Kooii- en Werftrein voor particulieren verboden Reizigers protesteeren! Den Helder een stad van 60e000inwoners? £en KjthJk en Zending, Donderdag 27 Februari 1941 Tweede Blad Onzakelijke houding van de directie der Nederlandsche Spoorwegen Meer dan 300 gedupeerden WINTERHULP#NEDERlANO Marine en Roode Kruis Het gemeentebestuur wil paradeterrein de ideale verkooper! De Smidsstraat in t licht der historie Naar aanleiding van het verbod van Werf' en Kooytrein O 13 en O 22 Bij dc naderende Boekenweek Men springt in Utrecht een beetje won derlijk om met de regeling van de treinen naar Hollands Noordpunt, in hoofdzaak dan de regeling ten aanzien van den werklieden- treinen (Kooy- en Werftrein). Men zal zich herinneren, dat vorige week de bepaling kwam, dat geen particulieren meer gebruik zouden mogen maken van den Kooytrein. Dat beteekende voor de Helder- schen in Breezand en Koegras, dat men des morgens nu nog maar één verbinding met Den Helder had, n.1. met den Werftrein en aangezien het uur van den werftrein verlaat was, gaf deze nieuwe regeling niet zooveel bezwaren. Alleenmen kreeg nu een over- vollen Werftrein. Door bemiddeling van den Helderschen stationschef, die dit ongerief aanvoelde, werd in Utrecht bereikt, dat de Kooy trein behalve voor de Kooyreizigers, ook 'voor de geëvacueerden in Koegras en Breezand gebruikt zou mogen worden. Dat was een succesje van den Helder schen chef, dat onze stadgenooten in het Buitenveld met genoegen hebben ver nomen. De chef, doordrongen van den toestand van de stadgenooten elders en op de hoogte met de volle treinen 's morgens vóór 9 uur, heeft daarna getracht dezen trein ook open te stellen voor de evacué's op de andere tus- 'chenstations. Dit is helaas mislukt. En nu is gisteren een nieuwe regeling door Utrecht bepaald. Geen enkele parti culier mag meer gebruik maken van den Kooy- en Werftrein. Aanvankelijk zou dit verbod vandaag ingaan. Door oogenblik- kelijk' ingrijpen van den Heldersche chef is het voor de geëvacueerden van Koe gras en Breezand uitgesteld tot Maan dag a.s. Maar dan mag, op straffe van boete, geen enkele particulier meer ge bruik maken van deze treinen. Ook de Werftrein is dan verboden! Dat betee- kent dus, dat alle geëvacueerden in Bree zand en Koegras van alle treinverbinding met Den Helder verstoken zijn. Het spoorwegpersoneel heeft toe te zien, dat aan deze regeling de hand wordt gehouden en moet eventueele over treders verwijderen en beboeten. Wij vragen ons nu toch waarlijk af, wat de directie van de Spoorwegen in Utrecht be zield. Men heeft in Utrecht niet anders dan geprofiteerd van de ellende van de Hel dersche vluchtelingen. Nog nooit heeft de lijn tusschen Den Helder en Alkmaar zooveel baten opgeleverd. Het is een goudmijn ge worden. En nu blijkt plotseling, dat men zon der eenige opgave van redenen, twee treinen, die voor de geëvacueerden van groote betee- kenis waren, zonder meer uit laat vallen. Deze maatregel is voor honderden geëvacu eerden, een handicap. Niet alleen voor de Bree- zanders en Koegrassers, maar ook voor vele an deren, die op tijd in de stad moesten zijn. De eenige verbinding in den vroegen morgen is voor hen nu den matrieeltrein, die voor zes uur van Alkmaar vertrekt. In ieder geval hebben de evacué's buiten Koegras en Breezand verbinding met Den Helder. Zij kunnen, zij het dan vroeg, onze stad bereiken of anders den diensttrein van half negen nemen. Wij vragen ons echter af, hoe, vooral tijdens de wintermaanden, die helaas nog niet achter ons liggen, de Hel derschen uit Breezand en Koegras de stad moeten bereiken. Fietsen is voor velen te bezwaarlijk. Slecht en koud weer maken die tochten inderdaad vaak onmogelijk. Is er geen weg te vinden, om dezen nood- lottigen maatregel van de Spoorwegen nog ongedaan te maken? Kan het Gemeente bestuur zich hier niet achter spannen? Wjj begrjjpen de onzakelijke houding van de Spoorwegen niet. Men dwingt op is dc girorekening van den Gemeente-ontvanger. Stort bierop Uw gavenvoor „Winterhulp". (Erbij Vermelden: „Voor Winterhulp Nederland"). deze wijze meer dan driehonderd men- schen naar een andere vervoergelegen- heid uit te zien. In normale tijden heb ben de Spoorwegen alles gedaan om het vervoer per spoor te animeeren. Waarom dan nu den trein gesloten, nu velen drin gend aan deze vervoergelegenheid be hoefte hebben? De houding te Utrecht is ons een raadsel en wij hopen, dat men nog zal willen inzien, dat men een groote groep menschen hierdoor ernstig dupeert en dat men de belangen van de Nederlandsche spoorwegen er niet mee dient. Er is een tijd geweest, en die tijd ligt ach ter ons, dat wij zeer wel wisten, dat daar een internationale organisatie bestond, luis terend naar den naam „Roodé Kruis" en voor welke organisatie het als een moreele plicht gold bij tijd en wijle een klein bedrag te offe ren, hetwelk bij ons geïnd werd, hetzij op een der vele collecte-dagen, die we voorheen rijk waren, hetzij door den verkoop van plaatsbe wijzen voor een speciale bioscoop-voorstel ling. „Roode Kruis"... reeds tóen een naam, die bij een ieder vertrouwd in het gehoor lag en ten opzichte van welke organisatie men uiter aard sympathiek stond. Nietwaar... wat had het „Roode Kruis" al niet gepresteerd in de dagen toen de wereld-oorlog op de slagvelden van Europa en Azië woedde, hoevelen gewon den had men niet weten te redden, hoevelen had men geen bericht gezonden waar de mannen, de strijders, waren? Men wist het. Maar... het „Roode Kruis" was ih den loop der jaren, die né de periode van 1914'18 kwamen, een begrip geworden. Iets vaags, iets, wat weliswaar nog belangrijk te achten was (en dan noemde men het werk van de eerste hulpopleidingen en dat van de kolon- ne's), maar dat toch feitelijk uit den direc- ten gezichtskring van de bevolking, zij het al niet verdwenen, was dan toch wel minder tot haar verbeelding sprak. En nu is het wéér oorlog en wederom doet het Roode Kruis van zich spreken. Weder om komt men in de dagbladen berichten te gen, waaruit men leest, waar en bij wie het „Roode Kruis" informaties verstrekte over mannen, die ver van huis zijnde, strijden en waarvan de achtergeblevenen niet weten of zij nog in leven zijn. Den Helder heeft als marinebasis zijn deel van den oorlog wèl ge had. Reeds tè zwaar mag de tol geacht wor den en nog zijn we er niet. Nog is het geen vrede. Vele honderden Nederlandsche marineman nen bevinden zich op of aan gene zijde van de Noordzee. Is voor ons aan den vasten wal den oorlog als geëindigd te beschouwen, voor deze marinemannen is dit niet het geval. En de vrouwen wachten. Niets is zoo wreed als dit wachten. Dit niet-weten. Dit twijfelen en dit verwachten. Deze ooorlogstijd kenmerkt zich onder meer door het gerucht. En het gerucht heeft reeds verteld, dat vele bodems van de marine ver nield zijn.. Totdat dan ineens, doorgaans via het „Roode Kruis", de verblijdende mare door Nederland gaat, dat het schip in kwestie nog wel degelijk behouden is en dat de opvaren den het allen wèl maakten. Werk van het „Roode Kruis", en waarvan men dezer dagen als voorbeeld kan nemen het geruststellende bericht van de onderzee boot O 9. Er zou over dit werk zeer veel te vertel len zijn. Men zou veel kunnen schrijven over dit prachtig werk van praktische humaniteit. Wij zullen dit achterwege laten. Wij zullen ons beperken tot het feit, dat vele honderden Heldersche marinevrouwen en belangrijk meer Heldersche kinderen thans op min of meer regelmatige wijze mededee- ling ontvangen waar hun man of vader zich bevindt. Mededeelingen, die hun waarde tienvoudig aan goud waard zijn. Mededeelingen, die de diepste wanhoop, de grootste verslagenheid en het bitterste pessimisme kunnen doen om slaan in hoop, verwachting en blijdschap. Dèt doet het „Roode Kruis". Laat ons deze organisatie straks, als deze wereldbrand, deze bange nachtmerrie, weer tot het verleden behoort, gedenken. Laat ons haar dan niet meer vergeten al moge men er tevens de hoop bij koesteren, dat van haar, zoo zeer humane, diensten nimmer meer gebruik gemaakt zal behoeven te worden. Voor hen, wier gezondheid geschokt is Humaan aanbod van de vereeni- ging „Zusterhulp". Het bestuur der Vereeniging „Zusterhulp?', diep begaan met den nood. die Den Helder zoo ernstig getroffen heeft, is bereid voor haar, wier gezondheid doop de gebeurtenis sen ernstig is geschokt, iets te doen. De vereeniging stelt in haar rusthuis „Maria", in het vredige Nunspeet (Veluwe) het geheele jaar door 3 plaatsen beschikbaar 1.50 per dag en 2 plaatsen 1.per dag met inbegrip van volledige geneeskun dige behandeling, hoogtezon, medicijnen, wasch enz. Een liefdevolle en daarbij uiterst deskun dige behandeling is ten volle gewaarborgd. Heldersche ingezetenen, die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, dienen zich schriftelijk op te geven bij Zuster H. J. Smits, geneeskundig Dienstbureau alhier, die voor verdere bemiddeling zorg zal dragen. De Nederl. Spoorwegen houden daarmee rekening b\j het nieuwe stationsemplacement. De opbouw van onze stad en de moder niseering van Den Helder zitten vast aan de plannen ten aanzien van de verplaat sing van het stationsemplacement De onderhandelingen daarover zijn al in een vergevorderd stadium. Evenwel, ze zijn vastgeloopen op een onderdeel, een ver schil in opvatting tusschen het gemeen tebestuur van Den Helder en de Directie der Nederlandsche Spoorwegen. Eenigen tijd terug is in Den Haag een conferentie geweest van ir. Ringers, den algemeen gevolmachtigde voor den wederopbouw, de Directie der Neder landsche Spoorwegen, den burgemeester van Den Helder e.a. Hier bleek de Direc tie der Spoorwegen ernstige bezwaren te hebben tegen het plan van arch. Wiecher Bruin. De Spoorwegen wilden het station iets noordelijker hebben, dan door architect Bruin ontworpen. De ver binding tusschen het Oostelijk en het Westelijk stadsdeel zou dan wat naar het Noorden af moeten buigen. Volgens de Spoorwegen is een stations plein met plantsoen van 100 X 80 m (is gelijk aan 't Vrijthof te Maastricht) groot genoeg en het plein van het plan- Bruin (gelijk aan het Haagsche Tour- nooiveld) te groot. Het is dan niet ge schikt voor de vestiging van winkels er langs en zou in verhouding tot ver deren stadsaanleg veel te groot worden. Het gemeentebestuur wil meer groen in de stad en ruimte voor parades, de Spoorwegen meenten, dat aldus het emplacement in het gedrang zou komen, dat men wil inrichten op een stad van 60.000 inwoners. De Spoorwegen zullen het plan-Bruin nader bekijken en uit werken. Men ziet uit deze plannen van de directie der Spoorwegen, dat men niet het pessimisme deelt van verschillende stadgenooten, maar dat men optimis tisch is ten aanzien van de toekomst van Den Helder, een optimisme, dat door burgemeester Ritmeester en an deren gedeeld wordt. CORRESPONDENTIE. Mevr. J. Bos. Van onzen tuinbouwkun digen medewerker ontvingen wp een antwoord op uw schrijven. U kunt het ten kantore af halen of ons even uw adres opgeven, waarna we het u zullen toesturen. J. J. H. Uw rijm is niet geschikt. Aan den vorm ontbreekt teveel. R- V.—K. Wjj plaatsten reeds een „In Memoriam". Uw vers is in zijn geheel niet bizonder geslaagd wat den vorm betreft. Red. Held. Crt. Burgerlijke Stand van Den Helder OVERLEDEN: J. Brouwer, 82 jaar. BEVALLEN :D. Hyman, d.; A. D. A. de Vriesvan Meer, z. En van de laatste gegeeselde vrouw op Huisduinen Bladerend in de annalen van 't Vliegend Blaadje van zoo ongeveer een halve eeuw ge leden troffen wij onderstaand interessant be richt aan, dat zeker waard is aan de vergetel heid ontrukt te worden. Onder de gebouwen in 't westelijk deel der gemeente, waaraan historische herinneringen verbonden zijn kunnen wij rangschikken het huis in de Smidsstraat, gemerkt_nos. 39 en 41. Schrik niet lezer, als we U mededeelen dat dit gebouw voor het jaar 1837 het Stadhuis was der gemeente Helder. In dit thans door verscheidene gezinnen bewoond huis, vergader de in ouden tijd onze Vroedschap, en tijdens de Fransche overheersching en gedurende het beleg, dat deze vesting van November 1813 tot Mei 1814 onderging, zetelde in dit gebouw de Municipaliteit, met den Maire A. van Wester- holt en den adjunct-Maire Pieter Korff aan 't hoofd. Hier, in dit gebouw, hadden gedu rende dat merkwaardig beleg, de belangrijke overleggingen plaats, die ten doel hadden, zoo wel om met admiraal Verhuell en zijne meeren- deels Fransche officieren op goeden voet te blijven, als om een overgang naar en vereeni ging met het bevrijde Nederland te bevorderen. Hoezeer zijn de tijden en omstandigheden sedert veranderd! Weinigen zouden zeker onze aanwijzing gelooven, dat het nederige woon huis in een afgelegen straat eenmaal de zetel van het Gemeentebestuur te dezer plaatse is geweest. Voor de eenvoudige inwoners dezer gemeente in de vorige en in het begin dezer Den Helder, 26 Februari '41. Aan de Directie der Ned. Spoorwegen, afd. Reizigersvervoer, Utrecht. Geachte Directie. Onderget. is één der plm. 300 reizigers, die dagelijks de reis Den HelderBree zand v.v. maken en den nacht in B. door brengen. Het was dezen reizigers een groote vreugde, dat de maatregel der Directie om géén andere dan Kooy- en werfarbeiders, in de daartoe bestemde treinen op te nemen, althans voor Bree zand en Koegras weer werd opgeheven. Echter komen diezelfde reizigers Maan dag 3 Maart weer voor dezelfde moeilijk heid, daar de uitzondering voor Breezand weer werd ingetrokken en de betrokken treinen weer uitsluitend te bestemmen voor Kooy- en werfarbeiders. Dit betee- kent voor de Held. evacué's, die den nacht in Breezand doorbrengen en 's morgens weer naar hun werk in Den Helder moe ten een zeer groot ongerief. Immers, de trein is de eenige verbinding. De autobussen kunnen dit groot aantal reizigers niet ver voeren. Rest dan de fiets. Ook dit is bij het dikwijls ongunstige weer in dit jaar getijde niet wel doenlijk. En zeker niet voor vrouwen, kinderen, jonge meisjes en menschen op meer gevorderden leeftijd. Ook zijn er nog, die om bepaalde reden niet mogen of kunnen fietsen. Al deze menschen zouden dus een treinverbinding moeten zoeken in Anna Paulowna, plm. 1 uur gaans van Breezand. Deze wandeling twee maal daags te doen, is voor niemand vol te houden. Uw college zal zich nu wel kunnen indenken van hoe groot belang een verbinding BreezandDen Helder v.v. is. Onderget. is er vast van overtuigd te schrijven namens alle belanghebbenden, als hij Uw college zeer dringend verzoekt het daarheen te willen leiden, dat er voor de evacué's uit Breezand en Koegras toegang zal worden verleend tot de zgn. Kooy- en werftreinen. Inmiddels hoogachtend, TH. J. VERBEIJ. Lorentzstraat 106. zy die b\j deze treinverbindingen belang hebben zenden hun briefkaart met „In stemming adres-Verbey den Helder", met naam en adres onverwijld aan de Directie der Ned. Spoorwegen Utrecht. Th. J. V. Hier zij bij hun gedachtenis De haat en vijandschap geweken; Hier heeft ons hart slechts recht van j [spreken, Dat vol van fiere eerbied is. En uit ons hart zal niemand bannen De hulde, die ons blijft bezielen Aan hen, die voor de vrijheid vielen; Het zijn en blijven „onze" mannen. i Voor hen, die bleven buitengaats, Zij in ons vaderland slechts plaats Voor eerbied en een stille bede. a a a En voor hun off'rend plichtbetoon, Zij God hun troost en eeuwig loon. Saluut, dan, Helden, Rust in Vrede! W. A. eeuw was zulk een gebouw aanzienlijk genoeg, om tot vergaderplaats te 3trekken van hen, die in die dagen hier ter plaatse de lakens uitdeelden. Oude ingezetenen hebben nog gekend het aloude Raad- en Rechthuis te Huisduinen, ge staan hebbende ongeveer op dezelfde plek, waar thans de gemeenteschool no. 2 en het woonhuis van het Hoofd der school aldaar gevonden werden. Een groot aantal rechts plegingen hebben op het schavot voor dit gebouw plaats gehad. Reeds in het begin der 16e eeuw hebben in dit Recht- en Raadhuis de zittingen van rechters plaats gehad en de von nissen, daar gestreken, werden voor de pui van het Huisduiner regeeringsgebouw ten uit voer gebracht. Worging, brandmerk en geese- ling maakten verreweg het grootste deel uit van de straffen, die de misdadigers hier moes ten ondergaan. De laatste strafoefening voor het Rechthuis te Huisduinen had plaats in denl jare 1805. Het gold toen de geeseling eenerl vrouw. Weinig denken wij, die het einde der 19e eeuw naderbij komen, aan de vonnissen, In ouden tijd in het thans zoo stille, vreedzame dorpje voltroken. als we met gade en kroost de school te Huisduinen passeeren, om boven op het duin in het Bad-Paviljoen, een gezellig uurtje door te brengen. De strenge rechts plegingen van voorheen hebben plaats moeten maken voor geheel andere toestanden en wie thans naar Huisduinen henentrekt, doet dit niet meer om het schouwspel aan te staren van gefolterde misdadigers, maar om- zich eenige oogenblikken in het beschouwen van 't ruime zeevlak en bij 't gebruik van een glas bier of wat anders, van de dagelij ksche bezigheden aangenaam te verpoozen. Aldus 't Vliegend blaadje van een halve eeuw geleden. Een belangrijke schakel in ons cultureele leven. De Boekenweek-Commissie organiseert, in opdracht van de meer dan 125 jaar oude „Vereeniging ter bevordering van de belan gen des Boekhandels", voor de tiende maal een Boekenweek en wel van 18 Maart a.s. Het mag na negen jaar als algemeen bekend worden verondersteld, dat de cultureele taak van de Boekenweek-Commissie bestaat in het verstevigen van de belangstelling voor het goede boek. Beter dan welke propaganda in welke Boe kenweek ook hebben de veranderde levens omstandigheden het boek onder de aandacht van het publiek gebracht. Naast de ruimere beschikking over vrijen tijd, veroorzaakt dooor de stagnatie van het avondlijke gezel- schaps- en vereenigsleven, kwam de behoefte aan een ontspanningsmiddel of aan een mid del tot grooter inzicht en kennis. Het boek, reeds vijf eeuwen de gemakkelijkst bereik bare middelaar tusschen verleden en heden, tusschen fantasie en werkelijkheid, hernam de plaats, die het in een minder gecompli- ceerden tijd bij een belangstellende menigte had ingenomen. Zij het faute de mieux, zij het van harte welkom geheeten, deed het zijn intocht in de huiskamer en verspreidde er zijn eenvoudig geluk. Is dan bereikt, wat met de instelling van de Boekenweek beoogd werd? Zoo ja de boekhandel zou de Boekenweek kunnen af schaffen. Het uitdragen van de belangstel ling voor het boek blijft echter noodzakelijk die taak is nooit ten einde. Zoo zullen dan van 18 Maart de boekver- koopers over het geheele land zich beijveren om met tal van middelen het boek in al zijn aspecten aan het publiek te toonen. In tegenstelling met vorige jaren heeft de Commissie door de tijdsomstandigheden af gezien van een officieele opening een Gala-avond zooals beurtelings in Amster dam of Den Haag te doen gebruikelijk was. De Commissie bevordert thans meer de plaatselijke activiteit door het doen organi- seeren van tentoonstellingen, lezingen, enz. in verschillende steden van ons land. Door de verspreiding van tezamen onge veer één millioen raam-affiches, sluitzegels en strooibiljetten, die alle het zeer geslaagde embleem vertoonen van de Tiende Boeken week, zal allerwege de aandacht op de data 18 Maart gevestigd worden, terwijl gedu rende die week als opwekking tot het aan schaffen van goede boeken het traditioneele Geschenk wordt aangeboden aan hen, die ten minste 2.50 voor Nederlandsche of Duitsche boeken besteden. Het Geschenk bevat naast novellen van Henriëtte van Eyk en Theun de Vries de eerste publicatie van een nog zeer jeugdig auteur, Hidde Heringa en tevens een dertig tal gedichten, die tezamen een beelh geven van de hedendaagsche Nederlandsche dicht kunst. De oplage bedraagt 67.000, dat is 17.000 meer dan in 1940. Aldus wijdt de Boekenweek-Commissie zich bij voortduring aan de taak, waarvan zij zich gedurende tien jaren heeft gekweten en waarmede zij de belangstelling voor een be langrijke schakel in het cultureele leven van ons volk het boek in steeds breeder kringen aanwakkert. DV1TBCH-FIN8CHE KERKELIJKE BETREKKINGEN. In aansluiting aan het bezoek van den leider van den buitenlandschen dienst voor kerkelijke zaken der evangelische kerk in Duitschland, bisschop D. Heckel, aan Finland werd een interkerkelijke theologische vereeni ging gesticht, die den naam Luther-Agricola Gesellschaft draagt en dus naar de Duitsche en Finsche reformatoren is geheeten. Michaël Agricola werd in 1508 of 1509 in Finland geboren en studeerde van 15361539 in Wittenberg. Hier was hij leerling van Luther en Melanchton. Teruggekeerd in Finland werd hij bisschop van Turka (Abö) en de reforma tor van dat land. Agricola wordt als de stich ter van de Finsche bijbeltaal beschouwd. Hij heeft het Nieuwe Testament en verscheiden deelen van het Oude Testament vertaald. Ver der zijn van zijn hand psalmen in het Finsch verschenenterwijl hij beroemd is geworden om zijn gebedenboeken. De nieuwe vereeniging stelt zich tot taak de geschiedenis der reformatie in Duitschland en Finland te onderzoeken en de uitwerking daar van op kerkelijke en cultureel terrein naar voren te brengen. Haar eerste taak zal zijn eenige werken over de reformatie in Finland in het Duitsch uit, te geven. De evangelische kerken van beide landen, die in de erfenis van de reformatie een geestelijke verwantschap hebben, willen ook in de toekomst in geeste lijke verbondenheid samen werken. In dezen geest heeft de buitenlandsche dienst voor ker kelijke zaken van de evangelische kerk in Duitschland een aantal boeken geschonken aan de uit Karelië verhuisde predikanten. Het ka pittel te Viborg, welke geheele bibliotheek verloren ging, ontving een groote reeks theo logische werken. KERK EN RADIO. De Hilversumsche kerkbode (Gereformeerde kerk) deelde mede, dat de kerkeraad der Ge reformeerde kerk van Hilversum op princi pieels gronden geweigerd heeft te voldoen aan het verzoek van de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging om een preekuitzending voor haar microfoon te verzorgen. CONCORDATEN. Blijkens een mededeeling van den Roomsch- Katholieken afdeelingschef in het kerkelijke ministerie te Berlijn zijn de concordaten, die in Elzas-Lotharingen en in Luxemburg beston den door het feit der invoering van het Duit sche burgerlijke bestuur opgeheven. KERK EN STAAT. Momenteel zijn in Spanje 18 bisschopszetels onbezet. De Spaansche regeering wenscht in het concordaat opgenomen te zien, dat de staat bij de bezetting van bisschopszetels het recht van voordracht zal hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 11