N1PPER EN PELLE
SINGAPORE
Het meisje
Wat zit er in
bloembollen
in de taxi
Radioprogramma
FEUILLETON
P. G. WODEHOUSE
Narcissenbollen slechts na lang
inkuilen voor veevoer geschikt.
VOEDINGSWAARDE EN GEBRUIK.
Het Noordhollandsch Veevoederbureau
•chrijft ons:
De verschillende bloembollensoorten, aJ-
dus het Veevoederbureau hebben het navol
gende gehalte:
droge stof ehvitacht. *t. zetmeel-
(totaal) waarde
tulp 40.8 3.8 31
narcia 35.5 2.5 27
hyacinth 28.3 2.4 21 9
gladiolus 31.3 3.0 23 8
erocus 51.1 5.2 38 8
Iris 44.3 4.5 81.0
Tulpen. Deze werden ifi de praktijk
vaak gevoerd, zonder ooit nadeel te veroor
zaken, terwijl ze goed opgenomen worden.
aar ze evenals de andere bloembollen hun
voedingswaarde grootendeels ontleenen aan
het gehalte aan zet meelachtige stoffen, lee-
nen ze zich dientengevolge beter voor mes
ten, dan voor melken. Wel zijn ze ook voor
melkkoeien te gebruiken, echter in geringe
re hoeveelheden. Het vorige jaar werden ze
gekookt of gestoomd ook vaak aan varkens
gevoerd.
Narsissen. Deze bevatten een giftig
alkaloid, waardoor versche narcissen als
veevoer ongeschikt zijn. Het.koken van deze
bollen om de giftige stof weg te krijgen
geeft niet. Bij informaties aan het Rijks-
landbouwproefstation te Maastricht deelde
men ons mede, dat Narsissen die minstens
één jaar waren ingekuild zonder bezwaar
konden worden gevoerd Dit kwam ook over
een met de ervaring ons bekend van een
veehouder. Volgens genoemde informatie
schreef Prof. Dr. E. v. Slogteren Dir. van
het Laboratorium voor Bloembollenonder-
zoek te Lisse o.m., „dat gebleken was dat
narsissen die een jaar ingekuild waren ge
weest, zonder nadeel vervoerd konden wor
den. Dit was op vrij groote schaal gebeurt
zonder aanleiding tot klachten te geven.
Wel kwamen er deze zomer enkele klachten
maar bij persoonlijk onderzoek bleek, dat
hier weer narsissen waren gevoerd, welke
slechts enkele maanden ingekuild waren ge
woest."
Het schijnt dat de giftige stof bij het in
kuilen oplost in het zwak zure kuilvocht
en daarmee wegzakt, in den bodem.
Hyacinthen. Deze bollen schijnen ook
bruikbaar te zijn als veevoer, vooral na
koken en afgieten van het kookwater. De
heer Ir. Jacq Timmermans deelt hiervan in
het boekje: „Raadgevingen voor thans op
het gebied der veevoeding" zonder meer
mee, dat men er net zooveel van kan voe
ren als van aardappelen, mits men de die
ren er langzaam aan went.
Gladiolus. Volgens een mededeeling
van het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn
werden de ongebroken gladiolenbollen met
tegenzin gegeten. Bij een andere proef werd
de dieren een hoeveelheid gekookte bollen,
waarvan het kookwater was weggegooid,
voorgezet. Hoewel de bollen gaar waren,
bleek de wrange, scherpp smaak niet ver
dwenen te zijn en werd het voedsel nauwe
lijks aangeraakt. Zelfs in fijngemaakte toe
stand, gemengd met krachtvoerpap werd
het grootste gedeelte der pap niet gegeten.
Hoewel de dieren op deze laatste manier
tenslotte 10 kg. bollen per dag per dier op
namen zonder nadeel, moet in verband
met de duidelijke tegenzin betwijfeld wor
den, of deze bollen een gangbaar voeder
middel zullen worden.
Crocus. Deze bollen schijnen evenals
de tulpenbollen onschadelijk te zijn. Met
kleine hoeveelheden beginnen achten wij
ook hier gewenscht.
Irissen. Ook irissen schijnen schade
lijke stoffen te bevatten waardoor men bij
de versche bollen de allergrootste voor
zichtigheid in acht moet nemen. Er is ons
238.
S. O. 8.!
1. De staart van de krokodil
slaat als een reusachtige
propeller in het water, dal
het schuimt.
2 Kurrki besluit echter voor
alle zekerheid zijn hulptroe
pen op te roepen.
3. En hier vangen de gewei
dige oren van Jumbo he
doffe geroep van Kurrki op
239.
Jumbo heeft bange vermoedens
1. Jumbo vliegt door het
dichte struikgewas van het
oerwoud, want Kurrki zal
wel niet tevergeefs om zijn
trouwen vriend geroepen
hebben.
2. Zonder te aarzelen loopt hij
in de richting van het ge
luid het water in.
door
43
„Ik kan geen adem krijgen," klaagde de
zwaarbeproefde Jongen.
„Je blaast als een Noordkaper." Keggs
schudde zijn hoofd afkeurend. „En die Reggie
Byng van jou is er zoo van door gegaan, wat
zeg je er van. Het zal je wel leeren, om een
volgenden keer wat minder lichtzinnig te
wedden. Het idee van een kind als jtj, dat de
brutaliteit heeft, van zich zoo naar voren te
dringen."
„Praat niet van m ij n Reggie Byng! I k
heb hem niet getrokken."
„Nou jongetje, we behoeven niet alles van
voren af aan op te halen. Je vondt het best
en hadt er niets tegen in te brengen, toen
de eerlijke ruil werd voorgesteld, dus hij ia
in alle opzichten Jouw Reggie Byng. Ik
hoop, dat je hem een huwelijkscadeau zult
zenden.
,En jij met al je struikjrooverspraktijken,
bent er geen haar beter aan toe dan ik!"
„Mijn wat?"
„Je hebt wel gehoord, wat ik zei."
„Laat het me niet weer hooren. Het idee!
Als je er wat op tegen hadt gehad, om dat
papiertje SLf te staan, waarom het dan niet
intijds te kennen gegeven? En wat bedoel Je
met te zeggen, dat ik er geen haar beter aan
toen ben dan jjj
„Daar heb ik mijn reden voor."
„Je denkt, dat je die hebt, dat is heel wat
anders. Ik geloof, dat jtj je verbeeldt, dat jpe
een einde hebt gemaakt aan een zeker zaakje,
door stiekum brieven weg te moffelen, die jou
toevertrouwd waren.
„Dat heb ik nooit gedaan!" riep Albert uit,
met zoo'n schrik, dat bijna elf borden in stuk
ken waren gevallen.
„Hoe dikwijls moet ik je wel zeggen,^ om
toch voorzichtig met die borden te zijn?" zei
Keggs barsch. „Wie denk Je, dat je bent
een goochelaar uit een variété, om er zoo mee
geval bekend, waarbij 20 kg. versche
!>olIen gevoerd aan 13 melkkoeien heftige
diarrhee veroorzaakte. Er zijn ons .echter
een paar ervaringen bekend, waarbij men
versche bollen kookte (het kookwater weg
gooien). en hiervan 4 kg. zonder nadeel
aan volwassen dieren verstrekte. De eene
veeihouder gaf ze naast bieten, waarbij de
mest wat dun werd, de ander naast enkel
hooi, waarbij geheel geen afwijkingen ge
zien werden.
Een veehouder, die het vorige jaar iris
sen heeft ingekuild, geeft hiervan dit
jaar aan volwassen mestkoeien reeds ge-
ruimen tijd 5 6 Kg. gekuilde rauwe
bollen. Bij verhooging van dit kwantum
werd de mest te week. terwijl zelfs spoe
dig daarna diarrhee optrad. Werd de hoe
veelheid dan weer verminderd, dan her
stelde zich dit echter weer spoedig. De eet
lust wa.s dan echter een paar dagen on
voldoende, zoodat deze hoeveelheid vrijwel
als het maximum is te beschouwen. De
hollen werden gewoon in den grond ge
kuild, helVhen 4 5 dagen gestaan voordat
ze afgedekt werden. 7e waren dus warm
geworden, hierna werden ze afgedekt met
40 k 50 c.M grond. De kanten waren on
geizet met grond. Bij 'hot openen der kuil
niet te groote hoeveelheden nemen, omdat
vrij spoedig schimmel optreedt. B^fer is
het om de 4 ft 5 dagen weer een nieuwe
strook te nemen. Met varkens had men
geen ervaringen opgedaan.
Ervaringen trit de praktijk met verschil
lende bloembollensoorten vernemen wij
steeds gaarne.
Het Noordhollandsch Veevoederbureau.
Landbouwhuis. Alkmaar.
Een nieuwe stad, sleutelpositie
voor alle mogendheden.
De stad Singapore, velen Nederlanders
welbekend, is een moderne wereldstad. Al
le schepen tusschen Europa, Afrika, West-
Azië en Indië moeten er voorbij. Een zee
macht, die Singapore als vlootbasis bezit,
kan het geheele verkeer in den Stillen
Oceaan beheerschen.
Wat den handel betreft, is Singapore de
transito-haven van een der rijkste grond-
stofgebieden der aarde De schatten van
N'ederlandsch-Indiö en van Malakka
drie kwart van de wereldproductie aan
tin. 80°/o van die aan rubber op aarde,
machtige ijzer-, wolfram- en bauxitmijnen,
de petroleumbronnen van Borneo en Su-
matra dit alles behoort tot het macht-
gebied van Singapore. De banken en han
delshuizen van deze metropole, waar de
schatten van Nederlandseh-Indië en Ma
lakka in goud worden omgezet, bewij
zen het.
De geschiedenis dezer stad is pas onge
veer honderd jaar oud. In 1919 vierde zij
haar hondersten verjaardag en beheersch-
te toen reeds den handel van geheel Zuid-
oost-Azië. In 1923 begon Engeland van de
haven het krachtigste steunpunt voor de
vloot te maken Deze plannen konden ten
gevolge van den tegenstand der liberalen
en der arbeiderspartij in het Engelsche
Lagerhuis pas in 1930 in vollen omvang
uitgevoerd worden.
Thans is Singapore wellicht de geweldig
ste vesting ter wereld. De oorlogshaven,
gelegen in het noorden van het eiland aan
de straat van Johore, die Singapore van
het vastehind scheidt, werd in 1938 met de
inwijding van het groote droogdok, dat
55.000 ton kan heffen en door Nederlarid-
sche booten van Engeland werd gesleept,
geopend.
Singapore wordt door sterke artillerie
beschermd. De vestingen liggen op het
eiland Blakangmati en aan de straat van
Johore.
De Engelsche vloot, waarvoor de oorlogs
haven indertijd gebouwd werd, heeft haar
ligplaats echter nog niet kunnen innemen.
De staatkundige toestand in Europa maak
te het voor Engeland- onmogelijk, groote
srnaldcelen uit Europa weg te zenden Daar
door waren met uitzondering van de in-
en uitloopende schepen, die tot de zwakke
Engelsche-, China-, Australië- en Indië-es-
kaders behooren, in de haven van Singa
pore geen oorlogsschepen gestationneerd.
liet is de vraag, of onder de gegeven om
standigheden Engeland nog eens in staat
zal zijn, een werkelijke oorlogsvloot in Sin
gapore te onderhouden.
Sinds 1932 bevindt zich te Singapore ook
het kommando van liet luchtwapen „Verre
Oosten". De luchtstrijdkrachten zijn zeer-
sterk en worden nog steeds uitgebreid.
De infanteriebezetting van Singapore is
van één regiment in het jaar 1933 tot vijf
divisies gestegen. Een smalle kunstmatige
dijk met straatweg en spoorlijn verbindt
het met het vasteland van Azië en met
Britsch Malaya. Uit Noord-Malaya en uit
Thavland (Siam) komt de voeding voor
600.000 menschen, die de vesting Singapore
herbergt. Wanneer deze verbinding zou
kunnen worden afgesneden, zou Singapore
moeten verhongeren. De infanterie is voor
de groote vesting dus zeer belangrijk, daar
zij den weg voor den levensmiddelenaan-
voer moet vrijhouden.
Het is begrijpelijk, dat deze sleutelposi
tie voor alle mogendheden, die handels-
of politieke belangen in dit deel van de
wereld hebben, van groote waarde is. Het
bezit van Singapore zal erover heslissen,
of Engeland ook in de toekomst de heer
schappij over den Stillen Oceaan zal kun
nen behouden.
ZATERDAG 4 JANUARI 1941.
Hilversum I. 415 m.
Nederlandsch Programma. KRO.
8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek
8.30 VARA-Almanak).
10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuzlek (12.30—12.32 VARA-
Almanak).
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP,
1.00 VARA-orkest.
2.00 Vragenbeantwoording over Beeldende
Kunsten.
2.15 Gramofoonmuziek.
3.00 Tuinbouwhalfuurtje.
3.30 Variatie-concert.
4.30 „De kok in de keuken", causerie.
4.50 Gramofoonmuziek.
5.00 VPRO: „Onder de kansel", toespraak.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 VARA-orkest (6.006.15 „Van staat en
maatschappij", lezing).
6.42 VARA-Almanak.
te smijten? Ja, van dien brief weet-ik alles
af. Je dacht, ongetwijfeld, dat je he.el slim
was. Maar laat ik het je maar vertellen, ellen
dige kwajongen, dat niettegenstaande al je
gekuip, her ladyship en mr. Bevan een paar
dagen geleden een heelen tijd samen hebben
gepraat. Ik had je al doorzien, en daarom
heb ik me er mee bemoeid en de ontmoeting
bewerkstelligd."
Albert was geïmponeerd, of hij wilde of
niet. Hij had zijn meerdere gevonden, iemand,
tegen wien hij niet opgewassen was.
„Ja, dat deedt je!" speelde hij klaar, om
op ongeloovigen toon te zeggen, maar in zijn
hart was hij niet ongeloovig. Albert kreeg
een vaag gevoel, dat jaren zouden moeten
verloopen, vóór hij op verstandelijk gebied in
staat zou zijn, den strijd aan te binden tegen
een zoo groot strateeg.
„Ja, dat heb ik zeker gedaan!" zei Keggs.
„Ik weet niet, wat ze samen bepraat hebben,
want ik ben er niet bij geweest, maar ik
twijfel niet, of alles is naar wensch gegaan."
„En dat zal jou een heeleboel helpen, want
hij mag niet in huis komen."
Over het vollemaansgezicht van den butler
straalde een vriendelijke glimlach.
„Als je soms op Mr. Bevan doelt, kwa
jongen, laat ik je dan vertellen, dat het niet
lang meer zal duren, of hij wordt een dage-
ljjksche, in alle vormen genoode gast op het
kasteel."
„Het mocht wat!"
„Nu, heb Je lust, om er nog eens vijf shil
ling» om te verwedden?"
Albert krabbelde achteruit. Hij had genoeg
van weddenschappen, waar de butler in be
trokken was. Overal, waar die intrigant zijn
neus in «tak, versmolt het geld als sneeuw
voor de zon.
,Wat heb je voor plannen?"
„Wat mijn plannen zijn, gaat jou niet aan
Ik heb zoo mijn methodes! Het eenige, wat
ik je zeggen kan 1», dat Mr. Bevan morgen of
overmorgen bij ons in de eetzaal aan tafel
zal zitten en al naar zijn persoonlijke verkie
zing zal antwoorden, als ik hem vraag, of
h(j witte wijn of port wil drinken. Schuier
maar netjes de kruimels van het tafellaken,
kwajongen schuifel niet zoo met je voe
ten haal fatsoenlijk adem door je neus
en doe, als je klaar bent, de deur achter je
dicht."
„Stik!" zei Albert woedend. Maar waar de
geest van den jongen gebroken was, zei hij
het onhoorbaar, niet luid.
Nadat Keggs op zijn gemak gedineerd had,
ging hij naar Lord Belpher in de biljartka
mer. Percy was alleen. De gasten, die op
den avond van het bal en den verjaardag zoo
talrijk .waren geweest, waren aanmerkelijk
gedund. De verdere familie, nog half in de
roes en geheel voldaan, was naar de duistere
holen, vanwaar zij gekomen waren, terugge
keerd en het kasteel verleende alleen nog
gastvrijheid aan de deftigste leden der fami
lie, die niet zoo gemakkelijk kwijt te raken
zijn als de mindere goden. De bisschop was er
nog en ook de kolonel. Behalve dezen mis
schien nog een stuk of zes te veel. Hij had
niet veel met zijn familie op.
„Zou ik uw lordship eens even mogen spre
ken?"
„Wat is er, Keggs?"
„Keggs was gewoonlijk niet zenuwachtig,
maar hij vond het moeilijk, om te beginnen.
Tot hij zich opeens vaag herinnerde, hoe hij
eens Lord Belpher had zien straffen voor het
een of ander kattekwaad en hoe hij toen zelf
hem die straf had bezorgd en die gedachte
gaf hem moed.
„Ik hoop' van harte, dat uw lordship me
niet te vrij zal vinden. Ik ben al zoo lang in
dienst geweest van uw lordships vader en de
familie-eer ligt me, met permissie, pa aan
het hart. Ik ken uw lordship al van den tijd
af, dat u nog een kleine jongen was en
Met groeiend ongeduld had Lord Belpher
naar deze inleiding geluisterd. Zijn humeur
was de laatste dagen toch niet ad te best en
het lange gezeur verveelde hem.
„Nu ja, da's goed," zei hij, „maar wat is
er?"
Keggs was weer geheel zichzelf. Bij het
begin der redenatie had hij zich als het ware
moeten opwinden. Nu was hjj, waar hij wezen
moest.
„Herinnert uw lordship zich, dat u mrj op
den avond van het bal inlichtingen vroeg om
trent één van die hulpknechts? Omtrent den-
Keen, die voorgaf, een neef te .zijn van dien
olik van Alcert, den chasseur? Ik heb ge
ïnformeerd, uw lordship en 't spijt me te moe
ten zeggen, dat ik tot de ontdekking ben ge
komen, dat de man een bedrieger was. Hij
zei me, dat hij een neef van Albert was, maar
Albert zegt nou, dat hjj geen neven in Ame
rika heeft. Het spijt me erg, uw lordship,
dat het gebeurd is, en ik hoop, dat u het
zult begrij,* i, dat het gekomen is door de
drukte en de haast, bij zoo'n gelegenheid on-
veimijdelijk verbonden aan mijn betrekking."
„Ik dacht wel, dat die vent een bedrieger
was. Hij had het zeker op het zilver gemunt."
munt."
Keggs bromde.
„Als ik zoo vrij mag wezen, uw lordship,
dan zou ik niet durven beweren, dat ik weet
wie het is en welke motieven hij had voor
zijn bezoek aan het kasteel."
Hij wachtte eenigszins bedrukt. Dit was
het kritieke punt in het onderhoud. Indien
Lord Belpher hem nu geen verpletterenden
blik toezond en hem de kamer uitstuurde, dan
was het gevaar geweken en kon hij vrijuit
verder spreken. Er lag niet de minste uit
drukking in zijn fletse, blauwe oogen, toen
hjj die van Percy ontmoette, maar innerlijk
was hij even opgewonden als bjj gelegenheid,
dat de familie in Londen was en hjj het klaar
had weten te spelen om weg te komen naar
de rennen en een deel van zjjn spaarduitjes
op een paard gezet had. Hij had dezelfde ge
waarwording als wanneer de renpaarden in
donderenden galop langs de baan vlogen.
Verbazing lag op Lord Belpher's rond ge
laat. Juist toen ze door verontwaard'ging op
gevolgd zou worden, begon de butler weer te
spreken.
,,Ik weet wel, uw lordship, dat Ik niet het
recht heb om raadgevirgen te doen zaken
der familie betreffende, die ik de eer heb van
te dienen, maar als uw lordship de vrijheid
over het hoofd zou willen zien, dan aou ik
6.45 Actueels reportage of gramofoonmuziek.
7.00 Groninger praatje ANP.
Hilversum II. 801,5 m.
VARA.
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.15 Wjj beginnen den dag.
8.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Nederlandsch koorconcert (opn.).
10.30 Muaiquette.
11.00 De Meesterzangers en pianovoordracht
(opn.).
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Kinderkoorconoert (opn.).
12.15 Rococo-octet.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Vraaggesprek.
1.15 KRO-orkest.
2.00 Voor jong Nederland.
3.00 Onze Zaterdagmiddag.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 Reportage.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.10 „Wat in Nederland verscheen", causerie
6.30 Overpeinzing met muzikale omlijsting,
6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek.
7.00 Vragen van den dag ANP.
7.15 Gramofoonmuziek (7.307.45 Berichten
Engelsch).
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek (8.30 Berichten
Engelsch)
9.55 Wij sluiten den dag.
10.0010.15 Nieuwsberichten ANP.
misschien van dienst kunnen zijn in een aan
gelegenheid, die ons allen verveling en on
aangenaamheden bezorgt."
Hij versterkte zichzelf door opnieuw in de
zee van herinneringen te duiken. Al was die
jonge man daar voor hem ook honderdmaal
Lord Belpher, zoon van zijn heer en erfge
naam van dit voorname landgoed, eens had
hjj toch gezien, dat hjj gestraft werd.
Misschien herinnerde Percy het zich ook.
Misschien voelde hjj ook alleen, dat Keggs
een oude getrouwe was, waardoor h(j het
recht verworven had van zich met de familie
aangelegenheden te bemoeien. Maar om welke
reden dan ook, hij werd genaakbaarder.
„Nu," zei hij, met een blik naar de deur,
om toch zeker te zijn, dat niemand getuige
was van een handeling, die hjj, als aristo
craat, beneden zich vond. „Ga door!"
Keggs haalde verruimd adem. Het kritieke
oogenblik was voorbij.
„Waar 't natuurlijk ons belang ook betreft,
uw lordship", zeide hij, „wtj, de bedienden, zjjn
gewoonlijk wel zoowat op de hoogte van wat
er boven omgaat. Mag ik bekennen, dat ik al
in het begin hoorde van moeilijkheden, die uw
lordship ongelukkigerwijze met zekere men-
schen had?"
Ofschoon Lord Belpher innerlijk in opstand
kwam tegen die familiaire praatjes met een
butler, begreep hij het aan zichzelf te danken
te hebben. Het ergerde hem, als hjj bedacht,
dat die teere familiequaesties een onderwerp
van gesprek vormden voor den minderen
stand, maar nu was het te laat, om er iets
aan te veranderen. Zjjn haat tegen George
Bevan was zóó intens, dat, zooals de zaken
nu stonden, hjj maar één hoop koesterde, dat
Keggs namelijk iets verstandigs zou weten
voor te stellen.
„Ik geloof, met permissie gezegd, dat u on
oordeelkundig handelt. Ik heb een lange reeks
van dienstjaren achter me liggen, van laag af
ben ik begonnen en opgeklommen tot mjjn
tegenwoordige positie en ik durf te beweren,
dat ik in dien tjjd dikwijls gevallen heb mee
gemaakt. waarin de dochter of zoon des hui
zes mésaillances deden en op één na, uw lord
ship hebben al die gevallen een noodlottigen
afloop gehad, doordat de familie er zich te
gen trachtte te verzetten. Ik heb de onder
vinding opgedaan, dat in liefdesquaesties. om
nu maar eens te zeggen, tegenstand prikkelt.
(Wordt vervolgd.)