Gewezen onderkoning Om de millioeneo van Francis Drake Wintersche kouenzomersche hitte Veelbelovende knapen ambassadeur Sluikhandel in ongebanderolleerd vet Bombardementen Romcs uitbreidiüQSp'an Hoogste en laagste temperaturen op aarde En de winter van 1939-40 Jongens van 12 en 14 jaar plegen 53 inbraken Dnitsch weermachtbericht Engelsche luchtaanvallen op ons land als Lord Halifax, de man die liever geestelijke had willen worden Niet geschikt als evenknie van Churchill (Van onzen meteoroloog). (555) Het vriest weer, en meestal dat het kraakte. Het ijs heeft sloot en gracht, havens, vijvers en kanalen weer, „net als verleden jaar", in zijn boeien geslagen, en menigeen vraagt zich, vanwege de kolenschaarschte, reeds angstig af: zou er weer zoo'n barre win ter als die van 1939'40 op komst wezen? 't Is met het weer wat anders dan met de sterren: voorspellingen op het gebied der astro nomie zijn vooruitberekeningen, op dat der meteorologie echter niets meer dan redelijke verwachtingen, die heel anders kunnen uit vallen! Maar wanneer we overwegen, dat de af- geloopen winter slechts door die van 1890'91 geëvenaard werd, dan mogen we onwetenschap pelijk maar menschelijk wel zeggen: 't zou wel bar toevallig wezen, als er nu twee zulke frigide topprestaties achter mekaar kwamen! De temperatuurgrenzen op aarde. Alvorens enkele cijfers te noemen omtrent den vorigen record-winter zij hier echter eerst de vraag gesteld: hoe koud, en hoe warm, kan het op aarde, d.w.z. op of vlak bij den beganen grond, ten laagste en ten hoogste nu wel wezen? De „koudepool" der aarde bevindt zich om trent Werchojansk, aan de Jana, in Noordoost- Siberië: daar kan de temperatuur tot 70° (Cel sius!) onder het nulpunt dalen! Het is om, bij de gedachte alleen, te rillen, neen, te verstij ven van de kouDe gemiddelde jaartem peratuur is daar 16°. De „Fram" op haar be kende expeditie leverde in de Noordelijke IJs zee een jaargemiddelde op, dat nog lager was: 19°, met een warmste maand (Juli) van ge middeld 0°. Dit wat de laagste temperaturen betreft; en nu de hoogste? De 125° (Fahrenheit) die schr. dezes op de Kamaran-eilanden eens waarnam, blijkt over tref baar te zijn: in de Doodsvallei in Zuidelijk- Californië heeft men op 10.7.1913 56°,7 C 135° F.) waargenomen, en temperaturen van boven de 50° zijn in Arabië, Mesopotamië, de Sahara, de binnenlanden van Californië en Australië, geen zeldzaamheid. De plaats met het warmste klimaat op aarde is wellicht Massoea, aan de kust van Eritrea, b(j de Roode Zee: het jaar- gemidelde ligt daar boven de 30 C 86 F), het Juli-gemiddelde is er 35 C 95 F). Strenge winters in Nederland. In zijn studie „De IJswinter van 1940" (H D. '40 Nr. 5) rangschikt prof. dr. E. van Everdingen, de oud-directeur van het K.N.M.I te De Bilt, de winter» naar hun ijs-strengheid: dan blijkt voor heel Nederland beschouwd, die van 1890'91 nog nr. 1 te zjjn, maar, in de waarr.emingsreeks die van het midden der vorige eeuw af loopt, is die van verleden jaar onmiddellijk tweede. Dan volgen, in rangorde van ijs-gestrengheid: 1854'55; 1928'29; 1860'61; on, censlotte, de wereldoorlogswin ter 1916'17, met een ijsdagenlengte van 35 Naar „temperatuursommen" berekend een andere meteorologische vergelijkingsmethode is, volgens dr. L. Braak (H D. '40, nr. 3) de strenge winter van 18901891 door dien van 1939'40 ru.mschoots overtroffen; de temperatuursom van gene 354°) is aan zienlijk minder dan die van deze, n.1.: 393°. Tenslotte nog vier cijfers van den vorigen winter; gedurende 41 dagen is de temperatuur (op 't K.N.M.I. te De Bilt) heel den dag bene den nul gebleven; op 49 dagen was het mini mum beneden 5° en op z6 dagen was het lager dan 10°; het absolute minimum in De Bilt was 16.7 En de lengte van den (js win ter van 1939'40 was 71 dagen. Laat ons hopen, vooral voor diegenen, welke nu reeds met brandstofgebrek te kampen hebben, dat de winter van dit jaar geenerlei recordpogingen zal wagen: een kwakkelwinter ,9 nu 't beste. Want het overigens in ons land zoo terecht hoogge waardeerde ijssportgenoegen weegt thans niet op tegen het leed dat de koude de minder met aardsche goederen, vooral minder met brandstoffen gezegenden, zal veroorzaken! (Nadruk verboden.) In samenwerking met de Amsterdakasche recherche heeft de Zaandamsche politie een zestal arrestaties verricht terzake van sluik handel in ongebanderolleerd vet en hier mede verband houdende overtreding van de prijzenbeschikking 1910/1, vervoeren van vet zonder geleidebiljet, verkoopen zonder toewijzing van de Zuivelcentrale en tenslot te ontduiken van de accijnzen, omdat het ongebanderolleerd verkocht werd. Onder de arrestanten bevindt zich een 40- iarige bedrijfsleider V. van een N.V. te Zaandam, die zich toelegt op de fabricage van z.g. technische vetten. Het artikel, dat in pondspakken in den handel gebracht werd, werd getrokken uit beenderen. Vooral paardenvet werd in on- geraffineerden staat in den handel gebracht en vond gretig aftrek bij talloozen. Dit blijkt uit de .talrijke arrestaties. Elk der arrestanten was wederverkooper, zoodat inderdaad van een wijdvertakt com plot gesproken mag worden, ook al omdat niet alleen Zaandammers, maar ook Wor- msrveerders en Amsterdammers zich met den handel bezig hielden. De Zuivelcentrale is thans in de zaak gemoeid, terwijl het on derzoek nog wordt voortgezet. Ongeveer 1500 pond ongebanderolleerd vet werd reeds achterhaald. Ook een baal sui ker werd ontdekt. De herkomst hiervan wordt nog onderzocht. Door de aanhouding van drie Jongens resp. 12, 14 en 14 jaar oud, zijn niet minder dan 53 inbraken, die gedurende de laatste anderhalf jaar in Den Haag zijn gepleegd, tot klaarheid gebracht. Zaterdagavond jl. hoorde de chef van het filiaal van de firma Albert Heyn in de Abrikozenstraat, die naast de winkel woont, gestommel. Dit kwam hem ver dacht voor, zoodat hij een onderzoek in stelde. Het licht in de winkel brandde, doch verder ontdekte hij aanvankelijk niets. Verder zoekend vond hij onder een toonbank en verscholen achter eenige fiet sen, echter twee jongens, waarop hij de politie waarschuwde, die spoedig verscheen en de jeugdige inbrekers meenam naar het hoofdbureau. Het bleken te zijn de 12- jarige schooljongen J. H. en de 14-jarige loopjongen G. van fe. Op het hoofdbureau werden de jongens duchtig ondervraagd, met het gèvolg dat Zondagmorgen een derde jongen kon wor den aangehouden, de 14-jarige L. H., een broertje van den 12-jarige. Voorts bracht het onderzoek het ontstellend'feit aan het licht, dat men, door de aanhouding van deze drie jongens, de hand had gelegd op de daders van niet minder dan 53 Inbra ken. Het verhoor, leverde vele bijzonder heden op omtrent de daden van het veel belovende trio. Hierbij bleek, dat zij het vooral gemunt hadden op kantoren en winkels, waar zij geld en snoeperij buit- maakten. Over het algemeen gaat het om kleine bedragen, doch ernstig is het groo- te aantal inbraken dat zij hebben gepleegd. Zij begonnen hun „werkzaamheden" in Juni 1939, waarbij in den aanvang vooral in het Laakkwartier, waar de twee broer tjes wonen, werd geopereerd. Toen de si tuatie daar te gevaarlijk werd, verlegden zij hun operatieterrein naar andere wijken en tenslotte werden winkels en kantoren in de meest uiteenloopende wijken be zocht. Het gebeurde wel, dat zij drie in braken op een avond pleegden. De drie jongens zijn van het type „boef je" en zijn te beschouwen als slachtoffers van hun omgeving en van het weinige toe zicht dat op hen werd gehouden. De twee broertjes stonden onder toezicht van een gezinsvoogd, waarover zij bij het verhoor spraken als „de landvoogd", doch ook dit heeft weinig geholpen. Da wijze, waarop zij bij het verhoor vlot alles bekenden, en de politie zelfs nog aanwijzingen gaven, bewijst wel hun jongensachtigheid en ge brek aan inzicht. Toch zijn verschillende inbraken op een dergelijke „vakkundige" wijze uitgevoerd, dat de politie zeker niet dacht aan jongenswerk, doch van mee ning was, dat hier „vakmenschen" aan het werk waren geweest. Gebruik makend van het gunstige weer heeft het Engelsche luchtwapen in den nacht van Donderdag op Vrijdag op een groot aan tal Nederlandsche plaatsen aanvallen ge daan, waarbij vele brisant- en brandbommen zijn uitgeworpen. Het grootste gedeelte van deze bommen kwamen buiten de bebouwde kommen neer. Bij de slordige wijze van bombardeeren, welke de Engelsche vliegers toepasten, kon het niet uitblijven, dat tal van huizen, boerderijen en schuren schade opliepen. Twee woonhuizen werden geheel vernield, verschillende andere zwaar be schadigd. In een gemeente werd de lichtlei- ding eenige uren buiten bedrijf gesteld. Er was ook veel glasschade. Een klein aantal personen werd licht gewond. Het aantal slachtoffers zou gering zijn geweest, indien niet in een plaats in het zuiden des lands, welke bijzonder zwaar met brisantbommen werd bestookt, ver schillende bommen waren gevallen op een Roomsch katholiek ziekenhuis. Zij verniel den een kapel, waar juist de zusters voor een godsdienstoefening verzameld waren. Drie zusters werden gedood, een zwaar ge wond en een dienstmeisje licht gewond. Door luchtdruk werden nabijgelegen huizen beschadigd. Als een middel om de burgerbevolking te terroriseeren wordt het feit aangezien, dat militaire doelen nauwelijks zijn aangevallen en dat op verschillende bewoonde plaatsen mitrailleurvuur is geopend. Zoo zijn bv. in Den Haag de woningen in de Tholensche straat, nrs. 59 en 61, door mitrailleurvuur getroffen. Een Engelsch vliegtuig is door een Duit- schen jager neergehaald, de vier inzitten den zijn gedood. GISTERENNACHT ELF ENGELSCHE STEDEN GEBOMBARDEERD t Naar United Press meldt omtrent de luchtaanvallen in den vorigen nacht op Engeland, zijn in totaal elf steden gebom bardeerd. Liverpool en andere steden in het dal van de Mersey zijn bestookt met brand- en brisantbommen. In Liverpool is een reeks huizen vernield. In Londen zijn twee personen door Engelsche afweergra- naten om het leven gekomen. Voorts is in Londen een reeks huizen vernield. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend; Het luchtwapen heeft gisteren bewapende verkenningen tot boven Noord-Schotland uitgevoerd. In den nacht van Donderdag op Vrijdag hebben sterke formaties eigen ge vechtsvliegtuigen talrijke voor den oorlog belangrijke doelen in Midden- en Zuid-Enge- land, vooral te Manchester, Londen en Li verpool, succesvol met bommen aangevallen. Aanvallen van den vijand hebben zich in denzelfden nacht voornamelijk op verschil lende plaatsen in West Duitschland gericht. Behalve enkele woonhuizen zijn het klooster Bethlehem bij Keulen beschadigd en het katholieke gezellenhuis te Düsseldorf ver woest. Er zijn geen militaire en oorlogseco- nomische doelen getroffen. De verliezen van de burgerbevolking, die bijna uitsluitend buiten schuilgelegenheden voorvielen, be dragen twintig dooden en enkele gewonden. Een vijandelijk vliegtuig is door nachtja gers en een ander door luchtdoelartillerie neergeschoten. De Itallaansche hoofdstad groeit naar zee. In een wet, die in het Italiaansche staats blad verschenen is. wordt het plan tot uit breiding van Rome naar de zee goedge keurd. De terreinen, die binnen het uit breidingsplan liggen, zullen in 1950 ont eigend worden door den Staat onder con trole van een speciale commissie van het bureau van den gouverneur van Rome. Zij zullen afgestaan worden aan hen, die ze willen gebruiken. Deze commissie zal ook de prijztfn van bouwterreinen bepalen en over den bouw zelf beslissen. Deze wet vormt een mijlpaal in het le ven van Rome, omdat hierdoor de eerste stap gezet wordt op de weg naar de ver wezenlijking van het grootscheepsche pro gram omtrent uitbreiding van de metro pool naar zee. Op te merken valt, dat en kele werkzaamheden van dit program reeds verricht of onderhanden zijn. Zoo ligt aan zee bij Ostia b.v. reeds de wijk Lid, de badplaats van Rome. Onder de werkzaamheden in aanbouw moet herin nerd worden aan den aanleg van de Via Imperiale, die het hart van de stad met de zee verbindt, den ondergrondschen spoor weg en de wereldtentoonstelling. Tot opvolger van den overleden lord Lo- thian is benoemd lord Halifax, die dus En geland in Washington zal vertegenwoordi gen. Of deze keuze gelukkig is geweest, zal de tijd moeten leeren. Als Engelsch minis ter van buitenlandsche zaken is hij ver vangen door Anthony Eeden. In Februari 1938 vond juist het omge keerde plaats: Eden moest zijn portefeuille a'.s minister van buitenlandsche zaken af staan aan lord Halifax. In de rivaliteit tus- schen deze beide politici spiegelen zich, evenals dit het geval was bij Neville Cham- berlain en Churchill, de schommelingen, stemmingen en richtingen af, waardoor de Engelsche politiek zich in de laatste jaren heeft gekenmerkt. Lord Halifax was de ver trouweling van Neville Chamberlain; Eden. die eenmaal door lord Baldwin „een man, die wat beloofde", werd genoemd, ging over naar de partij van Churchill. Vooral sedert Chamberlain zich had teruggetrokken, stond het wel vast, dat het uittreden van den „tweeden man van Mtinchen" uit het oor- logskahinet nog slechts een kwestie van zeer korten tijd zou zijn. GEWEZEN ONDERKONING VAN INDIë. Als lord Irving was Halifax van 1926 tot 1931 onderkoning van Indië. In deze hoe danigheid bereidde hij de nieuwe statuten voor de Indische grondwet voor. In die ja ren bevestigde hij zijn roep als „Realpoli- tiker". die zich zelfs tegen de moeilijkste vraagstukken opgewassen toonde. Ter gele genheid van de internationale jachtten- toonsteling bezocht hij in November 1937 SENSATIONEELE ERFENIS PERIKELEN. De glazenwasscher die millioenen wilde erven en de herberg, die bij testamentaire beschikking niet mocht worden schoongemaakt. De Arnhemsche rechtbank heeft haar „cause célèbre" in een ge ruchtmakende erfeniskwestie, waar bij een stichting vele tienduizen den guldens betwist. Het doet ons denken aan de sensationeele erfe nis-kwesties die de geschiedenis steeds oplevert en waarvan wij er een tweetal in de herinnering wil len terugroepen. De eerste was die van den Engelschen Amerikaan John Drake, die in Chicago zijn brood verdient als glazenwasscher en die onlangs zijn aanspraak op de „Drake-erfe- nis" afgewezen zag. Het reuzenvermogen van de zoogenaam de „Drake-erfenis" was al ontelbare malen het onderwerp van strijd geweest in ein- delooze erfenis-processen, waarvan het re sultaat steevast negatief was voor allen, die zich als rechthebbende erfgenaam had den aangemeld. Men berekende op zekeren dag, dat in totaal ongeveer 200.000 perso nen in deze erfeniskwestie verwikkeld wa ren en dat er inmiddels al een bedrag van 2 millioen pond sterling was verdiend door alle bemiddelaars in dit monsterproces. Wat bij de „Drake-erfenis" nu eigenlijk feit en wat fantasie was, dat werd reeds herhaaldelijk door experts in het licht gesteld: Sir Francis Drake, de beroemde admi raal van Koningin Elisabeth, stond niet alleen bekend als zeeheld, maar was bovendien een schrander zakenman. In de eindelooze con flicten met de toenmalige eenige wereldmacht Spanje slaagde Drake er niet alleen in als admi raal de belangen van zijn konin gin te verdedigen, maar voorts zelf een reusachtig vermogen te verwer ven. Spaansche goudschepen wa ren de vurig-verlangde jachtobjec- ten van zijn gevreesde expedities langs de Atlantische kust. De buit, die Drake bij deze „roof-expedities" in den loop der jaren vergaarde, groeide aan tot een goudschat \an fantastische waarde. De juiste waar de van dit bezit, waarvan het be heer tenslotte door de Engelsche regeering werd overgenomen, is evenwel tot op heden nooit precies bekend geworden. De autoriteiten zijn volgens de Engelsche wetten niet verplicht tot het geven van in lichtingen. zoolang geen wettelijk erfgenaam aanspraak op het geld maakt. Waar tot op heden nog geen enkel erfgenaam er in slaagde, zijn wettelijke aanspraken te doen gelden, zijn er ook nooit authentieke details omtrent den omvang van het ver mogen bekend geworden. De 28-jarige fabrieksarbeider Alwin uo- najd Drake. die ongeveer twee jaar geleden zijn aansprnak op de erfenis van Sir Dra ke liet gelden scheen een bijzonder goede kans te hebben. Een financieele commissie, die na reeds enkele successen in het proces te hebben geboekt, zoo langzamerhand recht had op het leeuwenaandeel, had aan de hand van kostbare genealogische onderzoe kingen de complete voorvaderen-galerij van Alwin Donald Drake tot in 't begin van de 17e eeuw onderzocht. Deze stamboom voerde inderdaad naar de onmiddellijke omgeving van Sir Francis Drake's rechtstreeksche nakomelingen, maar brak dan plotseling af. Het waarschijnlijkheidsbewijs, dat de advo caten aan Alwin Drake toen wilden aan voeren. werd door de rechtbank niet geac cepteerd, waarmee opnieuw een zoete er- fenisdroom van een der eventueele nako melingen van Sir Drake in rook vervlogen was. Evenzoo verging het den 26-jarigen gla zenwasscher John Drake, wiens aanspraak van enkele maanden geleden dateert. John Drake. die reeds enkele jaren in Amerika woont en zich heeft laten nafuraliseeren. kwam plotseling tot de ontdekking, mis schien een afstammeling te kunnen zijn van Francis Drake. Doch ook hij kon niet genoeg bewijzen bij elkaar brengen, en zijn eischen werden dan ook afgewezen. En zoo wachten de geldsommen, die nog dateeren uit den tijd van koningin F.tisa beth, nog steeds op een eigenaar. Zal deze misschien gevonden worden, wanneer er we derom een koningin F.lisaheth op den troon van Engeland zit? Uitgesloten is dit niet want Prinses Elisaheth zal immers naar alle waarschijnlijkheid haar vader opvolgen. De tweede, nog veel zonderlinge erfenis kwestie. waarop wij doelden, is eigenlijk twee eeuwen oud. Zij» is veeleer het voorbeeld van een zonderling testament. In 1745 liet een herbergier te Rishopsgate in Londen een merkwaardig testament na. Hij vermaakte nl. zijn erfgenamen de tot dus door hem gedreven herberg onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat noch het huis. noch de herberg, noch de glazen ooit mochten worden schoongemaakt, wilden zii en hun nakomelingen niet voor altijd het recht op de erfenis verliezen. Geen bezem geen stofdoek, geen poetslap mocht ooit een voorwerp in deze ruimten aanraken. Boven dien verbood het testament, dat men een klant ooit meer dan een ounce (ongeveer 30 gram) vloeistof tegelijk mag schenken, on verschillig of het brandewijn of bier is. Nog veel wonderlijker dan dit testament was echter het gedrag van de erfgenamen en van het publiek. De erfgenamen kwa men nauwkeurig de bepalingen van den overledene na. en het publiek werd het lo kaal, waarin zich stof en afval tot ware her gen ophoopten, niet ontrouw, maar ging er in grooten getale uit nieuwsgierigheid heen. en dronk zelfs vergenoegd zijn glaasje, hoe wel sedert den dood van den erflater geen glas meer werd schoongemaakt. De bepalingen van den erflater brachten den erfgenamen grooten rijkdom. De her berg bestond tot het eind der zeventiger ja ren van de negentiende eeuw en gold als een bezienswaardigheid. De rommel, die zich daarin bijna anderhalve eeuw had opgehoopt overtrof ieder voorstellingsvermogen, toen het gebouw eindelijk in 1877 wegens bouw valligheid werd gesloopt. Een koopman in Toulouse, die gedurende zijn leven een zonderling geweest was, riep voor zijn dood acht der beroemdste notaris sen van de stad bij elkaar en verklaarde hun. dat hij zijn neef tot universeel erfge naam benoemde. Hij wenschte echter, dat zijn testament slechts uit een paar woorden zou bestaan. De notarissen verklaarden, dat dit onuit voerbaar was, daar juist in dergelijke aan gelegenheden- de formaliteiten streng in acht moeten worden genomen. „Ik zal L bewijzen, dat U er niets van begrijpt, en dat men wel met een woord kon zeggen, wat noodig is," zei de stervende. Hij liet zijn neef komen en gaf hem een zak, die naast zijn bed stond en al zijn verbintenissen, aanspraken en contracten bevatte met de woorden: „Voor jou!" „Dit is mijn testament", vervolgde hij tot de verblufte notarissen, „en het is zeker even plechtig als geldig. Daar U allen er ge tuigen van bent!" LORD HALIFAX, Engelsch geizant te Washington. (Foto Archief). Duitschland en werd hij bij die gelegenheid ook door Hitier ontvangen. In dienzelfden tijd zag Engeland zich ge noodzaakt. een einde te maken aan ziin tegen Italië gerichte sanctie-politiek en scheen neiging aan den dag te leggen om tot een duurzaam vergelijk te komen met de spilmogendheden. Het aftreden van Eden en de ambtsaanvaarding door zijn opvolger maakten toenmaals den indruk, of men vol gens een vastgesteld programma te werk ging. Men zou Halifax een man van traditie kunnen noemen, wien de eigenaardige taak ten deel viel, met deze traditie te breken op een beslissend punt in de geschiedenis: hij teekende als verantwoordelijk man voor de garantie aan Polen, daarmede een einde makend aan den stelregel, dat Engeland in het Oosten nimmer een bindende verplich ting op zich zou nemen. Dit had tot gevolg, dat een vergelijk onmogelijk werd gemaakt en het spookbeeld van den onvermijdelij- ken oorlog oprees. LIEVER GEESTELIJKE DAN POLITICUS? Halifax stamt uit den oudsten Engelschen adel. Hij trad niet alleen in de voetstappen zijns vaders, waar het de politiek betrof, doch ook ten aanzien van de Engelsche kerk. Men beweert zelfs, dat hij liever geestelijke was geworden, dan politicus en dat hij vaak in het gebed raad zoekt in politieke aangelegenheden. Hij spreekt in het Hoogerhuis altijd met een min of meer sentimenteele stem, die aan het geestelijke beroep herinnert, dat hij zoo gaarne zou heHben omhelsd. De buitenlandsche politiek, zooals Cham berlain die voorstond en die steeds meer afdreef naar het vaarwater van de oppo sitie. leidde via Mtinchen naar de onver mijdelijke oorlogsverklaring aan Duitsch land. Men is in Duitschland van meening, dat Chamberlain de overeenkomst van Miinchen slechts heeft beschouwd als een middel om tijd te winnen, ten einde den achterstand in bewapening te kunnen in halen. De medewerking van Halifax kan niet gelukkig worden genoemd, de steun- actie aan Polen kon den bondgenoot in het Oosten niet redden en de Sowjet-Unie had geen ooren naar de Engelsche voorstellen. Zoo ontwikkelde zich uit den man des vredes Halifax een oorlogszuchtige natuur. Toch is hij altijd verreweg de mindere "ebleven van robustere naturen zooals Churchill. Hij moest veelal de rol van zon den bok op zich nemen! en op den achter grond stond altijd Anthonv -Eden. Men kan dan ook zeggen, dat het verscheiden van den Engelschen gezant in Washington, lord Lothian. den tegenstanders van lord Hall- fax niet ongelegen kwam. Nu kon men hem met de gebruikelijke dankbetuigingen voor aan den lande bewezen diensten naar Ame rika overplaatsen, om de plaats in te ne men van den overledene. Er kan geen twijfel aan bestaan, of de nost van vertegenwoordiger van Groot- Rrittanni? in rie Vereenigde Staten legt op nieuw een groote verantwoordelijkheid on •»iin schouder* TTii zal moeten trachten, de rzneoiachgezindheid van de Amerikanen met alle mogelijke middelen aan fe wakke nen. Natuurlijk blijft het een open vraag, of hij daan-oor de rechte man on de rechte plaats zal blijken te zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 7