JUTTERTJ
Uit den goeden ouden tijd
van onze stad
tPicuiinieiuuJ
Jiaopt iif den
<Keldeïtcfien Middenstand
Socialistisch
ïliejuwj uit UhJü
£m falteAlje....
RECTIFICATIE.
Betrekkingen
Te huur
Diversen
Maandag 24 Februari 1941
Tweede Blad
ONGEVALLEN-
f 0.86 per blik.
NUTSSPAARBANK
aangeboden
gevraagd
36310
is de girorekening van den
Gemeente-ontvanger.
Stort hierop Uw gavenvoor
„Winterhulp".
De „Brinio" zinkt weg
Nieuwe machinistenschool
te Rotterdam
zal de nieuwe orde
moeten zijn
de ideale verkooper!
Een serie bijzondere
boeken verschenen
Jxjdicfiïi^teri
Door het plotseling over-
lijden is van ons wegge
nomen onze innig geliefde
Dochter
ANNA DE GEUS,
in den leeftijd van ruim 30
jaar.
Dat zij moge rusten in I
Vrede is de wensch van
haar diepbedroefde ouders.
A. L. A. DE GEUS.
H. DE GEUS—
Paauw.
Den Helder, 21 Febr. 1941.
Sluisdijkstraat 54.
Tijd. adres:
Haringhuizen D 13.
Gem. Barsingerhorn.
De teraardebestelling zal
plaats vinden op Dinsdag I
25 Febr. 1.30 u. op de Al-
gemeene Begraafplaats te
Huisduinen, vanaf Ruijgh-
weg 145.
Heden overleed, na een
langdurige ziekte, onze ge
liefde Man, Vader en
Grootvader,
ENGELBERTUS
JOHANNES HEN,
in den ouderdom van 83
jaar.
Den Helder, 23 Febr. 1941.
Schagenstraat 14.
Uit aller naam:
Wed. M. H. HEN-
ADRIAANSEN.
De teraardebestelling zal
plaats hebben op Woens-
dag 26 Februari a.s., n.m.
2 uur, vanuit het sterfhuis
op de Algemeene Begraaf
plaats te Huisduinen.
Algemeene kennisgeving.
Heden overleed in het
„St. Jan"-Ziekenhuis te
Hoorn, na voorzien te zijn
van de H.H. Sacramenten
der Stervenden, onze lieve
Zuster, Behuwdzuster en
Tante
NEELTJE GROOFF,
in den ouderdom van 57 jaar.
Uit aller naam:
M. GROOFF
Den Helder, 21 Febr. 1941.
Hoofdgracht 68.
Tijd. adres: Hoorn, Keern 28.
De gezongen Uitvaart zal
plaats hebben in de Paro
chiekerk van de H.H. Pe
trus en Paulus, op Dinsdag
25 Februari a.s., te 10 uur,
waarna de begrafenis te
circa 12.15 uur, op het
R.-K. Kerkhof „St. Joseph",
te Den Helder.
Vertrek begrafenis uit de
Kerk.
DANKBETUIGING.
Hartelijk dank aan Buren,
Vrienden en Kennissen voor de
mooie cadeaux, ons geschonken
op het Zilveren Huwelijksfeest.
Familie RIDDER.
Julianadorp, Febr. 1941.
Schoolweg 24.
zoowel in- als buiten beroep
In de annonce VANGE
Hardnekkige Rheumatische po
nen in ons blad van 14 Februari
j.1. is abusievelijk een prijs ver
meld van 0.85 per blik, terwijl
dit moet zijn
In onze kofferkluis kunnen
tegen geringe vergoeding
pakketten met waarden in
bewaring worden gegeven
Assurantiekantoor Koningstraat 90
Telefoon 984
Gevraagd een nette Huishoud
ster, bij man en kind. Leeftijd
ongeveer 35 j. Br. onder letter
K aan His Wilms' Advertentie
bureau, H'hoef, Wieringen.
Gevraagd een flinke Dienst
bode voor huishouding en café
bediening; intern.
K. Nottelman, Markt, Schagen.
Buffetaria „De Instuif" vraagt
voor de morgenuren een Juf
frouw voor de bediening.
Aanmelden s.v.p. tusschen 2
en 4 uur.
Te huur gevraagd eenvoudige
ongemeubilee.de Kamer, Bree-
zand of Anna Paulowna.
Adres: Sluisdijkstraat 123,
Den Helder.
Jongeman zoekt ongeveer be
gin Maart eenvoudig, degelijk
KOSTHUIS in Nederlandsch ge
zin, voor een paar weken of lan
ger, waar thuiswerk kan worden
verricht. Brieven met prijsop
gave enz. onder No. 385 aan het
Bureau van dit blad.
door W. KOK.
Ja, ondanks het feit dat ik slechts enkele
uren per week je een bezoek breng om dan
weer weg te trekken, ben je toch mijn stad
en zal je altijd mijn stad blijven, wat er ook
gebeure moge. En niet alleen mijn stad, maar
ook de stad van al degenen, die je een tijde-
ljjk vaarwel toegezwaaid en zich ergens elders
genesteld hebben, want zij komen terug, zoo
dra de menschen eens verstandiger worden en
den strijdbijl weer in den grond wordt gestopt,
wees daarvan verzekerd! Laat dat een troost
voor je zijn in deze donkere droevige dagen,
nu ik altijd wanneer de lange trein vol Nieu-
wediepers zich in beweging zet, om hen naar
de gastvrije polders te brengen, een treurlied
hoor ruischen door de kruinen van het ge
boomte in het Julianapark. Ook deze men
schen komen terug, zoodra „het" afgeloopen
is om hun moede leden na een dag van inge
spannen arbeid weer uit te strekken op hun
eigen bed, in hun eigen huis en in hun eigen
stad. Neen, w(j kunnen niet buiten je, evenals
jjj niet buiten ons kunt.
Je bent geen stad, die veel door toeristen
wordt bezocht om de een of andere merkwaar
digheid. Je bent niet in het bezit van ruiter
standbeelden, monumentale gebouwen, oude
geveltjes, hooge torens, rijke kunstschatten,
begijnenhofjes en wat meer een stad bij land
genoot en buitenlander bekend kan maken.
Ook moderne stedenbouwkunst is er niet veel
te bespeuren. Neen, met al die dingen ben je
wel heel stiefmoederlijk bedeeld. Maar dat
wat je hebt, zal je behouden en kan men je
nooit ontrooven. De zee, dat is je levensbron,
zonder de zee zou je niet verder kunnen leven,
zou je bestaan een einde nemen. Maar omdat
de zee blijft, zal ook jij, Nieuwediep niet ver
dwijnen. Straks, als de zee weer veilig is, zal
je weer alle wonden, hoe ernstig ook, te boven
komen en groeien en bloeien als nooit te
voren.
Je hebt anders al heel wat meegemaakt in
je leven, heel wat stormen en rukwinden zijn
over je heen gedaverd, dat heb ik tenminste
onlangs eens bemerkt toen ik het een en ander
uit je levenslogboek te weten kwam en omdat
ik dat zoo wetenswaard vond, wil ik het graag
ook aan de andere Nieuwediepers vertellen.
Immers, een Nieuwedieper, die niet van je
levensgeschiedenis weet te vertellen, is eigen
lijk niet waard, dat hij binnen je veste mag
wonen.
Honderden jaren voordat Den Helder of
Nieuwediep ontstond, lag aan het eind van
de duinen, dus aan de Westzijde van den kop
van Noord-Holland een klein dorp: Huisdui
nen. De bewoners waren visschers en hadden
zich speciaal toegelegd op den walvischvangst.
Ter herinnering aan een grooten brand ont
ving Huisduinen van Radboud, koning van
Friesland, een eigen wapen, thans het ge-
me /apen van Den Helder. In dien tijd
wr nog mogelijk van Huisduinen uit bij
eb landen Texel en Wieringen te voet te
bert .en. In 1396 werd het Marsdiep door een
geweldigen stormvloed zoo breed en diep, dat
Texel en Wieringen eilanden werden en in
1500 lezen we over het ontstaan van Den Hel
der. Bij de Allerheiligenvloed van 1570 werd
ook 7Tuisduinen bijna geheel verzwolgen en
vluchtten de meeste bewoners naar het hoo-
ger gelegen Den Helder. Later werd het dorp
weer herbouwd, maar toch gaat Den Helder
voortdurend in belangrijkheid winnen. In de
zeventiende eeuw krijgt het haar eerste Her
vormde kerk en ook wordt al spoedig de
eerste school gebouwd. Een belangrijk jaar
voor de ontwikkeling van Amsterdam was
1656, toen hier schepen aankwamen met drie
duizend gevluchte Poolsche joden aan boord,
die zich in Amsterdam gingen vestigen. In
dien tijd wordt door de regeering van de Repu
bliek de waarde van Den Helder als marine
basis al ingezien. In 1665 verzamelt
admiraal De Ruyter zjjn schepen
op de reede van Texel en wordt de vloot door
Johan de Witt uitgeleide gedaan. Ook als
koopvaardij- en visschershaven bleef Den Hel
der van groot belang, dit blijkt wel uit het
feit, dat in 1707 nog een dertigtal schepen
uit Den Helder ter walvischvangst gaan. De
walvischvangst bereikte haar hoogtepunt in
het jaar 1779. Dan wonen er in Huisduinen
niet minder dan zestig „commandeurs" van
walvischvaarders. In deze jaren ontstaat het
eigenlijke Nieuwediep, het latere marinecen
trum. De zware steenen dam, de oostelijke
oever van de Buitenhaven, wordt na tien jaar
arbeid voltooid en de eerste twee van de zeven
forten, die Den Helder omringen werden aan
gelegd. Stadhouder Willem de Vijfde vereerde
Nieuwediep in 1781 met zijn hoog bezoek en
geeft het bevel om deze plaats tot oorlogs
haven in te richten. Op 1 Augustus van het
zelfde jaar zeilen Zoutman en Van Kinsber-
gen van hier uit en enkele dagen later wor
den de Engelschen bij Doggersbank verslagen.
Hiermee was de naam van Nieuwediep als oor
logshaven gevestigd en sindsdien heeft het
haar karakter als zoodanig geheel behouden.
Tijdens den tweeden coalitie-oorlog van Enge
land, Rusland, Oostenrijk en Turkije tegen
Frankrijk, deden de Engelschen, gesteund
door de Russen, in 1779 een inval in Noord-
Holland, waarbij de invloed der Franschen in
ons land zeer sterk werd bedreigd. Schout-bij-
Nacht Story geeft onze vloot op de reede van
Texel zonder slag of stoot over aan de Engel
schen. Huisduinen, Den Helder en Texel kwa
men eenigen tijd in handen der Engelschen,
die hier ruw optraden. De Bataafsche troepen
werden tot ver in het land teruggedrongen,
maar op den 19den September werden de
vijanden bij Bergen tot staan gebracht. Bij hun
aftocht lieten de Engelschen uit wraakzucht
voor den mond van het Nieuwediep een ge
laden oorlogsschip zinken.
7Erbij vermelden: „Voor Winterhulp
Nederland").
De Fransche overheersching
is voor de ontwikkeling van Nieuwediep van
heel groote beteekenis geweest. In de maand
October van het jaar 1811 bracht Napoleon
persoonlijk een bezoek aan Den Helder, waar
uit bleek, dat hij ten volle de strategische be
teekenis van Nieuwediep inzag. De Keizer gaf
bevel tot het aanleggen van de forten Erf
prins, Kijkduin, Falga, West- en Oostoever en
van de tegenwoordige marinewerf. Behalve het
fort Falga, dat later in de lucht vloog, worden
alle forten, hierboven genoemd, nog altijd ge
bruikt.
In 1813 komt men ook in Den Helder in ver
zet tegen de Franschen. Op 2 December laat
admiraal Verhuell het fort Falga in de lucht
vliegen. 4 $tei van het volgend jaar verlaat
hij met de trouwgebleven officieren en man
schappen fort Erfprins om scheep te gaan
naar Frankrijk. Het Fransche juk is afgewor
pen en een prins van Oranje bestijgt als
Koning Willem I
den troon van het Koninkrijk der Nederlanden.
Hij maakte Den Helder, door den aanleg van
het Noordhollandsch kanaal tot voorhaven van
Amsterdam. Dit beteekende voor beide steden
een belangrijke vooruitgang. De schepen be
hoefden nu niet meer over de Zuiderzee en via
de lastige Pampus naar Amsterdam, maar voe
ren nu door het Noordhollandsch kanaal. Wat
moet dat een eigenaardig gezicht zijn geweest,
die hooge koopvaarders met volle zeilen door
het kanaal te zien stevenen! Aan dien tijd dan
ken de Koopvaardijsluizen aan het eind van
het Noordhollandsch kanaal hun naam. Zoo
krijgt dan langzamerhand dit deel van Den
Helder het beeld dat we thans nog kennen.
In 1826 werd aan de Buitenhaven het directie
gebouw der marine, het z.g. paleis gebouwd.
In het midden der vorige eeuw telde Den
Helder ruim 14.000 inwoners en was het reeds
in bezit van een gasfabriek en duinwaterlei
ding. Wat de watervoorziening betreft was
het dus vele plaatsen een stuk vooruit. In het
jaar 1865 werd met groote feestelijkheden de
spoorweg naar Alkmaar geopend en kort daar
na tot Haarlem doorgetrokken, waarmee de
verbinding van Den Helder met het overige
spoorwegnet tot stand kwam. Een der belang
rijkste jaren uit de geschiedenis van onze
koopvaardij was 1870, toen werden hier n.1.
de kantoren en magazijnen gevestigd van de
nieuw opgerichte
stoomvaartmaatschappij Nederland.
Ook de Mij. Java vestigde zich in Den Hel
der en daarmee breekt een tijd van grooten
bloei aan. In hetzelfde jaar vertrekt uit onze
haven de eerste Nederlandsche mailboot in
rechtstreeks verkeer met Oost-Indië. Helaas
zou dit tijdperk van bloei van korten duur zijn,
want het N.H. kanaal bleek al spoedig te klein
voor de steeds grooter wordende schepen. Men
begon in 1865 met den aanleg van het Noord
zeekanaal, dat in 1876 werd voltooid. Nu was
Amsterdam door het nieuwe kanaal veel beter
en sneller te bereiken en had Nieuwediep als
voorhaven afgedaan.
Was de marine vroeger alleen in het bezit
van zeilschepen, al spoedig doen nu ook sche
pen met stoomkracht hun intrede. Soms ont
moet ge nog wel eens een oudgediende uit den
zeiltijd. Het zijn wonderlijke en fantastische
verhalen, die hij u dan opdischt. Het was een
mooie, maar ook een moeilijke tijd. Z.M. „Som.-
melsdijk" had eens twee en tachtig dagen werk,
door kolengebrek en windstilte, om van Suri
name naar Buenos Aires te komen! Heel wat
schepen heeft de marine gehad en met elk
schip leefde iedere Jutter even veel mee als
met een eigen familielid. En zoo komen we
langzamerhand aan in den jongsten tijd.
Het is goed ook uit dien tijd enkele her
inneringen op te halen. Wat was het altijd
weer interessant om het vertrek van een schip
van de marine naar de „West of naar de Oost"
bij te wonen. Dagen van te voren was men
bezig om het schip hier en daar nog wat op
te schilderen en was het op de loopplank een
druk va et vient van mannetjes, die proviand
aan boord brachten. Enkele uren voor het ver
trek nam de commandant der marine, na een
laatste inspectie, afscheid en wenschte schip
en bemanning een goede vaart. Al gauw zag
men nu in alle straten van Den Helder men
schen, die zich naar de haven begaven, waar
het geweldig druk werd. Bij den havenmond
stonden de reportagewagens van de omroep-
vereenigingen en Polygoon. Op het Wierhoofd
stelden zich de hooge marine-autoriteiten op.
Als dan eindelijk de loopbrug was weggereden
en de trossen werden losgegooid, maakten aan
voor- en achterzijde van het schip sleepbooten
vast en langzaam gleed het schip de haven uit.
Terwijl de Staf op den kant het Wilhelmus
speelde, stond de bemanning op het schip in
de houding, maar nauwelijks waren de laatste
toonen van ons volkslied verklonken en de
marinekapel had een vroolijken marsch inge
zet of op den wal en het schip begon het af-
scheidsgeroep. Het volk stroomde naar den
dijk om vandaar het grijze schip, dat, als de
sleepers hadden losgemaakt, langzaam zijn
steven naar het westen richtte, na te staren.
Vaarwel en tot weerziens!
't Was goed aan de haven.
Ja, het was goed om op de haven te ver
toeven. 's Morgens als de zon bloedrood boven
de Waddenzee opkwam en we stonden aan het
einde van het wierhoofd in voor- en najaar de
wondere trek van de vogels te registreeren.
Of 's avonds als op het Wachtschip het sein
voor zonsondergang werd gegeven en op alle
schepen langzaam de vlag werd gestreken.
Als vanuit het Oosten over de slikken de nacht
kwam aansluipen en groote troepen meeuwen
met veel lawaai een slaapplaats in de boomen
voor Paleis en Instiuut zochten. Nog wat late
bottertjes na een langen dag van visschen op
den Texelstroom de haven binnenpuften. De
havenlichten aangloeiden en het licht van de
schepen zacht weerspiegelde in het kalme
water. Het werd er dan hoe langer hoe stiller
tot je op een gegeven oogenblik alleen nog
hoorde het loopen van een schildwacht op de
steiger's Avonds was het altijd stil aan
den buitenkant. Maar vast eenmaal per maand
werd die stilte verstoord, want dan was daar
de Staf weer. die onder leiding van kapel
meester Leistikow de altijd weer mooie taptoe
speelde. Fijn was het daar dan te staan luiste
ren, terwijl het grillige licht van de flam
bouwen weerkaatst werd door het koper van
de blaasinstrumenten en de dikke boomen on
zekere schaduwen wierpen over den paleistuin.
Dat waren onvergetelijke oogenblikken.
Ik moet ook denken aan dat plekje boven
aan de kluft bij den windwijzer, waar altijd
weer of geen weer de veteranen van de oud-
Heldersche visschersgarde bijeen kwamen om
zwaar kauwend op een „keesie" 'het nieuws
van den dag te bespreken of hun oogen te
laten gaan over de nu eens kalme, maar dik
wijls ook wild aanstormende golven van het
Marsdiep. Soms zag je ze ook vergezeld van
hun hond langs den voet van den dijk naar
wat brandhout voor „de piano" zoeken of
scharrelen bij een uitgezette fuik. Ja, de dijk,
wat een herinneringen wekt hij bij je op. Nieu
wediep zonder den dijk is even ondenkbaar als
Amsterdam zonder het Vondelpark of Parijs
zonder het „Bois".
En dan de stad zelf. De Spoorstraat op
Zaterdagavond. Wanneer zal ze weer het al
oude beeld vertoonen van de bloemenwagen-
tjes, van onze passagierende Jantjes en de
adelborsten, die kersversche miliciens aan hun
plicht herinnerden? Wanneer zullen we zonder
bon weer van warme croquetten en ballen ge
hakt genieten bij Gastronome of een dubbeltje
patattes halen bij Bijl? Wanneer
Ik zou nog wel veel meer herinneringen kun
nen ophalen van jou, Nieuwediep, maar ik wil
het hierbij laten. Immers, het leven in Nieuwe
diep, er is wel een roman over te schrijven.
Je ligt daar nu eenzaam en stil, maar we
hopen echter vurig dat je spoedig de tafel zal
kunnen aanrichten om het feest van den terug
keer te vieren.
Tot zoo .lang!
Een verslaggever van de Enkhuizer
Courant is dezer dagen mee geweest met
de eerste proefvaart van den Veerdienst
op Stavoren. Wij lezen in deze reportage
onder andere het navolgende, wat onze
lezers zeker zal interesseeren:
„Aan het begin van de reis ging de be
langstelling uiteraard uit naar de over
blijfselen van de „Brinio". Zou het wrak
de kracht van het ijs doorstaan hebben?
Het wrak bleek nog zichtbaar, maar al
leen het bovenste deel van de commando
toren. De mast hing er zielig-afgeknapt
bij neeer. De rest was nog dieper wegge
zonken.
Langzamerhand is het een gevaarlijk
obstakel voor de vaart geworden.
Ter uitbreiding van de bestaande.
In verband met de voorgenomen uitbreiding
van de gemeentelijke machinistenschool met
opleidingen voor de getuigschriften A M en
B M, stellen B. en W. van Rotterdam den ge
meenteraad voor, hen te machtigen tot het
doen bouwen van een nieuwe machinisten
school op een terrein achter het gebouw van
de middelbare technische school voor de bouw
kunde, aan de Vondellaan. Zij vragen hiervoor
een crediet van 317.255. De algemeen ge
machtigde voor den wederopbouw heeft ver
gunning voor de uitvoering van het plan ver
leend.
Het nieuwe gebouw zal bevatten: 5 lesloka
len, 1 teekenlokaal en een overblijflokaal, het
welk tevens dienst zal doen als resereve-
teekenlokaaleen ruimte voor smederij, plaat
werkerij en koperslagerij; een ruimte voor
bankwerkerij, draaierij en voor electro-tech-
niek; en een machinekamer met ketelhuis.
Voorts zijn erin ontworpen een kamer voor
den directeur, de leeraren, de administratie
en den conciërge, een waschlokaal en de noo-
dige ruimten tot berging van gereedschappen,
leermiddelen enz.
De kosten voor den bouw en de inrichting
zijn geraamd op 317.255, verdeeld als volgt:
voor het gebouw, met bijkomende werken
195.700, voor de waarde van den grond
28.155, voor de meubileering en stoffeering
17.000, voor de centrale verwarming en de
electr. installatie 20.000, voor machines enz.
56.400.
De Nederlandsche Unie zet haar
standpunt opnieuw uiteen.
Arbeid, niet het geld de grondslag.
In het jongste nummer van het weekblad
van De Nederlandsche Unie wordt nog eens
teruggekomen op een in deze dagen weer
zeer actueel vraagstuk: het socialisme. Dien
aangaande wordt o.m. opgemerkt:
„De socialistische gedachte is gebleven,
maar die gedachte heeft een nieuwen inhoud
De Nederlandsche Unie heeft zich bekend
tot dit nieuwe socialisme. Modezucht of po
litieke overwegingen zijn aan dien stap vol
komen vreemd geweest. Zij heeft het enkel
gedaan uit de overtuiging, dat de nieuwe orde
in Nederland socialistisch zal zijn of niet zal
zijn. En deze overtuiging zal zij hardnekkig
blijven uitdragen.
Wat beteekent dit nieuwe socialisme?
Het beteekent, dat het socialisme, histo
risch gezien, in een nieuwe phase is ge
treden. Dat het in deze nieuwe phase vaar
wel heeft gezegd aan zijn vroegere gebonden
heid aan het marxisme en het historisch
materialisme. Dat het vaarwel heeft gezegd
aan de klassenstrijd-gedachte, omdat niet het
beginsel van belangentegenstellingen, maar
dat van belangengemeenschap orde kan
scheppen in de sociale en economische ver
houdingen. Dat het tenslotte heeft vaarwel
gezegd aan iedere anti-christelijke gedachte,
omdat de christelijke levensbeschouwing aan
vaard en erkend dient te worden, als de
eenig richtinggevende voor het Nederlandsche
volk.
Wat beteekent dit socialisme dan wèl?
Het beteekent, dat de arbeid en niet het
geld grondslag moet zijn voor de sociale en
economische verhoudingen. Dat de productie
middelen en de voortbrenging niet eenzijdig
ten dienste mogen staan van het particuliere
winstbejag, maar van de geheele volksge
meenschap. Dat het oude „heilige en on
schendbare" eigendomsrecht van het libe
ralisme beperkt wordt tot de plaats, waarop
iedere mensch van nature aanspraak kan
maken. Dat de boeren niet langer gebukt
gaan onder de knechtschap van het kapitaal
uit de groote stad. Dat er voor alle talenten,
ongezien klasse of stand, gelijke ontwikke
lingsmogelijkheden bestaan. Dat de sociale
wetgeving aan alle werkers de onmisbare be
scherming geeft en dat de sociale gerechtig
heid het leidend beginsel wordt in het heele
maatschappelijk leven.
Wie dit onder socialisme verstaat, hij
noemde zich vóór den oorlog dan al si-
cialist of niet, hoort in De Nederlandsche
Unie thuis. De Unie beschouwt dit als een
program, waarvan geen duimbreed mag wor
den afgeweken".
Urk, 20 Februari.
Door 5 vaartuigen werd heden aan den Ge
meentelijken Vischafslag alhier, aangevoerd:
22 pond snoekbaars, van 35 pond per vaar
tuig prijs 9596 ct. per pond.
De visscherij met staannetten onder het ijs
is voor deze periode geëindigd.
DE POSTBOOT DEN GEHEELEN DAG
IN HET IJS.
De postboot „Von Geuseau" is Vrijdagmor
gen 8 uur van Urk vertrokken om te probee-
ren Kampen te bereiken. Den geheelen dag
werkte de boot in het ijs. Des avonds 7 uur
was de boot van af Urk nog te zien. Des
nachts zal echter ook worden doorgewerkt,
daar het noodzakelijk is dat Kampen wordt
bereikt, gezien de schaarschte op Urk aan
brandstoffen en aardappelen.
Meesterwerken der wereldliteratuur.
Het is de uitgeversmaatschappij „Contact"
te Amsterdam, die tot de uitgave besloten
heeft van een serie werken, welke zij aan
duidt met den verzamelnaam „De Onsterfe-
lijken" en waarin een aantal meesterwerken
der wereld-literatuur opgenomen zullen wor
den. De eerste twee boeken zijn thans ver
schenen, en wel „Madame Bovary" van
Gustave Flaubert en „In den hof van Eros"
door Victor E. van Vriesland.
In het prospectus wordt geschreven over
„een encyclopedie in verhaalvorm" en onge
twijfeld is deze kwalificatie als bijzonder ken
schetsend te achten. Want leest men de wer
ken die in deze reeks zullen gaan verschijnen,
dan kan het niet anders of men krijgt inder
daad het beste van het beste, de „room" der
wereldliteratuur opgediend.
En dat, zooals men van „Contact" gewend
is, in een wel bijzonder geslaagde typogra
fische omlijsting. De boeken zijn, stuk voor
stuk, uiterst degelijk en smaakvol gebonden
en vormen met hun unieke illustraties („De
Hof van Eros" en „Madame Bovary" zijn in
dit opzicht veelbelovende voorbeelden!) inder
daad een wel zeer bezittenswaardige aanwinst
voor de bibliotheek.
De prijs der werken is, gezien de geestelijke
waarde der boeken en hun kostbare uitvoe
ring opvallend laag gehouden. Per deel slechts
4.90 gebonden.
Wat Flaubert's „Madame Bovary" betreft
kunnen wij kort zijn. In de vertaling van
C. J. Kelk, die een uiterst verzorgden indruk
maakt krijgt men hier deze klassieke roman,
verlucht met houtsneden van Diseré AckeL
Een roman, die niet aan plaats en tijd ge
bonden is en waarvan een meester een onver
gankelijk werk maakte. Spreken wij de ver
wachting uit, dat ook door deze uitgave
Flaubert's roman aan bekendheid moge win
nen.
„In den hof van Eros" leest men belang
rijke uitspraken, verhalen, schetsen, gedichten
en impressies uit alle tijden van alle volken.
Een fijne bloemlezing werd dit boek, waarin
men vergeefs naar een grofheid zoekt. Trou
wens, deze was niet te verwachten, als men
weet dat het Victor E. van Vriesland was,
dit dit werk samenstelde. Van Vriesland, een
van Neerlands bekendste critici en literatoren
heeft hier een prachtig werk aan zijn oeuvre
toegevoegd. Hetwelk bovendien rijk geïllu
streerd werd. Een standaardwerk, dat onge
twijfeld zijn weg vinden zal. Geven wij enkele
namen van meesters, wier werk hier geciteerd
wordt: Plato, Aug'ustinus, Rabelais, Novalis,
Rousseau, Grimm, Poesjkin, Keiler, Dosto-
jewski, Strindberg, Van Schendel en Rilke.
Reproducties o.a. van Jan van Eyck, Michel
Angelo, Rembrandt, Matthys Maris, Rodin,
Gauguin en verschillende Grieksche meesters.
Natuur en Techniek.
Het Februari-nummer van „Natuur en
Techniek" opent met een beschouwing,
„School en laboratorium", waarin S. L. den
Honert opkomt tegen de tot dusver bestaande
neiging het systeem der wetenschappen en de
wetenschappelijke methode als basis en richt
punt te gebruiken ook voor het leerplan der
lagere school. Hoe de boschnegers van Suri
name zich in het ongastvrije oerbosch hand
haven, vertelt J. v. d. Cook. Dr. K. Burger
gaat na hoe de wetenschap op dit oogenblik
staat tegenover het vraagstuk van het ont
staan der maankraters. Actueel is het arti
kel van Henk Wildorp, dat herinnert aan den
tocht, dien een ontwikkeld Mohammedaan, de
Egyptische ambtenaar Hassanein Bey, in
1922 heeft gemaakt, dwars door de Lybische
Woestijn; hij beschrijft dit gebied als een on
gastvrij oord, zoowel wat de natuur betreft.
„De natuurkunde van den cultuurbodem",
waarover dr. J. C. Kraan schrijft, houdt zich
bezig met de bodemstructuur, die in de
laatste tien of twaalf jaar vooral door Rus
sische geleerden intensief bestudeerd is. Dit
weer overvloedig geïllustreerde nummer be-
slut met de gewone rubriek „Uit alle ge
bieden.