Fluistercampagne in Heerhugowaard
100 kilo trotyl
vliegt de lucht 'm
NEYT/'RECLAME
MtcuifatLeuwJ
Onderwijzend fieAAaneel en UeideAAche kinderen
maken $icA er, jjicAutdiy'' aari
Si aapplaatsen
Vandaag
voor 50 jaar
VaruUicn mt hel Vliedend ïUaadft
De vuurtoren
voor stadgenooten
„Paardenvleesch
zonder bon
Nog tweetal huizen het slachtoffer
ft Tuindorp van een
lastigen bezoeker bevrijd
Bij oudjes dood
Distributie-nieuws
Hieuwt uit UhJk
Ponderdag 13 Maart 1941
Tweede Blad
Op
het tooneel van hotel Rus
„Burgerplicht" kiest een bestuur
Geen bommen
op Den Helder
.VERHOOGT UW OMZET.
„Brood en Bezinning"
Realistisch distributiebeeld
De finale van, de Florastraat-bom
voor winkeliers
Visscherij
Heer Hugowaard is een langgerekte
straatweg. Hier en daar een boerderij,
vijftig, honderd meter van elkaar, 's zo
mers vriendelijk in het groen; hooge
iepen, gebogen knotwilgen langs den
slootrand, die als oude mannetjes staan
te mummelen, met kale kopjes. De wind
heeft nü vrij spel in het ragfijne takken-
dak van de trotsche boomen, die geen
weerstand bieden. Dat is straks anders,
dan vangen de bladeren die nijdas op en
slaan hem stuk, dan heeft de wielrijder
bescherming tegen den al te brutalen N.-
wester, die je het zoo moeilijk kan maken
als je de lange lange wegen moet gaan, de
wegen zonder einde.
Ergens langs den weg is een plein, daar
staat het Raadhuis. Een deftig raadhuis voor
een dorp, met een hooge trap en een zware
deur. Daar dichtbij is ook de kerk, daar staat
de school. Een moderne school. Een school
met veel lichtvang en veel lucht, een school
waar je met plezier naar kijkt en waar het
een genot is om leerling te zijn en... leeraar.
Op dat plein is ook een café, en nog een,
en nog een. Eén, dat deftig de naam van
hotel draagt, omdat er kamers zijn, waar je
in een kraakhelder bed kan overnachten. In
dat hotel is een zaal, met naar schatting drie
honderd zitplaatsen en aan het einde van die
zaal is een tooneel. Een dorpstooneel, waar
in den goeden tijd de meest prominente dorpe
lingen het woord hebben gevoerd. Waar
„Oefening baart kunst" haar lauweren heeft
geoogst, waar de dorpsjeugd voor de verrukte
oogen van hun ouders gymnastische toppres
taties uitvoerde en waar ue tooneelvereeni-
ging uit de stad voor leege stoelen speelde,
omdat men genoeg had aan de eigen tooneel-
vereeniging.
Dat tooneel was het doel van ons bezoek.
Het tooneel, dat we via een stikdonkere zaal
bereikten. De juffrouw van het buffet had ge
zegd: „Recht de zaal door en dan het trapje
op."
We gingen dus tastend het duister in, bang
een of andere vergeten stoel in onze wande
ling omver te loopen. Toen zochten we aan
het eind het trapje, dat we niet vinden kon
den. Luisterden aan de tooneeldeur of we
goed waren en hoorden achter de deur niet
anders dan fluisterend spreken.
In dezen tijd moet je voorzichtig zijn. We
wachten dus aan de donkere deur, spitsten
onze ooren en eerst toen we zekerheid had
den, dat daar achter die deuren Heldersche
kinderen onderwijs ontvingen, klopten we
resoluut aan, openden de deur en stapten, het
trapje negeerend, van de zaal het tooneel op.
Daar zaten dertig Juttertjes.
Daar zaten dertig Juttertjes en daar ston
den twee Heldersche leerkrachten. We had
den de laatste weken evacueetjes aangetrof
fen in een oude school met kraaktrap, in een
dorpsschool als een licht paleis, in een too-
reelzaal en nu voor het eerst op een tooneel.
Aan twee lange tafels, rustend op schil-
dersschragen, zaten de dertig leerlingen
van het Christelijk onderwijs uit Den Hel
der. Kinderen uit de school van meneer
Lever, uit die van meneer de Böck, van
de Rehobothschool, waar meneer Den
Hartog de leiding heeft.
Twee Heldersche leerkrachten, mejuf
frouw Vonk, die klasse I, II en III heeft
en meneer Schoorl, die de klassen 4 tot
en met 7 onder z[jn leiding heeft, staan
voor de gevluchte Jutterkinderen.
Aanpassing.
Juffrouw Vonk is met Bijbelsche geschie
denis bezig. Ze zit midden tusschen haar kin
deren, buigt zich naar voren en vertelt, zacht
en toch duidelijk, zoodat allen het hooren en
«til luisteren. Meneer Schoorl overhoort het
vers, dat de kinderen Zondag geleerd hebben:
Juich, juich den Heer, met blijde galmen."
De kinderen zeggen zacht hun versje op.
Meneer Schoorl spreekt ook niet veel luider
dan op fluistertoon. Men is hier goed ingesteld
op de nieuwe orde. Men heeft zich volkomen
aangepast aan de situatie. Men hindert el
kaar niet, men weet, dat men met elkaar
rekening moet houden.
Er zit toch ook iets goeds in deze aan
passingspolitiek. De kinderen leeren zich
zelf beheerschen. De onderwijzer of on
derwijzeres kan zich ook niet „laten
gaan", want daarnaast, op drie meter af
stand zit een andere klas, is een ander
bezig de jeugd de Christelijke en maat
schappelijke deugden bij te brengen.
Het tooneel is van de zaal gescheiden door
een hoog, terra cotta gordijn. Bijna tegen het
plafond hangen de tooneellampen, in vele,
felle kleuren. Tegenover het scherm is de bui-
tenmuur, met twee groote ramen, waardoor
het zonlicht ongehinderd naar binnen valt.
Dat geeft wat fleur aan de overigens vrij
trieste lokaliteit.
„We moeten de zaak nog een beetje gezel
lig maken, met een bloemetje en een kleed
je," zegt juffrouw Vonk. „We zitten hier nog
geen week, dus veel tijd daarvoor is er niet
geweest. We hebben onze handen vol met de
zes klassen. In de derde zit één leerling. Die
krijgt dus individueel onderwijs."
„Medewerking hebben we hier wel," zegt
meneer Schoorl. „De vorige week was het vrij
koud en met de kleine potkachel, die we tot
onze beschikking hadden, konden we het on
mogelijk warm stoken. Toen we vanmorgen
hier kwamen, had de familie Rus. eigener be
weging, een groote Salamander neergezet.
Van de kou zullen we dus geen last meer heb
ben."
,Hoe is het met de leermiddelen?" vra
gen we.
„Die hebben we, voor zoover dat mogelijk
was, meegenomen van Den Helder. Kaarten
bezitten we natuurlijk niet. Die konden ze
daar niet missen. Maar, we hebben de be
schikking over een stel goede atlassen en
kunnen ons daarmee behelpen. De leermid
delen voor natuurkunde zijn ook niet al te
overdadig, maar ook daarmee passen we ons
aan. 't Gaat, we klagen niet, doch... liever
gingen we vanmiddag dan morgen naar
huis."
„Jongens we moeten Paaschverzen leeren,"
zegt meneer Schoorl tot zijn leerlingen. „Zoek
maar op, gezang 32 „O Hoofd bedekt met
wonden"...
Paaschfeest.opstandingsfeest maar op
standing na Golgotha. Het lijden en de dood
gingen aan de glorie van den Opstandings
morgen vooraf. Zal dan misschien toch uit de
smarten van dezen tijd het goede geboren
worden? Zal er vreugde komen uit diep ver
driet?
„O Hoofd bedekt met wonden," zeggen de
jongens en meisjes zacht en als we buiten
zijn, dan klinkt dat lied nog na.
Het oude evangelie, dat straks de Chris
tenheid toch weer in beroering zal brengen.
O, mocht men het beter verstaan...
Zondagmiddag hield de Nationale Kiesver-
eeniging burgerplicht" een algemeens ver
gadering in Tivoli. Nadat de heer T. Mooy als
voorzitter den aanwezigen 't welkom had toe
geroepen werden de notulen der vorige verga
dering gelezen.
Door een commissie, bestaande uif de heeren
8. W. 8tooker, G. E. Kloosterhuis en Koeman
werd de rekening nagezien. De kas sluit met
een batig saldo van 19.30.
Met het oog op de werkzaamheden b\j de a.s.
verkiezingen werd besloten de contributie op
f t.te brengen. Een missieve werd daarna
gelezen, waarbij de candidatuur van den heer
8. T. Land dringend werd aanbevolen. Na stem
ming, waarbij de heeren W. Westendorp, H.
Roukens en C. 8. Jaring 't stembureau vorm
den, bleek 't dat de heer Land met algemeene
(k&) stemmen opnieuw als candidaat was ge
kozen.
Van de aftredende bestuursleden, E. Fran
ken, Maters, Harms en A. B. Weber werd de
heer Franken herkozen terwijl gekozen werden
de heeren B. L. de Vries, 8. W. Stooker en
J. G. R. Vos. De heer C. D. Zurmuhlen die ge
kozen was, bedankte.
Ter geruststelling van onze vele geëvacueer
de abonné's, die gisterenavond en vannacht
onrustige uren hebben doorgebracht, toen zij
zwaar gedreun en fel afweergeschut hoorden,
kunnen wij meedeelen, dat er op Den Helder
geen bommen gevallen zijn. Het is in .onze
stad naar verhouding vrij rustig geweest en
slechts één of tweemaal moest het afweer
geschut even in werking worden gesteld voor
overtrekkende vliegtuigen.
Men ziet het alweer: men maakt zich al te
spoedig ongerust.
Corporatief en cultureel program
van De Nederlandsche Unie.
De Nederlandsche Unie is ertoe overge
gaan, haar corporatief en cultureel program
in een brochure uit te geven, welke de titel
draagt: „Brood en Bezinning".
„Brood want. de door ons beoogde „or
ganische ordening der arbeidsgemeenschap
zonder klassentegenstellingen" beoogt arbeid
levensvreugde en brood voor allen. Bezin
ning want ons cultureel program wil den
lezer er toe brengen, zich in het wezen van
het Nederlandsch karakter te verdiepen en
het volkseigene nog meer te leeren liefheb
ben en beschermen."
Deze brochure, welke 47 bladzijden telt, be
vat bovendien nog de nadere uitwerking van
de algemeene inleiding van het program van
De Nederlandsche Unie. De prijs is 15 cent.
In weer en wind,
Door elk bemind,
Draait over stad en duinen,
Bedaard en hoog,
In wijde boog,
Het vuurlicht van Huisduinen.
Zo wds het, want
Ons Nederland
Moest door de loop der dingen
Genoodzaakt zijn,
Je lichte schijn,
Vuurtoren, te bedwingen.
Wij zijn je kwijt,
Je hebt van de tijd
Je treurig deel ontvangen.
En toch, 't is waar,
'k Kan soms zo naar
Je helder licht verlangen.
Want komt je groet
Ons tegemoet,
Te land of op de rede,
Dan zeg je méér
Nog dan weleer;
Ddn zul je schijnen: „Vrede"!
W. A.
J. v. d. Berg, Langevliet 5, Julianadorp, heeft
nog slaapplaatsen beschikbaar.
Eens was er een tijd, dat we ons, in Nieuwe-
diep niet het minst, laafden aan de vleesch-
potten van Egypte.
Dat was de tijd van de glimmende worsten
en bruingebakken karbonaden. Van gebakken
kalfslevertjes en malsche biefstukken. Van
échte ossenstaartensoep en pikante varkens-
coteletten. Vanja het was de tijd waarin
we alles van het varken en alles van het rund
konden krijgen en dat tegen civiele prijzen en
zonder bon.
Zóó was het eens.
Maar de tijden veranderden. Er kwam een
tijd dat men op gekleurde stukjes papier zijn
„rantsoen-vleesch" moest halen. Er kwam een
tyd dat er zelfs op die bonnen geen vleesch te
krijgen was en dat vond men dubbel erg.
Overigens men paste zich aan.
Men begreep dat men de tering naar de
nering diende te zetten en dat de schoone
droomen van in goede boter gebakken vleezen
nog niet weerommekomen. Men begreep dat
men z'n tong op iets minder fijne golflengte
moest afstemmen en dat de tijd gekomen was,
dat men vleesch maar niet moest beschouwen
als iets wat noodzakelijkerwijze bij den mid-
dagdisch behoorde, maar wel degelijk als een
luxe gerecht, bestemd voor Zon-, Feest- en
Hoogtijdagen.
Dat alles werd duidelijk gedemonstreerd
gistermorgen in de Keizerstraat. Nic Goes
had middels een advertentie aan de góe-ge-
meente kondschap gedaan van het feit dat
men gisteren bij hem paardenvleesch kon
krjjgen zonder bon. En het tcas deze mede-
deeling, die menigvuldige Nieuuediepsche
huismoeders Keizerstraatwaarts getrokken
had, teneinde van dit ongehoorde buitenkansje
te profiteeren.
Zoo dromde men samen voor de winkel van
Goes en wachtte gehoorzaam en rustig af tot
het moment gekomen was, dat Koning Win
kelier zoo genadiglijk zou wezen de deur voor
den dienaar, die klant heet (met een klein
k-tje te openen. Inmiddels poogde iedere
huismoeder vóóraan te staan en.,waar alle aan
wezige moederen precies hetzelfde wilden, ont
stond er toch nog gedrang en zag men op
zeker oogenblik zelfs de Sterke Arm arrivee-
ren om op dit dringend publiek het oog te
houden.
Zoo ging het den geheelen morgen. De paar
edele Arabieren die men voor het doel de Hel
dersche gezinnen op bonloos vleesch te trac-
teeren om zeep gebracht had, liepen als het
ware op volle touren in den vorm van lappen,
stukjes en biefstukken de deur wit. Wie z'n
portie had keek schuin naar haar, die nog
queue maakte als wilde ze zeggen: „Zie zoo,
wie doet me wat, ik heb de bullen!"
Merkwaardig hoe groot de behoeften aan
vleesch zijn in Nieuwediep. En merkwaardig
hoezeer plotseling de algeheele sympathie ook
het paardenvleesch betreft, dat men voorheen
nu niet direct je-ddt vond.
Men drong en perste en trapte elkander op
de teenen ter bereiking van een paardenlapje
of een paar rantsoenen paardenbief. Men keek
elkaar zwart aan als men achteruit geduwd
werd en lachte verzaligend als men een be
hoorlijk stuk op den kop getikt had.
Het was een schoone Woensdag: wél koud,
maar vól voorjaarszon en een blauwe hemel.
Vandaar dat het wachten geen al te bittere
marteling was. Diverse huismoeders kostte het
desniettegenstaande den ganschen ochtend.
Ten eerste moest men extra vroeg op. Ten
tweede moest men gedurende geruimen tijd in
de ry staan en ten derde duurde het lang al
vorens men thuisgekomen was zyn buurvrouw
de paardenlappen en biefstukken, de kluiven,
de beenen, de levers, de nieren, pooten en an
dere onderdeelen ran deze geslachte mustangs
te laten zien. Zóó verheugd, zóó dankbaar en
zóo trots was men op de buiten zóó veran
deren de tijden!
Zooals men in de krant van gisteren heeft
gelezen, was het den mannen van Sprenkom-
mando Spaich niet gelukt Dinsdag de bom
in de Florastraat tot explosie te brengen.
Tengevolge van het gedurende geruimen tijd
in het water liggen der electrische verbinding,
was deze nat geworden en was de verbinding
tusschen draad en aanvuurlading trotyl
(twee blokjes, in totaal circa 1 kilogram) ver
broken. Tengevolge hiervan was men ver
plicht wederom aan het graven te slaan. Op
nieuw grepen de gravers van „Woningstich
ting" hun schoppen en opnieuw werd aange
vangen de geweldige zandberg weg te graven,
teneinde bij de bom te komen en zoodoende
opnieuw een verbinding tot stand te brengen.
•Zwaar karwei.
Men groef den geheelen Dinsdag, den
Woensdagmorgen en nog een deel van
den Woensdagmiddag. Maar toen ook
konden Lastdrager, Goudswaardt, Bot,
Van Willigen, Snel en Beukers hun schop
pen op non actief stellen. Want wederom
had men de bom .„ingepakt" en wederom
zag men een „duin" verrijzen, in het mid
den van de Florastraat.
Zou de bom het doen...?
Ziedaar de kardinale vraag die kapitein
Bruyn, diens personeel, inspecteur Rooy-
akkers, de heer Snel, de Tuindorp-bevolking
en tenslotte Uw verslaggever zich stelden.
Zou men nu eindelijk klaar komen met dit
we bijster recalcitrante projectiel, dat perti
nent weigerde tot explosie te komen en dat
het er blijkbaar op gezet had zoovele mogelijk
last te bezorgen aan het Sprenkommando en
aan Woningstichting.
Belangstelling.
De jeugd was present en dat was geen
wonder. Op Woensdagmiddag pleegt de jonck-
heid nog steeds vrij-af te hebben en dat was
jammer, omdat al die jongens en meisjes een
stille hoop gekoesterd hadden er minstens nog
een paar vrije dagen uit te slaan. Die kans was
nu verkeken, hetgeen overigens geen reden
was om niet ter plaatse, .althans zoo dicht mo
gelijk erbij, aanwezig te zij en met angstige
spanning de komende dingen af te wachten.
Wederom was voor een deugdelijke afzet
ting zorggedragen. Hiervoor zorgden politie
en marechaussée, onder leiding van inspecteur
Rooyakkers. Er werd voor gezorgd dat nie
mand zich in de nabijheid van de explosie
plaats bevond en dat speciaal de jeugd op vei-
ligen afstand gehouden werd. Tenslotte
was men verplicht rekening te houden met de
mogelijkheid, dat scherven en brokstukken
verscheidene honderden meters ver weg ge
slingerd zouden kunnen worden. En men
wenschte niets te riskeeren.
Gereed.
Het zal bij drie uur geweest zijn, toen ka
pitein Bruyn het sein tot stoppen gaf. Het
zand lag weer in een vrij hoogen berg over de
bom heen en niets ontbrak er meer om de
laatste faze van deze bom-affaire te doen
plaats hebben.
De draad werd goedgelegd, er werd ver
binding gemaakt met het apparaat dat voor
den stroom zorgde en toen zochten ook zij,
die zich nog buiten bevonden een veilig
plaatsje op in den schuilkelder voor de Flora-
straat, zich echter zóó opstellende, dat men
via een hoekje alles kon waarnemen.
Kapitein Bruyn overzag het doodstil ge
worden straatbeeldconstateerde dat alle
voorbereidingen in orde waren en riep toen:
„Ja
De explosie.
Op hetzelfde oogenblik werd op den
knop gedrukt en joeg de electrische
stroom door den kabel en nóg een fractie
van een seconde later zag men de explo
sie.
Men zag hoe het middengedeelte van
de straat zich als het ware oprichtte en
daarna weer terugzakte. Men zag de
trottoirs hoog opgeheven worden en men
zag hoe enkele huizen stonden te deinen.
Men zag een ander huis instorten en ten
slotte zag men zich een machtige zuil
verheffen, grijs-bruin van kleur en be
staande uit zand, scherven, steenen en
modder.
De slag der explosie was dof, maar de
uitwerking daarom niet geringer. Dit
zagen wij toen wij, na gewacht te hebben
tot de hagel van brokstukken en -stukjes
geluwd was. Inderdaad kreeg men eenig
idee van de kracht van ongeveer 100 kg
trotyl, dat op verscheidene meters onder
den grond tot ontploffing gebracht wordt.
De schade.
De ravage was groot, maar viel toch
ook weer mee. Het huis aan den kant
van de spoorlijn was ingestort. Alleen
de verste muur stond nog overeind, z(j
het gescheurd en met brokstukken er uit
gerukt. Het huis aan den anderen kant,
die van den Brakkeveldweg dus, had ook
zwaar geleden. Stukken uit den muur,
zware en diepe scheuren in den gevel en
een ernstig geleden hebbend dak.
De daken van de perceelen aan de overzijde
hadden het eveneens moeten ontgelden, hoe
wel het meerendeel der ruiten gespaard ge
bleven was. Het trottoir en de straat moes
ten ook zware klappen incasseeren, terwijl
men op enkele plaatsen het water uit gespron
gen waterleidingbuizen zag opwellen.
Lang zou dit echter niet duren, aangezien
reeds personeel van de Water- en Lichtbe-
drijven aanwezig was, dat terstond aanving
met deze lekkage's te verhelpen. Eveneens
kwam de Reiniging informeeren op welks
wijze, en waar, men moest beginnen met op
ruimen.
De Tuindorp-bevolking verzamelde zich
rondom de plaats van de explosie. Men
besprak de klap, de gevolgen en het feit
dat men eindelijk van dien lastpost ver
schoond geworden was.
En dit nu is het uiteindelijk resultaat
van het werk van Sprengkommando
Spaich, dat onvermoeid en met nimmer
tanend optimisme zoo lang volgehouden
heeft, tot men dezen „zwaren jongen"
klein gekregen had.
En tengevolge waarvan Tuindorp weer
veilig geacht mag worden als de oorlog
teneinde is.
Dit was zijn leven: stille zwoegerstocht
Hjj werkte bij een boer de zware dagen
En 's avonds, als hij moe zijn woning zocht,
Nog in zijn moestuin, zorgend voor de
[magen.
t
Hij was nog ouderwets en kende plicht
Als norm slechts van zijn slovend slaafse
[leven.
Maar, bijna zestig, was zijn kracht ontwricht
En moest hjj, ziek, zijn taak aan jongren
[geven.
Toen was hij oud en at genadebrood.
Hij had geploeterd al zijn sobre jaren.
Achter zijn rug zei men: „ging hij maar
[dood".
En oudje ging. Hij had van 't leed genoeg.
Hij had niet eens een doodshemd kunnen
[sparen
En „van de armen" men hem grafwaarts
[droeg.
(Uit „Morks Magazijn").
Hotels, café's en restaurants
Op Vrijdag 14 Maart a.s. kunnen de
instellingen voornoemd de volgende bon
nen bij den distributiedienst inwisselen
tegen toewijzingen t.w.:
Boter, margarine of vet: bonnen 06 en
07 op opplakvellen MD 18 (nieuw model).
Kaas: bonnen 13, 14, 61 en 71 op op
plakvellen MD 18 (nieuw model).
Vleesch: bonnen 5 en 7 op opplakvellen
MD 268.
Eventueele rantsoenbonnen en opplakvellen
MD 18 (nieuw model).
De bonnen moeten in veelvouden van
9 stuks ingeleverd worden.
Urk, 11 Maart. Door 30 vaartuigen werd
heden aan den gemeentelijken vischafslag
alhier aangevoerd: 910 pond snoekbaars, van
1058 pond per vaartuig, prijs 3234 ct.;
50 pond baars, 1415 ct. en 160 pond blei,
1112 ct., alles per pond.
AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN.
De heer K. J. Koffeman heeft zijn botter
verkocht. De heer Koffeman gaat zich aan
den wal vestigen als pensionhouder en heeft
daartoe reeds het hotel Zeezicht aangekocht.
De heeren A. Loosman en J. Ras hebben
Vollenhover botters aangekocht. De Veloa-
sche vloot wordt opgeruimd, want de haven
ligt te ver van de vischgronden.
TWEEDE BOOTDIENST OP ENKHUIZEN.
Oorspronkelijk was het de bedoeling, dat de
tweede bootdienst op Enkhuizen reeds op 15
Maart aanstaande zou ingaan. Doordat de
trein eerst om 6 uur 15 in Enkhuizen aan
komt, kon de boot op zijn vroegst eerst om
half 7 vertrekken. Doordat de boot dan voor
de invallende duisternis de Urkerhaven niet
kon bereiken, kon de tweede bootdienst nog
niet aanvangen. Indien er nu een andere rege
ling in den treinenloop komt of er nog een
trein wordt ingelascht, welke om 5 uur te
Enkhuizen zou aankomen, zal de tweede boot
dienst op Enkhuizen dadelijk aanvangen. Ge
beurt dit niet, dan moeten de zeer velen, die
op den tweeden bootdienst al hopen, nog eeni-
gen t[jd geduld hebben.