Abonneert II op dit blad Onze mosvegetatie WINTERHULP SpNEDERLANO Rekenkundig raadsel fepretrihbeumn Ingezonden Haar rol bij de bodemvorming Oplossing vorige raadsel JjwueJÜudti ruemud ï3xj~eMeAfiA*Mnxj' K&ik en Zending, YliuuM uit UaH Uit de natuur is de girorekening van den Gemeente-ontvanger» Stort hierop Uw gavenvoor „Winterhulp". Uit het politie-rapport Vertrokken personen Ingekomen personen Burgerlijke Stand van Texel Visschcrij Over het algemeen kom je er bij de studie van de levende natuur niet zoo heel spoedig toe om aan plantjes zoo onopvallend en klein als de mossen zijn meer je bijzondere aandacht te besteden. Een mosplantje is immers een mosplantje en daarmee uit! Er zijn toch nog onderwerpen, oppervlakkig beschouwd tien maal interessanter en belangwekkender te over, om daaraan je belangstelling te schen ken! Toch zijn die kleine plantjes in onze vege tatie van zeer groot belang geweest en ze 5jn het trouwens op heden nog. U van deze waar heid te overtuigen en tevens uw belangstelling voor het minder opvallende deel van onze flora op te wekken, ziedaar het doel van mijn artikeltje. Juist deze dagen met hun groote neerslag zijn bij uitstek geschikt voor de groei der mossen, omdat ze over het algemeen erg op water gesteld zijn. Ook kun je ze nu gemak kelijker bestuderen, omdat de andere planten nog afgestorven zjjn en zij ze dus niet onder hun blad kunnen verbergen. Om te beginnen zullen we ons eerst met enige algemene kenmerken vertrouwd maken en ons daarbij uitsluitend tot de bladmossen bepalen. Uit het woord bladmos maken we al direct op, dat het plantje bladeren heeft, die op verschillende manieren op de stengel zijn ingeplant. Uit de stengel groeit meestal een steeltje met op haar top een doosje (het z.g. kapsel), waarin de zaden nijpen. Op het kapsel ontdekken we vaak een dekseltje, dat openspringt als de zaadjes rijp zijn. De zaden heten hier sporen. Daaruit con cluderen we dat de mossen enigszins familie zijn van varens en paddenstoelen, planten wier zaden ook de naam van sporen dragen. Spore kapsels dragen de mossen vooral in het voor jaar dat spoediger komt dan ge denkt. Reeds ontdekte ik de eerste groene puntjes van het sneeuwklokje en over een kleine maand mogen we op de boerderij weer de eerste kal veren verwachten en in het begin van de zomer. De kleur der sporekapsels is heel verschillend en soms zoo typisch, dat ver scheidene mossen daar zelfs hun naam aan te danken hebben. Een heel duidelijk voorbeeld hiervan is het purpersteeltje; wanneer het kap sels draagt, kan over een veldje van dat mos een prachtige roodbruine tot purperen glans liggen. Ook de vorm van het sporekapsel speelde bij het geven der namen een doorslag gevende rol. K\jk maar eens naar het peermos. Het sporekapsel ontstaat na de bevruch ting, waarbij het water, dat altijd in het mos kussen aanwezig is een belangrijke rol speelt, op rjfe vrouwelijke plantjes. Het voornaamste middel ter verspreiding van de sporen is de w/ind. Uit elke spore, als ze tenminste op een voor verdere ontwikkeling gunstige plek be landt, groeit een voorkiem, hierop komen knoppen, waaruit uiteindelijk de ware mos plantjes te voorschijn komen. Deze gaan op hun tijd weer tot bevruchting en kapselvor ming over. In de grond vertakken zich zeer fijne wortelharen. De bladmossen tellen heel wat soorten, maar voor de goede gang van zaken zullen we ons bij enige der belangrijkste soorten houden. Om dat we de duinen als het ware naast de deur hebben, beginnen we met het sterremos dat bij de vorming en instandhouding der dui nen een groote rol speelde en nog speelt. Laten we dit eens nagaan. De zee voert, waar vandaan doet er hier nu minder toe, het materiaal aan, waaruit onze duinen zijn opgebouwd. De kleine uitlopertjes van de brandingsgolven brengen het mate riaal in geringe hoeveelheden zoo ver mogelijk landwaarts, waar het voor een deel bezinkt. Wordt het laag water, dan komen zon en wind aan de beurt om hun steentje bij te dragen. De zon droogt het zand en de wind blaast de losse korrels hooger op, waar ze zich vastzet ten en ophopen achter een oude mand, een 3tuk hout en dergelijk aanspoelsel. Als dan het weer meewerkt en de zee het zand in een booze bui niet wegspoelt, ontstaan er al /rij spoedig kleine halvemaanvormige duintjes, z.g. sikkel- duintjes. Een flink breed strand is hier echter vereischt. Spoedig zullen zich op de duintjes al enige planten vestigen en zich er met. helden moed verdedigen tegen wind en zee. De voor naamste zijn wel zeeraket, dat met haar mooie blauwe bloempjes soms nog tot begin Novem ber bloeit en het biestarwegras. Worden de duinen iets hoger, dan gaan helm en sterremos een flink woordje meespreken. De lange wor tels van het helm houden net als het ijzer bij gewapend beton het zand beter bij elkaar, mocht de wind het proberen weg te blazen. Het sterremos verricht nu een soortgelijke functie, maar dan bovengronds. Aan de binnen kant van de zeereep kun je soms heele stuk ken duin zien, bedekt met niets anders dab lange gordels sterremos. Krijgt de wind er gens vat op het zand en begint het le stuiven, dan verdwijnt het sterremos er vaak geheel onder. De plantjes zijn echter taai en na korte tijd hebben zij zich door het zandlaagje heen- gewerkt. Het zand ligt nu vastgezet tussen het oude moslaagje en is voor verder verslui ven bewaard gebleven. Je ziet een klein plan tje, maar met een voorname rol. Een andere mossoort, die ik tenslotte nog wil behandelen en die niet minder van belang was en is bij de vorming van onze bodem is het veenmos dat, de naam zegt het reeds een belangrijke taak vervult bij de vervening van het water land. We hebben, zooals u wel bekend zal zijn, laagveen en hoogveen. Het laagveen In het westelijk deel van ons land Is volgens onder zoekingen van mej. Dr. B. Polak, verdronken hoogveen. De veenlagen, die werden en worden afgegraven, zijn eeuwen geleden ontstaan. In de plassen en poelen van ons land kunnen we ook nu nog de veenvorming bestuderen. De eerste planten, die in de plassen ver schijnen zijn plompen en waterlelies. Waar de plas minder diep is, groeit riet, waterweeg bree, enz. De planten sterven af, nieuwe plan tensoorten komen ervoor in de plaats. Als de mensch niet ingrijpt groeit de plas vrij spoe dig dicht. Er vormt zich een slappe bodem, waarop al gauw geboomte als eisen en berken een groeiplaats vinden, begeleid door planten als kamperfoelie, braamstruiken en varens. Ook lijsterbes en meidoorn laten dan niet lang meer op zich wachten. Daarna komt het woord aan de mossen, zooals thujamos, sterremos, haarmos. Maar vooral het veenmos (sphag- num) gaat zich laten gelden. De els verdween al toen de grond hooger werd. Berken en den nen houden het ook niet lang meer uit, want het veenmos woekert srel voort. Het zuigt haar blaadjes boordevol water, zoo zelfs, dat je het als een spons kan uitknijpen. Door de invloed van het veenmos gaan de bomen aan het ondereinde van de stam rotten en wat wind is dan wel in staat om de halfvergane stam men omver te werpen. Door afsluiting van de lucht bleven de plantendelen bewaard, die je terug kunt vinden in de grote turf. Hierna zien we een vegetatie van beide en wollegras, waarop een jonge mosveenlaag vdlgt, die ons de lange aanmaakturf levert. Ge moogt dus het veenmos wel heel dankbaar zijn, vooral nu, want zonder dat mos zou uw turfhok leeg blijven. Uit een en ander blijkt dat de mosvegetatie in het algemeen zeer zeker onze aandacht ver dient. Ik hoop dan ook met dit beknopte ar tikeltje uw belangstelling gewekt te hebben. Wilt ge meer over de mossen en hun betekenis te weten komen, dan kunt ge de volgende werkjes raadplegen: Dr. S. Broekhuizen, ..Mossen en varens". Uitgave Arbeiderspers. W. Beyerinck, „Sphagnum en Sphagnetum". Uitgave Versluys, Amsterdam en J. J. Hoff, „Van het mos". Uitgave Bureau Natuurleven, Den Haag. Veel succes! C. WIM KOK. (Erbij vermelden: „Voor Winterhulp Nederland"). Ditmaal op verzoek een opgaaf, welke op het eerste gezicht niet zoo moeilijk schijnt, maar die, als men er aan begint, niet zal mee vallen. De cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 moeten door rekenteekens zoo met elkander in ver band gebracht worden dat de uitkomst steeds 100 is. De vraag is zeer belangwekkend en zelfs wij weten momenteel nog niet het maxi mum aantal mogelijkheden. Natuurlijk wordt de prijs toegekend aan hem of haar die het grootst aantal mogelijk heden inzendt. Bij meerdere inzendingen van het grootste aantal beslist het lot. Als model geven wij eenige voorbeelden: 1+2 3 4+5+6 7+(8X9) 100. 7425»/» 100. Horizontaal: 1 Ilias, 5 Garbo, 10 Nana, 12 Loon, 13 Van, 14 Hap, 16 Bod, 17 o. g., 18 Larie, 20 Ge, 21 Raadsel, 23 Dwang, 25 Andes, 27 Erts, 29 Doet, 30 Ras, 31 Ark, 33 Era, 34 e.k., 35 droom, 37 en, 38 gegooid, 40 melodieus. Verticaal: 1 invorderen, 2 laag, 3 Inn, 4 Aa, 6 al, 7 rob, 8 boog, 9 onderstand, 11 hard, 14 Kaag, 15 Pisa, 18 lans, 19 eend, 21 rats, 22 l.d.o.e., 24 wrak, 26 eere 28 brood, 31 Argo, 32 kooi, 35 del, 36 mie, 38 ge, 39 du. De prijs werd gewonnen door: C. A. VAN STRAATEN—WEERDEN Zuid-Hoek 282 B, Rotterdam. Correspondentie: C. M. K. U moogt inder daad mee doen met de raadselrubriek. H. A. Jr. U kunt eveneens meedoen met de raadsels der H. C. j f. H. Wat U schrijft is ons uiteraard niet ontgaan. Er is echter een zeer gegronde reden voor geweest. niet mis. Iemand in de Ooievaarstraat werd door een ander bedreigd met niets minder dan een ijzeren staaf. Tot de volvoering van die bedrei ging is het gelukkig niet gekomen. aanrijding. Een bewoner van de Wormer reed gisteren op den Rijksweg per rijwiel en werd door een achter hem aankomende personenauto aan gereden. Het gevolg was, dat de man zijn rechterzijde verwondde, waardoor hij eenigen tijd z'n werk niet zal kunnen doen. De fiets werd beschadigd. gesprongen waterleidingen. Hier en daar werden door de politie nog gesprongen waterleidingen geconstateerd en onderhanden genomen. rijwielen. Door twee personen, waaronder iemand van Texel, werd aangifte gedaan, dat zij hun rij wielen vermisten Verzekert Uw fiets voor 3 gulder per jaar. Bij diefstal krijgt U een nieuwe terug. K. KOS, Koningstraat 76. ised. Hervormde Gemeente. Den Burg, v.m. 10.30 Ds. Visser. Maandcollecte. Den Hoorn, v.m. 11 u. Ds. Wesseldijk. Oosterend, v.m. 10.30 Ds. Kok. De Cocksdorp, v.m. 11 u. Ds. Salm. Maandcollecte. Eierland, n.m. 4 u. Ds. Salm. Koog, v. m. 10.30 Ds. v. 't Hooft. Doopsgezinde Gemeente. Oosterend, v.m. 10.30 Ds. Gorter. Den Hoorn, n.m. 3 u. Ds. Gorter. Geref. Kerk. Den Burg (geb. Fanfare) v.m. 10.30 Cand. Wouda. N.m. 3 u. Ds. v. d. Leer. Oosterend, v.m. 10.30 Ds. v. d. Leer. N.m. 3 u. Cand. Wouda. Geref. Kerk H.V. Oosterend, v.m. 10.30 en n.m. 3.30 Ds. Veenemans. Jacobus Johannes Blaakman, van Den Burg Weverstraat 1 naar Groesbeek, Muntberg 1. Christiaan v. d. Kolk, echtgenoote en kind Julianastraat 16, Den Burg van Schagen, Landbouwstraat D 14; Petrus J. Grootveld, Oudeschild 210 van Den Helder, Sternstr. 4; Jan Arie Struijf, Schilderseind 82 Den Burg van Z(jpe B 51; Maria Joh. Mant je S 7 van Amsterdam Groenburgwal. Amsterdam, Groenburgwal; Bernard Mulder, Julianastraat 3 Den Burg van Haarlemmer meer Zwanenburg Eikenhout; Aug van Vliet, Oudeschild 393 van Den Helder, Havenpl. 7: Bauke de Zee en echtgenoote Oudeschild 74 van Den Helder, Treubstraat 53; Lieuwke Gerritsen Westerweg 1 Den Burg van Heilo; Heiloërdijk B 25; Jan Kip, echtgenoote en 2 kinderen S 18 van Den Helder, Narcisstr.15; Lolke Dorenspleet, Den Burg Schilderseind van Den Helder, Kanaalweg 5; Gerrit v. Dijk als voren; Albert Zielman B 15 van Blokker A 3. CANDIDAATSTELLING V.I.O.D. In de bestuursvacature van de vereeniging V.I.O.D. (het z.g. Groote Fonds) is inplaats van den heer Jac. Adrz Bakker, die tot voor zitter was benoemd, bij enkele candidaatstelling gekozen de heer G. J. Keyser en in de vaca ture, ontstaan door het overlijden van den heer C. Bruin Pz., werd, eveneens bij enkel candidaatstelling, gekozen de heer S. Bruin Lz. van 18 t.m. 24 Januari 1941. Geboren: Leendert Johannes, z. v. Willem Wesseldijk en Johanna Tasseren; Henricus Wilhelmus Zacharias, z. v. Jacob de Graaf en Thèodo'ra'CatharinA 'Öraa'f. Overleden: Pieter van Hert, oud 80 jaar, ongehuwd; Bakker, Dirk, oud 75 jaar, geh. m. Johanna Roeper. Gevonden: een schoen, een want, een hoed, textielzegels, een sierspeld, een paar kousen. I Urk, 22 Januari. Door 17 vaartuigen werd heden aan den gemeentelijken vischafslag, al hier, aangevoerd: 186 pond snoekbaars, van 619 pond per vaartuig, prijs 8590 cent, 48 pond baars, 32—37 cent per pond. ONGELUKKEN. Door de geweldige gladheid op de straten zijn er eenige ongelukken gebeurd. Betje Hak- voort viel op het achterhoofd en kreeg een ernstige hersenschudding. Mej. L. de Vries viel zoo ongelukkig dat haar been op 3 plaat sen werd gebroken. EEN ZWARE TOCHT. Het personeel van de Eerste Urker Stoom boot Maatschappij heeft een dezer dagen een tocht naar Kampen ondernomen voor het af halen van vracht. Des morgens om 7 uur toog men op weg, waarna men den volgenden avond on 9 uur, met veel vracht, op Urk arriveerde. Ongeveer 30 bussen melk werden er aange voerd. (Bulten verantwoordelijkheid van de Redactie. Niet geplaatste stukken woiden niet teruggezonden.) Geachte redacteur, Naar aanleiding van Uw artikel betreffende de 300 sneeuwruimers, zou ik het volgende onder Uw aandacht willen brengen. Elke sneeuwruimer moet zijn eigen schop medenemen, kosten 1.Na 2 dagen gebruik op de steenen is deze schop onbruikbaar. Wie zal dat betalen De sneeuwruimer kan geen dubbeltje missen, laat staan I. Zou het niet billijk zijn, als hij vergoeding voor zijn schop krijgt Daar hij, als hij zijn schop weer moet gebruiken, weer 1.moet neertellen voor een nieuwe. Een sneeuwruimer. Het zal sneeuwruimer natuurlijk ook bekend zijn, dat het meebrengen van eigen materiaal altijd verplichtend is geweest. Meent hij echter, dat hij recht heeft op vergoeding, dan moet hij zich met zijn werkgever, dat is in dit geval de grondmaatschappij te Wieringen, in verbinding stellen. Red. Heldersche Crt. MACHINISTEN-EXAMENS. De commissie van de machinisten-examens zal van Maart af te 's-Gravenhage, Nassau- plein 27, de machinisten-examens afnemen. Aanmelding van 28 Januari tot 3 Februari bij den voorzitter der commissie. Voor bijzonder heden raadplege men de Staatscourant van Woensdag 22 Januari. De boodschap van Christus en de niet- Christelijke religies door Dr. J. H. Ba- vinck. Uitgave van J. H. Kok N.V., te Kampen, 1.35, ingen. 1.90 geb. In bovenstaand boek hebben we een over zicht van een uitnemend werk van Prof. Dr. H. Kraemer te Leiden, nl. „De boodschap van Christus in een niet-christelijke wereld". Dit boek van Prof. K. heeft niet alleen in zendingskringen, maar ook daarbuiten over de geheele wereld de aandacht getrokken. Het verscheen voor het eerst in 1938 in Lon den en heeft sindsdien reeds verschillende herdrukken beleefd. Een Duitsche vertaling is enkele maanden geleden verschenen. Dat het boek zoo de aandacht getrokken heeft, is volgens Prof. Bavinck in de eerste plaats daaraan te danken, „dat het ons een over zicht biedt over de verschillende wereldgods diensten van zulk een diepte en zulk een helderheid, dat ieder mensch. die zich voor deze groote religieuze problemen interes seert, zich zelf groote schade doen zou, wan neer hij dit boek ongelezen zou laten". Wij kunnen Prof. Bavinck dan ook niet dankbaar genoeg zijn, dat hij dit uitnemende werk voor den Nederlandschen lezer toe gankelijk heeft gemaakt door in het kort bestek van zijn overzicht den rijkdom daar van op zulk een uitnemende wijze te ontvou wen. In het boek van Prof. Bavinck ontvangt de lezer niet slechts een beknopte weergave van dè rijkste en schoonste gedachten van het boek van Prof. Kraemer, maar tevens in het tweede gedeelte van zijn boek een op bouwende critiek, waardoor de vragen waar om het in het werk van Prof. K. gaat, in een nog helderder licht komt te staan. Wij kunnen dit boek van Prof. Bavinck niet slechts van harte aanbevelen aan allen, die belangstellen in de wereldgodsdiensten, en de groote crisis waarin deze in den tegen- woordigen tijd zijn geraakt, ook niet slechts aan alle zendingsvrienden, maar in het bij zonder juist aan hen, die meenden, dat al dat zendingswerk toch eigenlijk maar over bodig is. De openbaring van Johannes, in haar doel en beteekenis voor dezen tijd beoordeeld door Ds. F. Dijkema. Ds. Dijkema neemt in deze brochure stel ling tegen het oppervlakkig en onoordeel kundig verklaren van de Openbaring van Johannes en tracht het juiste licht op dit boek te werpen. O.i. is de brochure daar volkomen in ge slaagd. Wij ontvangen in deze brochure een Kort overzicht van den inhoud, de historische achtergrond en de waarde die dit Bijbelboek heeft voor ons. MANNEN MET „EN WOORD VOOR DEZEN TIJD. Wie het nieuwe boek van Dr. H. R. Callen- bach: De Profeten uitg. Hervormd Neder land te Amsterdam) ter hand neemt, doet wonderlijke ontdekkingen. Het kan gebeuren, dat hij er met zekeren tegenzin aan begint: zoo'n boek met korte stukken trekt hem veel minder dan één doorloopend verhaal. Het kan gebeuren, dat die oude Lsraëliten hem eigen lijk maar matig interesseeren. Maar als hij dien tegenzin en dat gebrek aan belangstelling heeft overwonnen, merkt hij ineens, dat hij toch écn doorloopend vsrhaal leest, dat die profeten feitelijk alle problemen behandelen, die de menschen ven alle tijden, ook van onzen tijd bezig houden. In schijn is er een menigte hoofdpersonen; in werkelijkheid zijn het steeds dezelfde. In elk hoofdstuk is het getuigenis van den eeuwigen, eenigen Hoofdpersoon in leven en wereld; in elk opzicht is de tweede hoofdpersoon even eens dezelfde; n.1. degene, die aangesproken wordt. Naar het tijdelijke moge de aangespro kene het volk Israëls geweest zijn, naar het eeuwige is het ieder volk en ieder land. Het is onmogelijk alle problemen te noemen, die de profeten behandelen. Nemen wij een voorbeeld: het sociale vraagstuk. In Amos lezen wij, hoe de profeet zijn stem verheft en uitroept: Het oordeel Gods komt, omdat gij den rechtscha pene voor geld verkoopt, den arme tot slaaf neemt, wijl hij het paar schoenen, dat gij hem leverdet, niet kunt betalen. Gij trapt de gerin gen op het hoofd Als allen dit eens er harte namen, als de kerk en de christenen zich dit eens door Gods Woord lieten zeggen en er naar handelden, de sociale verhoudingen zou den anders z(jn. Ieder profeet predikt op zijn eigen wijze. Ezechiel bv. laat vooral de majesteit, de macht en de heililgheid Gods uitkomen en hij doet dit op zijn eigen wijze, wat breedsprakig, in een taal vol beelden en visioenen, waarmede hij tracht een beschrijving te geven van Gods heiligheid. Er is in en van de profeten veel te leeren. Geen is er, die niet iets te zeggen heeft voor het persoonlijke leven, voor het leven van land en maatschappij, voor de sociale verhoudingèn, voor den vrede van mensch en wereld. Neen, een droog boek, een dorre verzameling opstel len is dit boek De Profeten, dat tal van uit stekende illustraties bevat en dat technisch goed is u!tgevoerd, geenszins. Als ge er ern stig aan begint, leest ge het uit en aan het einde slaakt ge een zucht, die de onuitgespro ken woorden behelst: „Ik wist niet, dat in die boeken der profeten zooveel rijkdon., zoovéél schocns, zooveel prediking voor alle tijden verborgen lag." Over Pygmeeën, Kameroen en Kongo. Kortgeleden kondigden wij aan het eerste deeltje van een reeks, gewijd aan primitieve kunst en cultuur. Het is met verwijzing naar deze beschouwing, dat wij er thans op wijzen, dat thans nu zijn verschenen de beide volgende deeltjes, namelijk „Pygmeeën en Papoea's" (Kunst en cultuur in Nieuw Guinea) en „Ka meroen en Kongo" (Kunst en cultuur in Afrika. De boekjes, uitgegeven onder auspiciën van het Koloniaal Instituut en verschenen bij van Loghum Slaterus NV te Arnhem, kenmerken zich. evenals ^het eerste door hun gedegen in houd. Gedegen en... bijzonder leesbaar. Hier is men er in geslaaggd een onbekende stof niet „geleerd", maai; voor iedereen begrijpelijk weer te geven. Iets, dat de waarde en de belang rijkheid der uitgave aanmerkelijk bevordert. Deze boekjes staan op een hoog plan en wij hopen dat ze in vele handen komen. Men leert hier iets dat ieder Nederlander moet weten. De illustraties zijn bijzonder mooi, ter wijl de boekjes smaakvol gebonden werden. „Kleine Man, Groote Man, het kan verkeeren" Zoojuist is bij „De Amsterdamsche Keur- kamer" verschenen het nieuwe boek vr.n Hans Fallada (De schrijver van „Kleine Man, wat nu?) getiteld „Kleine Man, groote man, het EVANGELISATIES IS DE NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK. Het Hoofdbestuur van den bond voor evange- lisatiën in en ten bate van de Neder'andsche Hervormde kerk heeft een brief gericht tot de kerkeraden der Sederlandsche Hervormde ge meenten aan wie het orgaan geregeld gezonden wordt en tot alle leden van den bond waarin gewezen wordt op den uitermate moeilijken toe stand waarin bijna al de bondsevangelisatiën zich bevinden gedurende de laatste vier maan den. GIFTEN EN LEGATEN. Gecommitteerden tot de zaken der Seder landsche Hervormde gemeente te Rotterdam hebben uit 's Gravenhage een gift van f 1000 ontvangen, in den vorm van een obligatie. NIEUWE TAAK VOOR PREDIKANTEN EN LIDMATEN. Uit het rapport van de wereldzendxngscon- ferentie te Tambaram: God roept zijn kerk op om voort te gaan door persoonlijk en gemeen schappelijk getuigenis zooals in de dagen der apostelen, toen men overal heentrok met de prediking van het Woord. Als elke predikant zichzelf zou beschouwen als evangelist en zijn gemeente in gemeenschappelijk getuigenis tot Christus zou leiden, dan moet een vooruit drin gen daarvan het gevolg zijn. De kerken moeten een programma opstellen om predikanten en lidmaten te leeren, hoe te evangeliseeren. LOS VAN DE KERK. Wij lezen in het Calvinistisch Weekblad: „Er zijn cultuurhistorici geweest, die ons getee- kend hebben de onvermijdelijke ..oplossing'' van de kerk als middelpunt. Meestal werd deze beschou wing dan geplaatst tegen den achtergrond van de Middeleeuwsche autoriteitskerk. die met een wijden boog alle levenskringen begeerde te overspannen en te behecrschen. Inderdaad: hier heeft men aan de kerk een plaats gegeven, die haar niet toe- kwam. Aan deze kerkbeschouwing is gewrikt en ze is van allerlei zijden in gevaar gekomen. Inderdaad is de Reformatie ook duidelijk geweest in de kritiek op de middeleeuwen. Er is gekomen een méér op zichzelf staan van allerlei levenskrin gen en daarin schuilt nu het probleem. Dat is zoo geweest in de richtingen, die onder den invloed van het humanisme alle levenskringen één voor één hebben verwereldlijkt en autonoom gemaakt. Dat proces der verwereldlijking is door velen beschre ven. Het boeit en houdt ons vast om z'n conse quente ontwikkeling, die ons doet huiveren. Want: ..los van de kerk" beteekent hier los van het Woord Gods". En de kerk voorzoovcr ze nog blijft staan moet zich beperken tot het terrein van de ziel en daar mag ze zelfs „middelpunt" zijn. Maar de 18e en 19e eeuw hebben in den voortgang van het proces reeds duidelijk laten zien, dat ook „de ziel" zóó in dit proces was betrokken, dat de deuren van de kerk van Jezus Christus allengs wer den gesloten." DE SYNODE DER NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK. Wij lezen in „Hervormd Nederland": ,JDe gebeurtenissen van 10 Mei en volgende dagen, hebben de synode als met één slag ge bracht van passief beheeren tot actief bestu ren en regeeren. In de getuigenissen een en an dermaal van haar uitgegaan, heeft zij, alsof hare samenstelling niet de weerspiegeling ware van de richtingskwestie in de kerk en dus van hare verdeeldheid, onomwonden en met klaar geluid het belijdend karakter der kerk, uitge dragen en- daarmede in feite een verleden afge sloten, dat haar meer dan een eeuw lang van dit spreken en getuigen weerhield. In feite is daarmede eigenlijk de reorganisatie-vraag op gelost. Er zullen er natuurlijk zijn die dit niet willen erkennen, maar wie goed toeziet, moet tot de conclusie komen, dat zelfs een synode als de onze, zoo menigmaal uitgekreten voor willoos „staatscreatuur"indien de om standigheden maar gunstig en dwingend optre den tot veel in staat is, dat de grootste optimist niet van haar had verwacht. Er is in en vanuit Javastraat 100 te Den Haag, de laatste 7 maanden van 19j0 hard ge werkt en veel tot stand gebracht. Er is in de kerk een breede kring gevonden van ambtsdra gers en gemeenteleden, die met inzet van alle krachten, medegewerkt heeft waar noodig was. Het gevoel en de zekerheid: de synode kan nog wat, heeft zeer stimuleerend gewerkt. Wij den ken daarbij aan de door de synode benoemde onderscheidene commissies en haar arbeid; denken aan de uitstekende en principieele arti kelen in het officieel weekblad der kerk (welke serie pas in den aanvang isj; denken vooral ook aan de krachtige en doelbewuste leiding, uitgaande van den secretaris-generaal, Ds. Gra- vemeijer. Houdt men daarnaast in het oog het geen in minimum van tijd door de synodale commissie in de najaarszittingen is gepres teerd, dan is het niet te veel gezegd, wanneer wij opmerken, dat in deze dingen en voor de kerk, de 10e Mei heilzaam heeft ingegrepen, en dat deze gang van zaken alleszins bemoedigt voor een toekomst die nog vele zorgen kan brengen". kan verkeeren" (Prijs ingen. 3.25 geb. 3.90) Was het succes van den eersten „Ki..inen Man" groot, het succes van dit boek zal zexer roet kleiner zijn. Integendeel, hier 'eest men Fallada op z'n best, hier kan men zic.i ntir dan ooit, vergasten aan het 'even van de kiei-e hurgir- luyden, zooals er werkelijk 11 in het dozijn voorkomen. De kleine man erft. Niet m.-ar zo. 'n bagatel nee hij erft diverse millioenen. Gok een kasteel met fabriek, landerijen parken, effec ten, enz., enz. In de ruimste beteeken'» van het woord een historische erfenis, een erfenis, die iemand doet duizelen. De kleine man en z(jn vrouw duizelen natuurlijk ook, en het boek beschrijft de via dolorosa van het bezit dezer eitenis. Tot aan het moment dat zij... maar laat or„s dit niet verklappen; het is beter dat U vandaag aan den dag zelf dit boek koopt en ir van gaat genieten. Inderdaad... genieten. Het is een werk, ge laden met geest, humor en originaliteit. Iedere bladzijde bewijst dat deze Fallada „den kleinen man" kent. Beter dan wie ook. En omdat wij, laat ons het bekennen, allen iets van den „kleinen man" in ons hebben is het begrijpelijk dat wij onszelf in dit boek keer op keer terug vinden. Een bijzonder geslaagd boek, dat ongetwij feld zijn weg zal vinden bij duizenden „kleine mannen". Ook al hebben die geen millioenen (waarover zij dan niet rouwig zullen zijn...)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 7