GEWIJZIGD
TEELTPLAN 1941
Radio's in
opgelegde auto's
van avontuur
Fransch-Dnitsche betrekkingen
Bij den dood van
Jobann Hagenbeek:
Dc achterdochtige douane
man en de slangen
Tachtig Jaar en nog op de schaats. De 8C jarige heer Heuker uit Meppel doet voor de Jeugd nog niet onder en de
jongedames, die den krassen ouden baas op den Meppeler Parkvijver ontwaarden, wilden gaarne eea baantje met hem rijden
(Foto Pax-Holland)
Het is, aldu? deelt men ons uit Den Haag
mede, gewenscht gebleken, in het op 27
September 1940 gepubliceerde „teeltplan
akkerbouw 1941" eenige wijzigingen en
vereenvoudigingen aan te brengen, terwijl
het tevens noodig bleek, een nadere toelich
ting te geven betreffende de scheurpremie.
Hoewel de aangebrachte wijzigingen van
niet ingrijpenden aard zijn, komt het ons
gewenscht voor, de korte samenvatting van
het teeltplan, zooals het thans is, hieronder
te laten volgen:
1. a. De teelt op bouwland van andere
gewassen dan tarwe, rogge, gerst, haver, ka
nariezaad, veldboonen, erwten, stamboonen,
aardappelen, suikerbieten, cichorei, voeder
bieten, korrelmais (zaadmais), koolrapen,
voederwortelen, koolzaad (oliezaad), vlas,
Uien, boekweit, hennep en tabak als hoofd
gewas is verboden. De vier laatstgenoemde
gewassen werden in de vorige publicatie
niet genoemd.
De landbouw-crisisorganisatie kan on ad
vies van den provincialen productiecommis-
saries van dit verbod ontheffing verleenen.
b. De teelt van landbouwzaden, waar
onder verstaan worden: gras- en klaver
zaden, zaden* van mangels, voederbieten,
koolrapen, stoppelknollen, landbouwworte-
len, uien, spurrie, boterzaad, cichorei, kar-
wij, blauw maanzaad, gele en bruine mos
terd, op bouwland is toegestaan. Daarbij
wordt echter de te verbouwen oppervlakte
voor elk gewas tot een zeker maximum be
perkt. Aan eiken landbouwer echter is het
toegestaan, op bouwland maximum 5 are
te bestemmen voor zaadteelt, zonder dat
hiervoor vergunning behoeft te worden
aangevraagd.
c. De teelt van haver is voor ieder be
drijf beperkt tot de oppervlakte, welke in
dat bedrijf in de jaren 1938 en 1939 gemid
deld met dit gewas beteeld is geweest, met
dien verstande, dat in'elk geval voor ieder
bedrijf niet meer dan 15 w/o van de opper
vlakte, welke voor oogst 1941 als bouwland
in gebruik is (dus het eventueel te scheu
ren grasland inbegrepen) met haver be
teeld mag zijn.
d. De teelt van uien is beperkt tot de
oppervlakte, welke in 1940 voor dit gewas
toegestaan was 'liet gemiddelde van het in
de jaren 1937, 1938 en 1939 verbouwde op
pervlak).
e. De totale oppervlakte kunstweidc,
klaver, lucerne, voederbieten, koolrapen,
voederwortelen en andere groen te maaien
of af te weiden groene gewassen als hoofd
gewas op bouwland en gescheurd gras
land is voor ieder bedrijf beperkt tot de
oppervlakte, welke in 1940 met deze ge
wassen in gebruik was.
2. Het afmaaien van onrijp graan, dat
op bouwland is geteeld, is verboden, met
uitzondering van snijrogge, rogge voor
strooband en groene mais. De teelt is ech
ter wel toegestaan op verloren hoekjes en
erfperceelen.
Aan den toegestanen verbouw van snij
rogge is echter de voorwaarde verbonden,
dat deze rogge voor 10 Mei gemaaid moet
zijn en dat de desbetreffende oppervlakten
in 1941 als hoofdgewas zullen dragen een
fier gewassen, genoemd in de samenvat
ting onder la, met dien verstande, dat de
beperkingen voor sommige gewassen on
der b, c, d en e genoemd, gehandhaafd
blijven.
Het onderploegen van 'onrijp graan voor
groensbemesting is eveneens verboden. Dit
verbod is niet van kracht, wanneer het een
mislukt gewas betreft.
Om voor een geldelijke tegemoetkoming
voor het scheuren van grasland in aanmer
king te komen, moet men zoo spoedig moge
lijk, in elk geval \óór 1 Maart rechtstreeks
aan de landbouw-crisisorganisatie van zijn
gewest opgave doen van de te scheuren per-
ceelcn, met nauwkeurige opgave van grootte
en ligging.
Landbouwers, die wensclien af te wijken
van de hiervoor genoemde richtlijnen voor
de teelt van landbouwgewassen, moeten,
voor wat betreft de zomergewassen, een met
redenen omklcede aanvrage indienen bij de
landbouw-crisisorganisatie in elk geval vóór
15 Februari 1941.
-r*
Holland op zijn mooist - Da arreslede an da molen, twee karakteristieke
herinneringen aan vroeger eeuwen en tevens twee bewijzen van het »c"o°ne,
dat nimmer vergaat (Foto Pax-Holland)
NOG MEER ROEMEENSCHE OUD-MINIS
TERS IN STAAT VAN BESCHULDIGING.
Het Rocmeensche ministerie van justitie
publiceert het derde rapport betreffende de
werkzaamheden der onderzoekingscommis-
sics. Volgens dit rapport zijn 15 gewezen
ministerpresidenten en andere hooge autori
teiten, die het gebruik van de te hunner be
schikking gestelde geheime fondsen niet of
slechts ten dcele rechtvaardigen konden, in
staat van beschuldiging gesteld.
Frankrijk kan kiezen!
In tegenwoordigheid van den vertegen
woordiger der Fransche regeering te Fa-
rijs, ambassadeur De Brinon, heeft profes
sor Grim te Parijs een voordracht gehou
den over de Duitsch-Fransche samenwer
king. Toenadering en samenwerking, al
dus prof. Grimm. kunnen slechts nage
streefd worden door ware Franschen en
ware Duitschers. die hun vaderland lief
hebben en die uit de geschiedenis hebben
geleerd, dat juist het belang van dit va
derland toenadering noodzakelijk maakt.
Er is echter geen samenwerking mogelijk
zonder vertrouwen, waardigheid en eer.
Duitschland leeft op het oogenblik niet in
den geest der revanche of van de triomf,
doch in den geest der verantwoordelijkheid
voor de toekomst. Het schijnt echter, als
of men in Frankrijk vergeet, wat de oor
zaak is van al datgene, wat de Fransche
natie thans tot haar lijden veroordeelt.
Prof. Grimm besloot met te zeggen, dat
Frankrijk weder eens op den tweesprong
staat, te Montoire heeft maarschalk Pétain
voor samenwerking beslist. Thans moet
Frankrijk beslissen. De nieuwe orde, die
zich voltrekt, is een historische gebeurte
nis, waartegen niemand zich kan verzetten.
De houders van opgelegde motorrijtuigen,
waarin ontvangtoestellen zijn gedemonteerd
kunnen bij de verplichte aangifte van het
radiotoestel een met redenen omkleed ver
zoek indienen om vrijstelling van de ver
plichting tot betaling van de luisterbijdrage.
Te zijner tijd zal dan worden beslist of en
zoo ja, onder welke voorwaarden vrijstelling
Driekwart eeuw
OOK EEN DEVIES: HOE GEVAAR
LIJKER, HOE MOOIER EN INTE
RESSANTER.
Johann (Heinrich August) Hagen
beek. een der oudsten uit de gene
ratie der dierenhandelaren, is dezer
dagen. 75 jaar oud, in Ceylon, waar
hij een groot deel van zijn leven
doorbracht, overleden.
Vijf en zeventig jaar oud is Johann Ha
genbeek geworden en men is geneigd te
vragen: tot welken leeftijd werkte hij nog?
Dan kan het antwoord niet anders zijn dan
een verrassing: Hagenbeek werkte tot zijn
vier en zeventigste jaar en hij zou stellig
nu nog van vroeg tot laat in touw geweest
zijn. ware het niet dat hij bij het uitbreken
van dezen oorlog op Ceylon geïnterneerd
werd! Bij dezen man was er nu eenmaal
geen sprake, van dat hij zijn levenswerk
achter den rug had en een rustigen ouden
dag sleet; hij vormde een uitzondering,
voelde zich in het geheel nog niet oud en
zag er bovendien uit of hij een goede vijf
tiger was.
Nog niet zoo heel lang geleden werd hij
door een ondernemend verslaggever ge
ïnterviewd en wanneer er nu iets is. waar
over wij ons allerminst behoeven te ver
wonderen. dan zeker de eerste vraag van
den ionmalist: ..Wat was de interessantste
gebeurtenis in Uw leven?"
„Wat de interessantste gebeurtenis
uit mijn leven is", herhaalde Ha
genbeek. „Daar voor "mij het leven
steeds het mooist was. wanneer het
op zijn gevaarlijkst was, valt mij
het eerst de dag in. toen men mij,
nu zeven en twintig jaar geleden,
wegens spionnage op Ceylon ter dood
veroordeelde. Het was een October-
dag. toen het doodvonnis te mijner
kennis werd gebracht. Het werd mij
duidelijk, dat mijn kans om in het
leven te blijven tot een minimum
gereduceerd was.
Wat men mij toenmaals ten laste legde,
is op het oogenblik van geen belang meer.
In ieder geval, was het duidelijk, dat ik
mij aan militaire spionnage had schuldig
gemaakt. Slechts een paar vrienden en een
handjevol Singaleezen was alles wat mij
overgebleven was van alle menschen. die
mij gedurende mijn leven steeds geholpen
hadden. Maar zoo zonder meer liet ik mij
niet doodschieten. Ik protesteerde! Ik vroeg
boogeb beroep aan. Ik moest tijd zien te
winnen. Tenslotte begon de krijgsraad te
twijfelen, en men verwees de zaak naar
een Indische rechtbank. Thans was het
oogenblik aangebroken waarop mijn laatste
vrienden te mijnen gunste intervenieeren
konden. Het schip, dat mij transporteerde
bracht mii niet naar Britsch-Indië. doch
naar Java. Een soldaat van het vreemdelin
genlegioen verkocht mij zijn uniform en ik
kon van het schip ontsnappen. Het gelukte
mii me te laten aanmonsteren als stoker
op een ïtaliaansrh stoomschip en langs vele
omwegen belandde ik tenslotte in Duitsch
land".
Meer met dieren dan met
menschen!
Zijn geheele leven heeft John Hagenbeek
meer met dieren dan met menschen omge
gaan. Verschillende malen heeft hij groote
apentransporten naar Amerika en Europa
gebracht. Tweemaal maakte hij een scheeps'
brand mede. De eerste maal kwamen twee
De zonnige zijde van den sneeuwval. - De kleuterklas heelt speelkwartier en de harten
gaan open, als de juffrouw commandeert: naar buiten en sneeuwballen gooien
(Foto Pax-Holland)
honderd apen in de vlammen om. de andere
keer waren het negen olifanten, die in de
ruimen van het achterschip door het vuur
erkoold werden.
„Het interessantste transport, dat ik
'ooit meegemaakt heb, was een zen
ding slangen, die voor West-Europa
bestemd was. Reuzenpythons had
den wij gevangen, de mooiste exem
plaren, die er te vinden zijn. W ij
hadden de reptielen in kisten ver
pakt. Toen wij aan land gingen,
stond een jong douaneambtenaar er
op, dat iedere kist afzonderlijk geo
pend zou worden. Ik wees hem op
de gevaren, doch hij antwoordde,
dat hij die trucjes wel kende
Toen gaf ik de order, dat alle deuren
goed gesloten moesten worden. Ik stak zelf
de sleutels van de deuren heimelijk in mijn
zak. Toen pas gaf ik de opdracht de kisten
te openen. Nog nimmer heb ik iemand van
de douane zoo vlug op een stapel kisten
zien klimmen als dien jongen man. De ge
heele douaneloods wemelde van slangen!
In zijn verder leven heeft hij nooit meer
aan de juistheid van een douanedeclaratie
van een dierenhandelaar getwijfeld!
John Hagenbeek was zeer dikwijls te
gast bij de Indische maharadja's. Aan deze
reizen bewaart hij tal van herinneringen.
Doch bezoeken bij maharadja's hebben ook
hun negatieve zijde.
„Het is een dwaling aan te nemen, dat
een bezoek bij een Indische rnaharadja uit
sluitend een genoegen is. Het genoegen is
zelfs zeer kostbaar, want in Indië moet
men ongehoord hooge fooien geven. Hoe
wel de fooi op zichzelf niet zoo bijzonder
groot is, moet men er rekening mede hou
den, dat een rnaharadja een bedienden per
soneel van eenige honderden menschen
heeft, en al deze verwachten van den be
zoeker een fooi, hetgeen tenslotte verbazend
hoog oploopt. Wie het personeel van den
rnaharadja niet rijkelijk met fooien bedeelt,
is geen ware Sahib, zelfs al heeft de ma-
jordomo den bezoeker van te voren mee
gedeeld, dat het aannemen van fooien ten
strengste verboden is.
Met het circus heb ik tal van tournees
in Indië gemaakt. Verschillende van mijn
Indische reizen gingen over een afstand van
40.000 kilometer, dus ongeveer de omtrek
van de aarde. Ook in West Europa heb ik
verschillende reizen gemaakt. Niet altijd
zijn mijn reizen vlot verloopen. Ik herinner
mij, dat ik eens op transport naar Manilla
was. In de Chineesche zee brak een typhoon
los, zoo vreeselijk als ik nimmer heb mee
gemaakt, Alle kooien sloegen stuk. Tal van
dieren waren dood en een massa materiaal
vernietigd. Zes lieden hadden zware, ver
wondingen opgeloopen, toen zij trachtten
de dieren tot rust te brengen.
Zoo zou ik U kunnen verder vertellen,
want iedere dag was voor mij een nieuw
avontuur.
En tot zoover dan de man, wiens avon
tuurlijk bestaan thans een einde heeft ge
nomen.
VAN DE FRANSCHE NATIONALITEIT
VERVALLEN VERKLAARD.
Naar uit Vichy wordt gemeld, zijn onge
veer 250 Franschen in de koloniën en het
buitenland van de Fransche nationaliteit
vervallen verklaard.
CALLANTSOOG
„Alles sal req kom" organiseert een
propaganda-avond voor de Noord
en Zuidholl. Redding Mij.
In de barak waar de HeLdersche vluchte-
lingenvereeniging „Alles sal reg kom" ver
blijf houdt, is Zaterdagavond een propagan
da-avond voor de Noord- en Zuidhollandsche
Redding Maatschappij gehouden.
tIn zijn openingswoord heette de voorzit
ter der vereeniging, de heer C. Geurts, al
len welkom, in het bijzonder den explica
teur voor den avond, den heer Witpen,
voorts de aanwezige oud-redders van Cal-
lantsoog en ook de pers, die, zooals spreker
opmerkte, voor het eerst de weg naar de
„Vereenigingsbarak" gevonden had. (Opge
merkt moet worden, dat tot nu toe de pers
nooit een uitnoodiging ontvangen had en wij
niet zoo brutaal zijn om in een anders huis
ongenood binnen te dringen.)
De heer Witpen geeft een interessant over
zicht van het ontstaan der reddingmaat
schappij en van haar zustermaatschappij (in
ons land hebben we heusch wel twee red
dingmaatschappijen), terwijl hij een vlotte
uiteenzetting gaf van de middelen die voor
de redders ter beschikking zijn. Het laatste
wordt zeer verduidelijkt door de film der
N.Z.H.R.M.. die een duidelijk beeld geeft van
het mooie, edele werk.
Dit alles was niet onbekend voor ons Cal-
lantsoogers en Helderschen, die het zoo vaak
van nabij meemaakten en van ouder op ou
der hebben hooren vertellen. Dat de film
nauwlettend gevolgd werd, blijkt wel uit
het volgende. Een gedeelte van de film was
onder den naam Petten opgenomen te
Callantsoog. Callantsooger duinen, Callants-
ooger menschen en Callantsooger paarden.
Heel begrijpelijk een protest-gemompel in
het kamp van de oudredders uit onze plaats,
die nog steeds er naar hunkeren om nog
eens een boot te Callantsoog gestationneerd
te zien. Wanneer?
Na de pauze werd nog een flim over de
zee, t.w. „Code der Zee" gedraaid.
Inderdaad „Alles sal reg kom" heeft goed
gedaan dezen avond te organiseeren. Alleen
komt het ons voor dat het begrip „ordelijk
heid in de zaal" nog wat onbekend is voor
de bezoekers. Bij het entree kregen we stel
lig den indruk dat alles keurig in orde zou
zijn. Buffet, garderobe, alles in de perfectie.
In de zaal het eerste uurtje gezellig en toch
rustig, maar ohdan barst de zaak los.
'n Geschreeuw en gejoel. Nee dat moet o.i.
anders worden. We bedoelen nu n»*"urlijk
niet dat een sfeer geschapen moet worden
als in een tehuis voor ouden van dasten. in-
tegendeel er moet een opgewekte vrooiijke
stemming heerschen en niet zoo uitbundig
en losgelaten als Zaterdagavond het geval
was.