burgemeesters naai N1PPER EN PELLE JODEN MOGEN GEEN De reis der Duitschiand Ik heb gekozen, Arkadi Radioprogramma Engelsche vliegaanvallen op ons land De Britsche blokkade tegen Frankrijk JACHTWAPENS HEBBEN Burgemeester zijn indruk. Breebaart geeit Woensdag J.I. zijn een aantal burgemees tcrs en andere medewerkers aan de winter hulp-actie op initiatief van den gevolmach tigde van den rijkscommissaris voor de pro vincie Noord-Holland, Oberdienstleiter Sei del, naar Duitschiand vertrokken voor een studiereis. Gisteren zijn zij teruggekeerd en is hun door den heer .Seidel in restaurant Brinkmann een maaltijd aangeboden, waar aan ook de commissaris der provincie Noord Holland, Mr. A. J. Backer, en de bur gemeester van Haarlem, de heer S. L. A, Plekker aanzaten, alsmede de heer Gerisch leider van de Ortsgruppe Haarlem des ar beitsbereichs des N.S.D.A.P. J>e heer Bauske, die het gezelschap als gids heeft gediend, en de reis had georgani seerd, heette de aanwezigen welkom, waar na de heer Avenarius, provinciaal directeur van W.H.N. een kort overzicht gaf van het geen op dezen tocht is gezien. Het Roerge bied ligt, in tegenstelling njet de booze ge ruchten, welke men hier te lande heeft ver spreid, geenszins plat. De deelnemers heb; ben zich er van kunnen overtuigen, dat de huizen en de fabrieken overeind staan en dat het leven er gewoon zijn gang gaat. De winkels zijn er gevuld met waren, van de veronderstelde ellende en hongersnood is geen sprake. In de stad Witten, in het hart van het Roergebied, heeft het Nederlandsche gezelschap zich op de hoogte kunnen stellen van de werking en de inrichting van het bestuur eener Duitsche stad, bij een bezoek aan Erziehungsheime was men in staat de mentaliteit en het lichamelijk welzijn der Duitsche jeugd waar te nemen en in een glasfabriek heeft men kunnen zien, hoe de Duitsche arbeider leeft en verzorgd wordt, Men heeft den Duitschen arb&ider leeren kennen als een levend wezen, niet als een instrument, maar als een mensch die met hart en ziel achter zijn arbeid staat. Hierna sprak Mr. A. J. Backer, commissa ris der provincie Noord Holland, die ver- klaarde zeer dankbaar te zijn voor de gele genheid aan zijn medewerkers geboden, om ervaring op te doen. Zij hebben kunnen zien hoeveel er door opofferingsgezindheid tot stand is gekomen en nog dagelijks tot stand komt in een land, dat voor zijn bestaan strijdt. Spr. was er van overtuigd, dat zij blijvende indrukken hebben opgedaan van de werkkracht en de vreugde tot het werk, welke de menschen daar bezielt. Zoo zij naar Duitschiand waren vertrokken met gemeng de gevoelens, dan is daar zeker geen plaats meer voor gebleven, na'de indrukken welke zij daar hebben opgedaan. Spreker verklaarde, dat een der bur- e. gemeesters zich reeds tot hem had gewend, teneinde de mogelijkheid te bespreken een wijziging in het eigen bestuursapparaat te brengen. Men zal wellicht vreezen, aldus spreker, dat wij in de verleiding mochten komen Duitsche dingen in het Nederlandsche be stuursapparaat in te voeren. De Nederland sche volkskracht echter heeft verschillende dingen met de Duitsche gemeen en zoo is het mogelijk, dat wij er toe kunnen komen din gen over te nemén, die ik Duitsch en Neder landsch tegelijk zou willen noemen, omdat ze zoowel daar als hier passen. Er valt dan Feuilleton Een roman uit het hooge Noo-den Door Agathe Pogner 16. Het was geen gemakkelijk werkje In den rotsachtigen hard bevroren grond een ge schikte plaats te vinden om het kruis in te slaan en het duurde geruimen tijd voor ik eindelijk met zekerheid kon zeggen: het staat! Het was intusschen donker geworden, want behalve de fonkelende, glinsterende sneeuw was er dezen dag geen andere verlichting. Ik bracht den honden hun avondeten, zette voor mijzelf thee, knoopte een paar mazen aan een juist begonnen vischnet en blies daarna de lamp uit, want ik had reeds ge leerd petroleum te sparen. Onmiddellijk viel ik in een diepen slaap, maar de wind, die met woedende kracht rond het houten huis bulderde, gunde mij weinig rust, zoodat ik elk oogenblik wakker was. Hij loeide en huilde, alsof hij alles, wat hem in den weg stond, vervloekte. Ik dacht aan mijn menschen. Aan het tweetal, dat bij dit verschrikkelijke weer over de bergen moest terugkeeren en aan dien enkeling, die in de boot daarbuiten eenzaam op de woelige zee dobberde want tijdens de pauzes, welke de wind noodig scheen te hebben om adem te scheppen, hoorde ik, hoe het steeds harder tegen mijn venster rinkelde en ik begreep, dat het nu geen spelden meer sneeuwde, maar spijkers. Ik hield het tenslotte niet meer uit; ik moest opstaan om de groote lantaarn voor het huis aan te steken. Misschien, dat Nikita haar noodig hSd. Maar hoe ik mij ook in spande, ik vond merkwaardigerwijze niet de kracht om mijn slaapdronkenheid meester te worden. Weldra echter hoorde ik plotseling de honden aanslaan en kort daarop een man nenstem. Het was Nikita. Slechts hjj kon In korten 109. De „schatbewaarder" krfjgt Xipper te pakken. 1. „Help eens, Pelle, lk ben aan een stevige spijker blijven haken!" 2. pWas dat maar waar! Nee, je bent in de klauwen van een reuzenkreeft terecht gekomen, kerel!" 2. Wawhoo hoort Nipper's hulpgeroep. 110. Wawhoo ls onversaagd. 1. ,Gauw, Wawhoo, gauw, an ders is het te laat..." Bijna wordt Nipper naar de diepte meegesleurd... 2. „Bravo, Wawhoo, sla hem maar aan pulver!!" lang over te praten wat in deze dingen Duitsch en wat Nederlandsch is, b.v. wat Winterhulp betreft. Het lijkt mij echter be ter te vragen, of het bruikbaar is voor onze gemeenschap, al of niet in details gewijzigd, opdat het gebruik kan worden tot heil van Nederland. De deelnemers aan de reis heb ben zich kunnen overtuigen van het nut van bepaalde dingen. Ook kunnen zij thans veel bijdragen tot het bevorderen van een beter begrip. Spr. hoopte, dat deze reis van goeden invloed zou zijn in hun gemeenten en ook daarbuiten. Hierna werden de deelnemers aan de reis in de gelegenheid gesteld, iets van hun in drukken weer te geven. Mr. D. Breebaart, burgemeester van Zijpe, verklaarde getroffen te zijn door de gemoedelijkheid, waarmee in Witten het bestuursapparaat werd gehanteerd. In deze plaats is voor de burgemeesters een ochtend lang college gegéven over geschiedenis en het bestuur van staat, gewest, dis trict en gemeente. Ook zijn interne" bestuursaangelegenheden besproken. Men heeft er groote zorg voor cultu- reele waarden. Er worden geen sub sidies geschrapt, maar men heeft geld over voor muziek en tooneel. De ge zondheidsdienst is ondergebracht in het stadhuis en de directeur be hoort tot de naaste medewerkers van den burgemeester. De 'winterhujp staat op een veel hooger peil dan hiér te lande, men helpt niet alleen door financieelen steun, maar ooft door het oprichten van kinderheime, waar kinderen onderdak vinden, wier ou ders aan het werk zijn. Mr. Kolb, burgemeester van Noord- en Zuid Schermer besprak de inrichting van een glasfabriek met ruime eet- en "recreatiezalen voor de arbeiders. De band tusschen directie en arbeiders is zeer hecht en de salarissen zijn er zeer hoog. Voor de arbeidersvrouwen zijn er badhuizen, waar zij de wasch kunnen doen met moderne apparaten. De heer Jumelet deelde vervolgens een en ander mede over de Duitsche jeugd. In Duitschiand is men in staat geweest de jeugd zoo ver te verheffen, dat zij een waar dige erfgename is voor de maatschappij, waarover zij morgen den scepter zal zwaaien De geest van de jeugd draagt voor een goed deel het Duitschiand van heden. Spr. verge leek de geest van saamhoorigheid en opoffe ringsgezindheid met den geest van de Ne derlandsche jeugd en schetste op grond van hetgeen hij in een school in Duitschiand had gezien, de eendrachtige kracht, welke er ginds van de jeugd uitgaat. Al mogen, aldus spr., onze opvattingen nog zoover uiteenloo- pen, het zal ons allen duidelijk zijn, dat wij de jeugd moeten leiden op het pad dat om hoog voert. Dit pad kan Nederland ook be treden. Ten slotte richtte de gastheer, oberdienst leiter Seidel het woord tot de aanwezigen. Gij, deelnemers aan deze reis, aldus de heer Seidel, behoort tot verschillende politieke groepen. Ondanks uw andere instelling hebt gij positieve indrukken mee naar huis ge bracht. Gij hebt o.a. kunnen waarnemen, dat het Duitsche volk den Nederlander niet vij andig gezind is. Gij moet thans helpen, om ook het omgekeerde te bewerkstelligen. Ik doe daarom een beroep op U, om te helpen den Nederlander een juisten kijk op Duitsch land bij te brengen. Denkt daarbij aan de jeugd, het volk van morgen. Degene, die de jeugd opvoedt, heeft het immers in handen een volk van morgen op te leiden in vriend schap of vijandschap jegens een ander volk. Werkt mede, niet slechts met uw verstand, maar vooral met uw hart. Zorgt er voor, dat Uw werk leeft. Want een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst. Maandagmiddag en in den vorigen nacht zijn eenige Engelsche vliegtuigen boven ons land verschenen- Een aantal brisantbommen werd omlaag geworpen. Het grootste deel viel op het vrije veld, zoodat geen schade ont stond. Op een plaats bij een Noordzee-eilarid werden bommen omlaag geworpen, die alle in het water vielen en eveneens geen schade deden. Elders werd door een vrij laag dalend vliegtuig met een machinegeweer op een veerboot geschoten. Gelukkig trof dit vuur op de uitsluitend met Nederlandsche civiele personen gevulde boot geen doel, zoodat wonder boven wonder geen dooden of ge- wondon te betreuren zijn. Op een andere plaats werden door het omlaag werpen van brisant- en brandbommen vier woonhuizen verwoest en eenige andere huizen beschadigd Een brisantbom trof een nieuw gebouw, dat misschien voor een kazerne gehouden werd, en richtte geringe schade aan. Daar het ge bouw onbewoond was, vielen ook hier geen dooden of gewonden. De Britsche ambassadeur, Halifax, heeft na een bezoek aan het departement van buiten- landsche zaken der V. S. verklaard, dat de regeering te Vichv op een verdere verzach ting der Britsche blokkade niet kan rekenen, omdat bekend geworden is, dat Vichy groote hoeveelheden tarwe uit het bezette gebied heeft gekregen. Vroegere bepalingen op hen niet van toepassing. Het verordeningenblad bevat een verorde ning van den rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied, houdende wijzi ging en aanvulling van de verordening no. 220/1940 betreffende de verbeurdverklaring van wapens, munitie en springmiddelen. Zooals bekend werden in laatstgenoemde verordening de bepalingen over de verbeurd verklaring niet van toepassing verklaard op wapens, welke voor de jacht bestemd zijn. Volgéns de wijziging is deze uitzondering echter niet toepasselijk op voor de jacht be stemde wapens, welke bij onder genoemde personen in beslag zijn genomen of aan zoo danige personen toebehooren: a. Personen, die op grond der verordening betreffende den aanmeldingsplicht van per sonen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede dienen aan te melden, met uitzonde ring van diegenen, die slechts van een naar ras voljoodschen grootouder in den zin van bedoelde verordening stammen; b. personen, die tot de Joodsch-kerkelijke gemeenschap behooren. DONDERDAG S APRIL 1941. Nederlandsch Programma. Hilversum I. 410,5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtengymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtengymnastiek. 8.00 Dagopening (Uitzending voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité) 8.10 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Ensemble Jack der Kinderen. 11.00 Voor de vrouw. 11.20 Viool met pianobegeleiding. 12.00 Amusementsorkest en solist. 12.42 Almanak. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.00 Amusementsorkest en solist. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.10 Modepraatje. 2.30 Haarlemsche orkestvereeniging. 2.553.15 Gramofoonmuziek. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Disco-causerie. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Ensemble Jonny Kroon. 6.15 Cyclus „Sport en lichamelijke opvoeding". 6.30 Ensemble „De jonge acht". 7.00 Vragen van den dag ANP. 7.15 Klarinet en piano. 7.30 Gramofoonmuziek. 7.45 Klarinet en piano. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Concert voor de Duitsche Weermacht. 9.40 Gramofoonmuziek. 9.45 Engelsche berichten ANP. 10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. Nederlanusch Programma. Hilversum U. 301,5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gewijde muziek (gr.pl.). 9.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgendienst. (Uitzending voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 10.20 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Vervolg van 11.45. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.00 Omroeporkest. 2.00 Zang met pianobegeleiding. 2.30 Cabaretprogramma. 3.30 Voor de zieken. 4.00 Musiquette. 4.30 Voor de jeugd. 5.00 Christelijke lectuur (Uitzending voorbe reid door de Christ. Radio-Stichting). 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 De Postillons. 6.00, Causerie „Heemkunde in Noord-Brabant" 6.15 De Postillons. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Persoverzicht voor binnen- en buitenland ANP. 7.15 Rococo-octet. 7.35 Gramofoonmuziek. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Concertgebouworkest. 9.15 Reportage of gramofoonmuziek. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. tijd zoo'n geweldige verzameling scheldwoor den bijeen vinden. Hij moest een zeer groote visch, welke hem bij de vangst zeker heel wat last had veroorzaakt, meer naar huis hebben gebracht, want hij gebruikte alle mogelijke krachttermen, welke den omvang van het dier moesten illustreeren. Daarna werd het stil in huis. Ik sliep weer in. 's Nachts had ik een merkwaardigen droom. Ik stond op den heuvel en telde dé kruisen. Het waren er twintig. Maar toen ik aankwam, waren het er maar zeventien geweest. Zonder me een opgenblik te beden ken, trok ik de drie kruisen, die het dichts bij stonden, uit den grond en slingerde ze zoo ver mogelijk weg. Daarop telde ik de kruisen opnieuw: het waren er weer twintig. Ik rende naar huis terug om een bijl te halen en de drie over bodige kruisen omver te hakken. Daarbij liep ik echter met mijn hoofd tegen de opeu- staande deur en... werd met een schok wak ker. Mijn hoofd had ik evenwel toch gestoo- ten, zij het dan niet aan de huisdeur, maar aan den rand van mijn bed. Ik stond op, bette mijn voorhoofd en keek op mijn horloge. De kleine wijzer stond op vier. Buiten hing de schemering van den nieuwen dag. In huis echter was het doodstil, zoodat mij niet veel anders te doen overbleef dan maar weer zoo snel mogelijk in bed te kruipen. Toen ik voor de tweede maal ont waakte, was het reeds klaarlichte dag. Ik keek uit het raam. De toppen der ber gen gingen vrijwel geheel schuil achter dichte wolkenbanken en over het water lag een zil verachtige nevelsluier. In de baai was het water vrij rustig, maar daarbuiten op de open zee streden wind en golven een feilen strijd. Zelfs zonder verrekijker kon ik duide lijk zien hoe de kokende golven tegen den rotsachtigen oever uiteen spatten. En sneeuwwitte schuimkoppen dwaalden als fan tastische spookbeelden over de onstuimige wateren. In de aangrenzende kamer porde Nikita de kachel op. Toen hij hoorde dat ik iets tegen Dobrez zei, opende hjj de deur en liet mij trots zijn vangst van ddn vorigen avond zien: een visch van een kleine honderd kilo Mijn bewondering deed hem zichtbaar goed en voldaan ging hij weg. Even later hoorde ik toevallig, hoe hij zich met Dobrez over zijn vangst onderhield. Zooiets heb jij, dikhuid, zeker nog nooit in je leven gezien, wat? Wacht maar. vriendje: je zult hier nog veel meer ervaren, jij en je baas. Daar kan je staat op maken. Ik lachte stil voor mezelf. Beleven zouden we hier stellig nog wel een en ander. Maar ervaren? Denkelijk niet! Later, toen ik iets in mijn koffer moest zoeken, viel mijn oog op een bruin boekje: mijn dagboek, dat ik totaal had vergeten. Vrijwel onbewust, sloeg ik het open en het volgende oogenblik voelde ik een schok door mij heen gaan. Mijn blik had slechts een paai woorden opgevangen, maar deze brandden mij als vuur in mijn ziel. Ik zat op mijn stoel en piekerde. Uren achtereen zat ik daar, maar ik slaagde er niet In mijn gedachten in een bepaalde rich ting te leiden. Ik had het gevoel van Iemand, die vast en lang heeft geslapen en wien de slaap nog in de leden zit. Overigens voelde ik me gezond en tevre den. Ik ken vrees noch hoop. Mrjn hart is vrij van smarten en van wenschen... Ik schreef met vaste hand. Maar ik geloof dat ik niet eerlijk ben geweest. Ik heb mij zelf belogen. 12 September. In den nacht van Zaterdag op Zondag sloeg het weer plotseling om. Aanvankelijk gluurden door de vaneen gescheurde wolken massa's slechts een paar sterretjes nieuws gierig op de aarde neer, maar al spoedig begonnen de wolken elkaar te verdringen. Toen een uur later de volle maan groot en roodgloeiend achter de bergen oprees, stoven ook ,als van schrik, de laatste wolkenflarden uiteen. Deze nacht was veel te mooi om aan sla pen te denken. Derhalve klom ik aan boord van mijn motorboot en stuurde ik den oceaan op, terwijl mijn medewerkers zich met hart en ziel op den Zondag voorbereidden. In hun voortdurenden strijd met de natuur-elemen- ten hadden zij hun' eigen godsdienst ge schapen en allen hielden zij zich streng aan zijn wetten. De maan steeg hooger en hooger. De rosse gloed ging geleidelijk over in louter goud Elke golf, elke druppel water van den on- metelijken oceaan had een bovenaardschen glans. Sterren glinsterden in het water, ster ren fonkelden op millioenen Ijskristallen, en op de diamanten toppen van witte, trotsche rotsen, dansten zilveren lichtjes. Diep onder den indruk van deze grootsche natuur boog ik het hoofd. Achter deze stille, van wijding doortrokken pracht voelde lk de geest van de eeuwigheid. Groetend en zegenend zweefde hij over de eenzame verlatenheid. Zegenend en vol van een stille belofte drong zijn groet in mijn een zaam hart. Een vrome eerbied vervifde mijn ziel: ik badEn het vater, de hemel, de maan en de sterren, zij baden alle mee. Ik zat in mijn motorboot, die als een scherp geslepen stuk staal door de glinsterende baren sneed. Maar ik was mijzelf niet meer. Ik had mezelf verloren in het groote heelal. Onze harten sloegen dezelfde maat. Ik zat in de boot en luisterde naar het ge murmel van het water. Ik staarde omhoog en hoorde het eeuwige lied van de sterren. In den beginne was er leed. En het leed baarde de wereld Langzaam stuurde ik mijn boot weer in de baai terug. In mijn hart ontwaakte een nieuw geloof. 16 September. Dagen lang liep ik rond als In een droom. Het was mij te moede, alsof er een wonder moest geschieden, dat als een bliksemslag in mijn ziel zou Inslaan en haar zou verlichten. Tot het plotseling tot mij door drong: dat wonder was mijn ziel zelf! Zij geleek een gezegende vrouw, die tusschen hoop, vreugde en smarten de vrucht van haar ontvangenis het- licht tegemoet droeg. Zij ge leek een kind, dat geloovig en vol vertrouwen het vuur zijn handen bood en het water zijn voet. En dat desondanks ongedeerd zjjns weegs ging. Wederom boog ik diep mijn hoofd. Urenlang zat ik op de bank voor het huls, ingespannen luisterend naar het diepe zwij gen, dat de geheele aarde omhulde als een geheimzinnige, ondoordringbare mantel, naar het geweldige zwijgen, dat, uit de eeuwigheid geboren, slechts het eeuwige verder droeg. In dit zwijgen verloor ik mij zelf. Hier was de dag, die het vergankelijke schiep, nog niet aangebroken. Hier schreef de natuur nog zui ver en oprecht haar werken. 18 September. Gisteren zijn we met alle honden en beschik bare sleden op jacht geweest. Zes, tien uren verstreken, zonder dat we nog een enkel ren dier te zien hadden gekregen. Daar wij ons slechts voor een dag van het allernoodigste hadden voorzien, begonnen we er reeds over te denken naar hui" terug te keeren, toen ons onverwacht een groote, prachtige beer tege moet kwam De manier, waarop hij zich voort bewoog en om zich heen teek, bewees duide lijk. dat hij zich hier alleenheerscher waande. Vrij was zijn blik en trotsch zijn gang, het statige, door niets te weerhouden voortschrij den van een zich onafhankelijk voelenden potentaat. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 7