VARIATIE ALKMAAR-DEN HELDER Ons Indisch hoekje ^iacUrdtuwji Distributie-nieuws „Buiten- Leven' Donderdag 3 April 1941 Tweede Blad WINTERHULPVNEDERLANO Verrassend groote omzet van visch voor winkeliers Dc „Toetsen-Tickers" in Casino Burgerlijke Stand van Den Helder is de girorekening van den Gemeente-ontvanger. Stort hierop Uw gavenvoor „Winterhulp". (pp Piel tPietna Uei u-o-aïjaaA. faittki aan. Q& qAtnq&n jijn dicM. Dus: aangewezen op zijn eigen land en zijn schoonheid Een frissche wind blaast uit het Noord westen en nergens wordt zijn vaart gebroken. Eindeloos lang is met zulk een wind de open weg van Alkmaar naar Den Helder. En er zal wel g;een weg in ons heele vaderland te vin den zijn, die zooveel verwenschingen over zich heen heeft hooren gaan van wielrijders, die krom over het stuur lagen als juist deze weg. En ja, wie den moed gevat heeft om het Noorden in te gaan, ziet zich haast wel ge noodzaakt dezen weg te nemen met z'n wind en kilometers lang eentonig grijs asphalt. Gelukkig, dat er nog andere mogelijkheden zijn. En voor wie Noordholland kent, een beetje meer in de luwte rijden wil en iets van het Noordhollandsche natuurschoon wenscht te zien zijn er nog andere wegen, wel niet zoo recht en zoo vlak, maar waar de natuur rond om goed maakt, wat uit technisch oogpunt gezien ontbreekt. We gaan dus pp stap en zullen een variatie geven op den weg AlkmaarDen Helder en daarom: dadelijk een anderen kant op. AlkmaarKamperduin. Als vier kilometers windvang met den moed van het pas begonnen zijn, zijn afge legd, worden we dadelijk schadeloos gesteld door het overvloedig geboomte van Bergen en omgeving, waar de weg tusschen villa's en bosschages in het voorjaarszonnetje te stooven ligt; de knoppen zwellen, en we zien zelfs hier en daar een vleugje groen. Houtduiven koeren in de zware boomen, die met hun tak ken den weg BergenSchoorl overhuiven. Tegen de helling met jong omhoogkruipend hout schetteren eksters. En zoo, onder het links en. rechts kijken (links de begroeide hel lingen, rechts tuinderijen, boomkweekerijen, gras- en bouwland), zijn we zonder erg al bij de plaats, waar het nieuwe rijwielpad het bosch inslingert en klimt en daalt langé de beboschte hellingen. Een bocht verleent plot seling uitzicht op teer jong geboomte met ranke stammetjes, een blokhut verbergt zich achter wat dichter sparrehout, op de vorst kwetteren spreeuwen, parelmoer glanzen dan sen over de kleine dekveerties als de keel trillend het voorjaarslied zingt, twintig meter verder benemen zware beuken alle uitzicht, dwarslanen met vluchtige doorkijken naar zwaarder en donkerder bosch razen we voorbij als het pad daaltDe straatweg neemt het geheele verkeer weer voor zijn rekening, en dan ook plekt tusschen de takken wirwar al wit en rood van de eerste Schoorlsche huizen. Rond de kerk en het oude zeventiende eeuwsche raadhuisje vallen de boomen en slee perskarren worden stapvoets getrokken door een krachtig paardenspan onder het gewicht van de reuzen. De voerman in blauw overall, loopt er naast van zon en sigaret te genie ten Doorheen het dorp met de tot rusten noo- dende hotels, waar de zon op het grint glin stert en schittert, tusschen de dorpshuizen en de enkele villa's door, gaat de weg bij het laatste, winkeltje met zuurtjes en balletjes en chocola en drop weer over in een geasphal- teerd rijwielpad. Links de Munnikenweg die het duin invoert waar het „ganzenveld" met z'n plassen de eerste meeuwen weerspiegelen die hun klieuw-klieuw uitroepen boven "het meeuwen-duincomplex de „Ijsbeer". Voorbij het voormalig soldatenkamp en de gezich ten van kameraden komen vanzelf weer voor den geest bij het zien van de grauwe barakken- daken, de mooie zomeravonden als er één zong of banjo speelde, de dolle grappen, de mar- schen, de blaren en de zeere voeten, bajes en wacht, voorbij! voorbij het blinkende klim- duin, tegen het diepe hemelsblauw zoo wit, dat je oogen er haast zeer van doen, langs het landelijke Groet, met z'n kerk tusschen de boomen, die vallen zullen onder de kapwoede, die Holland doorvaart. Kraaien spelen er rond om hun voorjaarsspelen, in de tuintjes fluiten merels en op het driftig verontwaardigd sner pen van een pimpelmeezenpaar antwoordt een vink met rustig-overtuigenden slag. Onder de boomen stralen de gele sterren van hoefblad en speenkruid: de vroege vreugde om het lengen van de dagen. De „Vier trappen" omhoog, kijken we uit over heel het wijde hollandsche land, de blik glijdt langs boomgroei aan onze voeten om laag. langs de buurtschappen Catrijp, Hargen, Groet en volgt de smalle boomrichel die den weg aanduidt van Schoorl naar Schoorldam (de witte kalkfabriek steekt er hel af) en wijdt uit over de dorpen met hun torens, die den horizon kartelen KamperduinCallantsoog. Kamperduin, boerderijen, wat huizen, een hooggelegen badhotel, uitzicht op een leege, wijde zee, voor ons de Hondsbossche, die tegen zijn bazalten glooiing een vijfentwintigtal jaren geleden de schuit opving, die nu nog als een hoop rood roest boven het brandingsschuim getuigt van een strijd, die opnieuw als bran ding over deze landen slaat In de plassen van de achterdijksche landen bepeinzen witbruine bergeenden het raadsel van hun spiegelbeeld, het water rimpelt niet eens als ze statig van kant naar overkant glijden. Dooi de lucht zwiept de felle vleugel slag van wilde eenden, verbaasd en verschx'ikt tuimelt een kieft uit de lucht en wervelt neer, maar hervindt zijn evenwicht nog net bijtijds om met een fraaien boog op een dam te lan den. Voorjaar! Petten: in den hoek, die twee dijken maken met de uitloopers van de Noordelijke duinen- reep, vriendelijk dorp, met het groote kinder tehuis „Trein 8.28", de witte kerk (alleen staand, op den heuvel), de enkele straatjes... Achteromziend: nog eens Kamperduin, nietig onder de hooge duinenkling, die zwaar op den dijk te rusten schijnt, een steenklomp, door reuzenhand neergekeild. Van Petten, direct noordwaarts willend, was het vroeger mogelijk om langs het kustspoor- lijntje den landweg naar St. Maartensvlotbrug te bereiken, dwa. doo. het Pettemer duin landschap, maar nu prijkt daar een „verboden toegang". Maar een bruin, heibestrooid karre- pad buigt landwaarts, zoekt een doorgang waar duinen en dennenbosch den weg schijnen te versperren en klimt tegen den laatsten duin cirkel omhoog: panorama: zandige akkers, waar boeren ploegen, schrale grauw-groene grasvelden, waar zij mestrijden, waar kieften ronddolen en. meeuwen in het ploegspoor vechten. Het pad blijft in de delling tusschen den laatsten rug en het dennenbosch, één, twee kilometers; dan wordt de boomgroei versprei der (jonge denaanplant en alleenstaande doornboschjes met oude eksternesten. Voor ons uit zeilt een buizerd paar. De groote vogelen, stilstaande in de lucht op hunne vleugelen, wachtende en geducht... (W rumeus Buning). De grond wordt vochtigei en de groei ver andert, de evenwijdige duinruggen wijken uit een en omvatten 'als uitgebreide armen een rietvlakte, waar de wilgenboschjes donkere plekken vormen tegen het geel de fietsbanden zuigen vast in de sponzige bodem, plassen blinken, waar koppels eenden hun honger trachten te stillen. Boven de eilandj - zweven 'i beide buizerds en in de verte probeert een wulp zij' stemban den om te oefenen voor de melodieuze samen zang in de mooie dagen van eind April en be gin Mei. Een aarzelend begin is het, een uit- noodiging de lentevreugde te ontketenen. Terzijde de watervlakte graaft het karre- spoor zich door de zandige heuveltje en kruip wilgbosch jes; driedistels schudden daar de oliekleurige koppen in de wind. Met verschrikt rrr, rrr, rr, snort een fazantenhaan weg, een werveling en schittering van goudglanzen en bruin, (de lange staart fladdert als een wim pel) en scheert zich opgewonden weg achter een walletje... De heuvels sluiten zich en probetren elkaar te grijpen, in die nauw pas loopt het vaste p van den zeeweg, roodbertraat. Daarach ter het Zwanenwater, verboden domein, ver leidelijk en verlokkend de wet te overtreden. Mc.ar een prismakijker beteekent kilometers winst, en als we tusschen gagelboschjes en bessenstruiken door het weggetje gevolgd zijn, dat de boeren ten behoeve "an het bedrijf aan de duinvoet hebben uitgereden, en dan het duin beklimmen blikkert daar en glanst daar het water, dat voor ons als jongens zulk een geheimzinnig dorado beteekende. Holenduiven klimmen spelenderwijs hooger en hooger, konijnen wagen er zich ongestoord uit de gaten, een reiger zoekt doodbedaard de boomen waar hg vorig jaar is uitgebroeid en op een heuvel verdeelt een bont ekstergezel schap met veel gekijf en veel krakeel de doorn boschjes om er nog meer schreeuwers uit te broeden. Het spoor loopt uit op r e zandgraverij, be gin van een wtg, die de voortzetting zal zijn van den weg Dgn HelderCallansoog. De „ge vaarlijke bocht" verleent kleurig uitzicht op Callantsoog, met de fleurig geschilderde vil latjes, het „kasteel" het bijna al te groote plein: de menschenredder staat er nog steeds te verweren. Als we Callantsoog achter ons hebben wijst de weg van zelf naar het eind doel: Den Helder. Wie in lente en zomer genieten wil van plantengroei en vogelleven, van landschaps- schoon en wisselend uitzicht die zoeken eens zijn weg langs deze route: hij zal er geen spijt van hebben. Ruim twee ton ooger dan in Maart 1940. De omzetcijfers van het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuiden behelsden een ver rassing, die met den datum van hun verschij nen niets uitstaande had. Uit ueze cijfers bleek, dat de totale omzet 844.399 heeft bedragen tegen 614.736 in Maart 1940, dus voordat Nederland in het Europeesche conflict betrok ken raakte. Er voeren toen meer schepen dan nu, maar de prijzen waren lager, hoewel geens zins laag. Hiermee is het verschil in omzet verklaard. Niettegenstaande den verrassenden omzet van Maart bleef het bedrag in het le kwartaal van dit jaar met 1.308.088 nog be neden den omzet in het le kwartaal van 1940 1.457.971). Het is niet uitgesloten, dat de aanvoeren in de komende maanden iets rui mer worden, daar de langere dagen en het vaste weer meer gelegenheid tot visschen geven. Er is nog niet bekend gemaakt op welk niveau de maximumprijzen zullen liggen, die voor de visscherij in voorbereiding zijn. In hoeverre deze de omzetcijfers van het IJmui- densche visscherijbedrijf wellicht ongunstig zullen beïnvloeden is dan ook nog niet te zeggen. (H.bl.). NIET NADER TE NOEMEN. Tegelijk met het voorjaar schijnt de activi teit van sommige on-sociale elementen toe te nemen. Wederom werd tenminste bij de politie aangifte gedaan van niet nader te noemen handelingen, gepleegd door een persoon bij een minderjarig meisje. Men zij op z'n hoede. NA BEZETTEN TI.JD. De politie ontdekte een persoon, die zich na bezetten tijd op straat bevond. Hij werd mee genomen naar het bureau, alwaar proces-ver- baal opgemaakt werd. Ingeschreven Hotels, Restaurants e.d. Inlevering van de bonnen van de boter- en van de vetkaart Evenals tot nog toe moeten de hotels e.d. de ontvangen bonnen van de boterkaart en de vetkaart op Vrijdag bij den disributiedienst inleveren, ter verkrijging van toewijzingen, waarbij ook in de toekomst rekening zal wor den gehouden met den gebruikelijken toeslag. De bonnen van de vetkaart en van de boter kaart dienen in veelvouden- van 9 en op af zonderlijke opplakvellen te worden ingeleverd; tegen inlevering van opplakvellen met bonnen van de boterkaart zullen toewijzingen voor boter worden afgegeven en tegen inlevering van opplakvellen met bonnen van de vetkaart in de eene week toewijzingen voor margarine en in de andere week toewijzingen voor vet. Op 4 April a.s. zullen vettoewijzingen wor den uitgereikt. Indien een hotel enz. niet in staat is een totaal van tenminste 9 bonnen van de boterkaart of.van de vekaart bij den distri- butiedienst in te leveren, dienen de^ontvangen geldige bonnen te worden aangewend voor het betrekken van de benoodigde artikelen bij den leverancier. De in een hotel ingeleverde wisselbonnen voor boter enz. kunnen in veelvouden van 50 stuks bij den distributiedienst worden ingewis seld tegen rantsoenbonnen boter. Op Vrijdag 4 April a.s. kunnen de instellin gen voornoemd de volgende bonnen bjj den distributiedienst inwisselen tegen toewijzin gen t.w. Boter: bon 08, 09 en 10 op opplakvellen MD 18. Margarine: bon 08, 09 en 10 op opplakvellen MD 18. Kaas: bon 61, 62, 71 en 72 op opplakvellen MD 18. Vleesch: bon 08 en 10 op opplakvellen MD 268. Eventueel rantsoenbonnen op opplakvellen MD 18. De toewenzingen voor suiker, koffie, thee enz. voor de maand April kunnen door de in stellingen afgehaald worden. Bij tijd en wijle verschijnt er, ondanks de bijzondere tijdsomstandigheden, een band in het Casino, waarvan de dansmuziek beter is dan die van de gemiddelde orkesten. Dit geldt zeer zeker voor het orchest, dat de Casino directie voor a.s. Zondag geëngageerd heeft, genaamd „De Toetsen tickers". Deze band geeft zoowel dans- en show- muziek en treedt op van 2—6 uur. Men zie de advertenties. 2 April 1940. BEVALLEN: J. J. RozeboomVriesema, d. (Erbjj vermelden: „Voor Winterhulp Nederland"). Het was een gewich tige dag voor Semarang, de handelsstad van Mid- den-Jeva, toen de groote centrale marktgebouwen werden ingewijd. Het plan een moderne, goed ingeri htc gemeentelijke markt te vestigen, was al 25 jaar geleden ter sprake gebracht, want de oude voldeed wat zin delijkheid, organisatie, gemakken voer koopers en erkoopers betreft, heelemaal niet, zelfs niet aan matig gestelde eischen. Maar het om zetten van wenschen in daden in een groote stad, waarvan de groote meer derheid der bevolking straatarm is, is heel moeilijk, vooral in de neergaande tijden van thans. Evénwel, de moei lijkheden werdén over wonnen. Semarang prijkt thans met marktgebou wen waarop de stad te recht trotsch is! (Zie foto). Een pasar of markt is voor de Indische maat schappij van de grootste beteekenis. Daar brengt de Javaan tot heel ver in den omtrëk de vruch ten der boomen van zijn erf; de groenten, die hij kweekt, enz., enz. Daar hoort hij het nieuws van den dag. ge niet hij eenige oogenblikken van het leven, dat zooveel verschilt van het rustige bestaan in zijn dorpje ginds in de vlakte of de ber gen. Heel vroeg in den ochtend,- een paar uur vóór zonsopkomst, is het al druk op de groote wegen naar Semai.uig. Tot verdriet dikwijls van den vroegen haastigen automo bilist, want voetgangers en voetgangsters, beladen met zware manden- volgepropte bus sen; vol beladen vrachtauto's versperren hem vaak den weg. Trams, spoorwegen met hun zeer lage tarieven, berekend op de geringe koopkracht der massa, votren duizenden pasargangers aan, vol hoop op de markt een paar centen te kunnen verdienen. In de bergen kweeken de Javanen en de Chinees Europeesche groenten, goedkooper dan hier. Ik noem een paar prijzen, die gel den voor Soerabaja (Oost-Java): worteltjes per M kg vier cent; snijboonen id.; prei per 'i kg tien cent; spinazie per 10 bosjes vijf tot 10 cent: postelein id. vijf cent; andijvie id. 6 i 12 cent: stoofsla id. acht cent, enz. Rundvleesch wordt er ook verkocht. De prys is 40 60 cent per kg, maar de kwaliteit kan niet vergeleken worden met die van hier! Vruchten in tal van soorten worden bijna het heele jaar door aangeboden. Aan den smaak van enkele soorten moet de import-Europeaan eerst wennen. Met sommige soorten lukt het onmiddellijk, met een enkele de doerian jukt het bij velen nooit, terwijl anderen die zelfde vrucht heerlijk van smaak vinden. Pi sangs (bananen) worden in tal van verschil lende soorten aangeboden. Een kam met 10 15 vruchten kost er 4 k 15 cent, afhankelijk van het jaargetijde. Vele oud-Indisch gasten denken met heimwee terug aan de vele heer lijke Indische vruchten! Vooral in den winter! In de groote centra zijn de prijzen laag. kan men op de pasar te kust en te keur gaan, maar in vele plaatsen en buiten is dat niet het geval! Daar heeft de huisvrouw heel vaak de grootste moeite om eenige variatie in de dagelijksche maaltijden te brengen. Maar de Indische huisvrouw is vindingrijk! Zoo ver raste mevrouw Kruyt. echtgenoote van den bekenden zendeling-geleerde van Midden-Cele bes, haar gasten eens op heerlijk eigengebak ken rozynenbrood. Op de vraag naar de her komst der rozijnen, glimlachte onze gast vrouw. Ze vertelde, dat ze in haar tuin groei den: mevrouw had een bepaalde soort pisang (banaan) in stukjes gesneden en deze ge droogd! Dergelijke gevallen van vindingrijk heid der Indische huisvrouw heb ik op mijn reizen door den archipel veel meer meege- gemaakt. Ik kom terug op de mooie nieuwe centrale markt van Semarang, waarvan de foto hier naast de feestelijke opening weergeeft (foto dagblad „De Locomotief"). Ze bestaat uit twee groote gebouwen, opgetrokken van ge wapend beton. In het eene is alles verkrijg baar wat eetbaar is: groenten, vleesch, visch, vruchten, lekkernijen; koffie, kippen, enz., enz., ook zeep; in het andere alles wat niet eetbaar is: katoentjes, horloges, schrijfbe hoeften, gramofoonplaten, sieraden, enz., enz.. Een 4£roote pasar vormt een wereld op zich zelf, uiterst merkwaardig, het bezoek van den toerist zeer waard! ff Dr. H. F. TILLEMA. (Namens het Koloniaal Instituut te Amsterdam.) Schetsen uit t Buitenveld We hebben geleerd samen te leven en de meesten zijn er in geslaagd! Samen-leven... is er iets moeilijkers te be denken Samenleven, dat wil zeggen dat twee willekeurige gezinnen bij elkaar intrekken en dat elk „op-zich-zelf" verder leeft. Zij het dat men gemeenschappelijk gebruik van huis, inclusief keuken, gang zolder, W.C. (al dan niet ih de woning) heeft. Bij een deel (het grootste) gaat het goed. Nieuwediepers zijn,geen lastige luyden. Ze bezitten een zeker aanpassingsvermogen en kunnen zich zeker beter aanpassen dan de Hollander, die uit het buitenland komt. Dat is geen chauvinisme, maar nuchtere werkelijk heid. Desalniettemin<-r z(jn voorbeelden, waarvan men grijze haren krijgt. Voorbeelden van onwil en wanbegrip, die bewijzen, dat er op iedere regel uitzonderingen bestaan. Om maar dicht bij honk te blijvenik neem mezelf en onze kleine gemeenschap, daar onder den rook van Schagerbrug. In den aanvang was het alles schoon en heerlijk. Wy vertelden van de bommen en de anderen luisterden. Met open monden en van pure ontzetting steigerende haren. Later ging de aardigheid van die verhalen af, ze boeiden niet meer en aldra bleek, dat we feitelijk meer „geduld" dan geliefd wer den. Waar de schuld lag...? Wie zal het zeg gen? Waarschijnlijk bij ons en bij hen. Bij ons, omdat we niet weggingen en omdat we zoodoende een belemmering vormden voor den finantieelen welstand des boerenmans, daar een ander Nieuwedieper, in strijd met iedere sportiviteit en loyaliteit, twee kwartjes huur per week meer wenschte te betalen. Dat komt ook voor, zoo een enkele maal. Enfin, we bleven, maar aldra bleek, dat er toch wel veel aan ons mankeerde. Ons werd dagelijks een spiegel voorgehouden waarin we al onze gebreken en tekortkomingen extra- duidelijk weergegeven zagen. We gingen te laat naar bed en dat was niet fatsoenlijk. We brandden te lang en te hard de kachel, dus waren we oneconomisch, onverstandig en over- de-balk-gooiers. Onze kinderen waren te luidruchtig en te brutaal. Ze durfden alles maar te vragen, en „stonden" nergens voor. Nooit heb ik geweten, dat m'n weliswaar niet over-bleuë blagen op zulk een weinig oirbare wijze te keer gingen als ik dagelijks kreeg te hooren. Nu eens was het d i t, dan weer dat. De eene maal brachten ze volgens zeggen centenaarslasten slik en andere vuilig heid binnen, de andere maal hadden ze de boerin op de teenen getrapt. Ze maakten her rie, waren niet netjes, spraken niet met „twee woorden" en stookten de andere kinderen op. 't Werd een spannend beleven daar, in die kleine boerderij bij Schagerbrug. 't Werd pijn lijk en we vraten ons op van de zenuwen, iedere maal weer als ons de doopseel gelicht werd. Daar bleef het niet bij. Ook mjjn vrouw moest het ontgelden. Zij bleek eveneens mank te gaan aan niet geringe fouten en tekort schietingen. Ze speelde de baas in de keuken en was hoogst roekeloos met het gas. Dus was ze een slechte huisvrouw. Hierop werd zij, volgens wie weet welke speciale opvoe dingsmethode, iederen dag weer attent ge maakt. Gevolgen: tranen en wanhoopsuitbarstin- gen bij het slachtoffer, dat naar Nieuwediep terugwilde. Maar aangezien we dat al drie maal gedaan hebben en evenzoovele malen met hangende pooten terugzakten in het bui tenveld, houd ik dat wanhopige plan tegen met alle kracht die me nog na deze 9 maan den „buiten-leven" resteert. Meen niet dat ik- zèlf vrijliep van het gif der wrake. Integen deel, mij werd het leeuwendeel van de ge spannen verhouding aangewreven. 'Ik was niet genoeg thuis, verwaarloosde m'n vrouw en kinderen, leefde er overdag maar op los in de stad (nota bene...!) en stookte de kinde ren op. Ik ben, dit in vertrouwen, zoo langzamer hand allang heen over dergelijke laag-bij-de- grondsche insinuaties. Ik hoor dezelve nauwe lijks nog en laat ze met ijzige onverschillig heid langs m'n kouwe kleeren druipen. Na deze 9 maanden vuurproef ben ik al zóó ingesteld op gezanik, hebbelijk- en onhebbe lijkheden, valscherige slimmigheidjes, bedekte en onbedekte toespelingen, verwijten, bruut gebrutaliseer en wenken die niet mis te ver staan zijn, dat ik mezelf wel volkomen „door gewinterd" mag noemen. Ik kets alles af met een botte glimlach. Ik speelde de comedie van niets te zien, niets te hooren, niets „door te hebben", *iets te snappen van al die aantijgingen, die in een regen op ons neerdalen. In critische oogen blikken, (meestal na het instappen in de bed stee, de koets der slape en vergetelheid), vraag ik me af of ikzelf zoo onvolmaakt en de mijnen eveneens zoo ongeschikt zijn voor het gemeenschapsleven. Ik kom tot de conclusie, dat ook aan ons diverse foutelijkheden kleven, maar dat toch ook de gastheer en vrouw niet feilloos zijn. 't Is Jammer, dat 't zoo geloopen is, want ik vrees, dat de reeds maandenlang broeiende donderbui thans haar ontlasting nabij is en dat geen van ons geheel vrij zal loopen van de brokstukken... 't Is jammer! Vooral nu de lente komt en heel het buitenveld spreekt van jong leven en komend groen, 't Zou een paradijs kunnen zijn, in vele van die kleine huisjes met roode dakjes en knusse violen- en tulpentuintjes, maar dat is het niet. Geliikkig... 't zijn de uitzonderingen. De meesten hebben allang geleerd, dat men veel schikken en slikken moet en dat er weder zijds water in de wijn moet. Dat wij het niet zoo gehad hebben... nemen we aan dat we er zelf mede debet aan zijn en laat ons niet het balkje vergeten in dat eigen oog. Zag men dat in... hoe vrediger, rustiger en genoeglijker vlood het leven van menig boer en evacué heen WATERLEIDIN GELLENDE. Het wordt zoo langzamerhand gewoonte dat de politie ingrijpt indien zich in de gemeente waterleiding-lekken voordoen. Dat was ook eergisteren weer het geval. Enkele malen moesten de heeren van de politie ingrijpen bjj lekkage.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5