DE GROOTSTE SLEEPREIS TER WERELD Absnoeert 0 op dit blad KRUSCHEN 99'C MxutinLeuwJ Met de „City of Singapore" van Melboutne naar Holland 't Vriest 4 gr aden Gelukkig Nieuwjaar KthJfc en T^endinq, ïUemuJ uit Wik Vrijdag 3 Januari 1941 Tweede Blad Hoe de „kattenrug" werd weggewerkt. Moeilijkheden legio WINTERHULPWNEDERIAND is dc girorekening van den Gemeente-ontvanger. Stort hierop Uw gavenvoor „Winterhulp". Burgerlijke Stand van Den Helder 7 Vertrek van brigadier Athenes Rhe umaiische pijnen IHt het polkie-rapport Goedkooper licht op Urk Visscherij n In ons nummer van 81 December j.1. beschreven w\j het eerste gedeelte van de zwaarste sleepreis die ooit gemaakt ls. Een reis, volbracht onder leiding van kapitein Moerman. Wy vervolgen hier het authentiek relaas dezer titanenreis, hetwelk van de hand is van een der opvarenden. Weinig bemoedigend. De beide sleepbooten, waarover het eerste artikel handelde, hebben wij te Melbourne verlaten, na hun aankomst op 11 Januari 1925. Na vertrek van hier kwamen zij op 14 Jan. te Port Adelaide aan, vanwaar het laat ste gedeelte hunner sleepreis rond de halve wereld zou beginnen. Het te sleepen stoom schip „City of Singapore", liggende In een der havens, werd eens bekeken, en de eerste Indruk was niet erg bemoedigend. Een ont ploffing had een verschrikkelijke ravage ver oorzaakt, de ketels waren van hun fundatie losgerukt en lagen als oud vuil in het ketel- ruim. De machinekamer was niet meer te herkennen, alles aan stukken en brokken en door elkaar gesmeten, het stuurgerei ter ziele, in 't kort, de geheele midscheeps was ver nield. De dekken waren op deze hoogte af gescheurd en de huidplaten eveneens, en het schip had eenigszins een katterug gekregen. Reparatie uitgesloten. Gebleken was reeds, dat, om het schip af doende te herstellen, het moest worden ge dokt, waarvoor te Port Adelaide geen gele genheid was. De kosten, verbonden aan het voorloopig zoover zeeklaar maken, dat het kon worden gesleept naar een Australische haven waar wel dokgelegenheid was, waren reeds zeer hoog, zoodat hiermede en met de totale herstellingskosten een zoodanig be drag was gemoeid, dat de reparatie in Aus tralië was uitgesloten. Het trof nu toevallig, dat de Hollandsche sleepbooten in dit werelddeel waren beland, en er dus een kans bestond het schip naar Europa te doen sleepen. Deswege had een Rotterdamsche Scheepswerf een Engelsch- inan, den heer- Russel, uitgezonden, om te onderzoeken of een tijdelijke reparatie, vol doende om den overtocht te kunnen maken, kon worden uitgevoerd, en deze heer werd dan ook door ons in Port Adelaide aange troffen. Na gezamenlijk overleg, bleek, dat dit kon gebeuren en dat hiermede het schip in zoo verre weer zeeklaar zou zijn dat er van de zijde der sleepbooten geen bezwaar was om het te sleepten. De bestemming zou dan wor den Rotterdam. Werklieden van den wal, ge assisteerd door de bemanningen der sleep booten, zouden het werk uitvoeren. Hoe 't wèl kon... Om te beginnen werd toen het schip van de ligplaats versleept naar een zijtak der ri vier, waar het met laag water, op een zand- bed, over de geheele lengte op den grond zou komen te liggen. Het doel hiervan was, dat het dan haar oude vorm weer zou terug krijgen en de katterug verdwijnen. Terwijl het dan gedurende laag water aan den grond lag zouden over de breuk in de midscheeps voor loopig twee zware stalen dubbele T-balken worden gelegd en geklonken. Deze moesten dan bij rijzend water het schip in den vorm houden, terwijl dan later meerdere dergelijke balken zouden worden aangebracht om voor tijdelijk langsverband te dienen. Suooes! Na zeer veel moeite (de winches konden niet worden gebruikt), werden alle gereed schappen en materialen op dit hooge, leege schip aan boord geheschen. Daarna werd ge past en gemeten en gaten geboord om de eer ste verbinding der stalen balken te kunnen klinken en dit alles gereed zijnde, werd van een laag water getij gebruik gemaakt, dit werk te volbrengen. Door de secure voorbe reiding kwam het klinkwerk op tijd gereed voor het schip weer ging rijzen, en met spanning werd afgewacht of de balken het zouden houden. Eenige klinknagls sprongen, doch dit was alles wat er gebeurde en de hoofdzaak was bereikt. Men kon toen door gaan met het aanbrengen der andere balken, waardoor het schip over de breuk in de mid scheeps een prachtige steun kreeg. Deze ma nier, uitgevonden door den hiervoor genoem den heer Russel, voldeed prachtig. Met deze werkzaamheden waren echter reeds eenige weken verstreken, en men was nog lang niet gereed, er moest nog veel meer gebeuren. Ter hoogte van de scheuren in den buitenhuid werden binnenboord kisten getimmerd en later gevuld met cement, en buitenboord werden nieuwe platen er over heen geklonken. Toen dit alles gereed was, leek het schip (Erbij vermelden: „Voor Winterhulp Nederland"). weer heel wat, en werd het weer terugge sleept naar de oude ligplaats, waar de eerst ontscheepte inventaris, of wat er van over was, weer aan boord werd genomen. Inmid dels was gebleken, dat de donkey-ketel nog te gebruiken was, waarna een nieuwe stoom- leiding naar de ankerspil werd gemaakt, zoo dat deze tenminste gebruikt kon worden. Het stuurgerei was. zooals gezegd, hopeloos de fect en daar dit toch niet zou kunnen wor den gebruikt, werd het roer tusschen zware hoekijzers vastgezet. Hiermede werd voorko men, dat gedurende de vele dagen, die vóór de zee gesleept moesten worden in Zuidoostpas saat en later de Zuidwestmoesson, dit zou loswerken en op deze manier had men er wel geen voordeel van, maar waren er ook geen kopzorgen meer over. De tijd ging echter on der al deze bedrijven door, en het was reeds begin April geworden toen over vertrekken kon worden gedacht. Geen risico. Dit vertrek had reeds tot veel gepeins aan leiding gegeven. En het weer zeeklaar maken zooveel tijd in beslag had genomen, zou de In dische Oceaan moeten worden overgestoken in het hartje van den Z.W.-moesson, zoodat het aanloopen van Colombo was uitgesloten. Tevens was men er heilig van overtuigd, dat mèt het groote leege schip van ongeveer 7000 B.R.T. geen risico kon worden genomen en dat er voor moest worden gezorgd om onder de Afrikaansche kust te komen, zoodanig, dat gebruik kon worden gemaakt van wind en stroom der moesson. Het dichtst bijzijnde bun kerstation na Fremantle zou dan worden Mauritius. Dit beteekende wel een groote omweg, maar was toch altijd te verkiezen boven maandenlang wachten met vertrek tot de Oostmoesson weer zou doorkomen. Feite lijk was dus reeds besloten de reis aldus te maken toen het s.s. Aagtekerk, kapt. Fries, te Port Adelaide, binnenkwam. Deze deed tij dens een gesprek het idee aan de hand, een in zijn bezit zijnde detailkaart der Chagos- eilanden eens te bekijken. Dit werd gedaan en toen bleek een der eilandjes, Diego Car- cia, een prachtige baai te hebben, doch geen kolenstation te zijn. Dit bezwaar kon echter worden ondervangen door in het te sleepen stoomschip kolen te laten, welke dan in Diego Carcia door de sleepbooten konden worden overgenomen. Tevens beteekende deze route een groote bekorting van den weg, anders via Mauritius af te leggen. Na gedachten- wisseling met de Reederij, werd toen besloten de route aldus te nemen, en werden eenige honderden tonnen kolen in het stoomschip ge laden. De runners, die eerst op het dok wa ren geweest en later over het baggermate- riaal werden verdeeld, vormden nu de beman ning hiervan, terwijl de stuurman yan de W. Barendtz tot gezagvoerder werd gepromo veerd. Onder de bemanning was nog iemand met diploma, zoodat deze weer de plaats van bedoelden stuurman kan innemen. Gedrost! Het vertrek werd nu vastgesteld op 11 April, des morgens vroeg. Toen bleek echter, dat voor eenige jonge kerels de verleiding te sterk was geworden, bij het uitporren ble ken hun kooien leeg. Ze waren verdwenen, aangelokt door de hooge Australische loonen of misschien meer nog vastgehouden door hun Australian sweetheats. Hoe dan ook, ze waren weg, doch nog geen uur nadat dit be kend was geworden, was er overvloed van „sailors", die hun diensten kwamen aanbie den. Deze waren reeds eerder van verschil lende schepen gedrost, doch hadden weer ge noeg van Australië en wilden weer graag te rug. Hiervan werden een Schot en twee No ren aangenomen, en kon dus toch nog dien dag vertrokken worden, en nu „homeward bound", met Fremantle als eerste aanloop haven. Zonder ongevallen werd deze haven in 14 dagen bereikt, het gesleepte schip hield zich goed en maakte weinig water, met een aan boord opgestelde motorpomp kon dit ge makkelijk worden bijgehouden. Hier werd bijgebunkerd en tevens de pro viand aangevuld voor zoover noodig, en daarna weer een aanvang gemaakt met het tweede gedeelte der reis. thans naar Diego Carcia, een afstand van ongeveer 2800 mijlen. Daar dit gedeelte echter zou worden afgelegd bijna geheel om den Z.O.-passaat, dus vóór den wind, en de grootste sleepboot voor ruim 40 dagen kolen aan boord had, was er niet het minste bezwaar tegen. De reis verliep dan ook prachtig, uitgezonderd het sterke gieren van de sleep. Dit was zoo erg, dat men daar aan boord af en toe de boordlichten der sleepboot kon zien, doch men wist, dat dit onvermijdelijk samenging met voor den wind varen en dat bij minder bries ook het gieren minder zou worden. De sleeptros was op de ankerketting gestoken, en af en toe moest de schalm, die meest op den steven kwam, worden weggevierd en verwisseld, daar deze tijdens het gieren krom trok. Dat dit gebeurde met schalmen der ankerketting van een 7000 tons schip, toont wel aan hoeveel kracht er dan opkwam. Het eerste artikel werd opgenomen ln ons nr. van Dinsdag 31 December. van 2 Januari 1941. BEVALLEN: J. HomburgBlokker z. ONDERTROUWD Koomen. A. Been en M. C. GETROUWD: R Ruiten en M. van Baar. OVERLEDEN: M. Boekei, wed. W. Sl#- kerman, 75 jaar. Op oudejaarsdag is brigadier A. Abbenes door commissaris Van der Hoeven en zijn collega's een sympathiek afscheid bereid in verband met zijn pensioneering per 1 Januari j.l. 19^1. Zooals men gisteren gelezen heeft, ontbrak het op dit feestje niet aan waardeering voor den vertrekkenden brigadier. Op de foto ziet men, van links naar rechts, inspecteur Schipper, Commissaris Van der Hoe ven, brigadier Abbenes, mevrouw Abbenes en inspecteur Vrije. Tegen de tafel aan ziet men de kleur-ets, die aangeboden is. Foto Verbetj. Den Helder als „wlater-oord". t Is winter En zoo koud, dat heel Nieuwediep, of het nu tot de blijvende „Piet ïteynen", dan wel tot de heengegane „klein-harti- gen" behoort, een duik genomen heeft ln de kleerenkast en daaruit de garderobe opgesnord heeft, welke weliswaar tien jaar op de mode ten achter is, doch waarvan men weet, dat ze warm is. Heel Den Helder zoekt naar warmte. Er is vrijwel niemand, of hij tracht, hetzij door het verkrijgen van meer brandstof, hetzij door het aantrekken van meerdere kleeren, zich eenige graden e*tra warmte toe te dienen. In de plantsoenen en parken staan de boomen als naakte creaturen. De takken reiken, als in een eindelooze bede om ver lossing uit de intense kou omhoog. Een enkele vogel zit op die takken en blaast zich, misschien ook al van de kou, bol. En de veertjes wapperen in den wind. 't Kanaal ligt dichtgevroren. Dat is, als het nog duister is, en dat is het grootste deel van den dag, een somber gezicht. Eens stonden rondom dat kanaal licht- zuilen en op het ijs schaatste een vroolijke bevolking van een gezellige stad. Dat behoort tot de herinnering aan weleer. 't Is eenzaam in Den Helder en die eenzaam heid doet ons de koude nog meer gevoelen. Vooral des morgens, als de eerste treinen bin nenkomen. En de uitgang bij het station doet denken aan het klepje van een volière, waaruit een school vogels de vrijheid gegeven wordt. In het Marsdiep ligt het ijs. Kleine en groote schotsen kruien op en over elkaar. Het pakijs schuurt langs de bazalten keien, en ritselt, bij het kantelen en wentelen op geheimzinnige wijze. Soms drijven enorme wolkenbanken over Den Helder. Het zijn sneeuwwolken en ieder oogenblik verwacht men, dat bij deze vorst ook nog het sneeuwkleed zal komen. Wat het verloop van de koude betreft, men kan zeggen, dat het het geheele jaar reeds gevroren heeft Dat wil zeggen: sedert oudejaarsavond is het kwik nog niet boven het 0-punt gerezen en er is alle kans dat deze vorstperiode nog wel eenigen tjjd zal aanhouden. Ge zien althans de barometer, die nog steeds aan het oploopen is. Gistermorgen vroor bet, by styjven wind. 5 graden, doch tegen den middag werd dit 2/j graad. Later, tegen den avond dus, nam de koude weer toe tot ongeveer 4 graden. Ook vandaag zal de temperatuur wel op en neergaan, maar met vrty groote stelligheid kan worden aangenomen, dat we vooreerst nog wel ln de koude zullen biyven zitten. Temeer waar de wind in den Oosthoek zit. Wy schatten de sterkte van den wind op ongeveer 8, hetgeen dus nogal be hoorlijk is. Gisterenavond laat en in den voornacht zijn er enkele sneeuwbuitjes geweest. Over Texel hing een zwaar wolkenzwerk en het was hieruit dat ook verschillende sneeuwbuien neerkwamen. Resumeerende kan worden gezegd, dat er alle kans is op sneeuw en eveneens alle kans op aanhoudende vorst. Voor een groot deel der Heldersche bevolking geen prettig vooruitzicht. Laat ons dus hopen, dat deze voorspel lingen ditmaal eens niet uitkomen en dat èn de vorst èn de sneeuw zoo spoedig mogelijk verdwijnen. Bij de vele misère van dezen tijd kunnen we een strengen winter best missen! De directe oorzaak van Uwe I» onzuiver bloed. Neem die oorzaak weg; doe een bloedzuiverende kuur met Kruschen Zout. Het de onzuiverheden in Uw bloed zullen ook Uw pijnen ver dwijnen, radicaal en langt natuurlijken weg. B( alU apoth. en droj. 1.42, 1.47 0.74, 0.41, p. Mijn beproefde reis genoot en, 'k Wensch U allen met elkaar veel geluk en heel veel voorspoed in het pas begonnen jaar. Samen zijn we door het oude met veel moeite heengegaan en voor niemand zijn die maanden zonder leed voorbijgegaan. Ieder bracht zijn eigen offer op het altaar van den tijd; zelfs ik met zooveel ervaring raakte er soms den draad door kwyt: 'k Loop niet meer zoo vlug als vroeger, 'k Ben soms knapjes over tijd en 'k mis 's avonds in het donker veel van mijn gezelligheid. 't Spjjt me, beste reisgenooten veel meer dan ik zeggen kan, maar U allen kent de reden en U weet er alles van. Ik, die meer dan honderd jaren door de wereld ben gegaan, ik beloof dat ik m' ook nu niet uit het veld zal laten slaan. 'k Dank U voor XJw medewerking in het jaar dat henenging. 'k Houd Uw aller medeleven dankbaar in herinnering. En ik hoop dat U ook verder, ii» het nieuw begonnen jaar mg blijft steunen en begrijpen, want dan helpen wy elkaar. Samenwerkend komen we allen 't best de moeilijkheden door! Nogmaals, veel geluk en voorspoed van Uw lotgenoot. H.S.T. Spoor. WAT HET KERKGEBOUW WEL EN NIET IS In het Gereformeerd kerkblad van Leeuwar den wordt duidelijk gemaakt wat het kerkge bouw niét en wat het wèl is. Wat de kerk niet is? Het kerkgebouw is geen slaapkamer, waar men gaat zitten om er te dutten, half of heel. Geen collegezaal, waar men alleen voor het verstand voedsel zoekt. Geen modewinkel, waar men nieuwe hoeden en japonnen bewondert, afkeurt en elkaar benijdt. Geen bewaarschool, waar men de kinderen heenstuurtom ze ander half uur kwijt te zijn. Geen concertzaal, waar men komt alléén voor zang en orgel. Geen rechtsgebouw, waar men over anderen oor deelvellingen aanhoort. De kerk is: Wèl een Godshuis, waar men God ontmoet en eert. Wèl een bedehuis, waar men zijn ziel voor den Heere mag uitstorten. Wèl een rusthuis voor vermoeiden en belasten. Wèl een troost- huis voor elke neergebogene ziel. Wèl de af spiegeling van het Vaderhuis hier boven. DE EENHEID DER KERK. Dr. L. D. Terlaak Poot schrijft in het offi cieel weekblad der Nederlandsche Hervormde kerk over de eenheid der kerk onder meer het volgende: „Wij moeten elkaar leeren zien en opnieuw vinden als Hervormden! De huidige organisatie onzer kerk maakte haar belijdenis tot een bevroren crediet en wij zijn hoe langer hoe verder uit elkaar gaan denken en leven. Nu moeten wij elkaar zoeken en vasthouden, nief als verschillende religieuse en theologische typen (want dit is kerkelijk onverschillig: als Hervormden worden wij verondersteld ge schaard te staan rond het vaandel onzer kerk!) maar als kerkeleden, die dus een historische en actueele gegevenheid tegenwoordig stellen; vergroeid; gedifferentieerd; maar, met een ge- meenschappelijken voedingsbodem en wortel stok, die ons draagt; de geestelijke realiteit van wat door de belijdenis beleden is". DE JONGEREN ALS GIDSEN. Op Oudejaarsavond zal in de Nederlandsche Hervormde kerk te Velsen als naar gewoonte een kerkdienst gehouden worden. Men is er in geslaagd het gebouw behoorlijk te verduisteren. De leden van de vereeniging van Jong-Her- vormden zullen als gidsen optreden om de kerkgangers naar de kerk en na afloop van den dienst weer naar huis te geleiden. WAAR IS DIE FIETS? Een bewoner van de 1ste Vroonstraat deed aangifte, dat zijn rijwiel, dat hij even onbe heerd aan den Fortweg had laten staan, spoorloos verdwenen was, Wie weet daar meer van? Verzekert Uw fiets voor 8 gulder per jaar. By diefstal krygt U een nieuwe terug. K. KOS, Koningstraat 76 BELEEDIGING. Klacht van beleediging werd gedaan door een bewoner van de Spoorstraat. Het feit werd gepleegd door een bewoner van de Hugo de Grootstraat. INGEBROKEN. Het blijkt, dat langvingerige elementen nog steeds hun handen niet thuis kunnen houden in Den Helder. Thans werd weer, bij afwezig heid van de bewoners, ingebroken in een wo ning aan de Celebesstraat. O.m. werd vermist een fiets. Een onderzoek wordt ingesteld. Niettegenstaande de minder gunstige tijds omstandigheden heeft de raad der gemeente Urk, op voorstel van het Comité voor Gemeen tebelangen, besloten de tarieven voor het electrisch licht belangrijk te verlagen. B. en W. hadden als voorwaarde gesteld, dat zich vóór 1 Januari '41 180 nieuwe verbruikers moesten laten aansluiten. Dank zij de activiteit van het comité is aan deze voorwaarde voldaan en kon de verlaging ingevoerd worden. BURGERLIJKE STAND. GEBOREN: IClasina, d. v. E. Zoen en H. Schraal; Marretje, d. v. K. Kronen en G. Ma- zereeuw; Reinier, z. v. K. Romkes en J. A. Loosman; Albert, z. v. J. van Veen en J. de Boer; Jannetje, d. v, R. Nentjes en E. Koffe- man. GEHUWD: P. C. de Jager en J. Ruiten. SIMULTAAN WEDSTRIJD IN HET SCHAKEN. Voor het eerst is op Urk een simultaan wedstrijd in het ochaken gehouden. De voor korten tijd op Urk opgerichte schaakvereeni- ging verkeert in een zeer bloeienden toestand. De bekende schaker Jan Bos, van Medem- blik, welke voorheen kampioen schaker was van den West-Frieschen Schaakbond, speelde 16 partijen. Twee partijen werden verloren. Er werd 1 partij remise gespeeld. KERKERA ADS VER KIEZINGEN. In de Chr. Ger. Kerk heeft de verkiezing voor ouderlingen en diakenen plaats gehad. Voor ouderling is herkozen F. Posrt en voor diaken J. ten Nafel Hzn. Voor de Ger. Kerk zijn als candidaten voor ouderling gesteld: C. van Eerde, J. E. Hak- voort. I. Koffeman, Hessel Romkes en W, Schraal. Voor diaken: Jurrie Brouwer, Albert Hoek man, Willem Pasterkamp en Andries Ras. Urk 1 Januari. Door eenige visschers werden eenige netten onder het ijs gehaald. Aangevoerd 167 pond snoekbaars, van ,650 pond per vaartuig, prijs 7071 ct. per pond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5