£tadinieuivJ
De Heldersche jeugd in Nieuwe Niedorp
past zich aan******
„Ze loopen op klompenzegt meester
Vandaag
voor 50 jaar
IMfiTBSCSHli
SSH©@$IHEE>EN
Kesdc en Zendw/}
ïliuiuM uit UaJc
Donderdag 6 Maart 1941
Tweede Blad
De Juttergeest verloochent
zich niet
Er kan weer buitengaats
gevischt worden
Leeszaal bezoek
Helders Mannenkoor
gaat jubileeren
Levering voor de Duitsche
Weermacht
Correspondentie
Werner Crone, Koningstraat 29
Tusschen de wielen
We stappen een nieuw schooltijdperk
binnen als we van Alkmaar in Nw. Nie
dorp komen. Wat een verschil! Hier geen
hooge, saaie lokalen, geen kronkeltrap
pen en kale gangen, geen achterbuurt,
waar nog juist een plaatsje was voor een
school, een plek zonder licht en zonder
fleur, zonder ruimte voor de kinderen
om zich in het speelkwartier te kunnen
bewegen.
Hier op de meest gunstige plaats van het
dorp een schoolgebouw, licht en vroolijk, een
breede betegelde speelplaats, de lokalen zóó
geplaatst, dat ze alle zon op moeten vangen
die er van den hemel komt. En daar binnen
een en al licht, crème-tegelwerk op de vloe
ren, geel glanzende wandtegels, met zwarte
biezen afgezet, bloembakken, veel glas in
lood, waardoor het licht extra vroolijk naar
binnen valt. We vragen ons af of het niet
wat al te overdadig is met deze inrichting. Is
dit een dorpsschool? Het is een juweel en be
nijdenswaardig zijn de onderwijskrachten, die
hier moeten werken en de kinderen, die hier
leéren.
„Een school met een goeden naam", prijst
de inspecteur. „Toegewijde leerkrachten en
een uitstekend hoofd".
Speelkwartier.
Het is juist speelkwartier als we op Nw.
Niedorp aankomen. Speelkwartier beteekent
na de inspanning van den geest, de ontspan
ning, ontspanning die bereikt wordt via ren
en holpartijen, door schreeuwen en tieren,
door vechten en dollen. Een gezonde geest
woont in een gezond lichaam en een gezond
kinderlichaam moet zich uiten in krachtsont
wikkeling, op welke wijze dan ook.
De „Nieroppers" zijn gezonde kinderen.
Het is een heidensch lawaai daar op die
zonnige speelplaats. In het midden van de
dorpskinderen zijn de 24 Nieuwedieper-
tjes opgenomen, die sinds eenige maan
den deel uitmaken van de dorpsgemeen
schap.
Als de schoolsirene gaat, stellen de kinderen
Zich in rijen op achter hun onderwijzers of
onderwijzeressen. Meneer Ouwerling van Den
Helder, meneer Noorman, juffrouw Visser en
juffrouw Brouwer. Het gaat ordelijk, gedis
ciplineerd, beschaafd. Weg zijn de wilde ge
ruchten. Het schoolplein ligt verlaten, rustig
gaan de kinderen naar binnen en na vijf
minuten zijn er vijf werkende klassen. Kin
deren in aandacht voor wat de onderwijzers
en onderwijzeressen hebben te vertellen.
De Heldersche kinderen zijn ondergebracht
in de verschillende klassen. Het hoofd van de
school, mijnheer •Vessels, vond dat beter en
ook toen er een Heldersche leerkracht kwam,
vond hij het niet goed, de kinderen uit het
klasseverband te halen en ze in één klas
onder te brengen.
„Ze loopen op klompen".
„Hebben de kinderen zich al aangepast",
vraagt de inspecteur aan het hoofd.
„O ja, meneer, best, ze loopen al op klom
pen."
De Heldersche jeugd lacht, een paar schud
den heftig ontkennend het hoofd. „Op klom
pen", hoe kan meneer het zeggen
„Bevalt het jullie goed in Nw. Niedorp,,
jongelui", vraagt wethouder v. Loo.
„Ja meneer", klinkt het als uit één mond.
„En willen jullie weer terug naar Den
Helder?"
„Nou en of meneer!"
Er is er niet één uitgezonderd.
De namen van de Jutterkinderen worden
genoteerd en hun schooldomicilie in Den
Helder.
„Kanaalweg, Koningstraat, Rehobothschool"
„Vreemd", zegt de inspecteur. „Hoe komen
al die kinderen van het Christelijk onderwijs
hier in Nw. Niedorp terecht? Het is hier wel
de meest links vrijzinnige gemeente, die men
zich denken kan".
Inderdaad is het vreemd, een raadsel dat
moeilijk te verklaren is. De groote meerder
heid van de Heldersche kinderen in N. Nie
dorp behoorde tot het Christelijk onderwijs in
Den Helder.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Ze zijn er niet uit te halen die kleine
Nieuwediepers, als ze daar zitten tusschen
hun Nieropper-schoolmakkertjes. Dezelfde
frissche toeten, dezelfde glundere snuitjes. Ze
zijn één geworden met de plattelandertjes. De
eerste dagen, ja toen waren ze de helden, de
jeugd, die wat meegemaakt had en menig
„bomverhaal" heeft op de speelplaats opgang
gemaakt. Het werd vaak nog griezeliger op-
gedischt, dan het in werkelijkheid geweest
was. Maar nu zijn de bommen vergeten en
leven ze daar in het land, bij de koeien. Ze
hebben zich de taal van het land eigen ge
maakt en zeggen even geintoneerd: „N6 jó"
als ze verbaasd zijn, als de plattelanders zelf.
Toch verloochent zich de Juttergeest niet.
„Dan moet u dit eens zien", zegt meneer
Wessels. Hij laat ons een teekening van Jan
de Jong zien, een portret van een van de oude
zeeridders. „Is het niet knap geteekend?"
We staan even verbaasd te kijken. Wat
een expressie, wat fijn getroffen dat oude
tanige gezicht, met oogen die altijd de
verte zien, de diepe groeven, het schip-
persbaardje. De teekenaar zelf zit he
lheiden ergens in het midden van de
I W: f
-
i
(Teekening J. de Jong.)
klas. „Die heeft gaven" constateeren we
gevieren. En we besluiten het plaatje
eens in de krant te reproduceeren om
onze lezers te laten zien, hoe het hart van
de Jutterjeugd daar in den vreemde trekt
en haakt naar Nieuwediep, dat ze tijdelijk
verloren.
Meneer Wessels toont met trotsch meer
teekeningen van Jan. Het is alles even knap.
De Volendammer, de kruier op het station.
Aan het perspectief ontbreekt nog het een en
ander.
De Heldersche onderwijzer is best te spre
ken over zijn tijdelijke plaatsing. Een pret
tige school, gezellige kinderen en een goede
omgang met de overige leden van het perso
neel.
De jeugd zingt.
Een half uur voor het uitgaan van de school
is er zang van de klassen 4, 5 en 6. Meneer
Noorman heeft de leiding. Dat is een geboren
zangpaedogoog, zooals hij daar staat voor de
overvolle klas. De armen gestrekt, de toon
aangevend, luisterend, gebarend, bemoedigend
waarschuwend. Een klas die oplet, die ge
spannen wacht. Sol, la, si, do. Ja, opgelet;
één, twee, drie, vier. De kinderen zetten in,
niet aarzelend, maar zacht, zeker, met gevoel.
Vierstemmig wordt er gezongen en tweestem
mig. Het eerste lied: „Aan den nacht", wordt
goed vertolkt. Dan schalt als bazuingeschal,
vroolijk en opgewekt, frisch en klaar: „Ik
leef hoog op de alpen." Wat is het zuiver, die
kinderzang! Wij, gasten, luisteren, het ont
roert ons. Jeugd die.zóó kan zingen, met zoo
veel enthousiasme en overgave, belooft wat
voor de toekomst. Houdt moed!
De inspecteur is tevreden over de
school. Hjj steekt die tevredenheid niet
onder stoelen of banken. Meneer v. Loo
staat daar maar glunder te kijken. „Die
Heldersche jongens en meisjes hebben
het hier getroffen" denkt h(j hardop.
Meneer Daalder heeft de namen geno
teerd. Hij heeft van de wenschen kennis
genomen. En dan r\jden we op Schagen
aan.
Over heel de wereld straalt de zon.
Lentebeloften! Toekomstmuziek!
Maatregelen, die in acht genomen
moeten worden.
De kustvisscherij wordt vanaf 15 Juli '40
weder toegestaan het bedrijf ter hand te
nemen. Evenwel met inachtname van een
aantal voorschriften die men lezen kan in
een advertentie in dit nummer van ons
blad.
Men leest daarin o.a. dat visscherij kan
plaatsvinden in de Waddenzee ten Oosten
van de ljjn Den Helder-De Mok en ten
Zuiden van den lfln Noordpunt Texel-
Harlingen.
Men dient op het navolgende acht te
slaan:
Ieder lid van de bemanning moet een
identiteitskaart beziten en deze op aan
vraag toonen.
Bij mist, slecht weer, sneeuw e.d. mag
niet uitgevaren worden.
Het is verboden fototoestellen en sein-
toestellen mede te nemen.
Het meenemen als passagier van bur
gers is verboden.
Een uur voor zonsondergang tot een
uur na zonsopgang behooren de schepen
in de haven te liggen. Het is strikt ver
boden dat eenig vaartuig zich gedurende
den nacht buitengaats bevindt.
Om in het bezit van de verplichte ver
klaring te komen moet de consentbezitter
zich wenden tot de Hafenüberwachungs-
stelle alhier. Het bureau is gevestigd in
het 'instituut en geopend van 912 uur en
25 uur. Het bewijs verkrijgt men koste
loos.
Voor nadere bijzonderheden zie men de
in dit nummer opgenomen advertentie.
De Leeszaal werd gedurende de maand
Februari bezocht door 287 mannen en 87
vrouwen, totaal 824 personen.
Uitgeleend werden 1594 romans, 1234
studieboeken en 1049 kinderboeken, totaal
3877 boeken.
Ltfst van nieuwe aanwinsten
Maart 1941.
Romans:
Donato, P. di, Menschen en mortel.
DjjkHas, Nelly van, Ik wil gelukkig zijn.
Eyk, Henriëtte v., De lotgevallen van Thérèse.
Ferwerdavan den Berg, Annie, Jij, meisje...
Laer, F. van, Dé verloren bruid.
Sas, H. 't, Jacob Janson's liefde.
Willink, LMijn wolkenkrabber.
Studiewerken
Casimir, R., J. Karsemeyer en G. Kazemier,
Humor in Holland.
Cresson, A., De wijsgerige stelsels.
Gumpert, M„ Baanbrekers der wetenschap.
LotgeringHillebrand, R., Onze voeding in
distributietijd.
Rademaker, L. A., Waar bleien de tien
stammen van Israël?
Smit, J., Open vensters.
Stoep, D. van der en H. H. Folderhof,
„In de houten broek."
Geschenken:
Dijk, G. J. van, Logarithmen, reeksen en
samengestelde intrest.
Eras, V. J. M., Sloten en sleutels door de
eeuwen heen.
Heil, J. W., Leerboek der werktuigkunde.
Hocking, J„ The everlasting arms.
Mc Clatchie, S'., Sieh: Das Herz Europas.
Robertson, F. C„ The Mormon trail.
UonctiUn mt hel Vtieqervd Maadyt
De Zangvereeniging ,JIelder's Mannenkoor"
zal, naar we vernemen, in 't begin van April
baar tienjarig bestaan feestelijk vieren, door
't geven van een groot concert in Tivoli. De
heeren J. Koning, kapelmeester K.N.M., L. A.
Schouten en F. Werner, respectievelijk voor
piano, viool en voloncel, hebben hun belang-
looze medewerking toegezegd, evenals het
symphonie-orchest van de K. N. Marine, dat
het feest zal opluisteren door het geven van
eenige ochestwerken. Er zal o.a. worden uit
gevoerd een geheel nieuw werk van Edvard
Grieg .JLanderkennung"We vertrouwen dat
Helder's Mannenkoor met dat feest veel suc
ces zal hebben en koesteren van de e.k. uit
voering de beste verwachtingen.
In een advertentie in dit nummer brengt de
burgemeester ter kennis van belanghebbenden
dat alle door troepenonderdeelen en militaire
instanties der Duitsche Weermacht gedane
aankoopen en gevorderde leveringen en ver
richtingen contant worden betaald en kunnen
met ingang van 1 Maart j.1. niet meer als
R-verrichtig in behandeling worden genomen.
Slechts in dringende uitzonderingsgevallen
kan nog van een R-verrichting sprake zijn.
WEER JEUGDIGE DIEVEN?
Eenige jongens van plm. 16 jaar werden
door de politie aangehouden, daar zij verdacht
werden van diefstal van gereedschappen. Na
verhoor zijn zij op vrije voeten gesteid.
INBRAAK.
Een bewoonster van de Binnenhaven deed
aangifte, dat men een bezoek had gebracht
aan haar woning en daarbij eenig huisraad
had ontvreemd.
Mevr. S., Hoogkarspel. Met groote waar
deering voor uw goede bedoeling kunnen wij,
tot onzen spijt, uw verzen niet opnemen. Er
ontbreekt teveel aan den vorm. U begrijpt
overigens dat we ons gevleid voelden door Uw
vers: „De krant".
Red. Held. Crt.".
kunnen wij ook niet maken
van iedereen,
maar wel een goede pasfoto
Ga naar
De Lente laat weer van zich hooren!
Al beseffen wij 't niet,
Zij tracht ons nu reeds te bekoren
Met vog'lenlied.
Nog is 't soms guur en valt er sneeuw,
Maar 't verdwijnt al spoedig weer!
En uit 't heldere zonlicht, schiet een meeuw
Op 't stille water neer.
De lente met haar lieve lach,
Dét moeten we steeds bedenken,
Zal ons na kouden winterdag
Den zomertijd weer schenken.
L. G.
Schets ?n uit t Buitenveid
IV.
En we reizen maar
lederen morgen, iederen avond.
We reizen van de Zuid naar de Noord, vice
versa. We reizen totdat onze voeten door
de of steenkoude of bloedheete „plaat" be-
blaard en de schoenzolen geknapt zijn. We
reizen het duldelooze eind iederen dag en ware
de onderlinge verstandhouding, in het alge
meen, niet zoo goed, het werd een niet te
dragen last.
Het voorjaar is zomer geworedn, de zomer
herfst, de herfst winter en nu staan we al
weer voor een nieuw voorjaar.
Hetwelk we reizend ingaan.
Driekwart van de gansche Heldersche ge
meenschap ontmoet men in dezen tijd „tus
schen de wielen". In de vroege ochtenduren
haalt de trein zijn reizigers op, van station
tot station. Telkens ziet men door de nat-
beregende ruitjes een kluit evacué's staan,
die, als de trein nog nauwelijks tot stilstand
gekomen is, een aanval doet op de wagons.
Deuren zwaaien open en worden met lawijt
weer dichtgeramd. Natte menschen, booze
menschen. drukdoende menschen, jonge men
schen, oude menschen, menschen met veel en
menschen met heelemaal geen bagage.
Fluitjes gillen langs den trein. Dat zijn de
signalen van hen, die hun vrienden wachten.
Op iedere halteplaats hoort men zoo geheel
verschillende signalen.
Het gaat iets beter nu. De morgen komt al
vroeger en zelfs als de eerste trein om
kwart over zevenen de stad binnenkruipt, ziet
men doorgaans al wat rossig licht aan den
Oosterkim verrijzen. Een nieuwe dag wordt
dan geboren. Een dag met nieuwe hoop,
nieuwe verwachtingen en njeuw werk.
Drentelend en schuivelend wringt en perst
de kudde zich door de te nauwe uitlaten van
het station. Op het plein ervoor een miniatuur
..spervuur" van batterij-lantaarns.
En vijf minuten later heeft zich de kudde
opgelost in de straten van Den Helder.
Deze vroeg-trein is geen prettige trein.
Daarvoor is de dag nog té jong. Meestal zit
zoo'n coupé met vroeg-gangers zonder al te
veel spraakzaamheid naast elkaar. Natte
menschen, die nog trachten een restant slaap,
dat ze te kort kwamen in te halen. Helaas...
ze halen het nooit in, want al die uren die men
thans te kort komt zijn in totaal reeds aan
gegroeid tot een respectabel kwantum onge-
noten slaap en men kan er veilig van op aan,
dat dit als een verliespost geboekt moet wor
den.
Nee, dén de avondtrein, die om- half zes
vertrekt. Goeddeels dezelfde menschen, maar
dan in belangrijk rooskleuriger stemming.
Wonderlijke trein. Wij denken daarbij aan
de vele prettige momenten, die wij reeds ge
durende verscheidene maanden in dezen trein
gesleten hebben en welke momenten de af
stand Nieuwediep-Alkmaar reduceerden tot
een slechts luttel eind, dat men in een goed
half uur bereikt. We denken aan dien mijn
heer uit de Keizerstraat, die sedert enkele
weken de goede gewoonte heeft een ingenieus
bedacht opklapbaar stoeltje mede te nemen
teneinde op deze wijze verzekerd te zijn van
een zitplaats. En welke mijnheer nog steeds
iedere maal genoemd vouwstoeltje moet af
staan voor laatkomende of onderweg binnen
komende dames. En wij denken aan zrjn jeug
dige medereizigers, die zich in bruischenden
overmoed niet ontzien genoemd stoeltje zóó
danig te molesteeren, dat het overstag gaat
met alle noodlottige gevolgen van dien.
Wij denken aan de reizigers die het nog
alsmaar aan den stok heben met de conduc
teurs en de leden van de zoogenaamde
„zwarte bende". Waarom men deze, zeer
respectabele en zeer handzaam optredende
controleurs een dermate weinig-gecharmeer
de betiteling gaf... 't is een raadsel.
We denken aan de compartimenten waarin
de jeugd zich uitleeft. Zoodanig, dat de wan
den buigen en de ruiten trillen. De jeugd...
die in dit reizen alleen maar een nieuw ver-
maaks-object ziet, een nieuwe mogelijkheid
om gijn en „jen" ter maken. En... als het bin
nen redelijke grenzen geschiedt... waarom ook
eigenlijk niet.
We denken aan onze eigen coupé, die in
de loop der maanden weliswaar enkele wijzi
gingen, voor wat betreft de inhoud heeft
ondergaan, maar die zich overigens kenmerkt
door een „splendid isolation". Met treffende
aanhankelijkheid en waarlijk hooggestemde
gemeenschapszin, met ongekende solidariteit
en verrassenden kuddegeest zoekt men elkan
der om vijf voor half zes op, en verkrijgt de
beschikking over een zeker compartiment in
een zeker treingedeelte.
Het is hier, dat men (zonder bon) nog op
de wekelijksche hoogtijdagen te gast kan
gaan aan bitterballen van een prominente
plaatselijke lunchroom, aan het gebak van een
niet minder te goeder naam en faam bekend
staande banketbakkerij en aan de sigaren van
een achtbaar sleutelmaker.
In zekeren zin vormt deze coupé een soort
doorsnee van den plaatselijken middenstand en
krijgt men hier als buitenstander interessante
bijzonderheden te hooren omtrent de nooden
en lusten van genoemd deel onzer samenleving
Merkwaardig, hoezeer ieder lid dezer trein-
club zijn roeping misgeloopen is. Geen won
der trouwens, als men weet dat daar vereend
zijn kappers, manufacturiers, warenhuisleiders,
slagers, lunchroomhouders, sleutelmakers,
banketbakkers, PTT-bestellers en, min of mfeer
de annex daarbij behoorende echtelieden.
Het zijn echter louter prettige herinneringen
die wij aan deze avondtreinen zullen houden.
Herinneringen aan hartelijkheid en menig
vroolijk intermezzo.
DE MORGENLAND-ZENDING.
De oorlogstoestand heeft het werk van de
Morgen-Zending sterk gedrukt. Maar ondanks
dat, gaat het werk geregeld voort. De Armeen-
sche vluchtelingen konden nog steeds worden
geholpen, al moest noodzakelijker wijze deze
hulp worden ingekrompen. Van het werk geeft
de Nederlander het volgende overzicht:
Het medische werk te Aleppo omvat nog
steeds twee medische klinieken met een arts
en drie verpleegsters. Dagelijks worden er
circa 200 patiënten behandeld. Het aantal
pleegkinderen, dat in Nederland pleegouders
heeft, is sedert Mei j.l. minder geworden. Het
bedroeg voordien 120. Voor deze families, zon
der hulp zotiden moeten omkomen, wordt nog
steeds gezorgd. Ook van de Kinderbewaar
plaats te Aleppo wordt druk gebruik gemaakt.
Hier worden kinderen opgenomen, wier moe
ders overdag een betrekking hebben. Behalve
onderwijs en toezicht ontvangen de kinderen
een middagmaal.
De afd. ,^Armeensch Handwerk", die vroegen,
door den grooten verkoop in Nederland aan
vierhonderd jirouwen en meisjes arbeid en
brood gaf, is als gevolg van den oorlog bijna
tot stilstand gekomen. Men wil thans probee-
ren in Aleppo het handwerk te verkoopen.
De geestelijke arbeid gaat in elk opzicht
door. De tak dezer zending te Damascus leed
een groot verlies door het overlijden van de
predikantsvrouw aldaar, Mevr. ds. Couderc
Dietz.
OPGRAVINGEN ONDER DE ST, PIETERS
KERK TE ROME.
Het Milaansche blad ,Jtalia" schrijft een
lange verhandeling over de jongste opgravin
gen onder de St. Pieterskerk te Rome.
Wij lazen daarin o.m. dat het oorspronke
lijke, onder Constantijn verrezen gebouw, een
basiliek bestaande uit vyf schepen in de on
middellijke nabijheid van het circus van Nero
werd opgetrokken. Dit gedeelte voor een deel
op den ringmuur van dit circus.
Onder de regeering van Paus Nicolaas V
(14471455) werd deze basiliek afgebroken
omdat de fundamenten begonnen te verzakken.
Paus Nicolaas besloot voor deze basiliek een
nieuwe kerk te bouwen, de nieuwe St. Pieters
kerk. Men begon met den bouw daarvan in
1452.
De uitgebreide gewelven, die zich tusschen
de pilaren van de St. Pieterskerk bevinden,
vormen de zoogenaamde grotten van het Va-
ticaan. Voor een klein deel zijn deze ontsloten.
De uitgravingen onder het linkerschip (de
Capella Clementina) gebeuren in de eerste
plaats om de puinhoopen, welke zich nog in
de gewelven bevinden op te ruimen, waarna
men spoedig zal beginnen aan de gewelven
onder het rechter schip (de Capella Grego-
riana).
Men rekent er niet op, dat men vondsten zal
doen van historische- of kunstwaarde. Men
heeft de Oude St. Pieterskerk op een, voor
moderne begrippen, zeer ondeskundige wijze
afgebroken.
Gedurende de laatste acht maanden heeft
men slechts het voorstuk van een verbrijzelde n
heidenschen sarcophaag uit den keizertijd ge
vonden. Verder trof men nog mozaiek werk
aan uit het plaveisel van de oude St. Pieters
kerk, tfrwijl men den oorspronkelijken graf
steen van den grafkelder van keizer Otto vond.
Aan de zegels met de keizerlijke kenteeke-
nen zag men, dat ook een gedeelte van den
muur van het circus van Nero werd blootge
legd. Tenslotte hoopt men voor verdere op
gravingen de fundamenten bloot te leggen,
waardoor de omtrek van het gebouw, zooals
dat onder Constantijn werd opgetrokken, kan
worden vastgesteld.
VRIJZINNIGE THEOLOGEN.
De vereeniging voor vrijzinnige theologen
heeft te Bilthoven haar jaarlykschen conferen
tie gehouden. Prof. dr. P. A. H. de Boer hield
een voordracht over de Messias-gedachten in
het Oude Testament. Dr. C. J. Bleeker hield
een lezing over ,J)e Heilandsfiguur historisch
en phaenomologisch bezien". Mej. C. Boer be
handelde het onderwerp: „Jeugdwerk in de
toekomst" en dr. G. Horreus de Haas sprak
over de moderne christologie.
KERKELIJKE ACTIE TE BERLIJN.
Een aantal kerkelijke gemeenten van de
Duitsche Evangelische kerk is groot-Berlijn
heeft besloten een gezamenlijke evangelisatie
actie te beginnen. Gehouden worden een serie
voordrachten, waarin behalve theologen ook
anderen optreden o.a. artsen, journalisten enz.
Hopen wij, dat dit reizen spoedig een einde
neemt. Want ondanks alle vroolijkheid, alle
gezelligheid en vreugde is het toch maar
zuur dag-aan-dag het veege lijf te moeten ber
gen in een ander oord dan de bakermat en
om zich via een barstend-volle trein huis
waarts te begeven.
Want, en laat ons hiermede besluiten, de
ruimte is in het meerendeel der compartimen
ten fantastisch gering: Zoo gering dat men
zich in „onze coupé" nog dikwijls in gemoede
afvraagt hoe het mogelijk is, dat veertien der
mate „gevulde" lieden zich in een ruimte van
tien gedurende ruim anderhalf uur kunnen op
houden en het leven behouden...
Van „aanpassing' gesproken....
VISSCHERIJ.
Urk, 4 Maart.
Door 18 vaartuigen werd heden aan den
Gemeentelijken Vischafslag alhier aange-.
voerd: 477 pond snoekbaars, van 2070 pond
per span (2 vaartuigen), prijs 5860 ct., 66
pond voorn, 79 ct en 11 pond baars, 23—25
ct. per pond.
EXTRA BOOTDIENST NAAR DE LEMMER.
De stoomboot „Sirena" maakte Dinsdag een
extra boottocht naar de Lemmer om de post
auto, die den geheelen winter de post via den
Lemsterdijk naar Urk vervoerde, weer naar
Urk te brengen. De auto mocht niet meer
over den dijk Urk-Lemmer rijden. Met deze
extra gelegenheid werden ook 7 koeien voor
den slacht naar Urk vervoerd.
NIEUWE WERKHAVEN.
Aan het eind van den strekdam, die langs
den dijk achter Schokland loopt, komt een
flinke haven. Tusschen den dijk en de strek
dam stroomt het Zwarte water. Men heeft
dus een gedeelte van het boezemwater afge
zonderd voor een scheepvaartkanaal en bij den
ingang van dit kanaal komt nu de nieuwe
haven. Deze zal tevens dienst doen als werk-
haven bij den aanleg van de Z.O.-polder. Dit
werk zal nu binnenkort worden aanbesteed.
BURGERLIJKE STAND.
GEBOREN: Jannetje, d. van Jan Korf en
Tienetje Visser.
OVERLEDENHendrik van Dokkum,
wedun. van L. Weestand; Jan Bos, oud 63
jaar, echtgenoot van Ester Koffeman.