Kooii- en Werftrein
voor particulieren verboden
Reizigers
protesteeren!
Den Helder een stad
van 60e000inwoners?
£en
KjthJk en Zending,
Donderdag 27 Februari 1941
Tweede Blad
Onzakelijke houding van de directie
der Nederlandsche Spoorwegen
Meer dan
300 gedupeerden
WINTERHULP#NEDERlANO
Marine en Roode Kruis
Het gemeentebestuur wil
paradeterrein
de ideale verkooper!
De Smidsstraat
in t licht der historie
Naar aanleiding van het
verbod van Werf' en
Kooytrein
O 13 en O 22
Bij dc naderende
Boekenweek
Men springt in Utrecht een beetje won
derlijk om met de regeling van de treinen
naar Hollands Noordpunt, in hoofdzaak dan
de regeling ten aanzien van den werklieden-
treinen (Kooy- en Werftrein).
Men zal zich herinneren, dat vorige week
de bepaling kwam, dat geen particulieren
meer gebruik zouden mogen maken van den
Kooytrein. Dat beteekende voor de Helder-
schen in Breezand en Koegras, dat men des
morgens nu nog maar één verbinding met
Den Helder had, n.1. met den Werftrein en
aangezien het uur van den werftrein verlaat
was, gaf deze nieuwe regeling niet zooveel
bezwaren. Alleenmen kreeg nu een over-
vollen Werftrein.
Door bemiddeling van den Helderschen
stationschef, die dit ongerief aanvoelde,
werd in Utrecht bereikt, dat de Kooy
trein behalve voor de Kooyreizigers, ook
'voor de geëvacueerden in Koegras en
Breezand gebruikt zou mogen worden.
Dat was een succesje van den Helder
schen chef, dat onze stadgenooten in het
Buitenveld met genoegen hebben ver
nomen.
De chef, doordrongen van den toestand
van de stadgenooten elders en op de hoogte
met de volle treinen 's morgens vóór 9 uur,
heeft daarna getracht dezen trein ook open
te stellen voor de evacué's op de andere tus-
'chenstations. Dit is helaas mislukt.
En nu is gisteren een nieuwe regeling
door Utrecht bepaald. Geen enkele parti
culier mag meer gebruik maken van den
Kooy- en Werftrein. Aanvankelijk zou dit
verbod vandaag ingaan. Door oogenblik-
kelijk' ingrijpen van den Heldersche chef
is het voor de geëvacueerden van Koe
gras en Breezand uitgesteld tot Maan
dag a.s. Maar dan mag, op straffe van
boete, geen enkele particulier meer ge
bruik maken van deze treinen. Ook de
Werftrein is dan verboden! Dat betee-
kent dus, dat alle geëvacueerden in Bree
zand en Koegras van alle treinverbinding
met Den Helder verstoken zijn.
Het spoorwegpersoneel heeft toe te
zien, dat aan deze regeling de hand
wordt gehouden en moet eventueele over
treders verwijderen en beboeten.
Wij vragen ons nu toch waarlijk af, wat de
directie van de Spoorwegen in Utrecht be
zield. Men heeft in Utrecht niet anders
dan geprofiteerd van de ellende van de Hel
dersche vluchtelingen. Nog nooit heeft de
lijn tusschen Den Helder en Alkmaar zooveel
baten opgeleverd. Het is een goudmijn ge
worden. En nu blijkt plotseling, dat men zon
der eenige opgave van redenen, twee treinen,
die voor de geëvacueerden van groote betee-
kenis waren, zonder meer uit laat vallen.
Deze maatregel is voor honderden geëvacu
eerden, een handicap. Niet alleen voor de Bree-
zanders en Koegrassers, maar ook voor vele an
deren, die op tijd in de stad moesten zijn. De
eenige verbinding in den vroegen morgen is
voor hen nu den matrieeltrein, die voor zes
uur van Alkmaar vertrekt.
In ieder geval hebben de evacué's buiten
Koegras en Breezand verbinding met Den
Helder. Zij kunnen, zij het dan vroeg, onze
stad bereiken of anders den diensttrein van
half negen nemen. Wij vragen ons echter af,
hoe, vooral tijdens de wintermaanden, die
helaas nog niet achter ons liggen, de Hel
derschen uit Breezand en Koegras de stad
moeten bereiken. Fietsen is voor velen te
bezwaarlijk. Slecht en koud weer maken die
tochten inderdaad vaak onmogelijk.
Is er geen weg te vinden, om dezen nood-
lottigen maatregel van de Spoorwegen nog
ongedaan te maken? Kan het Gemeente
bestuur zich hier niet achter spannen?
Wjj begrjjpen de onzakelijke houding
van de Spoorwegen niet. Men dwingt op
is dc girorekening van den
Gemeente-ontvanger.
Stort bierop Uw gavenvoor
„Winterhulp".
(Erbij Vermelden: „Voor Winterhulp
Nederland").
deze wijze meer dan driehonderd men-
schen naar een andere vervoergelegen-
heid uit te zien. In normale tijden heb
ben de Spoorwegen alles gedaan om het
vervoer per spoor te animeeren. Waarom
dan nu den trein gesloten, nu velen drin
gend aan deze vervoergelegenheid be
hoefte hebben?
De houding te Utrecht is ons een raadsel
en wij hopen, dat men nog zal willen inzien,
dat men een groote groep menschen hierdoor
ernstig dupeert en dat men de belangen van
de Nederlandsche spoorwegen er niet mee
dient.
Er is een tijd geweest, en die tijd ligt ach
ter ons, dat wij zeer wel wisten, dat daar
een internationale organisatie bestond, luis
terend naar den naam „Roodé Kruis" en voor
welke organisatie het als een moreele plicht
gold bij tijd en wijle een klein bedrag te offe
ren, hetwelk bij ons geïnd werd, hetzij op een
der vele collecte-dagen, die we voorheen rijk
waren, hetzij door den verkoop van plaatsbe
wijzen voor een speciale bioscoop-voorstel
ling.
„Roode Kruis"... reeds tóen een naam, die
bij een ieder vertrouwd in het gehoor lag en
ten opzichte van welke organisatie men uiter
aard sympathiek stond. Nietwaar... wat had
het „Roode Kruis" al niet gepresteerd in de
dagen toen de wereld-oorlog op de slagvelden
van Europa en Azië woedde, hoevelen gewon
den had men niet weten te redden, hoevelen
had men geen bericht gezonden waar de
mannen, de strijders, waren?
Men wist het.
Maar... het „Roode Kruis" was ih den loop
der jaren, die né de periode van 1914'18
kwamen, een begrip geworden. Iets vaags,
iets, wat weliswaar nog belangrijk te achten
was (en dan noemde men het werk van de
eerste hulpopleidingen en dat van de kolon-
ne's), maar dat toch feitelijk uit den direc-
ten gezichtskring van de bevolking, zij het al
niet verdwenen, was dan toch wel minder tot
haar verbeelding sprak.
En nu is het wéér oorlog en wederom doet
het Roode Kruis van zich spreken. Weder
om komt men in de dagbladen berichten te
gen, waaruit men leest, waar en bij wie het
„Roode Kruis" informaties verstrekte over
mannen, die ver van huis zijnde, strijden en
waarvan de achtergeblevenen niet weten of
zij nog in leven zijn. Den Helder heeft als
marinebasis zijn deel van den oorlog wèl ge
had. Reeds tè zwaar mag de tol geacht wor
den en nog zijn we er niet. Nog is het
geen vrede.
Vele honderden Nederlandsche marineman
nen bevinden zich op of aan gene zijde van de
Noordzee. Is voor ons aan den vasten wal
den oorlog als geëindigd te beschouwen, voor
deze marinemannen is dit niet het geval.
En de vrouwen wachten.
Niets is zoo wreed als dit wachten. Dit
niet-weten. Dit twijfelen en dit verwachten.
Deze ooorlogstijd kenmerkt zich onder meer
door het gerucht. En het gerucht heeft reeds
verteld, dat vele bodems van de marine ver
nield zijn.. Totdat dan ineens, doorgaans via
het „Roode Kruis", de verblijdende mare door
Nederland gaat, dat het schip in kwestie nog
wel degelijk behouden is en dat de opvaren
den het allen wèl maakten.
Werk van het „Roode Kruis", en waarvan
men dezer dagen als voorbeeld kan nemen
het geruststellende bericht van de onderzee
boot O 9.
Er zou over dit werk zeer veel te vertel
len zijn. Men zou veel kunnen schrijven over
dit prachtig werk van praktische humaniteit.
Wij zullen dit achterwege laten.
Wij zullen ons beperken tot het feit, dat
vele honderden Heldersche marinevrouwen
en belangrijk meer Heldersche kinderen thans
op min of meer regelmatige wijze mededee-
ling ontvangen waar hun man of vader zich
bevindt.
Mededeelingen, die hun waarde tienvoudig
aan goud waard zijn. Mededeelingen, die de
diepste wanhoop, de grootste verslagenheid
en het bitterste pessimisme kunnen doen om
slaan in hoop, verwachting en blijdschap.
Dèt doet het „Roode Kruis".
Laat ons deze organisatie straks, als deze
wereldbrand, deze bange nachtmerrie, weer
tot het verleden behoort, gedenken.
Laat ons haar dan niet meer vergeten al
moge men er tevens de hoop bij koesteren,
dat van haar, zoo zeer humane, diensten
nimmer meer gebruik gemaakt zal behoeven
te worden.
Voor hen, wier gezondheid
geschokt is
Humaan aanbod van de vereeni-
ging „Zusterhulp".
Het bestuur der Vereeniging „Zusterhulp?',
diep begaan met den nood. die Den Helder
zoo ernstig getroffen heeft, is bereid voor
haar, wier gezondheid doop de gebeurtenis
sen ernstig is geschokt, iets te doen.
De vereeniging stelt in haar rusthuis
„Maria", in het vredige Nunspeet (Veluwe)
het geheele jaar door 3 plaatsen beschikbaar
1.50 per dag en 2 plaatsen 1.per
dag met inbegrip van volledige geneeskun
dige behandeling, hoogtezon, medicijnen,
wasch enz.
Een liefdevolle en daarbij uiterst deskun
dige behandeling is ten volle gewaarborgd.
Heldersche ingezetenen, die hiervoor in
aanmerking wenschen te komen, dienen zich
schriftelijk op te geven bij Zuster H. J.
Smits, geneeskundig Dienstbureau alhier, die
voor verdere bemiddeling zorg zal dragen.
De Nederl. Spoorwegen houden
daarmee rekening b\j het nieuwe
stationsemplacement.
De opbouw van onze stad en de moder
niseering van Den Helder zitten vast aan
de plannen ten aanzien van de verplaat
sing van het stationsemplacement De
onderhandelingen daarover zijn al in een
vergevorderd stadium. Evenwel, ze zijn
vastgeloopen op een onderdeel, een ver
schil in opvatting tusschen het gemeen
tebestuur van Den Helder en de Directie
der Nederlandsche Spoorwegen.
Eenigen tijd terug is in Den Haag een
conferentie geweest van ir. Ringers, den
algemeen gevolmachtigde voor den
wederopbouw, de Directie der Neder
landsche Spoorwegen, den burgemeester
van Den Helder e.a. Hier bleek de Direc
tie der Spoorwegen ernstige bezwaren
te hebben tegen het plan van arch.
Wiecher Bruin. De Spoorwegen wilden
het station iets noordelijker hebben, dan
door architect Bruin ontworpen. De ver
binding tusschen het Oostelijk en het
Westelijk stadsdeel zou dan wat naar
het Noorden af moeten buigen.
Volgens de Spoorwegen is een stations
plein met plantsoen van 100 X 80 m
(is gelijk aan 't Vrijthof te Maastricht)
groot genoeg en het plein van het plan-
Bruin (gelijk aan het Haagsche Tour-
nooiveld) te groot. Het is dan niet ge
schikt voor de vestiging van winkels
er langs en zou in verhouding tot ver
deren stadsaanleg veel te groot worden.
Het gemeentebestuur wil meer groen
in de stad en ruimte voor parades, de
Spoorwegen meenten, dat aldus het
emplacement in het gedrang zou komen,
dat men wil inrichten op een stad van
60.000 inwoners. De Spoorwegen zullen
het plan-Bruin nader bekijken en uit
werken.
Men ziet uit deze plannen van de
directie der Spoorwegen, dat men niet
het pessimisme deelt van verschillende
stadgenooten, maar dat men optimis
tisch is ten aanzien van de toekomst
van Den Helder, een optimisme, dat
door burgemeester Ritmeester en an
deren gedeeld wordt.
CORRESPONDENTIE.
Mevr. J. Bos. Van onzen tuinbouwkun
digen medewerker ontvingen wp een antwoord
op uw schrijven. U kunt het ten kantore af
halen of ons even uw adres opgeven, waarna
we het u zullen toesturen.
J. J. H. Uw rijm is niet geschikt. Aan
den vorm ontbreekt teveel.
R- V.—K. Wjj plaatsten reeds een „In
Memoriam". Uw vers is in zijn geheel niet
bizonder geslaagd wat den vorm betreft.
Red. Held. Crt.
Burgerlijke Stand van Den Helder
OVERLEDEN: J. Brouwer, 82 jaar.
BEVALLEN :D. Hyman, d.; A. D. A. de
Vriesvan Meer, z.
En van de laatste gegeeselde vrouw
op Huisduinen
Bladerend in de annalen van 't Vliegend
Blaadje van zoo ongeveer een halve eeuw ge
leden troffen wij onderstaand interessant be
richt aan, dat zeker waard is aan de vergetel
heid ontrukt te worden.
Onder de gebouwen in 't westelijk deel der
gemeente, waaraan historische herinneringen
verbonden zijn kunnen wij rangschikken het
huis in de Smidsstraat, gemerkt_nos. 39 en 41.
Schrik niet lezer, als we U mededeelen dat
dit gebouw voor het jaar 1837 het Stadhuis
was der gemeente Helder. In dit thans door
verscheidene gezinnen bewoond huis, vergader
de in ouden tijd onze Vroedschap, en tijdens
de Fransche overheersching en gedurende het
beleg, dat deze vesting van November 1813 tot
Mei 1814 onderging, zetelde in dit gebouw de
Municipaliteit, met den Maire A. van Wester-
holt en den adjunct-Maire Pieter Korff aan
't hoofd. Hier, in dit gebouw, hadden gedu
rende dat merkwaardig beleg, de belangrijke
overleggingen plaats, die ten doel hadden, zoo
wel om met admiraal Verhuell en zijne meeren-
deels Fransche officieren op goeden voet te
blijven, als om een overgang naar en vereeni
ging met het bevrijde Nederland te bevorderen.
Hoezeer zijn de tijden en omstandigheden
sedert veranderd! Weinigen zouden zeker onze
aanwijzing gelooven, dat het nederige woon
huis in een afgelegen straat eenmaal de zetel
van het Gemeentebestuur te dezer plaatse is
geweest. Voor de eenvoudige inwoners dezer
gemeente in de vorige en in het begin dezer
Den Helder, 26 Februari '41.
Aan de Directie der Ned. Spoorwegen,
afd. Reizigersvervoer, Utrecht.
Geachte Directie.
Onderget. is één der plm. 300 reizigers,
die dagelijks de reis Den HelderBree
zand v.v. maken en den nacht in B. door
brengen. Het was dezen reizigers een
groote vreugde, dat de maatregel der
Directie om géén andere dan Kooy- en
werfarbeiders, in de daartoe bestemde
treinen op te nemen, althans voor Bree
zand en Koegras weer werd opgeheven.
Echter komen diezelfde reizigers Maan
dag 3 Maart weer voor dezelfde moeilijk
heid, daar de uitzondering voor Breezand
weer werd ingetrokken en de betrokken
treinen weer uitsluitend te bestemmen
voor Kooy- en werfarbeiders. Dit betee-
kent voor de Held. evacué's, die den nacht
in Breezand doorbrengen en 's morgens
weer naar hun werk in Den Helder moe
ten een zeer groot ongerief. Immers, de
trein is de eenige verbinding. De autobussen
kunnen dit groot aantal reizigers niet ver
voeren. Rest dan de fiets. Ook dit is bij
het dikwijls ongunstige weer in dit jaar
getijde niet wel doenlijk. En zeker niet
voor vrouwen, kinderen, jonge meisjes en
menschen op meer gevorderden leeftijd.
Ook zijn er nog, die om bepaalde reden
niet mogen of kunnen fietsen. Al deze
menschen zouden dus een treinverbinding
moeten zoeken in Anna Paulowna, plm.
1 uur gaans van Breezand. Deze wandeling
twee maal daags te doen, is voor niemand
vol te houden. Uw college zal zich nu wel
kunnen indenken van hoe groot belang een
verbinding BreezandDen Helder v.v. is.
Onderget. is er vast van overtuigd te
schrijven namens alle belanghebbenden,
als hij Uw college zeer dringend verzoekt
het daarheen te willen leiden, dat er voor
de evacué's uit Breezand en Koegras
toegang zal worden verleend tot de zgn.
Kooy- en werftreinen.
Inmiddels hoogachtend,
TH. J. VERBEIJ.
Lorentzstraat 106.
zy die b\j deze treinverbindingen belang
hebben zenden hun briefkaart met „In
stemming adres-Verbey den Helder", met
naam en adres onverwijld aan de Directie
der Ned. Spoorwegen Utrecht.
Th. J. V.
Hier zij bij hun gedachtenis
De haat en vijandschap geweken;
Hier heeft ons hart slechts recht van j
[spreken,
Dat vol van fiere eerbied is.
En uit ons hart zal niemand bannen
De hulde, die ons blijft bezielen
Aan hen, die voor de vrijheid vielen;
Het zijn en blijven „onze" mannen.
i
Voor hen, die bleven buitengaats,
Zij in ons vaderland slechts plaats
Voor eerbied en een stille bede.
a
a
a
En voor hun off'rend plichtbetoon,
Zij God hun troost en eeuwig loon.
Saluut, dan, Helden, Rust in Vrede!
W. A.
eeuw was zulk een gebouw aanzienlijk genoeg,
om tot vergaderplaats te 3trekken van hen,
die in die dagen hier ter plaatse de lakens
uitdeelden.
Oude ingezetenen hebben nog gekend het
aloude Raad- en Rechthuis te Huisduinen, ge
staan hebbende ongeveer op dezelfde plek,
waar thans de gemeenteschool no. 2 en het
woonhuis van het Hoofd der school aldaar
gevonden werden. Een groot aantal rechts
plegingen hebben op het schavot voor dit
gebouw plaats gehad. Reeds in het begin der
16e eeuw hebben in dit Recht- en Raadhuis de
zittingen van rechters plaats gehad en de von
nissen, daar gestreken, werden voor de pui
van het Huisduiner regeeringsgebouw ten uit
voer gebracht. Worging, brandmerk en geese-
ling maakten verreweg het grootste deel uit
van de straffen, die de misdadigers hier moes
ten ondergaan. De laatste strafoefening voor
het Rechthuis te Huisduinen had plaats in denl
jare 1805. Het gold toen de geeseling eenerl
vrouw.
Weinig denken wij, die het einde der 19e
eeuw naderbij komen, aan de vonnissen, In
ouden tijd in het thans zoo stille, vreedzame
dorpje voltroken. als we met gade en kroost
de school te Huisduinen passeeren, om boven
op het duin in het Bad-Paviljoen, een gezellig
uurtje door te brengen. De strenge rechts
plegingen van voorheen hebben plaats moeten
maken voor geheel andere toestanden en wie
thans naar Huisduinen henentrekt, doet dit
niet meer om het schouwspel aan te staren
van gefolterde misdadigers, maar om- zich
eenige oogenblikken in het beschouwen van
't ruime zeevlak en bij 't gebruik van een
glas bier of wat anders, van de dagelij ksche
bezigheden aangenaam te verpoozen.
Aldus 't Vliegend blaadje van een halve
eeuw geleden.
Een belangrijke schakel in ons
cultureele leven.
De Boekenweek-Commissie organiseert, in
opdracht van de meer dan 125 jaar oude
„Vereeniging ter bevordering van de belan
gen des Boekhandels", voor de tiende maal
een Boekenweek en wel van 18 Maart a.s.
Het mag na negen jaar als algemeen bekend
worden verondersteld, dat de cultureele taak
van de Boekenweek-Commissie bestaat in het
verstevigen van de belangstelling voor het
goede boek.
Beter dan welke propaganda in welke Boe
kenweek ook hebben de veranderde levens
omstandigheden het boek onder de aandacht
van het publiek gebracht. Naast de ruimere
beschikking over vrijen tijd, veroorzaakt
dooor de stagnatie van het avondlijke gezel-
schaps- en vereenigsleven, kwam de behoefte
aan een ontspanningsmiddel of aan een mid
del tot grooter inzicht en kennis. Het boek,
reeds vijf eeuwen de gemakkelijkst bereik
bare middelaar tusschen verleden en heden,
tusschen fantasie en werkelijkheid, hernam
de plaats, die het in een minder gecompli-
ceerden tijd bij een belangstellende menigte
had ingenomen. Zij het faute de mieux, zij
het van harte welkom geheeten, deed het zijn
intocht in de huiskamer en verspreidde er
zijn eenvoudig geluk.
Is dan bereikt, wat met de instelling van
de Boekenweek beoogd werd? Zoo ja de
boekhandel zou de Boekenweek kunnen af
schaffen. Het uitdragen van de belangstel
ling voor het boek blijft echter noodzakelijk
die taak is nooit ten einde.
Zoo zullen dan van 18 Maart de boekver-
koopers over het geheele land zich beijveren
om met tal van middelen het boek in al zijn
aspecten aan het publiek te toonen.
In tegenstelling met vorige jaren heeft de
Commissie door de tijdsomstandigheden af
gezien van een officieele opening een
Gala-avond zooals beurtelings in Amster
dam of Den Haag te doen gebruikelijk was.
De Commissie bevordert thans meer de
plaatselijke activiteit door het doen organi-
seeren van tentoonstellingen, lezingen, enz.
in verschillende steden van ons land.
Door de verspreiding van tezamen onge
veer één millioen raam-affiches, sluitzegels en
strooibiljetten, die alle het zeer geslaagde
embleem vertoonen van de Tiende Boeken
week, zal allerwege de aandacht op de data
18 Maart gevestigd worden, terwijl gedu
rende die week als opwekking tot het aan
schaffen van goede boeken het traditioneele
Geschenk wordt aangeboden aan hen, die ten
minste 2.50 voor Nederlandsche of Duitsche
boeken besteden.
Het Geschenk bevat naast novellen van
Henriëtte van Eyk en Theun de Vries de
eerste publicatie van een nog zeer jeugdig
auteur, Hidde Heringa en tevens een dertig
tal gedichten, die tezamen een beelh geven
van de hedendaagsche Nederlandsche dicht
kunst.
De oplage bedraagt 67.000, dat is 17.000
meer dan in 1940.
Aldus wijdt de Boekenweek-Commissie zich
bij voortduring aan de taak, waarvan zij zich
gedurende tien jaren heeft gekweten en
waarmede zij de belangstelling voor een be
langrijke schakel in het cultureele leven van
ons volk het boek in steeds breeder
kringen aanwakkert.
DV1TBCH-FIN8CHE KERKELIJKE
BETREKKINGEN.
In aansluiting aan het bezoek van den
leider van den buitenlandschen dienst voor
kerkelijke zaken der evangelische kerk in
Duitschland, bisschop D. Heckel, aan Finland
werd een interkerkelijke theologische vereeni
ging gesticht, die den naam Luther-Agricola
Gesellschaft draagt en dus naar de Duitsche
en Finsche reformatoren is geheeten.
Michaël Agricola werd in 1508 of 1509 in
Finland geboren en studeerde van 15361539
in Wittenberg. Hier was hij leerling van Luther
en Melanchton. Teruggekeerd in Finland werd
hij bisschop van Turka (Abö) en de reforma
tor van dat land. Agricola wordt als de stich
ter van de Finsche bijbeltaal beschouwd. Hij
heeft het Nieuwe Testament en verscheiden
deelen van het Oude Testament vertaald. Ver
der zijn van zijn hand psalmen in het Finsch
verschenenterwijl hij beroemd is geworden
om zijn gebedenboeken.
De nieuwe vereeniging stelt zich tot taak de
geschiedenis der reformatie in Duitschland en
Finland te onderzoeken en de uitwerking daar
van op kerkelijke en cultureel terrein naar
voren te brengen. Haar eerste taak zal zijn
eenige werken over de reformatie in Finland
in het Duitsch uit, te geven. De evangelische
kerken van beide landen, die in de erfenis van
de reformatie een geestelijke verwantschap
hebben, willen ook in de toekomst in geeste
lijke verbondenheid samen werken. In dezen
geest heeft de buitenlandsche dienst voor ker
kelijke zaken van de evangelische kerk in
Duitschland een aantal boeken geschonken aan
de uit Karelië verhuisde predikanten. Het ka
pittel te Viborg, welke geheele bibliotheek
verloren ging, ontving een groote reeks theo
logische werken.
KERK EN RADIO.
De Hilversumsche kerkbode (Gereformeerde
kerk) deelde mede, dat de kerkeraad der Ge
reformeerde kerk van Hilversum op princi
pieels gronden geweigerd heeft te voldoen aan
het verzoek van de Nederlandsche Christelijke
Radio Vereeniging om een preekuitzending
voor haar microfoon te verzorgen.
CONCORDATEN.
Blijkens een mededeeling van den Roomsch-
Katholieken afdeelingschef in het kerkelijke
ministerie te Berlijn zijn de concordaten, die
in Elzas-Lotharingen en in Luxemburg beston
den door het feit der invoering van het Duit
sche burgerlijke bestuur opgeheven.
KERK EN STAAT.
Momenteel zijn in Spanje 18 bisschopszetels
onbezet. De Spaansche regeering wenscht in
het concordaat opgenomen te zien, dat de staat
bij de bezetting van bisschopszetels het recht
van voordracht zal hebben.