Ouverture met Oranje-rats! Kinderuitzending gaat door! Maartsche buien Distributie-nieuws ponderdag 20 Februari 1941 Tweede Blad tftadlnieuwJ 5 Marinekoks onder leiding van chef-kok Hoppe Uitstekend voedsel smakelijk toebereid Opening Chr. hulpschool voor Anna Paulowna en Breezand Dc Heldersche kinderen te Callantsoog Burgerlijke Stand van Den Helder Toen de „Dokter Wagemaker" op den Zuidwal zat Tijdbeeld Verhuizen Slaapplaatsen voor stadgenooten voor winkeliers Centrale Keuken in gebruik genomen Gistermorgen half 12 in Musis Sacrum: geen jongedoehters onzer middelbare scholen, die de eerste slow-foxpassen, geleerd onder het vaardig dansmeester schap der familie Polak, demonstreeren voor het keurend oog van ouders en verdere familie; geen afslag van goede ren onder leiding van een notaris, met Jan Visser en Daniël Groot als pala dijnen, geen demonstratie-middag van de Vereeniging van Huisvrouwen, geen Speeltuinuitvoering of kunstexpositie... Niets van dat alles. Er was iets anders: er was een aan tal jonge kerels met 1 pen aan en witte broeken, er was een serie immense ketels, waaronder oplaaiende vuren brandden, er zaten, in een hoek, twee aardappelschilsters piepers te jassen, en er was een krantenman die zich met kennelijk genot overgaf aan de tong- streelingen van een heete prak hutspot. Kortom het was een half uur vóór opening van de tijdelijke „Centrale Keu ken", die voorloopig domicilie heeft in huize Musis Sacrum. Wij hebben ons sedert een klein jaar leeren aanpassen. Het is nog niet zóó lang geleden, dat we met eenigen spot liederen zongen als „rats, kug en boonen", daar mede min of meer doelend op de „tragiek" van het soldatenleven. Hoe weinig hadden wij in die dagen van overvloed kunnen vermoeden, dat nauwelijks enkele maan den later diezelfde kug, dezelfde rats en dezelfde boonen tot begeerlijkheden zou den zijn gepromoveerd, waarbij men in ge dachten z'n vingers aflikt. Laat ons het eerlijk opbiechten, zóó is het geworden en daarom ook is zoo'n Centrale Keuken een instituut, dat onze speciale belangstelling opeischt. Geen snert, maar hutspot. Wij hadden geschreven, dat het eerste menu zou bestaan uit de meest Nieuwediepsche van alle Nieuwediepsche lekkernijen: snert. He laas... de kóks en leider van de Keuken heb ben gewikt... het almachtige distributie-ap paraat heeft beschikt. Dat wil zeggen: er kon géén toewijzing worden verleend voor dien Woensdag, zoodat de snert-fuif een dag uit gesteld moest worden. In de plaats van de snert werd toen een ander hartig gerecht klaargemaakt voor den komenden en gaanden man, te weten hutspot, eveneens populair be kend in deze contreien als oranje-rats. 't Gemeentebestuur proeft. De lezer zal nieuwsgierig zijn en willen weten hoe nu die oranje-rats smaakte. Laat ons het eerlijk zeggen: toen wij de eerste blikken in den enormen etens-ketel wierpen, waren het louter kostelijke geu ren, die ons tegemoet kwamen. Het eerste proefbord werd gereserveerd voor burge meester Ritmeester en die stak z'n waar deering- voor de gastronomische verrich tingen van het personeel niet onder stoelen en banken. Van dezelfde meening waren de wethouders Van der Vaart en Mulder, terwijl tenslotte bescheidenlijk ook de pers moge memoreeren, dat het haar toege diende prakje er best inviel zoo tegen 12 uur en dat zij zich geweld moest aandoen om geen teekenen te geven, dat ook een tweede portie welkom geweest zou zijn... In ernst: dit eten is uitstekend. En het zal, als men de outillage nog heeft verbeterd en de noodige ervaring heeft opgedaan, ongetwijfeld nog in smakelijkheid toenemen. De Marine-mannen op dreef. Dat is geen wonder als men weet, dat niemand minder dan de heer K. J. C. Hoppe werd aangesteld als chef-kok. Hjj is dezelfde, die na jaren een restaurant in Amsterdam geleid te hebben, langen tyd de eerste pollepel zwaaide in de Marine club. Ook is hy, dit tusschen haakjes, de uitvinder van de bekende Hop-stroop. Hy wordt bygestaan door een 5 a 6-tai koks, allen voormalige leden van de Koninklyke Marine, die op wachtgeld stonden. Opnieuw zijn ze dus thans in hun oude ambt van hofmeester, kok of koksmaat hersteld, en... kennelijk tot hun genoegen. De verantwoordelijke man van deze Centrale Keuken is de heer G. Becker, die carrière maakte in de keuken aan boord van de mail booten der Stoomvaart-Maatschappij „Neder land". Belangstelling. Om 12 u. gingen de deuren der keuken open en meldden'de eersten zich aan. Merkwaardig, zooveel belangstelling er was voor deze voed- selcentrale in de Koningstraat. Wij schreven dat deze keuken in een behoefte zou voorzien. Welnu, dat bleek wel, toen eergisteren niet minder dan 160 kaarten (iedere kaart geeft 'echt op 9 porties) uitgereikt moesten worden Met kannen, emmers en schalen. En ze kwamen: alleen, of in groepjes. Met medebrenging van allerhande onderdeelen van de keukenuitrusting. De een kwam met een blauw melkkannetje, de ander met een emmer. Nummer drie met een zinken schaaltje en de vierde deed de oranje-rats in een soort bloem vaas. Het kan o.i. geen kwaad er op te wijzen, dat men verstandig doet deze schalen en pan nen van te voren wat te verwarmen. Dan blijft onderweg de portie ook warm en behoeft men thuis geen afgekoeld eten te nuttigen. Het bleek, dat men over het algemeen zeer ingenomen was met de grootte der portie. De hoeveelheid van 1.2 liter scheen mee te vallen. En temeer waar de rats als goed geslaagd te beschouwen was. Was er een kleine hoeveel heid meer wortel in geweest, geen huismoeder had het kunnen verbeteren. Voldoende vet, stukjes klapstuk... wat zou men méér mogen wenschen Zooals men weet is het feitelijk niet de bedoeling dat men de warme hap ter plaatse, dus in de keuken, opeet. De bedoeling is, dat men het eten afhaalt en dat thuis nuttigt. Dat er in „Musis Sacrum" gelegenheid is tot dit nuttigen is een toevallige omstandigheid. Hier van werd echter slechts spaarzaam gebruik gemaakt. De capaciteit der keuken. Wat de capaciteit van de Centrale Keu ken betreft, deze wordt ingesteld op 2000 tot 4000 porties per dag, die dus tusschen 12 en 2 uur afgegeven kunnen worden. Aan deze groote aantallen is men nog niet toe in verband met het feit, dat diverse onderdeelen van de keuken-outillage nog niet aangekomen zijn (o.a. een aardappel schil-machine). Lang zal dat echter niet meer duren, of de keuken draait op volle toeren. Variatie in de menu's. Er wordt lederen dag één menu gebracht. In totaal zijn er niet minder dan 21 menu's, zoodat men wel niet te klagen zal hebben over te weinig variatie in de keuze der spijzen. Reeds eerder werd er door ons de aandacht op gevestigd, dat deze menu's alle opgc-maakt zijn door het Rijksvoedselbureau, waarbij men van het principe uitging, dat de spijzen welis waar eenvoudig moesten zijn, doch zich moes ten kenmerken door een hoog voedingsgehalte. En hieraan wordt niet getornd. Ook niet in de Heldersche Keuken! genootschap, tengevolge waarvan vele ocmtributies werden stopgezet en bijdragen vervielen. De financieele positie. Uit het hierna volgende financieele over zicht blijkt, dat de vereeniging er niet slecnt voorstaat. 1940 sluit met een batig saldo van 61.34. Het kassaldo bedroeg in 1939 877.48, zoodat dit nu gestegen is tot 938.82. Er is nog te goed van de gemeente aan subsidie over het 2e halfjaar 1940 625.en van het Bio- Vacantie-oord 188.59. Het aantal leden bedroeg 1 Jan. 1940 213. Het aantal op 1 Jan. 1941 is niet bekend. De waarnemend voorzitter stelt aan de ver gadering voor Mej. Held, de penningmeeste- resse, die wegens ziekte afwezig is, te déchar- geeren en brengt haar dank voor haar ge voerde beleid. Bestuursverkiezing. In verband met het periodiek aftreden van den voorzitter en den secretaris heeft hierna bestuursverkiezing plaats. Gekozen wordt in de plaats van Dr. Kamerlingh, dokter De Vries, terwijl de heer Van Heusden herbe noemd wordt. Deze wijst op de wenschelijkheid uit te zien naar een plaatsvervanger, opdat men straks niet voor het feit zal komen te staan, dat er plotseling iemand zijn functie moet overnemen. Beide heeren nemen respectievelijk hun be noeming en herbenoeming aan. De bijdrage voor de algemeene kas wordt bepaald, evenals vorige jaren, op f 10. Tot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering worden benoemd de heeren Van Heusden en De Vries. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor zitter hierna de vergadering. De mogelykheid bestaat dat, als straks de keuken aan de Prins Hendriklaan ge reed zal zijn, er enkele zalen of gelegen heden aangewezen worden, waarin men de porties eten kan nuttigen. Laat ons besluiten met deze keuken een voorspoedig bestaan te wenschen. En daar nevens: dat de koks, de ridders van den pollepel, er in zullen slagen blyvend een product te verstrekken, dat met eere in onze stad genoemd mag worden. Zelfs in een zoo benarden tyd als oor logstijd Blijkens een in dit nummer voorkomende advertentie wordt morgen door de Heldersche Chr. Schoolvereeniging een hulpschool geopend in het gebouw bij de Geref. Kerk aan de Molenvaart te Anna-Paulowna. Wij vernemen, dat de heer C. Kramer, eer ste onderwijzer aan de Rehobothschool door het Bestuur is belast met de leiding van deze „filiaalinstelling" onzer Heldersche Chr. Scholen. In de gemeenteraadsvergadering van Cal lantsoog is o.m. medegedeeld, dat de post leer middelen aanmerkelijk moest worden ver hoogd, in verband met het groote aantal Hel dersche kinderen. van 18 Februari 1941. ONDERTROUWD: E. de Lange en L. M. van der Kleijn. C. Vellekoop en A. Hebbink. G. A. Sernee en M. G. Verstappen. A. J. W. Veenstra en K. Hoornsman. W. J. H. Wassen- burg en M. Rol. OVERLEDEN: D. Muit (m.), 68 jaar. Opgave van 19 Februari 1941. OVERLEDEN: J. F. W. Teerink (m.), 63 jaar. BEVALLEN: A. A. van der Meulenvan Heijningen Klinkert, d. Jurr. Beumkes vertelt ervan. Jurr. Beumkes, conducteur van TESO, schrijft naar aanleiding van het avontuur van de „Dokter Wagemaker" het navolgende aan de Texelsche Courant. Kapitein List had er, toen hy van Den Helder vertrok al een zwaar hoofd in. Er waren nogal auto's en wat ijzerwerk aan boord en dat heeft licht een verkeerde in vloed op het kompas (miswijzing). En van wege de mist hadden we juist dat kompas zoo noodig. Bij het koers bepalen werd er wel met een eventueele miswijzing rekening ge houden, maar je vaart toch niet gerust. Plotseling het was ruim kwart voor twaalf liepen we aan den grond en ferm ook. We zaten behoorlijk vast. Direct werd voor- en achteruit gedraaid, maar alle moeite was vergeefsch. En het allerergste was, dat het ongeveer om 12 uur hoog water was ge weest, zoodat we zoo goed als zeker konden aannemen, dat we voor 's avonds acht uur niet vlot zouden komen. Toen werd het voorgeschreven sein ge geven: „Ik zit aan den grond; kan niet manoeuvreeren". En toen maar fluiten en af wachten. Op de haven had men het fluiten gehoord. Directeur J. van der Vlies charterde een kleine motor, „De Tijd zal het leeren", om te trachten passagiers en post van de Dok ter Wagemaker te halen. Alsmen ten minste bij het gestrande schip zou kunnen komen en wanneer men het in de dikke mist zou kunnen vinden. Nadat we ongeveer een half uur aan den grond hadden gezeten, hoorden we een mist hoorn en kort daarna kwam de motor uit de mist te voorschyn. Op de Dokter Wage maker ging een hoera'tje op. Hoeveel water hebben jullie, was de vraag. Ruim vijf voet. De hulp kon dus langszij komen. Passagiers en post werden zoo spoedig mogelijk overgenomen, want het water zakte nog steeds. Ongeveer een meter of tien van de Dokter Wagemaker af kwam ook de motorboot aan den grond te zitten. (Ook de schrijver van deze regelen was daarop overgestapt). We moesten van het achterschip naar het voor schip en ja, we raakten los. Om ongeveer twee uur gingen we «van de Dokter Wage maker en ruim half drie waren we met passa giers en post in de haven. De „Marsdiep" onderhield 's middags den dienst (14.45 van Texel en 16.45 van Den Helder. Van Den Helder komende zagen we dat de Dokter Wagemaker een heel stuk boven water stak. Toen de gewone dienst er op zat, zei Kapi tein Vlas, van de Marsdiep: Nu moeten we toch eens zien, of we de Wagemaker kunnen helpen. En zoo gebeurde het, dat we omstreeks half zeven weer de haven uitgingen, nu om te trachten als sleepboot te fungeeren. Om acht uur hadden we verbinding met de Dokter Wagemaker. Toen konden we aan de lange sleeptros trekken en rukken, doch de Wagemaker gaf er niets om: ze bleef waar ze was en verroerde zich niet. Nu de tros eens voor en dan weer achter aan het schip, doch het wilde niet lukken. Daar kwamen tot overmaat van ramp nog bij, dat er heel wat vliegtuigen over ons heen gingen, wat ook lang geen „lolletje" was. Maar eindelijk dan toch dat was om half elf hadden we de Dokter Wagemaker vlot en niet lang daarna liepen we samen de haven binnen: het pleit was beslist. Een zeer avontuurlijken dag was het, maar gelukkig is alles zonder persoonlijke onge lukken afgeloopen. Schetsen uit t Buitenveld Serie II. Dokter de Vries tot voor zitter van het C.G. benoemd Financieele positie niet ongunstig. Gisteren werd ten huize van den Secretaris van het Centraal Genootschap voor Kinder- herstellings- en Vacantiekolonies, den heer T. van Heusden, de jaarvergadering gehouden. Bij ontstentenis van den voorzitter, Dr. Ka merlingh, die wegens vertrek naar elders be dankt heeft, trad dokter De Vries als waarn. voorzitter op. De heer De Vries opende met een kort woord de vergadering en gaf daarna den secretaris gelegenheid tot het voorlezen van de notulen van de vorige vergadering, die zender op- of aanmerkingen werden goedge keurd. De mogelijkheid om B.L.O.-kinderen uit te zenden naar het vacantie-oord „Zonne-oord" zal nader door het bestuur onder het oog wor den gezien in verband met de vrij hooge kosten daaraan verbonden. Bijna 1000 verpleegdagen meer dan in 1939. Uit het jaarverslag van den secretaris bljjkt, dat in 1939 nog 59 kinderen zijn uit gezonden, die gezamenlijk 2972 verpleeg dagen in vacantie-oorden hebben doorge bracht, waardoor het aantal verpleegda gen, ondanks de langdurige onderbreking, 870 dagen meer is dan in 1939. Dankbaar werd in het verslag gewaagd van de hulp, die van verschillende kanten verleend was, zoowel by het plotseling terughalen van de kinderen, bij het uitbreken van den oorlog, als later, bij de pogingen om de uitzendingen weer te hervatten. De uitzending is momenteel in hoofdzaak gericht op Kerdijk. De uitzending naar Nun- speet blijft echter ook mogelijk, wanneer de adviseerende arts dat verlangt. Het na- onder zoek is tot nader bericht stopgezet, in ver band met de overbelasting van de huisartsen. Een financieèl nadeel bracht de uittocht van de duizenden stadgenooten voor het Een van de vele „genoegens" van de evacuatie is de verhuizing. We zijn welgeteld in negen maanden tijds vier maal verhuisd en als het zoo doorgaat slaan we straks verre het record van een kennis, die bij zijn koperen bruiloft precies twaalf maal verkast was. Verhuizen! In normalen tijd had je er al maandenlang een nachtmerrie van. Dan wer den weken van tevoren de voorbereidende maatregelen getroffen, koffers werden ge pakt, de ouwe boel werd alvast aan den vod- denboer verkocht, de boeken werden in kisten gedaan. Kortom, twee weken van tevoren was de familie klaar voor de groote gebeurtenis en als op den grooten dag zelf de verhuis wagen voorkwam, dan werd de boel inge- stouwd, naar de regelen van de kunst. In het nieuwe huis lag de vloerbedekking reeds, de gordijnen hingen, de kachel brandde als we de deuren van ons nieuwe home bin nenkwamen. In dien goeden ouden tijd was een verhuizing een zorg van weken en weken. Nu doen we het in dagen af. Na een speurtocht van weken, want die gaan nu aan de nieuwe woning vooraf, ont dekten we Zaterdags een lief huis, ergens in de bosschen. Wat zou je meer begeeren? We bezagen het, we bespraken het en we besloten, Donderdags te komen. Dat was dus dik vier dagen nadat we het gehuurd hadden. In tempo hebben we het heele huisboeltje gepakt, de verduisteringspapieren en ge hamsterde levensmiddelen incluis. En prompt, bij het verschijnen van den verhuiswagen, kon den we beginnen met in te laden. De laatste kisten werden nog gauw klaar gemaakt, de gordynen werden voor de ramen weggerukt en de verhuizers sjouwden onder onze handen alles weg, zoodat zelfs de schoenen van de kinderen en de schoenen van m'n vrouw in den wagen waren weggestopt, waardoor ze genoodzaakt waren op een klomp en een slof naar het nieuwe huis te trekken. Een joyeuse entrée De kinderen, die vinden verhuizen, een grap- ja. Die dansten toen ze hoorden, dat we er weer vandoor gingenten die hieven een India- nengebrul aan, toen de verhuiswagen voor de deur van de Schagerwoning reed om ons met hudje en mudje in te pakken. Het instouwen van zoo'n wagen is op zichzelf een kunst. De verhuizers zien kans om een huisboel, die je in geen vijf kamers kon bergen, in een ruimte van 30 m3 op te bergen. Je hoofd loopt om zoo'n dag. Aan eten be hoef je niet te denken, aan rusten kom je niet toe. En de kinderen die loopen, iA hun yver Zijn dierb'ren zijn hem heilig, Hy bracht ze, elk gaf hem gelyk, Naar d'overkant van d'afsluitdijk. Daar hoopte hij ze veilig. Op late weekendmorgen Gaat hij naar huis, maar elke keer Vindt hem den Maandag fietsend weer, Terug naar d'oude zorgen. De heele week denkt hy aan haar; Bij 't werk en onder luchtgevaar, Bij 't schuilen in den kelder. En zy, by elke bom, die van Heel verre dreunt, denkt aan haar man En vrienden in Helder. W. A. In Alkmaar lag vanmorgen vroeg een aardig pak sneeuw, maar des te noorde- lyker men kwam, des te dikker was dit pak. Zoodat het niet te verwonderen wat, dat velen zich de bange vraag stelden» zou het wéér een vorstperiode worden T Wat dat betreft lyken ons de kansen niet zoo groot. Het heeft niet gevroren, hoewel het niet veel scheelde. De laagste temperatuur is geweest 0.2 graad boven het vriespunt, terwijl het vanmorgen 9 n 0.4 erboven was De wind waait uit het Zuiden, hetgeen een geruststelling mag heeten. Naar alle waarschynlykheid heeft men hier dus te doen met een vroege „Maartsche bui", waarvoor men nog niet al te zeer te vreezen heeft. Hopen wjj, dat het biyft by de natte en koude voeten die we vanmorgen heb ben gehaald Aangeboden slaapgelegenheid. Liefst geea kinderen. Rijksweg 59. om een handje mee te helpen, je telkens voor de voeten, zoodat ze tenslotte met een grauw en een snauw naar een leege kamer worden verwezen. Dan is Leiden in last en nieuwe problemen doen zich voor, hoe „rustig" te kunnen pakken, zonder protesten van kinde ren in leege kamers. Je bevrijd ze maar weer en laat ze meesjouwen. En als dan, na een uur of anderhalf de kamers al leeger en leeger worden, en de wagen daarbuiten teekenen van uitpuiling be gint te vertoonen, dan kom je tot de onprettige ondekking, dat je inboedel te groot was voor den grooten wagen, dat het gasfornuis geen plaatsje meer kan vinden, dat de keukentafel zal moeten blijven staan, dat de mooie stoel achter moet blijven en dat voor de fietsen geen plek meer te vinden is. De „kunstenaars" in den wagen hebben geen kans gezien je heele hebben en houden in hun wagen te verwerken. Weg is de verwachting, dat de kinderen ook mee kunnen rijden. In puin valt hun hoop, als ze zelf zien, dat de achterklep ook opgestapeld is met huisraad, dat touwen noodig zijn om het zaakje vast te sjorren, opdat je het onder weg niet strooien zal. Nieuwe problemen pynigen je hersens. Hoe krijg ik de rest uit het huis, want de nieuwe bewoners staan al te dringen om binnen te komen. Ze hebben op dezen uittocht ook al eenige weken gewacht. Reeds rijdt de verhuiswagen weg en jy blijft achter met wat overbleef en met de kinderen. Die vinden het maar matig, dat ze met vader met den trein de reis naar het nieuwe huis zullen maken. Hoeveel interessanter was de tocht geweest achter op den klep vgn den wagen. Wat een herinneringen hebben ze daar aan van vorige tochten. Je gaat allereerst op pad voor een vracht rijder, die zoo vriendelijk wil zijn, de rest van je boeltje weg te brengen. Je moet daarby inderdaad veel tact en soepelheid betoonen, want anders zegt de vrachtman, ga myn deur maar voorbij. De klant is geen koning meer, die is gedegradeerd tot den dienstwilligen dienaar. Het gelukt, de rest voor een tientje weg te krijgen. We praten maar niet eens over den hoogen prijs. We zijn al bly, dat het weg gaat en op zijn plaats van bestemming zal komen. Dan verlaten we het huis. We loopen de leege kamers nog even door. Herinneringen duiken op. Hier hebben we den eersten nacht, na nachten van onrust, ons hoofd rustig kun nen neerleggen, hier hebben we veel vriende lijks genoten. Maandenlang was dit tweede huis ons tehuis, waar we woonden eerst met ons eigen clubje van zeven, toen zes maanden met z'n twaalven en daartusschenin zes weken lang met 24 man. Hier zijn vriendenrelaties nauwer aangehaald en hebben we met elkan der het leed gedeeld van alle evacué's. Nu trekken we verder, verder van Nieuwediep, verder van het eigen huis. Toewijzingen bij inlevering van bloembonnen Het blijkt nog niet voldoende bekend te zijn, dat detaillisten by de inlevering van bloembonnen in aanmerking kunnen komen voor toewijzingen „tarwebloem" voor bloembonnen, waarop tarwebloem enz. verkocht is en voor toewijzigingen „gebak" voor bloembonnen, waarop „gebak" is afgeleverd, terwijl bakkers tevens in aanmerking kunnen komen voor een toewijzing „bloem of meel" by de inleveripg van bloembonnen, waarop brood is verkocht. De bakkers kunnen de bloembonnen, waarop brood is verkocht, dagelijks by den distributiedienst inleveren ter verkrij ging van een toewijzing „bloem of meel". De detaillisten kunnen naar keuze bloembonnen inleveren ter verkrijging van toewijzingen „tarwebloem" of „gebak". De bloembonnen, waarvoor zy toewij zingen voor „gebak" wenschen, kunnen elke week in veelvouden van 20 stuks bij den distributiedienst worden inge leverd met een minimum van 80 stuks, onder overlègging van een ontvangst bewijs MD 201B. De bloembonnen, waarvoor toewijzin gen voor „tarwebloem" worden ge- wenscht, kunnen uitsluitend na afloop van de distributieperiode worden inge leverd in veelvouden van 80 stuks even eens met een ontvangstbewijs MD 201B. Op het formulier MD 201B zal de detaillist moeten aanteekenen of hy een toewijzing „tarwebloem" dan wel een toe wijzing „gebak" wenscht. Inlevering van beschadigde bonnen enz. Het Centraal Distributiekantoor heeft zich in de afgeloopen weken genoodzaakt gezien, het uitreiken van toewijzingen aan verschillende handelaren voor eeni gen tyd te doen staken, op grond van het inleveren van opplakvellen met bescha digde, valsche of vervalschte bonnen, dan wel met bonnen, welke niet geldig waren. By eventueele herhaling der overtredin gen zal zonder verwyi opnieuw tot in houden van de toewyzingen worden over gegaan. Bovendien stelt de handelaar zich by overtreding bloot aan gerechtelijke ver volging. De handelaren worden nog eens met na druk gewezen op hun verplichting tot zeer goede controle op de in te leveren bonnen en worden gewaarschuwd voor de zeer ernstige gevolgen, welke het inleve ren van beschadigde, valsche en vervalsch te bonnen, dan wel van bonnen met on juist nummer kan hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5