Ouverture met
Oranje-rats!
Kinderuitzending
gaat door!
Maartsche buien
Distributie-nieuws
ponderdag 20 Februari 1941
Tweede Blad
tftadlnieuwJ
5 Marinekoks onder leiding van
chef-kok Hoppe
Uitstekend voedsel
smakelijk toebereid
Opening Chr. hulpschool voor
Anna Paulowna en Breezand
Dc Heldersche kinderen te
Callantsoog
Burgerlijke Stand van Den Helder
Toen de
„Dokter Wagemaker"
op den Zuidwal zat
Tijdbeeld
Verhuizen
Slaapplaatsen voor stadgenooten
voor winkeliers
Centrale Keuken in gebruik genomen
Gistermorgen half 12 in Musis Sacrum:
geen jongedoehters onzer middelbare
scholen, die de eerste slow-foxpassen,
geleerd onder het vaardig dansmeester
schap der familie Polak, demonstreeren
voor het keurend oog van ouders en
verdere familie; geen afslag van goede
ren onder leiding van een notaris, met
Jan Visser en Daniël Groot als pala
dijnen, geen demonstratie-middag van
de Vereeniging van Huisvrouwen, geen
Speeltuinuitvoering of kunstexpositie...
Niets van dat alles.
Er was iets anders: er was een aan
tal jonge kerels met 1 pen aan en
witte broeken, er was een serie immense
ketels, waaronder oplaaiende vuren
brandden, er zaten, in een hoek, twee
aardappelschilsters piepers te jassen, en
er was een krantenman die zich met
kennelijk genot overgaf aan de tong-
streelingen van een heete prak hutspot.
Kortom het was een half uur vóór
opening van de tijdelijke „Centrale Keu
ken", die voorloopig domicilie heeft in
huize Musis Sacrum.
Wij hebben ons sedert een klein jaar
leeren aanpassen. Het is nog niet zóó lang
geleden, dat we met eenigen spot liederen
zongen als „rats, kug en boonen", daar
mede min of meer doelend op de „tragiek"
van het soldatenleven. Hoe weinig hadden
wij in die dagen van overvloed kunnen
vermoeden, dat nauwelijks enkele maan
den later diezelfde kug, dezelfde rats en
dezelfde boonen tot begeerlijkheden zou
den zijn gepromoveerd, waarbij men in ge
dachten z'n vingers aflikt.
Laat ons het eerlijk opbiechten, zóó
is het geworden en daarom ook is zoo'n
Centrale Keuken een instituut, dat onze
speciale belangstelling opeischt.
Geen snert, maar hutspot.
Wij hadden geschreven, dat het eerste menu
zou bestaan uit de meest Nieuwediepsche van
alle Nieuwediepsche lekkernijen: snert. He
laas... de kóks en leider van de Keuken heb
ben gewikt... het almachtige distributie-ap
paraat heeft beschikt. Dat wil zeggen: er kon
géén toewijzing worden verleend voor dien
Woensdag, zoodat de snert-fuif een dag uit
gesteld moest worden. In de plaats van de
snert werd toen een ander hartig gerecht
klaargemaakt voor den komenden en gaanden
man, te weten hutspot, eveneens populair be
kend in deze contreien als oranje-rats.
't Gemeentebestuur proeft.
De lezer zal nieuwsgierig zijn en willen
weten hoe nu die oranje-rats smaakte.
Laat ons het eerlijk zeggen: toen wij de
eerste blikken in den enormen etens-ketel
wierpen, waren het louter kostelijke geu
ren, die ons tegemoet kwamen. Het eerste
proefbord werd gereserveerd voor burge
meester Ritmeester en die stak z'n waar
deering- voor de gastronomische verrich
tingen van het personeel niet onder stoelen
en banken. Van dezelfde meening waren
de wethouders Van der Vaart en Mulder,
terwijl tenslotte bescheidenlijk ook de pers
moge memoreeren, dat het haar toege
diende prakje er best inviel zoo tegen 12
uur en dat zij zich geweld moest aandoen
om geen teekenen te geven, dat ook een
tweede portie welkom geweest zou zijn...
In ernst: dit eten is uitstekend. En het zal,
als men de outillage nog heeft verbeterd en de
noodige ervaring heeft opgedaan, ongetwijfeld
nog in smakelijkheid toenemen.
De Marine-mannen op dreef.
Dat is geen wonder als men weet, dat
niemand minder dan de heer K. J. C.
Hoppe werd aangesteld als chef-kok. Hjj
is dezelfde, die na jaren een restaurant in
Amsterdam geleid te hebben, langen tyd
de eerste pollepel zwaaide in de Marine
club. Ook is hy, dit tusschen haakjes, de
uitvinder van de bekende Hop-stroop. Hy
wordt bygestaan door een 5 a 6-tai koks,
allen voormalige leden van de Koninklyke
Marine, die op wachtgeld stonden.
Opnieuw zijn ze dus thans in hun oude
ambt van hofmeester, kok of koksmaat
hersteld, en... kennelijk tot hun genoegen.
De verantwoordelijke man van deze Centrale
Keuken is de heer G. Becker, die carrière
maakte in de keuken aan boord van de mail
booten der Stoomvaart-Maatschappij „Neder
land".
Belangstelling.
Om 12 u. gingen de deuren der keuken open
en meldden'de eersten zich aan. Merkwaardig,
zooveel belangstelling er was voor deze voed-
selcentrale in de Koningstraat. Wij schreven
dat deze keuken in een behoefte zou voorzien.
Welnu, dat bleek wel, toen eergisteren niet
minder dan 160 kaarten (iedere kaart geeft
'echt op 9 porties) uitgereikt moesten worden
Met kannen, emmers en schalen.
En ze kwamen: alleen, of in groepjes. Met
medebrenging van allerhande onderdeelen van
de keukenuitrusting. De een kwam met een
blauw melkkannetje, de ander met een emmer.
Nummer drie met een zinken schaaltje en de
vierde deed de oranje-rats in een soort bloem
vaas. Het kan o.i. geen kwaad er op te wijzen,
dat men verstandig doet deze schalen en pan
nen van te voren wat te verwarmen. Dan blijft
onderweg de portie ook warm en behoeft men
thuis geen afgekoeld eten te nuttigen.
Het bleek, dat men over het algemeen zeer
ingenomen was met de grootte der portie. De
hoeveelheid van 1.2 liter scheen mee te vallen.
En temeer waar de rats als goed geslaagd te
beschouwen was. Was er een kleine hoeveel
heid meer wortel in geweest, geen huismoeder
had het kunnen verbeteren. Voldoende vet,
stukjes klapstuk... wat zou men méér mogen
wenschen
Zooals men weet is het feitelijk niet de
bedoeling dat men de warme hap ter plaatse,
dus in de keuken, opeet. De bedoeling is, dat
men het eten afhaalt en dat thuis nuttigt. Dat
er in „Musis Sacrum" gelegenheid is tot dit
nuttigen is een toevallige omstandigheid. Hier
van werd echter slechts spaarzaam gebruik
gemaakt.
De capaciteit der keuken.
Wat de capaciteit van de Centrale Keu
ken betreft, deze wordt ingesteld op 2000
tot 4000 porties per dag, die dus tusschen
12 en 2 uur afgegeven kunnen worden.
Aan deze groote aantallen is men nog niet
toe in verband met het feit, dat diverse
onderdeelen van de keuken-outillage nog
niet aangekomen zijn (o.a. een aardappel
schil-machine). Lang zal dat echter niet
meer duren, of de keuken draait op volle
toeren.
Variatie in de menu's.
Er wordt lederen dag één menu gebracht.
In totaal zijn er niet minder dan 21 menu's,
zoodat men wel niet te klagen zal hebben over
te weinig variatie in de keuze der spijzen.
Reeds eerder werd er door ons de aandacht
op gevestigd, dat deze menu's alle opgc-maakt
zijn door het Rijksvoedselbureau, waarbij men
van het principe uitging, dat de spijzen welis
waar eenvoudig moesten zijn, doch zich moes
ten kenmerken door een hoog voedingsgehalte.
En hieraan wordt niet getornd. Ook niet in
de Heldersche Keuken!
genootschap, tengevolge waarvan vele
ocmtributies werden stopgezet en bijdragen
vervielen.
De financieele positie.
Uit het hierna volgende financieele over
zicht blijkt, dat de vereeniging er niet slecnt
voorstaat.
1940 sluit met een batig saldo van 61.34.
Het kassaldo bedroeg in 1939 877.48, zoodat
dit nu gestegen is tot 938.82. Er is nog te
goed van de gemeente aan subsidie over het
2e halfjaar 1940 625.en van het Bio-
Vacantie-oord 188.59.
Het aantal leden bedroeg 1 Jan. 1940 213.
Het aantal op 1 Jan. 1941 is niet bekend.
De waarnemend voorzitter stelt aan de ver
gadering voor Mej. Held, de penningmeeste-
resse, die wegens ziekte afwezig is, te déchar-
geeren en brengt haar dank voor haar ge
voerde beleid.
Bestuursverkiezing.
In verband met het periodiek aftreden van
den voorzitter en den secretaris heeft hierna
bestuursverkiezing plaats. Gekozen wordt in
de plaats van Dr. Kamerlingh, dokter De
Vries, terwijl de heer Van Heusden herbe
noemd wordt. Deze wijst op de wenschelijkheid
uit te zien naar een plaatsvervanger, opdat
men straks niet voor het feit zal komen te
staan, dat er plotseling iemand zijn functie
moet overnemen.
Beide heeren nemen respectievelijk hun be
noeming en herbenoeming aan.
De bijdrage voor de algemeene kas wordt
bepaald, evenals vorige jaren, op f 10.
Tot afgevaardigden naar de algemeene ver
gadering worden benoemd de heeren Van
Heusden en De Vries.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor
zitter hierna de vergadering.
De mogelykheid bestaat dat, als straks
de keuken aan de Prins Hendriklaan ge
reed zal zijn, er enkele zalen of gelegen
heden aangewezen worden, waarin men de
porties eten kan nuttigen.
Laat ons besluiten met deze keuken een
voorspoedig bestaan te wenschen. En daar
nevens: dat de koks, de ridders van den
pollepel, er in zullen slagen blyvend een
product te verstrekken, dat met eere in
onze stad genoemd mag worden.
Zelfs in een zoo benarden tyd als oor
logstijd
Blijkens een in dit nummer voorkomende
advertentie wordt morgen door de Heldersche
Chr. Schoolvereeniging een hulpschool geopend
in het gebouw bij de Geref. Kerk aan de
Molenvaart te Anna-Paulowna.
Wij vernemen, dat de heer C. Kramer, eer
ste onderwijzer aan de Rehobothschool door
het Bestuur is belast met de leiding van deze
„filiaalinstelling" onzer Heldersche Chr.
Scholen.
In de gemeenteraadsvergadering van Cal
lantsoog is o.m. medegedeeld, dat de post leer
middelen aanmerkelijk moest worden ver
hoogd, in verband met het groote aantal Hel
dersche kinderen.
van 18 Februari 1941.
ONDERTROUWD: E. de Lange en L. M.
van der Kleijn. C. Vellekoop en A. Hebbink.
G. A. Sernee en M. G. Verstappen. A. J. W.
Veenstra en K. Hoornsman. W. J. H. Wassen-
burg en M. Rol.
OVERLEDEN: D. Muit (m.), 68 jaar.
Opgave van 19 Februari 1941.
OVERLEDEN: J. F. W. Teerink (m.), 63
jaar.
BEVALLEN: A. A. van der Meulenvan
Heijningen Klinkert, d.
Jurr. Beumkes vertelt ervan.
Jurr. Beumkes, conducteur van TESO,
schrijft naar aanleiding van het avontuur
van de „Dokter Wagemaker" het navolgende
aan de Texelsche Courant.
Kapitein List had er, toen hy van Den
Helder vertrok al een zwaar hoofd in. Er
waren nogal auto's en wat ijzerwerk aan
boord en dat heeft licht een verkeerde in
vloed op het kompas (miswijzing). En van
wege de mist hadden we juist dat kompas
zoo noodig. Bij het koers bepalen werd er wel
met een eventueele miswijzing rekening ge
houden, maar je vaart toch niet gerust.
Plotseling het was ruim kwart voor
twaalf liepen we aan den grond en ferm
ook. We zaten behoorlijk vast. Direct werd
voor- en achteruit gedraaid, maar alle moeite
was vergeefsch. En het allerergste was, dat
het ongeveer om 12 uur hoog water was ge
weest, zoodat we zoo goed als zeker konden
aannemen, dat we voor 's avonds acht uur
niet vlot zouden komen.
Toen werd het voorgeschreven sein ge
geven: „Ik zit aan den grond; kan niet
manoeuvreeren". En toen maar fluiten en af
wachten.
Op de haven had men het fluiten gehoord.
Directeur J. van der Vlies charterde een
kleine motor, „De Tijd zal het leeren", om
te trachten passagiers en post van de Dok
ter Wagemaker te halen. Alsmen ten
minste bij het gestrande schip zou kunnen
komen en wanneer men het in de dikke mist
zou kunnen vinden.
Nadat we ongeveer een half uur aan den
grond hadden gezeten, hoorden we een mist
hoorn en kort daarna kwam de motor uit de
mist te voorschyn. Op de Dokter Wage
maker ging een hoera'tje op.
Hoeveel water hebben jullie, was de
vraag.
Ruim vijf voet.
De hulp kon dus langszij komen.
Passagiers en post werden zoo spoedig
mogelijk overgenomen, want het water zakte
nog steeds.
Ongeveer een meter of tien van de Dokter
Wagemaker af kwam ook de motorboot aan
den grond te zitten. (Ook de schrijver van
deze regelen was daarop overgestapt). We
moesten van het achterschip naar het voor
schip en ja, we raakten los. Om ongeveer
twee uur gingen we «van de Dokter Wage
maker en ruim half drie waren we met passa
giers en post in de haven. De „Marsdiep"
onderhield 's middags den dienst (14.45 van
Texel en 16.45 van Den Helder. Van Den
Helder komende zagen we dat de Dokter
Wagemaker een heel stuk boven water stak.
Toen de gewone dienst er op zat, zei Kapi
tein Vlas, van de Marsdiep: Nu moeten we
toch eens zien, of we de Wagemaker kunnen
helpen.
En zoo gebeurde het, dat we omstreeks
half zeven weer de haven uitgingen, nu om
te trachten als sleepboot te fungeeren.
Om acht uur hadden we verbinding met de
Dokter Wagemaker. Toen konden we aan de
lange sleeptros trekken en rukken, doch de
Wagemaker gaf er niets om: ze bleef waar
ze was en verroerde zich niet. Nu de tros eens
voor en dan weer achter aan het schip, doch
het wilde niet lukken.
Daar kwamen tot overmaat van ramp nog
bij, dat er heel wat vliegtuigen over ons heen
gingen, wat ook lang geen „lolletje" was.
Maar eindelijk dan toch dat was om
half elf hadden we de Dokter Wagemaker
vlot en niet lang daarna liepen we samen de
haven binnen: het pleit was beslist.
Een zeer avontuurlijken dag was het, maar
gelukkig is alles zonder persoonlijke onge
lukken afgeloopen.
Schetsen uit t Buitenveld
Serie II.
Dokter de Vries tot voor
zitter van het C.G. benoemd
Financieele positie niet ongunstig.
Gisteren werd ten huize van den Secretaris
van het Centraal Genootschap voor Kinder-
herstellings- en Vacantiekolonies, den heer T.
van Heusden, de jaarvergadering gehouden.
Bij ontstentenis van den voorzitter, Dr. Ka
merlingh, die wegens vertrek naar elders be
dankt heeft, trad dokter De Vries als waarn.
voorzitter op. De heer De Vries opende met
een kort woord de vergadering en gaf daarna
den secretaris gelegenheid tot het voorlezen
van de notulen van de vorige vergadering, die
zender op- of aanmerkingen werden goedge
keurd.
De mogelijkheid om B.L.O.-kinderen uit te
zenden naar het vacantie-oord „Zonne-oord"
zal nader door het bestuur onder het oog wor
den gezien in verband met de vrij hooge kosten
daaraan verbonden.
Bijna 1000 verpleegdagen meer dan
in 1939.
Uit het jaarverslag van den secretaris
bljjkt, dat in 1939 nog 59 kinderen zijn uit
gezonden, die gezamenlijk 2972 verpleeg
dagen in vacantie-oorden hebben doorge
bracht, waardoor het aantal verpleegda
gen, ondanks de langdurige onderbreking,
870 dagen meer is dan in 1939.
Dankbaar werd in het verslag gewaagd van
de hulp, die van verschillende kanten verleend
was, zoowel by het plotseling terughalen van
de kinderen, bij het uitbreken van den oorlog,
als later, bij de pogingen om de uitzendingen
weer te hervatten.
De uitzending is momenteel in hoofdzaak
gericht op Kerdijk. De uitzending naar Nun-
speet blijft echter ook mogelijk, wanneer de
adviseerende arts dat verlangt. Het na- onder
zoek is tot nader bericht stopgezet, in ver
band met de overbelasting van de huisartsen.
Een financieèl nadeel bracht de uittocht
van de duizenden stadgenooten voor het
Een van de vele „genoegens" van de
evacuatie is de verhuizing. We zijn welgeteld
in negen maanden tijds vier maal verhuisd en
als het zoo doorgaat slaan we straks verre het
record van een kennis, die bij zijn koperen
bruiloft precies twaalf maal verkast was.
Verhuizen! In normalen tijd had je er al
maandenlang een nachtmerrie van. Dan wer
den weken van tevoren de voorbereidende
maatregelen getroffen, koffers werden ge
pakt, de ouwe boel werd alvast aan den vod-
denboer verkocht, de boeken werden in kisten
gedaan. Kortom, twee weken van tevoren was
de familie klaar voor de groote gebeurtenis
en als op den grooten dag zelf de verhuis
wagen voorkwam, dan werd de boel inge-
stouwd, naar de regelen van de kunst.
In het nieuwe huis lag de vloerbedekking
reeds, de gordijnen hingen, de kachel brandde
als we de deuren van ons nieuwe home bin
nenkwamen. In dien goeden ouden tijd was
een verhuizing een zorg van weken en weken.
Nu doen we het in dagen af.
Na een speurtocht van weken, want die
gaan nu aan de nieuwe woning vooraf, ont
dekten we Zaterdags een lief huis, ergens in
de bosschen. Wat zou je meer begeeren? We
bezagen het, we bespraken het en we besloten,
Donderdags te komen. Dat was dus dik vier
dagen nadat we het gehuurd hadden.
In tempo hebben we het heele huisboeltje
gepakt, de verduisteringspapieren en ge
hamsterde levensmiddelen incluis. En prompt,
bij het verschijnen van den verhuiswagen, kon
den we beginnen met in te laden. De laatste
kisten werden nog gauw klaar gemaakt, de
gordynen werden voor de ramen weggerukt en
de verhuizers sjouwden onder onze handen
alles weg, zoodat zelfs de schoenen van de
kinderen en de schoenen van m'n vrouw in
den wagen waren weggestopt, waardoor ze
genoodzaakt waren op een klomp en een slof
naar het nieuwe huis te trekken. Een joyeuse
entrée
De kinderen, die vinden verhuizen, een grap-
ja. Die dansten toen ze hoorden, dat we er
weer vandoor gingenten die hieven een India-
nengebrul aan, toen de verhuiswagen voor de
deur van de Schagerwoning reed om ons met
hudje en mudje in te pakken. Het instouwen
van zoo'n wagen is op zichzelf een kunst. De
verhuizers zien kans om een huisboel, die je in
geen vijf kamers kon bergen, in een ruimte
van 30 m3 op te bergen.
Je hoofd loopt om zoo'n dag. Aan eten be
hoef je niet te denken, aan rusten kom je niet
toe. En de kinderen die loopen, iA hun yver
Zijn dierb'ren zijn hem heilig,
Hy bracht ze, elk gaf hem gelyk,
Naar d'overkant van d'afsluitdijk.
Daar hoopte hij ze veilig.
Op late weekendmorgen
Gaat hij naar huis, maar elke keer
Vindt hem den Maandag fietsend weer,
Terug naar d'oude zorgen.
De heele week denkt hy aan haar;
Bij 't werk en onder luchtgevaar,
Bij 't schuilen in den kelder.
En zy, by elke bom, die van
Heel verre dreunt, denkt aan haar man
En vrienden in Helder.
W. A.
In Alkmaar lag vanmorgen vroeg een
aardig pak sneeuw, maar des te noorde-
lyker men kwam, des te dikker was dit
pak. Zoodat het niet te verwonderen wat,
dat velen zich de bange vraag stelden»
zou het wéér een vorstperiode worden T
Wat dat betreft lyken ons de kansen
niet zoo groot. Het heeft niet gevroren,
hoewel het niet veel scheelde. De laagste
temperatuur is geweest 0.2 graad boven
het vriespunt, terwijl het vanmorgen 9 n
0.4 erboven was
De wind waait uit het Zuiden, hetgeen
een geruststelling mag heeten. Naar alle
waarschynlykheid heeft men hier dus te
doen met een vroege „Maartsche bui",
waarvoor men nog niet al te zeer te
vreezen heeft.
Hopen wjj, dat het biyft by de natte
en koude voeten die we vanmorgen heb
ben gehaald
Aangeboden slaapgelegenheid. Liefst geea
kinderen. Rijksweg 59.
om een handje mee te helpen, je telkens voor
de voeten, zoodat ze tenslotte met een grauw
en een snauw naar een leege kamer worden
verwezen. Dan is Leiden in last en nieuwe
problemen doen zich voor, hoe „rustig" te
kunnen pakken, zonder protesten van kinde
ren in leege kamers. Je bevrijd ze maar weer
en laat ze meesjouwen.
En als dan, na een uur of anderhalf de
kamers al leeger en leeger worden, en de
wagen daarbuiten teekenen van uitpuiling be
gint te vertoonen, dan kom je tot de onprettige
ondekking, dat je inboedel te groot was voor
den grooten wagen, dat het gasfornuis geen
plaatsje meer kan vinden, dat de keukentafel
zal moeten blijven staan, dat de mooie stoel
achter moet blijven en dat voor de fietsen geen
plek meer te vinden is. De „kunstenaars" in
den wagen hebben geen kans gezien je heele
hebben en houden in hun wagen te verwerken.
Weg is de verwachting, dat de kinderen ook
mee kunnen rijden. In puin valt hun hoop, als
ze zelf zien, dat de achterklep ook opgestapeld
is met huisraad, dat touwen noodig zijn om
het zaakje vast te sjorren, opdat je het onder
weg niet strooien zal.
Nieuwe problemen pynigen je hersens. Hoe
krijg ik de rest uit het huis, want de nieuwe
bewoners staan al te dringen om binnen te
komen. Ze hebben op dezen uittocht ook al
eenige weken gewacht.
Reeds rijdt de verhuiswagen weg en jy blijft
achter met wat overbleef en met de kinderen.
Die vinden het maar matig, dat ze met vader
met den trein de reis naar het nieuwe huis
zullen maken. Hoeveel interessanter was de
tocht geweest achter op den klep vgn den
wagen. Wat een herinneringen hebben ze daar
aan van vorige tochten.
Je gaat allereerst op pad voor een vracht
rijder, die zoo vriendelijk wil zijn, de rest van
je boeltje weg te brengen. Je moet daarby
inderdaad veel tact en soepelheid betoonen,
want anders zegt de vrachtman, ga myn deur
maar voorbij. De klant is geen koning meer,
die is gedegradeerd tot den dienstwilligen
dienaar.
Het gelukt, de rest voor een tientje weg te
krijgen. We praten maar niet eens over den
hoogen prijs. We zijn al bly, dat het weg gaat
en op zijn plaats van bestemming zal komen.
Dan verlaten we het huis. We loopen de
leege kamers nog even door. Herinneringen
duiken op. Hier hebben we den eersten nacht,
na nachten van onrust, ons hoofd rustig kun
nen neerleggen, hier hebben we veel vriende
lijks genoten. Maandenlang was dit tweede
huis ons tehuis, waar we woonden eerst met
ons eigen clubje van zeven, toen zes maanden
met z'n twaalven en daartusschenin zes weken
lang met 24 man. Hier zijn vriendenrelaties
nauwer aangehaald en hebben we met elkan
der het leed gedeeld van alle evacué's. Nu
trekken we verder, verder van Nieuwediep,
verder van het eigen huis.
Toewijzingen bij inlevering
van bloembonnen
Het blijkt nog niet voldoende bekend te
zijn, dat detaillisten by de inlevering van
bloembonnen in aanmerking kunnen
komen voor toewijzingen „tarwebloem"
voor bloembonnen, waarop tarwebloem
enz. verkocht is en voor toewijzigingen
„gebak" voor bloembonnen, waarop
„gebak" is afgeleverd, terwijl bakkers
tevens in aanmerking kunnen komen
voor een toewijzing „bloem of meel" by
de inleveripg van bloembonnen, waarop
brood is verkocht.
De bakkers kunnen de bloembonnen,
waarop brood is verkocht, dagelijks by
den distributiedienst inleveren ter verkrij
ging van een toewijzing „bloem of meel".
De detaillisten kunnen naar keuze
bloembonnen inleveren ter verkrijging van
toewijzingen „tarwebloem" of „gebak".
De bloembonnen, waarvoor zy toewij
zingen voor „gebak" wenschen, kunnen
elke week in veelvouden van 20 stuks
bij den distributiedienst worden inge
leverd met een minimum van 80 stuks,
onder overlègging van een ontvangst
bewijs MD 201B.
De bloembonnen, waarvoor toewijzin
gen voor „tarwebloem" worden ge-
wenscht, kunnen uitsluitend na afloop
van de distributieperiode worden inge
leverd in veelvouden van 80 stuks even
eens met een ontvangstbewijs MD 201B.
Op het formulier MD 201B zal de
detaillist moeten aanteekenen of hy een
toewijzing „tarwebloem" dan wel een toe
wijzing „gebak" wenscht.
Inlevering van beschadigde
bonnen enz.
Het Centraal Distributiekantoor heeft
zich in de afgeloopen weken genoodzaakt
gezien, het uitreiken van toewijzingen
aan verschillende handelaren voor eeni
gen tyd te doen staken, op grond van het
inleveren van opplakvellen met bescha
digde, valsche of vervalschte bonnen, dan
wel met bonnen, welke niet geldig waren.
By eventueele herhaling der overtredin
gen zal zonder verwyi opnieuw tot in
houden van de toewyzingen worden over
gegaan.
Bovendien stelt de handelaar zich by
overtreding bloot aan gerechtelijke ver
volging.
De handelaren worden nog eens met na
druk gewezen op hun verplichting tot
zeer goede controle op de in te leveren
bonnen en worden gewaarschuwd voor de
zeer ernstige gevolgen, welke het inleve
ren van beschadigde, valsche en vervalsch
te bonnen, dan wel van bonnen met on
juist nummer kan hebben.