Echte en onwillekeurige hemelschrijverij Puzzle De oorlogsvlieger is geen luchtschrijver voor reclamedoeleinden Oorlogsschade wordt uitbetaald! Onze inkomstenbelasting DE WEEK. Zaterdag 22 Februari 1941 Tweede Blad ■k MudinieuwJ Den Helder pas op! Meeuwen Een kleine duizend gevallen afgehandeld J/j in acht termijnen De Kooijtrein rijdt! Eereplichten in Feiten en Fantasieën De collecte voor Winterhulp' (Van een weerkundigen medewerker). 't Is maar goed dat een ANP-berichtje, nu eenigen tijd geleden, een einde heeft trachten te maken aan de kletspraatjes in verband met zoogenaamde hemel schrijverij door zoogenaamde Engelsche vliegtuigen boven ons land. Want die on zin begon de spuigaten uit te loopen! Had men hier of daar ergens motorgeronk in de lucht gehoord, en zag men daar dan even later witte strepen, dan las deze of gene rijk met verbeeldingskracht begaafde er al dra uit „S O" en wanneer dat al geen SOS moest wezen, dan beteekende het toch zeker Scheveningen pas Op, of Sittard pas Op, of Den Helder, Sneek, Sleen, Sliedrecht, Schoorl of Sybrandaburen Opgepast!!!! Men had het maar voor 't uitzoeken; dat het óók zou kun nen beteekenen; Sensatie Ongezond, op dat goede denkbeeld kwam er geen... De echte Iuchtschryver aan het werk. Toch ontbreekt deze, totaal foutieve, fan tasie niet eiken redelijken grond, althans wat de vorming der strepen betreft. Men knoopte n.1. bij een bekend verschijnsel van geheel anderen aard eenvoudig aan. Enkele jaren geleden stond er in onze vliegtuigloodsen op Schiphol, Waalhaven en elders, een gedrongen tweedekkertje met sterken motor: het toestelletje van den zgn. hemelschrijver. Behalve 'een goed vliegtuig, had die knaap nog een geheime inrichting in den knalpijp van zijn motor: een soortement kraantje, waardoor hij de uitlaatgassen kan vermengen met de een of andere scheikun dige zelfstandigheid, tengevolge waarvan die gassen in stede van onzichtbaar te Blijven, leelijke grauwe wolken vormden. Bij helder blauwen hemel en liefst wind stille lucht steeg hij op, en, boven de een of andere plaats verschenen, zette hij dat bijzondere knalpijpkraantje open en be gon zijn woordje („Persil") in kilo meters-lange letters in de lucht te schrij ven. Hij schreef dus de letters door mid del van dikke grauwe rookwolken, die hij zelf, in het vliegtuig, maakte en daar na naar buiten stootte. Dit is de echte, willekeurige, lucht- schrijverij. De hemelschrijver wil op een bepaalde plaats letters maken, en hij maakt ze, door zijn vliegkunst en naar vrije keuze; zet hij het kraantje dicht, dan komen er geen letters meer. De oorlogsvlieger trekt zijn koers met kielzog. Hoe heel anders staat het er voor met de strepen, die wij tegenwoordig nog al eens in de lucht zien! Het verschijnsel was voor het eerst zeer opvallend in de Mei- en Junidagen van 1940, toen het prachtig zomerweer was; den laat- sten tijd echter, bij fraai winterweer met licht bedekte lucht, komt het óók nog al eens voor. Eerst hoort men dan, op groote hoogte, het geronk van vliegtuigmotoren, kort daarop ziet men merkwaardige rechte, flauw of kunstig gebogen strepen aan de lucht verschijnen. Met dit verschil evenwel, dat de letters van het Persil-schrijverke grauw-grijs waren, en deze zijn helder wit! Het wezenlijk verschil tusschen de willekeurige en de onwillekeurige lucht- schrjj\erjj is echter dit: de luchtschrijver maakt wolken zelf, de oorlogsvüeger daarentegen veroorzaakt slechts een ver andering in de atmosfeer, tengevolge waarvan deze wolken op natuurlijke wijze ontstaan. Korter gezegd; de oorlogsvlieger produ ceert de wolken niet, zooals de luchtschrijver zelf: hij veroorzaakt ze zijns ondanks. Er zijn - voor de hand liggende omstandigheden denk baar, dat hij ze soms zal verwenschen, om een lief ding zou willen, dat ze niet ontston den! Want door dit markeeren van zijn kiel zog geven deze wolken immers de plaats aan, waar hij zich bevindt, de richting waarin hij zich voortbeweegt Reeds hieruit blijkt, voor wie even wil nadenken, de onwaarschijnlijkheid der onderstelling, dat vliegers nu zoo maar voor de grap aan luchtschrijverij zouden gaan doen. Want dat zou wel eens een heel dure grap kunnen worden. Hoe ontstaan deze vliegtuigstrepen? Het verschijnsel van het ontstaan van on willekeurige wolken achter vliegtuigen die op groote hoogte vliegen, is sinds jaren bekend, ook in de Nederlandsche meteorologische litte ratuur. De meteoroloog der K.L.M. C. G. C. Schutte, heeft b.v. reeds in Juli 1939 een artikel met fraaie afbeeldingen eraan ge wijd (H. D. 37, 7/8); later zijn er mede deelingen met foto's uit alle deelen des lands op gevolgd. Over de wijze, waarop vliegtuigen deze wolkjes ('t zijn echte cirro-cumuli) veroor zaken, zijn de geleerden het nog niet heele- maal eens. Of, zoo als het A.N.P.-bericht ook aan de hand doet, de uitlaatgassen van den motor ijskristallen doen ontstaan doordat ze condensatiekernen in de atmosfeer slingeren, waarop om zoo te zeggen het wachten nog maar was, dan wel of de sterke expansie der uitlaatgassen de spontane wolkvorming ver oorzaakt, daarover verschilt men nog van mee ning. Het doet er ook niet zooveel toe; hoofd zaak is, dat de zoo veroorzaakte witte stre pen bjj nadere beschouwing natuurlijke cirro- cumuli, oftewelschaapjeswolken blijken te zijn. De hoogte van het verschijnsel. Schaapjeswolken, minder juist ook wel schapewolkjes genoemd, vindt men op hoog ten van 500011000 meter; soms gaan ze, aan den onderkant, over in de hooge stapel wolken, de zgn. alto-cumulus, die op 3000 6000 meter liggen. Die hoogten kloppen met vóór den oorlog, door driehoeksmeting be paalde hoogten dezer vliegtuigsporen: van 30005000 meter. De hier geschetste merkwaardige spontane cirro-cumulusvorming kan slechts onder zeer bepaalde meteorologische omstandigheden, door de samenwerking van een aantal fac toren, optreden; zijn die voorwaarden aan wezig, dan zullen de uitlaatgassen en/of de luchtwarrelingen, door schroeven en stuur vlakken van een vliegtuig veroorzaakt, de wolkenvorming tot stand brengen. Een ver meldenswaardige eigenaardigheid daarbij is nog dat, blijkens de ervaring, dit samen vallen der vereischte voorwaarden als regel slechts in een luchtlaag van beperkte dikte (30600 m) plaats vindt. Als hrj er hinder van heeft kan de vlieger dus, door boven of beneden deze laag te gaan vliegen, zijn spoor kwijt raken. KOKS KIJKEN U AANFoto Vefbey. Hier een opname van de staf der „Centrale Keuken", zooals deze thans dagelijks in Musis Sacmm werkt, teneinde er voor te zorgen, dat de „losloopende" Heldersche mans- en vrouwspersonen een even warm als smakelijk en overvloedig lX-uurtje opgedischt krijgen. Vierde van links de heer Hoppe, chef-kok van de keuken, geflankeerd door rechts de ex-marinekoks. Met het vorenstaande hopen wrj er een steentje toe te hebben bijgedragen, dat alt- thans dit fabeltje de wereld uit zal zijn: de oorlogsvlieger heeft wel wat anders te doen, dan zulke kinderachtige grapjes uit te halen. De stadgenoot, die dus boven Den Helder de streepen ziet trekken make ziet daarover niet ongerust. t - ■/>•- f Jr -> 'k Zag slanke meeuwenlijven; Verheven in de lucht. Zij breidden hunne vlerken Wijduit, in trotsche vlucht. Zjj zwierden in den stormwind Naar 't diepe blauw, zoo hoog, En streken sterk en moedig Neer, in een grooten boog. Vertrouwend' op Uw vleugels, Gjj, heerscher van de lucht. Hadden ook wij vertrouwen, Als gij, in Uwe vlucht. K. Wouters. Heemstede, 18 Febr. 1941. Binnenkort behandeling van de mobiliaire schade. Er zijn stadgenooten, die zich ongerust maken over de afhandeling van de gevallen van oorlogsschade. Het gaat hun niet snel ge noeg. Ze twijfelen er aan of er wel ooit van eenige uitbetaling sprake zal zijn. Ze zouden de contanten voor herstel in handen willen hebben. Men vergeet in zijn ongeduld, dat aan de schadevergoeding een massa werk voorafgaat en dat telkens weer de duizenden gevallen, die behandeld moeten worden in Den Haag, met honderden nieuwe gevallen worden aangevuld. Eén bom brengt tientallen nieuwe oorlogs schadegevallen. En helaas vallen nog steeds bommen daar waar ze niet bedoeld zijn en worden burgerwoonhuizen getroffen. 9 Men hebbe geduld. De schade wordt uit betaald, zoowel de schade veroorzaakt aan onroerende als die aan roerende goederen. Hoe ver is men nu met de Heldersche ge vallen? 'Dat is een vraag, die natuurlijk alle gedupeerde stadgenooten ten zeerste interes seert. Wij hebben ons met die vraag tot den voorzitter van de schade enquête-commissie voor Den Helder gewend, den heer Volkmaars. Door de schade enquête-commissie zijn in Den Helder een kleine 1000 gevallen afgehandeld. Dit betreffen uitsluitend schadeposten aan onroerend goed. De schade aan roerende goederen, dus mobi lair, wordt zeer binnenkort behandeld, zoo verzekerde ons de heer Volkmaars. Moeilijke gevallen. Die mobilaire schade is een puzzle op zich zelf. Men heeft, wat over was van zijn In boedel ergens opgeslagen. Het wordt daardoor uiterst moeilijk om vast te stellen wat ver nield is en wat nog bruikbaar is. Temeer is dit moeilijk, omdat er helaas nog altijd men- schen zijn, die je om den tuin trachten te lei den en er een voordeeltje probeeren uit te slaan. De schade enquête-commissie in onze stad doet, zooals men weet, niet anders dan voor- loopig de schade vaststellen. De definitieve vaststelling geschiedt door het bureau voor oorlogsschade in Den Haag. Men vordert daar echter reeds met de behandeling en tal van Rotterdamsche gevallen zijn al afgehandeld. Eerst het onroerend goed. Het is begrijpelijk, dat men eerst de ge vallen van onroerend goed behandelt. Dit ligt geheel in de ljjn van het plan van den opbouw. De wonden moeten gedicht wor den, een nieuw stadsbeeld moet verkregen, de herinnering aan de droeve gebeurte nissen zoo snel mogelijk uitgewischt. Onder die duizend afgehandelde Heldersche gevallen zijn dus die van onroerend goed, voorts gevallen van schade aan bedrijfsinven- tarissen en aan handelsvoorraden. De defini tieve goedkeuring op deze gevallen mag spoe dig tegemoet worden gezien. 3500 schadegevallen. Met die 1000 gevallen is men er echter nog niet, want naar schatting zijn er een 3500-tal oorlogsschade-gevallen in onze stad. Dat beteekent dus, dat 1/3 deel van de Heldersche woningen schade heeft ge leden tengevolge van bombardementen. Hierbij zrjn natuurlijk tal van gevallen, die van weinig of geen beteekenis zijn. Glasschade, pannenschade en andere ge ringe nadeelen tengevolge van een bom bardement. Laat ons hopen, dat het bij de schade van deze gevallen blijft en dat geen nieuw leed over onze stad wordt uitgestort. Nogmaals: men make zich niet ongerust over de vergoeding. „De uitkeeringen komen persé!", zoo verzekerde de heer Volkmaars ons positief. Houden we daaraan vast en hech ten geen geloof aan de praatjes van hen, die het beter willen weten en die gedupeerde stad genooten in ongerustheid brengen over de uit keeringen. Belastingautoriteiten toonen begrip voor onze moeilijke positie. Belasting betalen is een onaangenaam ding. Je ziet nooit naar de voordeelen waarvan we allen genieten, doordat we belasting betalen, we zien alleen de nadeelen, die bestaan in een financieele aderlating op die oogenblikken, dat je je geld het slechtst kan missen. Dat we, tengevolge van de betaling van ons belasting geld op goede wegen rijden, een prima verlich ting (wie lacht daar!) hebben, beschermd wor den tegen het geweld van de zee door dijken, geneiten kunnen van natuurmonumenten, pro- fiteeren van goed onderwas, enz., enz., zijn dingen, die we voor kennisgeving aannemen. Intusschen transpireeren we momen teel onder den druk van onze inkomsten-, personeele- en andere belastingen. Hoe moeten we het geld opbrengen, vooral nu sinds 1 Januari van ons weekloon of maandsalaris een bedrag wordt afgetrok ken voor het nieuwe belastingjaar '41/'42. Zeer veel stadgenooten zijn financieel zoo ernstig gedupeerd door de omstandigheden, dat ze niet weten, hoe ze hun belastingschuld moeten afdoen. We hebben hun den weg ge wezen, die ze moeten bewandelen om aan die verplichting te ontkomen. Er zijn echter ook bevoorrechten, die wel kunnen betalen (zij het niet met vreugde!) en voor velen van hen is met 1 Januari de loon belasting gekomen, waardoor ze een dubbele aderlating „genieten". De directie van de belastingen heeft be grip getoond voor deze situatie. Men heeft het gelezen! Zoo niet, dan herhalen we het hier nog eens. Men behoeft niet meer dan 2/3 van zijn aanslagbiljet voor de in komstenbelasting 1940/'41 te betalen en die 2/3 behoeft men niet, zooals gebrui kelijk in v\jf termijnen neer te tellen, maar daarover mag men acht termijnen doen. Ieder werknemer heeft aan het einde van het vorig jaar een z.g. werknemersverklaring ontvangen, die hij ingevuld aan zijn werkgever moest overhandigen. Op pagina 4 van deze klaring was een clausule, waarbij men onthef fing kon verzoeken voor het betalen van 1/3 van zijn aanslag ia de inkomstenbelasting. Wie dit niet ingevuld heeft, ontvangt straks automatisch een kennisgeving met het bedrag waarvoor hij ontheffing heeft ontvangen. Wie verzuimd heeft deze verklaring in te vullen, kan dit nog doen door het schrijven van een brief aan den inspecteur der directe belastin gen alhier. Uit alles blijkt, dat men begrip heeft voor de moeilijke positie, waarin vele aangeslage- nen door de bijzondere omstandigheden en door de nieuwe belastingheffing gekomen zijn. Ook Maandag. De verschillende geruchten, die vanmorgen de ronde deden, dat de Kooijtrein met ingang van Maandag a.s. niet meer zou rijden, wer den bij onze informatie bij de bevoegde auto riteiten, tegen gesproken. Men zie voor de dienstregeling ons nr. van gisteren. Wij Nederlanders schijnen in het buitenland den naam te hebben een on- disciplineerd volk te zijn. en in zeker opzicht is dat waar. Wij zijn van huis uit nu eenmaal geen pink-op-de-riaad- van-de-broek-lieden, wij zijn geen stramme militaristen zooals bijvoorbeeld de Duitschers en we zijn, in het alge meen, ook niet de uitdragers en propa gandisten van onze eigen wereldbe schouwing zooals bijvoorbeeld de Brit ten deze eigenschap in hooge mate be zitten. Wij zijn, op velerlei gebied, noncha lant, ook inzake de wijze waarop wij soms de goede dingen verzuimen en laten slabakken. Blijven we dicht bij huis, en nemen wij als voorbeeld het „Wilhelmus" als dit gespeeld werd, hetzij voorheen door de Staf bij een parade, hetzij in Casino. Welk beeld was normaal? Dat van een publiek, dat. elkaar aanziend, omziend en weifelend opstond en het hoofd ontblootte. Niet omdat men iets tégen dat Wilhelmus had, maar (en hier zit m de kneep) omdat men het „gek' vond. Nietwaar „doe maar gewoon, dan" enz. enz. Ziehier, de Nederlandsche mentaliteit, onze klassieke „nuchterheid" en onge bondenheid. Onze nonchalanchewaar op we, notabene, nog prat gingen boven dien. En nu schreef daar gisteren de Hel dersche Courant over dat blijvend eer betoon, te brengen aan „Hen die vie len". Weer zooiets, dat ons. Noorder lingen, niet zou „liggen „Kun je dan in je hart die menschen niet eer en?" aldus vroeg iemand ons. „Is het dan noodzakelijk dat je juist met je hoed in de hand gaat staan?" Ziedaar de Hollander! Typische mentaliteit. Typisch juist nu, nu het méér dan ooit nood zakelijk is, dat we althans deze ge voelens openlijk en vrijelijk naar buiten uitdragen. Omdat wij persoonlijk het als een eer (en pas in de tweede plaats als een moreele plicht) voelen om deze eer te m o g e n brengen. Voor hen die vielen voor het vaderland. Wij brachten in dit jaar offers. Wij verloren ons huis, ons ontbreekt de vreugde van het bij elkander zijn. Het leven werd peperduur en de verdiensten hielden daarmede geen gelijken tred. Offers! Veel offers. Maar w ij behielden het leven, dat z ij verloren. Ergens op een wilde zee. Ondergegaan in het benau wend lijf van een stalen duikboot. Er is niet zoo heel veel fantasie voor noo- dig, om de bittere tragedie te peilen die zich daar heeft afgespeeld. Laat ons zwijgen. Breng daarom het saluut. Niet half, niet maar zoo-zoo. Niet tersluiks, of lamlendig. Niet omkijkend of men ons niet ziet. En zeer zeker niet gedachten- loos. Breng het fier en eerbiedig. Als een volkomen begrepen en daarom verplicht ceremonieel dat ons, Nieuwediepers, waarlijk uit het hart gegrepen moet zijn. Laat het zóó zijn. Nog een enkel woord over het laat ste offer, dat een deel van de gevluchte bevolking schijnt te moeten brengen, nu de treinenloop jdermate gewijzigd wordt dat zij, die in Èreezand en Koegras hun tijdelijke woning hebben, niet meer met den trein derwaarts kunnen vertrekken. 't Is bitter, indien het zoo zal worden. Zeer bitter. Dat beteekent dat men daar diverse honderden vluchtelingen isoleert. Dat men hun bruut het verkeersmiddel ont neemt, dat weliswaar duur, doch daar nevens onmisbaar is. Men laat hen een voudig staan, deze honderden mede- stadgenooten en maakt zich niet druk over de consekwenties daarvan. Wij weten niet wie dit o.i. niet bijster gelukkige besluit genomen heeft. Ons dunkt dat dit toch iemand moet zijn, die zélf niet de misère aan den lijve onder vonden heeft die de anderen wel ge voeld hebben. Dat hij nimmer hoefde weg te vluchten in een duisteren nacht, dat hij het satanisch geweld van een bombardement niet kent, dat hij nimmer den schrik heeft gevoeld en de ramp zaligheid gezien van een horde ontzinde menschen. jammer. Had hij het wel gezien, wellicht ware een ander besluit genomen, wel licht was een andere regeling mogelijk geweest. Nu is het wee\voornamelijk de met aardsche goederen slechts bedeelde, de pauper, die het gelach moet betalen. Jammer. *t 28 Februari en 1 Maart. Men heeft ons sarcastisch gevraagd of de eerstvolgende collecte voor „Winterhulp" over 3 jaar zou plaats hebben, omdat we gisteren deze collecte aankondigden op 28 en 29 Febr. en we eerst in 1944 weer 29 Februari op den kalender zullen vinden. Men begrijpt, dat dit een slip of the pen was en dat bedoeld werd, dat de collecte 28 Februari en 1 Maart zou worden gehouden. Gezien het feit dat de lettergreepraadsels dusdanig in den smaak blijken te vallen, dat een bijzonder groot aantal oplossingen bin nenkomt geven wij hieronder wederom een dergelijk probleem. Uit onderstaande lettergrepen moeten 16 woorden worden gevormd, waarvan de eerste en vierde letters, de laatste van beneden naar boven gelezen, een vers van Frederik van Eden vormen. beds - bo - de - del - den - den - der - deur - doek - drach - een - een - en - gat - ge - ge - hel - ie - in - knoops - len - len - loog - man - mey - moed - mon - na - nen - ni - noot - o - or - si - si - te - tel - ter - ter - tho - tief - tig - tran - ven - wee - ij - zwind. Omschrijving: 1. dapperheid; 2. onderdeel van fornuis; 3. vogelliefhebber; 4. snel; 5. stad in Oostenrijk. 6. elk; 7 primitief klee- dingstuk; 8. onvergankelijk; 9. deel van slui ting; 10. jongensnaam. 11. eiland in N.O.I; 12. hollend; 13. ritueel kleedingstuk14. samen; 15 plantaardig vet; 16. natuurmonu ment. Oplossing vorige raadsel; 1. sekte; 2. Overveen; 3. omkeer; 4. land- looper; 5. dading; 6. notie; 7. Isabella; 8. en gagement; 9. semester; 10. inkrimpen; 1L tamarinde; 12. fauna; 13. omslag; 14. nage dachtenis. De versregel was van Margot Vos: Daar is geen leven, of 't is eindloos. De prijs ad 2.50 werd deze week gewon nen door: A. A. Bethlehem-Boer. Van Leeuwenhoekstraat 3739. Den Helder. - Correspondentie: J. P. van B. Hartelijk dank voor Uw ingezonden raadsel. We zullen er binnenkort zeer gaarne gebruik van maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5