland
en Duitschland lijkt ons de onverkwikke
lijke positie beter, dan wanneer onze over
zeesche gebiedsdeelen niet in handen van
Nederland zelve, doch in handen van anderen
zou zijn gevallen. Men denke daarbij vooral
ook aan de toekomst!
Ondanks dezen toestand dus, waarin we wei
nig of niets vernemen van wat er buiten
Nederland gebeurt, ging reeds wekenlang
het gerucht dat een onzer onderzeebooten
verloren zou zijn gegaan.
Hoe zoo'n gerucht ontstaat, weet niemand.
In Indië heeft men voor dergelijke geruchten
een goed woord: Kabar angin; nieuws, gedra
gen door den wind. Maar het gerucht werd
ontzettende werkelijkheid, toen begin Decem
ber een aantal familieleden het bericht ont
vingen, via hèt Roode Kruis, dat hun zoon of
vadêr WAS' igi&nèuvekï. De* overlijdensbericht
ten, die daarna door de familieleden in de
bladen werden geplaatst, vormen tezamen de
overtuiging, dat de gesneuvelden tot een
zelfde schip behooren, n.1. tot de onderzeeboot
Hr. Ms. „O 13". Waar en wanneer deze boot
vergaan is, valt voor ons moeilijk vast te
stellen. Ook daarover gaan geruchten; eener-
zijds dat de onderzeeboot getorpedeerd zou
zijn, anderzijds, dat het schip op een mijn zou
zijn geloopen. Eensluidend is het gerucht, dat
dit voor de bemanning en hun nabestaanden
zoo catastrophale gebeuren onder de Neder
landsche kust zou hebben plaats gehad. Half
December ongeveer, verscheen in de Neder
landsche pers een bericht, dat het Hoofd
kwartier van de Nederlandsche marine te
Londen het verlies van een Nederlandsche
duikboot bekend maakte". Dat verscheen on-
ongeveer een week, nadat door tusschenkomst
van het Roode Kruis de familieleden reeds
waren verwittigd. Maar het deed toch bij
sommige marinevrienden de vrees ontstaan,
omdat reeds wekenlang het gerucht van de
„O 13" liep, dat wederom een boot zou zijn
gezonken. Dat is gelukkig niet het geval. Het
gerucht en het bericht in de pers, dekken
elkander en slaan op dezelfde boot.
Wij leven in tijd van oorlog, de ontzettende
gevolgen er van dringen sterker tot ons door
naarmate wij er zelf dichter bij betrokken
zijn. En wij, marinevrienden, herdenken hen
in onze gebeden, die met Hr. Ms. „O 13"
sneuvelden voor het Vaderland, terwijl wij
onze deernis en medeleven betuigen met de
aldus getroffen familieleden van deze onder
zeebootbemanning.
GESPRONGEN WATERLEIDINGEN.
Gedurende de Kerstdagen heeft de politie het
druk gehad met gesprongen waterleidingen.
In verscheidene onbewoonde perceelen was
door de vorst de waterleiding gesprongen en
stroomde water weg. Dé politie verschafte
zich toegang en draaide de hoofdkraan dicht.
'MISHANDELD.
Een bewoonster van de Zwaanstraat deelde
mede, dat zij door een bewoner van de Anjelier
straat mishandeld was geworden.
HET GAAT DOOR.
De zwyntjesjagery gaat door. Verschillende
personen deen aangifte van vermissing van
hun rijwiel.
Verzekert Uw fiets voor 3 gulder per jaar.
B(j diefstal krjjgt U een nieuwe terug.
K. KOS, Koningstraat 76
onze advertentiekolommen
voor Uw inkoopen