BIT KM EffiELUI IN
SlE IN ZIJN SCHUD?
De wijn was
nog goed
Gelukwenschen
aan den Paus
Birmingham
onder vuur
Engelsche gezant zwijgt
Dc ontploffing in het
Turksche hotel
Daifsch weermachthericbt
ïtaliaanscb weermachtbericbt
Ook ongehuwd
rijkspersoneel bedacht
Britsche bommen op ons land
Grootc hoeTeelbeid koffie
en thee gestolen
Britsche vliegtuigen boven
Noord-Duitschland
Kort verhaal
Troepenconcentraties aan de
grens van Palestina en Syrië.
Geld steunt de EngeLsche pro
paganda.
(Van onzen V.P.B. correspondent).
Beyroet, Maart 1941.
Er loopen allerlei vage geruchten over
hetgeen Engeland ten opzichte van Svrië in
lijn schild voert Verschillende van die ge
ruchten zijn echter van zoodanigen aard,
dat er in bepaalde, den toon aangevende
Syrische kringen levendige ongerustheid
door gewekt wordt. Het betreft hier be
paalde Engelsche maatregelen, die onge
twijfeld als voorbereidingsmaatregelen kun
nen worden beschouwd. Zoo spreekt men
hier van aanzienlijke Engelsche troepen
concentraties aan de grens tusschen Pales
tina en Syrië. Het schijnt ook, dat Enge
land een levendige propaganda voert onder
de stammen in het Syrische grensgebied, die
natuurlijk wordt gesteund door geld, dat
met kwistige hand wordt uitgedeeld en dat
nooit zijn invloed mist op den Arabier.
Men verwacht, dat de Syrische autoritei
ten krachtige tegenmaatregelen zullen ne
men. Indien het gerucht, als zou minister
Eden Turkije zekere voorstellen hebben ge
daan met betrekking tot Syrië, waarheid
bevat, meent mon reden te hebben om aan
te nemen, dat Turkije voor dergelijke ma
noeuvres weinig voelt.
De buitengewone activiteit, welke de En
gelsche regeering aan den dag legt, niet in
de laatste plaats met de bedoeling, invloed
uit te oefenen op de Arabische wereld, blijkt
ook uit de reis, die de Engelsche generaal
Newcamp door de Arabische staten heeft
gemaakt. Hij had opdracht, zich op de
hoogte te stellen van de wenschen en ver
langens van de verschillende Arabische re
geeringen, om te trachten deze in overeen
stemming te brengen met de Engelsche
beslissingen. Het schijnt evenwel, dat hij
weinig succes heeft gehad. Oogenschijnlijk
heeft men met de keuze van generaal New
camp een slechten greep gedaan, omdat hij
tijdens den wereldoorlog een rol schijnt te
hebben gespeeld bij de onderhandelingen,
waarhij aan de Arabieren een „groot Ara
bisch rijk" werd beloofd, welke belofte En
geland niet is nagekomen. Dat hebben de
Arabieren, naar het schijnt, niet vergeten.
Tweede verjaardag der
kroning herdacht
paus-
Ter gelegenheid van den tweeden ver
jaardag der kroning van Paus Pius XII,
heeft hij een plechtige mis bijgewoond in
de Sixtynsche kapel. Hierbij waren tegen
woordig de familie Pacelli, de grootmeester
der piilitaire orde van Malta, vertegenwoor
digers der orde van het H. Graf, de leden
van het diplomatieke corps bij den H. Stoel,
talrijke vertegenwoordigers van den Ro-
meinschen adel en vele andere vooraan
staande personen.
Een bom in een koffer?
In een korte officieele mededceling over
de ontploffing in hotel Perapaiast te Istan-
boel wordt gezegd, dat het onderzoek nog
niet geëindigd is, zoodat geen bijzonderhe
den kunnen worden bekend gemaakt. Het
feit meldden wij gisteren reeds.
Intusschen heeft zich het voorval volgens
de ontvangen inlichtingen als volgt afge
speeld. Te 21 uur arriveerde met een spe-
cialen trein de Britsche gezant te Sofia.,
Rendell, met een gezelschap van 70 perso-
nen. Hij begaf zich onmiddellijk naar het
hotel. Terwijl de kamers werden aangewe
zen en de bagage daarheen werd gebracht,
deed zich in de drukke hall van het hotel
een hevige ontploffing voor. Twee Turksche
politie-agenten in burger en een Engelsche
vrouw werden gedood, talrijke personen,
voor het mcerendeel Engelschen uit Sofia,
werden gewond. De hall werd verwoest De
huizen aan de overzijde en voorbijrijdende
tramwagens kregen schade. Men hoort het
vermoeden uitspreken, dat de hiaard der
ontploffing zich in een koffer bevond. De
Turksche ochtendbladen denken, dat deze
koffer deel uitmaakte van de bagage der
Engelschen uit Sofia:
len in ononderbroken acties. Tijdens lucht
gevechten zijn twee vijandelijke vliegtuigen
neergeschoten. Twee Italiaansche vliegtui
gen zijn niet teruggekeerd.
In den nacht van 11 op 12 Maart hebben
vliegtuigen van het Duitsche vliegercorps
militaire doelen op Malta gebombardeerd.
In Noord-Afrika heeft het Duitsche -vlie-
gerscorps een Britsch kantonnement en
Britsche gemotoriseerde strijdmiddelen be
stookt.
In den nacht van 10 op 11 Maart heeft de
vijand een luchtaanval gedaan op Tripolis:
er viel geen enkel slachtoffer, lichte schade.
Op de Egeïsche zee hebben vijandelijke
toestellen onze lurhtbases op het eiiand
Rhodos aangevallen. Een persoon werd ge
wond, eenige schade ontstond.
In Oost-Afrika hebben onze detachementen
een positie van den vijand in den sector van
Keren aangevallen en bezet en het garni
zoen op de vlucht gedreven. In den sector
van Somaliland heeft onze luchtmacht
brandbommen geworpen naar vijandelijke
troepen, waardoor hevige branden ontston
den. Britsche toestellen hebben plaatsjes
in Erythrea gebombardeerd zonder noemens
waardige schade aan te richten.
Paus Pius XII.
(Foto archief).
In de sacristie bekleedde Pius XII zich
met de pauselijke gewaden en de tiara, en,
omgeven door de kardinalen werd hij op
de Sedia Gestatoria naar de Sixtynsche ka
pel gedragen. De H. mis werd opgedragen
door den kardinaal-diaken en de paus gaf
zijn zegen. Alvorens naar zijn vertrekken
terug te keeren, heeft de Paus zich met de
kardinalen onderhouden. Ter gelegenheid
van den tweeden verjaardag van zijn kro
ning, hebben staatshoofden, leiders van re
geeringen en talrijke andere vooraanstaande
personen den Paus gelukwenschtelegram-
men gezonden.
BRITSCHE STELLINGEN BIJ KEREN
VEROVERD.
Het Italiaansche hoofdkwartier publiceert
weermachjsbericht no. 278. Het luidt als
volgt:
Aan het Grieksche front zijn vijandelijke
aanvallen in de sector van Vojussa afgesla
gen. De vijand heeft zware verliezen gele
den. De Italianen hebben krijgsgevangenen
gemaakt en hun zijn wapens in handen ge
vallen. Gisteren en vannacht hebben onze
luchteskaders herhaaldelijk ravitailleerings
bases, installaties en militaire inrichtingen,
batterijen, en vijandelijke troepen aangeval
OOK LONDEN EN SOUTHAMPTON
MOESTEN HET ONTGELDEN.
Het hoofdkwartier der Duitsche weer
macht maakt bekend:
De handelsoorlog tegen Engeland heeft
gedurende de vier wintermaanden van No
vember 1940 tot en met Februari 1941 aan
zienlijke resultaten opgeleverd. De vijand
verloor in dien tijd 2.037.D00 brt. koopvaar-
dijscheepsruimte. Daarvan werden 1.524.000
brt. door de marine en 513.000 brt. door het
luchtwapen tot zinken gebracht. Bovendien
beschadigde het luchtwapen 175 vijandelij
ke koopvaardijschepen door bomtreffers ern
stig. In deze cijfers zijn niet berekend de
verliezen van den vijand als gevolg van
mijnen.
Formaties gevechtsvliegtuigen deden
gisternacht doeltreffende aanvallen met
bommen op voor de oorlogvoering belang
rijke industrieele installaties te Birming-
ham, alsmede op de haveninrichtingen van
Londen en Southampton. Een verkennings
vliegtuig bombardeerde voor de kust van
Noord-Schotland een in konvooi varend
groot koopvaardijschip, dat een voltreffer
kreeg en bleef liggen. Geslaagde aanvallen
waren overdag gericht op vliegvelden in
Zuid-F.nsreland en op de haveninrichtingen
van Porthsmouth. Verdragend geschut van
het leger beschoot vijandelijke oorlogsvaar
tuigen in het Kanaal.
In het gebied van de Middellandsche Zee
plaatsten formaties van het Duitsche lucht
wapen bomtreffers van ^vvaar kaliber op
militaire inrichtingen op het eiland Malta.
Andere geslaagde aanvallen waren gericht
op Britsche colonnes voertuigen in Noord-
Afrika.
De vijand liet gisternacht op eenige
plaatsen in Noord-Duitschland brisant- en
brandbommen vallen. Behalve geringe ma-
terieeie schade werden eenige burgers ge
dood of gewond.
In den tijd van 6 tot 11 Maart verloor
de vijand elf vliegtuigen, waarvan vier in
luchtgevechten twee door luchtdoelartille
rie en een door marine-artillerie werden
neergeschoten. Vier vliegtuigen werden,
naar met stelligheid kon worden waarge
nomen, op den beganen grond vernield. De
vernietiging van andere op den beganen
.grond aangevallen vliegtuigen kan met
zekerhe'd worden aangenomen. Gedurende
denzelfden tijd bedragen de eigen verliezen
negen machines.
VTeemde vondst in de Beemster.
WRAK VAN EEN SCHIP
IN DEN GROND.
Er was eens (zoo beginnen immers
alle oude verhalen) een hofstede aan
den Middenweg in de Beemster. welker
fundamenten waarschijnlijk gemetseld wa
ren in de Gouden Eeuw. Toen zal het een
lustverblijf geweest zijn van een rijken
Amsterdamschen koopman. Daar was in de
jaren, waar wij over spreken, niet veel
meer van te zien. Maar zette men de spa
in den grond, dan stuitte men op overblijf
selen van bouwwerken, fragmenten van
beelden en een enkelen keer op een gaaf
stuk versiering. In het Beemster Museum
bevindt zich nog zoo'n beeldfragment
Omstreeks het jaar 1870 heeft op die hof
stede iets eigenaardigs plaats gevonden.
Er moest een nieuwe schuur gebouwd
worden en timmerlieden en metselaars wa
ren gekomen om dat karwei volgens de
regelen voor elkaar te brengen. Het was
een gemoedelijke tijd men werkte goed en
solide. Dus moest ook deze schuur op
deugdelijke fundeeringen nisten. Men begon
te graven, behoorlijk diep en breed, want
beton was onbekend (alles werd toen noe
gemetseld). Op een gegeven oogenblik
stuitten de spaden van twee werklieden op
hout Geen vermolmde of vergane boom-
resten. maar stevig eikenhout.
De grond werd weggewerkt over een be
paalde breedte en nu hoorde men een hol
geluid wanneer de spa wat hard op het
hout neer kwam Het was een vreemde
geschiedenis, want was bleek? Men
stond op het dek van een schip. Wan
neer dit den lezer ongeloofwaardig voor
komt, gelieve hij te bedenken dat eenige
honderden jaren geleden, wanneer de Zuid
westerstorm de golven van het Bamestra-
meer schuimend voortjoeg, menige boot een
wanhopigen strijd voerde op dat onstuimige
W£t t g r
Het dek van een schip dus. Het visioen
van een gezonken galjoen met Spaansehe
schatten aan boord begon de gravers voor
de oogen te komen. Nog wat grond weg
en ia dat moest de kajuit zijn. De boer
met gezip en het personeel waren natuur
lijk spoedig op de hoogte van die zonder
linge historie en wachtten m spanning het
verdere verloop af. Wie zou er m de kajuit
paan9 't Was eenipszins piezelik- Misschien
was het schip eenige eeuwen geleden wel
met man en muis vegaan. misschien wa
ren er kooien waarin de wacbb de
krullenjongen, die was voor geen k pintje
vervaard.
Eerst allemaal een borrel op den goeden
afloop. Gert. de krullenjongen, slaat ook
een kommetje achterover. In die laren
dronk men op de karweien de borrels uit
kommen. Daar duikt-ie al de kauiit bin
nen. „Nou Gert. hoe is het. kom je nog
terug?" Gert komt terug met drie platte
flesschen. flesschen niet inhoud, twee half-
vol en ëén volle, goed dichtgekurkt. De
kurken er af en ruiken. Het ruikt goed
peen wonder, die wijn is bel epen. Een
slordige paar honderd jaar heeft het. sap
tijd gehad om die volmaking te bereiken,
die een fijnproever als het hoogste fanot
besrhouwt. Maar dat weten die werklieden
niet. die hebben meer vertrouwen in een
gewone borrel. Ja. eigenlijk durven ze niet
proeven, 't kan wel vergif wezen. „Zeg Jan
tje". dat tegen bet meidje van den boer
wil i ii een slokje?" Maar de maagd be
dankt. En wéér is het de krullenjongen die
het proefkonijn wordt. En hii doet het
grondig. Veel werk heeft Gert dien dag niet
meer gedaan!
Later jaren, timmerman In de Beemster
geworden, vertelde hij. en bij kris en kras
bezwoer hij de waarheid daarvan: „De ka
pitein zat nog bij tafel met een flesch in
z'n hand. Toen ik er uitkwam, zei ik:
mannen, ga niet naar binnen, 't is daar met
pluis, gooi dicht de boei"
(Prov. Noordh. Crt.)
Tijdelijke toelage in bepaalde ge
vallen.
Blijkens een circulaire van den secreta
ris-generaal van binnenlandsche zaken aan
zijn ambtgenooten, zal de tijdelijke toelage
voor het lager bezoldigd gehuwd rijksper
soneel ook van toepassing zijn op ongehuw
de in gezinsverband levende eenige kost
winners en op wachtgelders, terwijl laatst
genoemde categorie eveneens in aanmerking
komt voor de verhoogde kindertoelage.
Een doode en gewonden. Ge
bouwen beschadigd.
In Jen nacht van Dinsdag op Woensdag
zijn eenige Engelsche vliegtuigen boven
Nederlandsch grondgebied waargenomen.
Er is een aantal bommen geworpen. In een
plaats zijn twee gebouwen zwaar bescha
digd. In het midden des lands werden door
bomscherven een man gedood en dertien
pmsonen gewond, terwijl ook schade aan
huizen werd toegebracht. In een andere
plaats is een jongen, die niet tijdig dekking
had gezocht, door scherven van granaten
van het afweergeschut licht gewond.
Gisternacht omstreeks half twaalf is inge
broken in een magazijn aan de Miquelstraat
te Amsterdam. De inbrekers hebben zich
toegang verschaft door een belendend per
ceel, een meubelmakerswerkplaats, waar zij
een gat in den grond hebben gemaakt. Hier
door zijn zij in het magazijn gekropen. Een
groote hoeveelheid koffie, thee, cacao en ve
le andere goederen werden ontvreemd. Deze
hoeveelheid is zoo groot, dat de dieven een
bakfiets of een ander vervoermiddel hebben
moeten gebruiken om de goederen te expe-
dieeren.
Stad aangevallen.
In de vroege ochtenduren heeft de Brit
sche luchtmacht, naar het D.N.B verneemt,
een aanval op een stad in Noord-Duitschland
ondernomen. De Engelschen konden tenge
volge van het Duitsche afvveervuur hun
bommen niet richten. Slechts in de woon
wijken werden eenige huizen beschadigd.
Militaire sèhade is niet toegebracht. Eenige
monschen zijn om het leven gekomen, ver
scheidene gewond.
Geen politieke vragen beantwoord
Anders dan zijn ambtsgenoot te Boekarest
heeft de Engelsche gezant Rendell, die te
Istanboel uit Sofia is aangekomen, tegen
over de Turksche pers een zeer gereserveer
de houding aangenomen en geweigerd op
politieke vragen te antwoorden.
De Amerikaansche gezant te Sofia heeft
Rendell tot,aan de grens vergezeld. Ren
dell reist binnen twee dagen verder naar
Ankara en zal daar de aanwijzingen zijner
regeering afwachten.
3?»
TULPEN
door
WILLIAMS
„Rie!"
Het meisje keerde zich om naar haar
vader, die lang lui lag uitgestrekt in den
ouden rieten stoel, het hoofd achterover
in een luiden, onbedwongen geeuw, welke
de zwarte holte van den wijd open mond
met de regelmatige tanden toonde.
„Vader?"
Met een wijd armgebaar rekte de man
zich uit,- ging met eenige groote schreden
naar het raam. „Wat een dag weer, de he
mel beware me!"
Rie wachtte stil.
Nu wendde hij zich om „Haal me vijf
achtcents sigaren!" De oogen van het kind,
waarin een vage angst gekomen was, gle
den naar het ledikant achter in de kamer
en ontmoetten den blik van de zieke,
groote, lichte oogen m een stil wit gezicht.
„Ga maar gauw even Rie". Het was de
klanklooze stem van een teringpatiente.
Het kind kwam bij het bed en kustte
schuw de smalle wang.
„Moeder".
„Pop" Toen wezen de oogen naar de deur.
Rie hield de hand op; vader zocht in zijn
portemonnaie, scharrelde vier dubbeltjes
bijeen, daarop gleed het tengere figuurtje
de kamer uit.
Met een klap gooide de man de portemon
naie op de tafel, lachte even kort en scherp.
„Nog een gulden heb ik er in, dat is alles!"
„Henri
„Och dat gezanik van Henri1 Ik kan
*t ook niet ait.mijn vel snijden, nietwaar?"
„Nee".
„Nou dan!" Hij gooide zich weer in den
rieten stoel terug, en staarde, 'n diepe plooi
tusschen de werkbrauwen, voor zich uit.
,,'n Mensch is als een gevangene in z'n huis.
Is dat 'n ellende?"
'n Stilte vieL
De zieke, Jieel jong lijkend met de groote,
glanzende oogen in het witte gezicht tus
schen de glad-zwarte vlechten, lag te luis
teren naar het juichen der spelende kinde
ren beneden, klanken uitgestooten in ju
belende onbezorgde levensvreugd. Lente
Het raam omlijstte een stukje lichtende
lentelucht, deze doorschijnend gele tint her
innerde haar aan het. goud van zonbesche
nen tulpen. Lentebloemen! Wat had zij ae
lente liefgehad, de lente en het leven
Zij rekte zich uit, voelde onder het laken
het strekken der beenennog korten tijd,
dan zouden deze voeten stil zijnvoor
altijd onbewogen, dan was het uit, voor al
tijd voorbijsoms was deze gedachte zoet,
soms vatte zij haar bij de keel, met wurgen-
den angst
Henri duwde met wrevelig gebaar de
portemonnaie in z'n broekzak. Nog vier
dagen
„Dan is 't de eersté", zei ze, „als 't geld
dan maar komt."
,,'t Moet komen, verdorie, komt 't me toe
of niet? Is 't geen el-lende dat ze je naar
zoon armzalig nest sturen. Wat kan je hier
in zoo'n provincie-stadje doen? Je stand
ophouden moet je nog... waarvan? Inspec
teur van een levensverzekering maatschap
pij, 't klinkt goed, maar 't geeft beroerd
slecht te eten. 'n Abonnement in je zak en
geen geld om er op uit te gaan."
Rie kwam binnen, legde het zakje siga
ren op tafel en ging rustig bij een tafeltje
zitten met haar schoolwerk.
Weer was het stil.
Henri stak een sigaar aan en blies den
blauwen rook in kringetjes omhoog.
De deur werd tamelijk onzacht geopend.
„Mevrouw?"
Het was het dagmeisje.
Henri stoof op. „Verdorie kan je niet klop
pen als je binnen komt."
„'n Postpakket, meneer! Voor mevrouw!"
'n Postpakket! In 'n oogwenk stond Henri
op z'n beenen, was 't beschuttende papier
van 't kistje afgescheurd. Hij zette z'n zak
mes onder 't deksel. Wat snoejterijtjes voor
't kind en de zieke, wat vruchten, 'n velle
tje postpapier met een paar kriebelige let
tertjes, zorgvuldig gevouwen om een gloed
nieuw krakend briefje van tien.
„Ach!" zei Henri, turend op het biljetje.
De oogen van de zieke wachtten stiL
„Van je moeder, Anneke!"
Van moeder! Dat was smartegeld, ge
spaard van haar toch al zoo kleine wedu
wen-pensioentje.
Henri's stemming was plotseling omgesla
gen.
„Veel is 't wel niet", zei bij opgewekt,
„maar 't helpt ons op 't oogenblik uit den
brand.
Rie zag naar beiden met 'n wijs begrijpend
gezichtje, liet den omvang van 't gebeuren
tot zich doordringen en ging dan weer op
haar bedaarde manier naar haar tafeltje.
Henri liep op het bed toe.
„Als de nood het hoogst is. is de redding
nabij. En nu zullen we 'r is voor jou zorgen,
hè vrouwtje. Wat heeft de dokter ook weer
gezegd, wat je moest hebben, kalfsvleesch
en
„Och Henri, laat dat, denk alsjeblieft om
alles wat betaald moet worden. We hebben
de vorige keer zoolang moeten wachten eer
't geld kwam1"
„Geen zorgen voor den dag van morgen,
ik zal straks nog schrijven, dat ik 't precies
op den eersten verwacht. Wat donder. k
heb d'r toch recht op. En nou jij eerst! Rie
wat zei de dokter ook maar weer?"
„Melk, kalfsvleesch, en nu en dan eens
een glaasje Tokayer."
Helder, als een dikwijls herhaald en van
buiten geleerd lesje kwamen de woorden.
Haar gezichtje gltytsde.
„Mooi, dan zal 'k daar dadelijk maar
voor zorgen, hè! Te duurWat kost dat
nou, een half fleschje? En bovendien 't
komt je toe, hè? 't Beste kalfje van stal
Ja, ja, 'k zal zuinig aandoen, 'k Weet waar
achtig ook wel waar dit geld vandaan
komt
Zij zwichtte voor den weinig gehoorden,
weeken toon in zijn stem en legde 't hoofd
berustend neer.
Hij streelde haar hand... nu ben je ver
standig Anneke!"
Hij verliet de kamer, en kwam nog even
terug in 'n tamelijk afgedragen demi en
'n coquet dun rottinkje onder den arm.
„Och Henri!"
„Ja?"
„Zou je Rie niet meenemen; ze komt zoo
weinig uit, en 't is zoo heerlijk buiten!"
„Wel ja. waarom niet, kleed je maar aan,
kind, je hebt 't wel noodig."
„Graag vader!"
Even later, hoorde de zieke het toeslaan
der zware eiken voordeur Zij trachtte scherp
luisterend op de straat hunne voetstappen
te onderscheiden, toen koesterde zij zich in
de heerlijke rust van het alleen zijn en
sloot, de oogen.
Henri zoemde zachtjes een liedje tusschen
de tanden, zijn hand omvatte Rie's tenger
polsje, itij keek naar haar, 'ir kostelijk fijn
poppetje, was zij, waarachtig een aardig
kind, zooals zij daar met haar stil, tevreden
snoetje naast hem voortstapte.
Ja, tevreden was zij, een zachte blijdschap
was in haar hartje, om wat nu toch de
middag gebracht had. Op het pleintje ston
den nog kooplieden met voorjaarsbloemen...
manden vol tulpen.
'n Half verlegen vraag: „Vader, koopt U
er wat voor moeder?"
Hij lachte: „Vooruit dan maar!"
Even later liepen ze voort. Henri zelf
droeg de tulpen, hij vond, dat het stond, als
je kennissen wisten, wat je voor je zieke
rouw over had.
Met 'n tersluikschen blik spiegelde hij
zichzelf in de ruiten'n verdraaid knap
pe vent was hij toch, vond-ie zelf!
En dat was nu zoo in de wolken met een
sjofel briefje \an tien! 't Was waarachtig
wel ter niet 'm gekomen, 'n Plotseling nij
dig gevoel kwam over hem.
En dat kind, waarom moest dat nu mee,
zoo_ meelis, oui op te passen, om controle te
houden, of tader wel op z'n pootjes terecht
kwamWat 'n armelijk zieltje was het,
in d r verwasschen katoentje en slordige
schoenenhij, die zoo van chic en ele-
gatice hield.
Zijn stenimiug was ineens omgeslagen.
Hij liet het tochtig warme handje los.
„Ga naar huis", zei hij.
»Zeg je uioeder, dat ik geen oppas noodig
heb!"
Rie kromp ineen... 'n felle angst in de
oogen, toen keerde zij zich om en ging weg,
als een kleine geslagen hond.
Even bleef hij staan, met een pijnlijk ge
voel van berouw, toen vervolgde hij z'n weg
een diepe plooi tusschén de oogen, de
mond vertrokken tot een lange streep, maar
spoed.g vertrok de wrevel van zijn gezicht,
zn rotting zwaaide, z'n jas werd luchtiger.
L'it n café, waarvoor op het terras rieten
stoelen onder rood gestreepte marquisen,
kwam een zacht klakkend geluid van bil-
jardballen Hij liep door, voorbijdoch
plotseling keerde hij zich om, en liep zonder
aarzelen, met vasten, zekeren stap het café
binnen.
Hier ademde hij, hier was hij thuis
viel elke herinnering van onaangenaamhe
den van hem afhij gooide z'n tulpen
op t eerste 't beste tafeltje en bestelde een
5las bleronderwijl reeds oogende naar
den stand van 't spel op hetg roene laken.
Met opgetrokken schoudertjes, met korte
snikjes, opwellend in haar keel, sloop Rie
voort; ze voelde zoo'n heftige, sahrijnende
pijn, de teleurstelling had zoo plotseling in
haar blijde hartje gegrepen.
In de straat waar ze woonde, bleef het
kind plotseling staan, ze was bang, dezelfde
pijn van teleurstelling te zien in moeders
vragende oogen
Als vader eens gauw terug kwam...! Ze
zette zich op de stoep. Rie kon van hier
meerdere vensters zien. De schemering hing
al in de straat. Het werd koeler, stil »n
donker
Toen vermande zij zich, en ging haar huis
binnen. Een oogenblik later zat zij bij moe
ders bed en staarde met wijd vertrokken
oogen in het gezicht van de kleine sche
merlamp, de zieke streelde haar koud-ge-
vsorden handen
Stil zaten ze zoo. Rie dacht, dat moeder
t kloppen van haar hart moest hooren ze
wachtte een vraag, doch het bieef stil, dood
doodstil.... Nu vertelde Rie in korte door
snikken afgebroken zinnen en bedaarde
!tnf.ia,ani <?°0r moeders weldadige nabijheid
en het voelen van haar goede handen
„En ga nu maar slapen, mijn lieveling".
Rie wilde zich weren, zeggen, dat ze bii
vvilde'ekortr 8 blljven> haar het wachten
maar ze 8'ng, gewend aan
u en ln haar kamertje, waar ze
wiït w^°hten beSch0t moeder vlak biJ zich
eaf vipI ®.en.Kevoel van veiligheid
gaf, viel ze spoedig in slaap. In de zieken
kamer was geen geluid
„„aU1uals dood- dacht de zieke. Donkere
gedachten kwamen, groeiden, werden zwar-
ter, banger*wai
De uren vergingen, aldoor weer klonk het
carillon over de daken, bonsden bij heel en
half uur de zware metalen slagen aldoor
vergleden de schaduwen, en elke voetstap
die echode tegen de hooge huizen en voor-
tèleurstèlfingdenZelfden St6ek Van Pijnlijken
1adat van de torenklok twaalf dreu-
slemel ap'9'1 verkIonken- werd de
sleutel in de deur gestoken en kwam
Ifenri.'6nd 611 sch"ivelend de trap op™
Zij zag hem in de lichtkring van de oijen
deur, en haar stille, onbewogen blik nain
hem op zooals hij daar stond met ziin on
zekere houding, zijn rood gezicht mit sta
lende dronkenmansoogen en met de ver-,
flenste tulpen als.geschenk voor haar in
zijd slappe handen
(Nadruk verboden)