Zorg dat je boeken er netjes uitzien!
Mevrouw Zon en Mijnheer Regen
zijn het niet eens
fitAlé fongeru en rmiljei!
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw Raadsel
Gelukkig, alweer een week dichter bij de
lente en zeven dagen dichter bij de vrede.
Ik denk, dat jullie uit gaan zien naar de
Paasvacantie. Toen ik tenminste van de
week op een school was, begonnen zij juist
met het instuderen van Paasliederen en
dat wijst er op, dat het grote feest weer
nadert. Trouwens, aan het lengen van de
dagen en het korter worden van de nachten
merk je ook, dat we de goede kant opgaan.
Nu, het kan ons niet te snel zomeren. Wij
verlangen ernaar. Het zal fijn zijn, de
lange zonnige dagen, na c'eze lange, don
kere winter on dan hopen en vertrouwen
we, dat we tenminste nooit meer zo'n don
kere winter krijgen.
Jullie weten, dat ik de vorige week mid
den in de beantwoording van de briefjes
ben blijven steken en dat ik dus vandaag
de rest zal afwerken. Ik hoop, dat jullie
je allemaal gehouden hebt aan onze afspraak
van de vorige week, dat je voor vandaag
alleen de raadsels hebt ingestuurd en geen
briefjes, want is dat laatste niet het geval,
dan moet ik die vriendjes en vriendinnetjes
teleurstellen. Ze krijgen geen antwoord.
Het boek is gewonnen door:
TRIJNTJE KOMMER,
Klaas Duitstraat 19, Den Helder.
Oorrie v. Bale. Dat wac niet verstandig
van je geweest, Corrie, om op die Vrijdag,
met dat hevige schieten naar buiten te gaan
en nieuwsgierig te kijken waar die Tommy
nu eigenlijk wel zat. Je moet binnen blijven
en je nieuwsgierige neus niet buiten de deur
steken.
Annie v. Bale. Weet je wat wij zullen
afspreken, Annie? Jij mag me met potlood
schrijven, na dat ongelukje met die inktpot.
Ik kan me begrijpen, dat je moeder er wei
nig voor voelt zwarte inktkladden op haar
tafelkleed te hebben al geloof ik ook, dat jij
er wel voor zal zorgen, dat zoiets niet meer
gebeurt. Maar, zolang het inktverbod voor
je geldt, schrijf je maar met potlood. Afge
sproken
Willie Smit, Medemblik. Laten we dat
afspreken, Willie, zodra het vrede is, dansen
we om de vredesboom op het Stationsplein.
Dat zal wat worden!
Joop Schoonakker. Dat is leuk, Joop.
een filmtoestel, met levende beelden. Als je
vriendjes weer in Den Helder wonen kan je
ze er van mee laten genieten. Entrée 2 knik
kers. Als je dat doet wordt je vast en zeker
knikkerkapitalist.
Sientje en Henkie Korbee. Dat hoop ik,
tweetal, dat ik m'n volgende verjaardag on
der voor ons land en voor de wereld prettiger
omstandigheden vieren mag. Maar laten we
nog maar niet klagen en zien op alles wat
we nog bezitten en waarvan we nog kunnen
genieten, ook in deze boze tijd.
Joop v. Dijk, Bussum. 't Wordt heus
een beetje vervelend daar bij jullie, met die
regelmatige school verhuizing. Joop. Voor
één keer is het wel eens aardig om te ver
kassen, maar het moet niet twee, drie of
viermaal, kort na elkaar gebeuren, want
dan hangt het je keel uit'. Het door jou ge
zonden verhaaltje zal ik opnemen, van je
raadsels kan ik er wel een paar gebruiken.
Dank je.
Willem v. Dijk, Bussum. Jullie zijn
ver van Den Helder gegaan, Wim.
Ik vind Bergen al meer dan ver genoeg.
Iedere dag heb ik ongeveer vier uur nodig
om heen en terug naar huis te komen. In
Den Helder kon ik het in een kwartier af.
Jan Arle Buijs. 't Is tragisch Jan.
maar dat boek gaat jouw neus nog steeds
voorbij. Dat is de grilligheid van het lot. Je
bent nooit zeker wie het geluk zal treffen.
Verlies de moed maar niet.
Zus en Broer de Visser, Woudsend. Ik
hoop, dat ik dat pak Friese taai van jullie
gauw krijg, tweetal, want... dan is het
vrede. Wat zal het smaken. Jammer, dat je
vader en moeder het zo slecht getroffen
hebben. Gelukkig gaan we de goede tijd
tegemoet.
Willy Vreugdehll. We wonen niet ver
van het Bergense Lunapark af. Willy, en
je begrijpt, dat als het speeltuinweer wordt,
we daar wel eens een vrije middag heen
zullen gaan. 't Is ook maar geen leuke
speeltuin.
Keeltje Plaatsman. Gelijk heb je,
Neeltje, dat je nu ook eens naar de pen
grijpt om te schrijven en al is het jammer,
dat je een week hebt moeten wach
ten op antwoord, je hebt het nu toch.
Piet en Freek Bruul. Praat er niet
van, Piet en Freek, wat eun rommel ver
huizen geeft en al worden wij Jutters er
geroutineerd in, het is toch telkens weer
een straf aLs je je boeltje moet inpakken.
Klaas Je Vries. Air alle vriendjes
meededen, die onze rubriek lezen, Klaas, dan
had ik geen tijd meer over om adem te
halen. Ik ben dus. blij, dat dat niet het ge
val is, maar ik ben niet bang al zouden er
nog eens tien, twintig of dertig de pen of
het potlood grijpen, hoor. Dat kan ik wel
hebben, dus jij bent ook welkom. Dank voor
je raadsels.
Ansie Morsterdijk, Haarlem. Ja, dat
wist ik, Ansje, dat Elly haar vader gelijk
met mij jarig was. Wat jammer, dat hij
zijn verjaardag liet thuis heeft kunnen
vieren. Wat woon jij ver van school af. Ge
lukkig. dat Haarlem zo'n mooie stad is
zodat de lange wandeling er heen ook wel
leuk zal zijn, vooral nu het weer beter wordt.
Nellie Viseer. Hier sta je. Nelly. Ik heb
je niet vergeten. Maak je maar geen zorgen.
Jo Koningsteln. Een goed begin is het
halve werk, Jo. Jouw begin was goed, zet
dus door.
Hanny v. Llnge. Je kaart heb ik ont
vangen, Hanny. Erg aardig, hoor, en m'n
compliment, dat je er zo goed om gedacht
hebt. Dat is een rare glijpartij, die jij met je
vriendinnetjes gemaakt hebt. In de prut, dat
is niet leuk meer.
Betsie Frinks. Natuurlijk, Betsie, zo'n
„grote meid" van zes mag nog wel door haar
vader geholpen worden. Je kan anders al
een keurig briefje schrijven. Allemensen, ik
heb vriendinnetjes van 8 en 9 en 10 jaar,
die het lang zo netjes niet kunnen.
Een vriendje, dat de vorige week
Donderdag jarig was en me een standje
geeft, dat hij niet by de goede oplossers
stond, zal daarvan vermoedeiyk zelf wel de
schuldige zyn, want hij vergat zyn naam,
ook nü. v
Jan v. d. Helde, Alkmaar. Wat fyn,
Jan, dat je net voor het mooie weer beter
geworden bent. Een maand ziek liggen is
een hele tijd en vooral duurt dat lang met
mooi zonnig weer.
Jaap Toes. Een taart had je de vorige
week nooit kunnen winnen, Jaap, want vo
rige week was de verloting van het boek
aan de beurt. Leuk, dat je een eigenge
maakt raadsel inzendt. Ik kan het wel ge
bruiken.
Margaretha v. d. Hert. Ja, dat is goed,
stuur maar in, Gretha, en jy mag, met je
veertien levensjaren, een schuilnaam ge
bruiken ook. Hoe kom je toch aan de naam
oom Henk. Ik ben en biyf voor jullie de
Kindervriend, hoor, en geen oom of neef of
tante of nicht. Doodgewoon een vriend.
Daaaaggg.
Jacoha Geertruida de Groot. Ik ben
biy, dat ik het niet met je eens ben, Coba.
Je vraagt of ik et geen „vies weer" vind,
Verre van dat. ik vind het fyn weer, een
beetje bijterig koud, maar anders heeriyk
met die zon en 's avonds die prachtig volle
maan. Heb je hem al gezien, die oranje-rose-
lampion, die 's avonds aan de hemel aange
stoken wordt?
Marietje Tol, W.waard. Heeft de dok
ter je al vrij gelaten. Marietje? Ik hoop het
voor je en ik denk het ook wel, want ge
ling is geen ziekte voor twee weken bed-
arrest.
Cor v. d. Blom, Z.-Scharwoude. Je kan
het dus nogal hebben in je evacuatie-oord,
Cor. Nu, als je veel van water houdt, dan
kan je ook wel in Br. op Lartgedyk gaan
wonen. Ik ben er van de week doorgefietst.
Wat een water. Eigeniyk moesten daar niet
anders dan kikkers wonen. Die kunnen hun
hart ophalen in de sloten en vaarten, in de
grachten en kanalen. Voor stekelbaarsjes is
het ook geen slecht oord.
Corrie Bekebrede. De kans is groot, dat
wy elkaar eens tegenkomen, Corrie, want
je struikelt op het ogenblik in Den Helder
niet over de kinderen. Enfin, als je me ziet
dan zeg je me natuurlijk wel gedag. Je kent
me toch wel? Nee?? I>an zal ik je een
handje helpen. Ik heb van de week ontdekt,
dat ik tien gryze haren heb, dus als je nu
een meneer met 10 grijze haren ziet, dan
ben ik het. Niet meer dan 10, hoor. Dus
eerst tellen.
Lucle Mens, Amsterdam. Dat is een
verrassing, Lucie, dat ik een brief van jou
ontving. Met je vader hebben we al een
drukke correspondentie en nu komt dus
ook het wekelijkse praatje mef de dochter.
Maar, dat wordt geen drie kolommetjes
groot. Wat zou dat fijn zijn, als je vader,
je moeder, broer Jan en jy van de zomer
weer in pension konden komen op Huisdui
nen. Dan kom je eens met je vader naar de
Koningstraat. Natuuriyk, dat spreken we
af. Tot volgende week, Lucie, tenminste,
dat Kopen we, want je durft tegenwoordig
geen dag vooruit te spreken.
Annie, Bali en Cor v. Bijnen. Annie,
gefeliciteerd met je verjaardag. Ik kom
weer achteraan als het bekende hinkende
paard, maar daar is niets aan te doen, ik
wist het niet eerder. Bali is 14, dus die mag
inderdaad een schuilnaam gebruiken.
Jan Hoogakker, Julianadorp. Ben jy
op strand geweest, Jan? Ik benyd je, ik
weet niet meer hoe het strand en de zee er
uit zien. Ik kryg geloof ik heimwee naar
de zee en als het vandaag mooi weer is,
dan stap ik vast op de fiets met m'n clubje
naar Bergen aan zee. Heerlijk, de zee weer
eens te horen en te zien.
Mlentje Frinks. Ik zal eens zien of we
nog zo'n plaatje hebben om te kleuren,
Mientje en al het er is, dan beloof ik je,
dan komt het er in.
Jongens en meisjes, ik ben er Weer door.
Hè, hè, dat viel niet mee, maar enfin we
zijn er, ik stop dus gauw. Volgende week
mogen jullie weer allemaal schry'ven. Tot
dan, hopen we.
De appel valt niet ver an den stam.
Goede oplossingen ontvangen van
Gilles H.; Annie D.; Johnny M.; Trijntje
P.; Willy R.; Neeltje P.; Annie K.; Jan v
B.; Grietje R.; Kinderen B.; Sientje de J.;
Cor v. d. B.; Neeltje de V.; Magda R.;
Kinderen K.; Dillie G.; Tini B.: Atie P.;
Ab V.; Wim A.; Jan S.; Freek B.; Lucie
W.; Tjeerd K.; Wim v. D.; Nely R.; Janny
D.; Marietje S.; Susanna de B.; Willy V.;
Greta v. L.; Henkie en Jantje S.; Lenie K.;
Marie W.Martinus v. W.; Albert v. d. S.;
Jaap P.; Broer en Zus de V.; Jettie B.;
Cor v. B.; Corrie v. B.; Antoon en Jacob B.;
Dirkje B.; Piet en Johanna B.; Betsy F.;
Leo v. d, W.; Willy S.; Jaap T.; Tiny L.;
Beppie K.; Jaap P.; Gonda de R.; Dirk S.;
Jo B.; Harmanna U.; Willem v. D.; Joop
v. D.; Jo K.Maarten v. V.; Co. v. V.;
Hanna v. E.; Bali en Annie v. B.; Jacoba
P.; Mientje F.; Marietje J.; Annie v. B.;
Jacoba P.; Mientje F.; Marietje J.; Annie
v. B.; Marietje V.; Corrie K.; Jo H.; Klaas
de V.; Jan de G.; Maarten K.; Tryntje v.
S.; Femmechien M.; Piet K.; Sari S.; Elly
de Z.; Dora M.; Jan M.; Kees de B.; Jan
M.; Tryntje K.; Douwe M.; Harry R.;
Janny K.; Nellie de L.; Ieke de L.; Piet v.
V.; Kinderen D.; Sina W.; Bep de W.; Frans
P.; Nina B.; Jannie K.; Geeske W.; Jan H.;
Joop G.; Klaas G.; Tini v. d. W.; Klaasje Z.;
Beppie D.; IJfke B.; Hanny v. L.; Dieuwi S.;
Sientje en Henkie K.; Riekje v. d. V.; Piet
B.; Willy S.; Annie R.; Cor B.; Addertje;
Piet de L.; Jopie M.; Doornroosje.
1. X lawaai.
2. X zit vlak boven je voet.
3. X meisjesnaam.
4. X zuster van je ouders.
5. X gebruikt je Moeder, om wa
ter te vervoeren.
Op de kruisjesiyn lees je van boven naar
beneden iets, dat gelukkig met rasse
schreden nadert.
Je mag de volgende letters voor de oplos
sing gebruiken:
a-e-e-e-e-e-e-e-e-e-i-k-
1-1-1-m-m-n-n-n-n-r-t-t-v
WAT ER PER ÜUR VERDWIJNT.
Pi_r uur verdwijnen in mensenmagen over
de geheele wereld:
20 millioen kg. aardappelen; 25 millioen
kg. brood; 3.6 millioen kg. vlees; 3.5
millioen kg. vis en100.000 ton sui
ker, (een ton is 1000 kg.)
In Stockholm heeft men dit alles uitgere
kend, maar.... vóór de distributie!
WAT ER PER UUR VERSCHIJNT.
Per uur verschijnen over de geheele wereld:
7500 auto's; 2000 ton papier, waarvan
1700 dienen voor 't drukken van kran
ten en tijdschriften. Verder wordt 47
km. film verbruikt en worden er
115.000 telegrammen en 1.200.000.000
brieven verzonden.
Maar ook dit berekende men vóór den
oorlog.
door HANN1E FRANKEN
Vier kleine benen,
Eén grote bal,
Dat gaat warempel lang niet mal.
Twee kleine kerels,
Eén grote bal,
Wat er uit jullie eens worden zal?
Polly.
„Pfff",'zei mevrouw zon, „wat ben ik
toch mooi en wat ben ik toch nuttig! Zon
der mij zou geen bloem bloeien en geen
vrucht rijp worden! Wat ben ik toch mooi
en nuttig!" Toen greep ze een klein wit
wolkje en veegde zich daarmee 't gezicht
af, want ze had 't zo warm, zo warm! Hoe
meer warmte ze aan de aarde gaf, hoe war
mer ze 't zelf had! Toen ze haar bolle ge
zicht afgedroogd had, begon ze weer op
nieuw zichzelf te prijzen. ,Wat ben ik toch
mooi en nuttig!"
Mijnheer regen, die juist voorbij drup
pelde, hoorde deze woorden en wist niet
wat hij er van zeggen moest. Zou hij haar
uitschelden? Of zou hij lachen om haar ver
waande woorden? Hij besloot maar 'te
lachen en had geen vermoeden dat juist
dat lachen mevrouw zon buiten zichzelf kon
brengen van woede.
„U durft mij uit te lachen, mijnheer re
gen? Maar ach, dat kan men van iemand
als U ook verwachten."
Nu werd mijnheer regen toch een beetje
kwaad. „Mevrouw, de donkere wolken zijn
mijn ouders en de wind is een oom van mij.
En als u uw woorden niet dadelijk terug
neemt, dan zal mijn oom een liedje voor u
zingen, dat horen en zien u vergaat."
Mevrouw zon trok haar schouders eens
op. „Zoudt u ook niet uw zuster, de sneeuw,
opnoemen, die gelukkig alleen 's winters
maar kans krijgt haar dwarrel-dansen uit
te voeren, mijnheer opschepper?"
„Mevrouw zon, mijn zuster is de meest
volmaakte danseres, die er bestaat."
„Maar voor mijn stralen gaat zij op de
vlucht! En zou ze 't wagen mij onder de
ogen te komen, dan verscheur ik eenvou
dig haar witte jurk."
„Behoort dat ook tot uw nuttigheid?"
smaalde mijnheer regen.
„Ik ben overtuigd van mijn nuttigheid",
zei mevrouw zon waardig.
„Ik wil u graag geloven, maar zoudt u
niet zo vriendelijk willen zijn mij eens te
vertellen, waarin uw nuttigheid eigenlijk
bestaat?"
De zon nam een grote slok van de melk,
die de koeien van de Melkweg haar elke
morgen brachten, ging daarna in een gou
den stoel zitten en begon te vertellen.
„Als ik er niet was, zouden de mensen
altijd treurig zijn."
Deze verwaandheid maakte mijnheer re
gen woedend. Hij nam zijn regenspuit en
begon een beetje te sproeien. „Zooooo! En
ik? En ik dan?" begon mijnheer regen.
„U?" de zon schaterde. „Kijk maar eens
naar de gezichten van de mensen als u aan
komt!"
„Hm-hm-hm", pruttelde mijnheer regen,
„u denkt dus dat ik overbodig ben'"
^Natuurlijk! U bent volkomen overbo-
Dat werd mijnheer regen een beetje te
kras. Hij draaide zich om en zei over zijn
schouder: „Ik ga en als u me nodig mocht
hebben, dan roept u me maar, uit mezelf
kom ik niet meer bij u."
„Ha-ha-ha", lachte mevrouw zon, „stel u
voor, ik u nodig hebben!" Mevrouw zon
schudde van 't lachen. .Stuurt u mij nog
een briefkaartje van uw reis?" roep zij hem
spottend achterna. Op deze hatelijkheid gaf
mijnheer regen niet eens antwoord. Hij
trok z'n neus op en ging verder, zonder me
vrouw zon te groeten. Hij ging naar zijn
huis, een grote, grijze wolkenberg en pak
te zijn koffer. Hij nam een paar schaap
wolkjes mee om onderweg op te peuzelen,
trok zijn gummilaarzen aan en begon zijn
reis.
„Ha", juichte de zon, „nu kan ik schijnen
van 's morgens vroeg, tot 's avonds laat en
niemand kan mij storen!" Ze snoot haar
neus en riep daarna al haar stralen om
zich heen. Toen was 't zomer op aarde. De
bloemen keken naar haar op en de vogels
zongen hun hoogste lied en alles was even
vrolijk. Maar toen gebeurde er iets. Na drie
dagen van volop zonneschijn lieten de bloe
men hun kopjes hangen, de, bladeren van
de bomen waren grijs vari 't stof en de
vogels zaten lusteloos in de dakgoten. En
overal klonk dezelfde klacht: ,,'t Is nipt
meer om uit te houden."
Twee dagen nog deed ieder zijn best om
de hitte te verdragen. Maar toen schreef
een klein, vrolijk berkje een briefje aan
mijnheer regen om hem te vragen of hij
alsjeblieft terug .wilde komen.
„Als u niet komt", schreef t berkje,
„moeten wij allemaal dood gaan." Een
leeuwerik bracht de brief naar mijnheer
regen. Die was eerst erg verwonderd en
toen blij. En hij kwam dadelijk te huln met
millioenen druppels. Hij stofte de bomen af
en gaf de bloemen te drinken en voor de
vogels maakte hij waterplasjes om in te ba
den. Hij was goed voor iedereen, alleen
mevrouw zon gaf hij een paar lelijke snau
wen. Hij had dat beter kunnen laten, dat
was voor alles beter geweest, maar hij kon
dat niet, mevrouw zon had hem ook zo be
ledigd. Nu beledigde hy haar, en daarom
ging de zon op reis. Dat vonden de men
sen en de vogels en de bomen en de bloe
men eerst heel best. Maar na drie dagen
moest er weer een briefje geschreven wor
den. Nu aan mevrouw zon. Die wilde eerst
niet terugkomen, maar toen ze zag hoe de
regen de aarde had toegetakeld, kreeg ze
medelijden en samen met haar stralen be
gon ze de aarde te drogen. En toen ge
beurde er een wonder. De zon werd opeens
verstandig. Ze ging naar mijnheer regen en
zei: „Mijnheer regen, de aarde kan ons
beiden niet missen, wij moeten samenwer
ken en haar om beurten verzorgen. Willen
we goede vrienden worden?" „Graag", zei
mijnheer regen en sinds deze ruzie wisse
len zon en regen elkaar altijd af en kib
belen doen ze nooit meer. En dat is voor
de mensen en dieren en voor de bomen en
bloemen het allerbeste.
Juist de boeken waar je 't meest van houdt,
die je telkens en telkens weer in je handen
neemt, gaan er dikwijls erg slordig uitzien.
Vooral als ze niet gebonden, maar inge
naaid zijn. Toch kun je, met een beetje
moeite, die gehavende boeken nog weer
netjes opknappen. Je neemt een reep boek
binders- of ander linnen. Die reep moet aan
de boven en onderzijde 1 cm. langer zijn,
dan de rug van 't boel dat je gaat opknap
pen. Wat de breedte betreft, moet je er
voor zorgen, dat aan elke zijde van de rug
2 cm. overschiet. Heb je nu een reep van
de juiste grootte, dan geef je in de breedte
zijden twee knippen aan weerszijden van
de rug van 't boek. 't Stukje linnen tussen
de twee knippen, vouw je naar binntn on
i?V*^Ze als doet' wanneer je 'een
boek kaft. Ben ]e daarmee klaar, dan vouw
je de reep weer even uit om hem te besme
ren met gom of een ander plakmiddel
Maar denk er om, 't plakmiddel moet goed
zijn, anders gaat 't mis! Nu buig je 't W
gekmpte stukje weer naar binnen, 't plakt
dan vanzelf vast. 't Boek met opengeslf
gen omslag leg je daarna op de gegomde
reep vouwt de uitstekende stukje! om d»
omslag en de nieuwe rug is aangebracht!
Vooral stevig aandrukken met de vingers!
De bewerking is heel eenvoudig, dat merk
e wel, maar je moet 't wel nauwkeurig
an,ders "et boek er uiteindelijk
nog slordiger uit als 't was! Doe 't netjes,
aan geeft dit werkje echte voldoening. De
oeken van 't boek zullen we ook nog even
onder handen nemen. Je knipt van 't lin-
Hler «Anke driehoeken, dan kijk je
naar t voorbeeld en 't werk is gedaan! Ook
J de hoekjes 't linnen stevig aandrukken
ZOr®en, dat er geen rimpeltjes komen,
ezo, nu kun je voor een keurige boeken
plank zorgen!