VARIATIE
ALKMAAR-DEN HELDER
Ons Indisch hoekje
^iacUrdtuwji
Distributie-nieuws
„Buiten- Leven'
Donderdag 3 April 1941
Tweede Blad
WINTERHULPVNEDERLANO
Verrassend groote omzet
van visch
voor winkeliers
Dc „Toetsen-Tickers" in Casino
Burgerlijke Stand van Den Helder
is de girorekening van den
Gemeente-ontvanger.
Stort hierop Uw gavenvoor
„Winterhulp".
(pp Piel tPietna
Uei u-o-aïjaaA. faittki aan. Q& qAtnq&n jijn dicM.
Dus: aangewezen op zijn eigen land en zijn schoonheid
Een frissche wind blaast uit het Noord
westen en nergens wordt zijn vaart gebroken.
Eindeloos lang is met zulk een wind de open
weg van Alkmaar naar Den Helder. En er zal
wel g;een weg in ons heele vaderland te vin
den zijn, die zooveel verwenschingen over zich
heen heeft hooren gaan van wielrijders, die
krom over het stuur lagen als juist deze weg.
En ja, wie den moed gevat heeft om het
Noorden in te gaan, ziet zich haast wel ge
noodzaakt dezen weg te nemen met z'n wind
en kilometers lang eentonig grijs asphalt.
Gelukkig, dat er nog andere mogelijkheden
zijn. En voor wie Noordholland kent, een
beetje meer in de luwte rijden wil en iets van
het Noordhollandsche natuurschoon wenscht
te zien zijn er nog andere wegen, wel niet zoo
recht en zoo vlak, maar waar de natuur rond
om goed maakt, wat uit technisch oogpunt
gezien ontbreekt.
We gaan dus pp stap en zullen een variatie
geven op den weg AlkmaarDen Helder en
daarom: dadelijk een anderen kant op.
AlkmaarKamperduin.
Als vier kilometers windvang met den moed
van het pas begonnen zijn, zijn afge
legd, worden we dadelijk schadeloos gesteld
door het overvloedig geboomte van Bergen en
omgeving, waar de weg tusschen villa's en
bosschages in het voorjaarszonnetje te stooven
ligt; de knoppen zwellen, en we zien zelfs
hier en daar een vleugje groen. Houtduiven
koeren in de zware boomen, die met hun tak
ken den weg BergenSchoorl overhuiven.
Tegen de helling met jong omhoogkruipend
hout schetteren eksters. En zoo, onder het
links en. rechts kijken (links de begroeide hel
lingen, rechts tuinderijen, boomkweekerijen,
gras- en bouwland), zijn we zonder erg al bij
de plaats, waar het nieuwe rijwielpad het
bosch inslingert en klimt en daalt langé de
beboschte hellingen. Een bocht verleent plot
seling uitzicht op teer jong geboomte met
ranke stammetjes, een blokhut verbergt zich
achter wat dichter sparrehout, op de vorst
kwetteren spreeuwen, parelmoer glanzen dan
sen over de kleine dekveerties als de keel
trillend het voorjaarslied zingt, twintig meter
verder benemen zware beuken alle uitzicht,
dwarslanen met vluchtige doorkijken naar
zwaarder en donkerder bosch razen we voorbij
als het pad daaltDe straatweg neemt het
geheele verkeer weer voor zijn rekening, en
dan ook plekt tusschen de takken wirwar al wit
en rood van de eerste Schoorlsche huizen.
Rond de kerk en het oude zeventiende
eeuwsche raadhuisje vallen de boomen en slee
perskarren worden stapvoets getrokken door
een krachtig paardenspan onder het gewicht
van de reuzen. De voerman in blauw overall,
loopt er naast van zon en sigaret te genie
ten
Doorheen het dorp met de tot rusten noo-
dende hotels, waar de zon op het grint glin
stert en schittert, tusschen de dorpshuizen en
de enkele villa's door, gaat de weg bij het
laatste, winkeltje met zuurtjes en balletjes en
chocola en drop weer over in een geasphal-
teerd rijwielpad. Links de Munnikenweg die
het duin invoert waar het „ganzenveld" met
z'n plassen de eerste meeuwen weerspiegelen
die hun klieuw-klieuw uitroepen boven "het
meeuwen-duincomplex de „Ijsbeer". Voorbij
het voormalig soldatenkamp en de gezich
ten van kameraden komen vanzelf weer voor
den geest bij het zien van de grauwe barakken-
daken, de mooie zomeravonden als er één zong
of banjo speelde, de dolle grappen, de mar-
schen, de blaren en de zeere voeten, bajes en
wacht, voorbij! voorbij het blinkende klim-
duin, tegen het diepe hemelsblauw zoo wit,
dat je oogen er haast zeer van doen, langs het
landelijke Groet, met z'n kerk tusschen de
boomen, die vallen zullen onder de kapwoede,
die Holland doorvaart. Kraaien spelen er rond
om hun voorjaarsspelen, in de tuintjes fluiten
merels en op het driftig verontwaardigd sner
pen van een pimpelmeezenpaar antwoordt een
vink met rustig-overtuigenden slag.
Onder de boomen stralen de gele sterren
van hoefblad en speenkruid: de vroege vreugde
om het lengen van de dagen.
De „Vier trappen" omhoog, kijken we uit
over heel het wijde hollandsche land, de blik
glijdt langs boomgroei aan onze voeten om
laag. langs de buurtschappen Catrijp, Hargen,
Groet en volgt de smalle boomrichel die den
weg aanduidt van Schoorl naar Schoorldam
(de witte kalkfabriek steekt er hel af) en
wijdt uit over de dorpen met hun torens, die
den horizon kartelen
KamperduinCallantsoog.
Kamperduin, boerderijen, wat huizen, een
hooggelegen badhotel, uitzicht op een leege,
wijde zee, voor ons de Hondsbossche, die tegen
zijn bazalten glooiing een vijfentwintigtal jaren
geleden de schuit opving, die nu nog als een
hoop rood roest boven het brandingsschuim
getuigt van een strijd, die opnieuw als bran
ding over deze landen slaat
In de plassen van de achterdijksche landen
bepeinzen witbruine bergeenden het raadsel
van hun spiegelbeeld, het water rimpelt niet
eens als ze statig van kant naar overkant
glijden. Dooi de lucht zwiept de felle vleugel
slag van wilde eenden, verbaasd en verschx'ikt
tuimelt een kieft uit de lucht en wervelt neer,
maar hervindt zijn evenwicht nog net bijtijds
om met een fraaien boog op een dam te lan
den. Voorjaar!
Petten: in den hoek, die twee dijken maken
met de uitloopers van de Noordelijke duinen-
reep, vriendelijk dorp, met het groote kinder
tehuis „Trein 8.28", de witte kerk (alleen
staand, op den heuvel), de enkele straatjes...
Achteromziend: nog eens Kamperduin, nietig
onder de hooge duinenkling, die zwaar op den
dijk te rusten schijnt, een steenklomp, door
reuzenhand neergekeild.
Van Petten, direct noordwaarts willend, was
het vroeger mogelijk om langs het kustspoor-
lijntje den landweg naar St. Maartensvlotbrug
te bereiken, dwa. doo. het Pettemer duin
landschap, maar nu prijkt daar een „verboden
toegang". Maar een bruin, heibestrooid karre-
pad buigt landwaarts, zoekt een doorgang
waar duinen en dennenbosch den weg schijnen
te versperren en klimt tegen den laatsten duin
cirkel omhoog: panorama: zandige akkers,
waar boeren ploegen, schrale grauw-groene
grasvelden, waar zij mestrijden, waar kieften
ronddolen en. meeuwen in het ploegspoor
vechten.
Het pad blijft in de delling tusschen den
laatsten rug en het dennenbosch, één, twee
kilometers; dan wordt de boomgroei versprei
der (jonge denaanplant en alleenstaande
doornboschjes met oude eksternesten. Voor
ons uit zeilt een buizerd paar.
De groote vogelen, stilstaande in de lucht
op hunne vleugelen, wachtende en geducht...
(W rumeus Buning).
De grond wordt vochtigei en de groei ver
andert, de evenwijdige duinruggen wijken uit
een en omvatten 'als uitgebreide armen een
rietvlakte, waar de wilgenboschjes donkere
plekken vormen tegen het geel de fietsbanden
zuigen vast in de sponzige bodem, plassen
blinken, waar koppels eenden hun honger
trachten te stillen.
Boven de eilandj - zweven 'i beide buizerds
en in de verte probeert een wulp zij' stemban
den om te oefenen voor de melodieuze samen
zang in de mooie dagen van eind April en be
gin Mei. Een aarzelend begin is het, een uit-
noodiging de lentevreugde te ontketenen.
Terzijde de watervlakte graaft het karre-
spoor zich door de zandige heuveltje en kruip
wilgbosch jes; driedistels schudden daar de
oliekleurige koppen in de wind. Met verschrikt
rrr, rrr, rr, snort een fazantenhaan weg, een
werveling en schittering van goudglanzen en
bruin, (de lange staart fladdert als een wim
pel) en scheert zich opgewonden weg achter
een walletje...
De heuvels sluiten zich en probetren elkaar
te grijpen, in die nauw pas loopt het vaste
p van den zeeweg, roodbertraat. Daarach
ter het Zwanenwater, verboden domein, ver
leidelijk en verlokkend de wet te overtreden.
Mc.ar een prismakijker beteekent kilometers
winst, en als we tusschen gagelboschjes en
bessenstruiken door het weggetje gevolgd zijn,
dat de boeren ten behoeve "an het bedrijf aan
de duinvoet hebben uitgereden, en dan het
duin beklimmen blikkert daar en glanst daar
het water, dat voor ons als jongens zulk een
geheimzinnig dorado beteekende.
Holenduiven klimmen spelenderwijs hooger
en hooger, konijnen wagen er zich ongestoord
uit de gaten, een reiger zoekt doodbedaard de
boomen waar hg vorig jaar is uitgebroeid en
op een heuvel verdeelt een bont ekstergezel
schap met veel gekijf en veel krakeel de doorn
boschjes om er nog meer schreeuwers uit te
broeden.
Het spoor loopt uit op r e zandgraverij, be
gin van een wtg, die de voortzetting zal zijn
van den weg Dgn HelderCallansoog. De „ge
vaarlijke bocht" verleent kleurig uitzicht op
Callantsoog, met de fleurig geschilderde vil
latjes, het „kasteel" het bijna al te groote
plein: de menschenredder staat er nog steeds
te verweren. Als we Callantsoog achter ons
hebben wijst de weg van zelf naar het eind
doel: Den Helder.
Wie in lente en zomer genieten wil van
plantengroei en vogelleven, van landschaps-
schoon en wisselend uitzicht die zoeken eens
zijn weg langs deze route: hij zal er geen spijt
van hebben.
Ruim twee ton ooger dan in Maart
1940.
De omzetcijfers van het Staatsvisschers-
havenbedrijf te IJmuiden behelsden een ver
rassing, die met den datum van hun verschij
nen niets uitstaande had. Uit ueze cijfers bleek,
dat de totale omzet 844.399 heeft bedragen
tegen 614.736 in Maart 1940, dus voordat
Nederland in het Europeesche conflict betrok
ken raakte. Er voeren toen meer schepen dan
nu, maar de prijzen waren lager, hoewel geens
zins laag. Hiermee is het verschil in omzet
verklaard. Niettegenstaande den verrassenden
omzet van Maart bleef het bedrag in het le
kwartaal van dit jaar met 1.308.088 nog be
neden den omzet in het le kwartaal van 1940
1.457.971). Het is niet uitgesloten, dat de
aanvoeren in de komende maanden iets rui
mer worden, daar de langere dagen en het
vaste weer meer gelegenheid tot visschen
geven. Er is nog niet bekend gemaakt op welk
niveau de maximumprijzen zullen liggen, die
voor de visscherij in voorbereiding zijn. In
hoeverre deze de omzetcijfers van het IJmui-
densche visscherijbedrijf wellicht ongunstig
zullen beïnvloeden is dan ook nog niet te
zeggen.
(H.bl.).
NIET NADER TE NOEMEN.
Tegelijk met het voorjaar schijnt de activi
teit van sommige on-sociale elementen toe te
nemen. Wederom werd tenminste bij de politie
aangifte gedaan van niet nader te noemen
handelingen, gepleegd door een persoon bij een
minderjarig meisje. Men zij op z'n hoede.
NA BEZETTEN TI.JD.
De politie ontdekte een persoon, die zich na
bezetten tijd op straat bevond. Hij werd mee
genomen naar het bureau, alwaar proces-ver-
baal opgemaakt werd.
Ingeschreven Hotels, Restaurants e.d.
Inlevering van de bonnen van
de boter- en van de vetkaart
Evenals tot nog toe moeten de hotels e.d.
de ontvangen bonnen van de boterkaart en de
vetkaart op Vrijdag bij den disributiedienst
inleveren, ter verkrijging van toewijzingen,
waarbij ook in de toekomst rekening zal wor
den gehouden met den gebruikelijken toeslag.
De bonnen van de vetkaart en van de boter
kaart dienen in veelvouden- van 9 en op af
zonderlijke opplakvellen te worden ingeleverd;
tegen inlevering van opplakvellen met bonnen
van de boterkaart zullen toewijzingen voor
boter worden afgegeven en tegen inlevering
van opplakvellen met bonnen van de vetkaart
in de eene week toewijzingen voor margarine
en in de andere week toewijzingen voor vet.
Op 4 April a.s. zullen vettoewijzingen wor
den uitgereikt. Indien een hotel enz. niet in
staat is een totaal van tenminste 9 bonnen van
de boterkaart of.van de vekaart bij den distri-
butiedienst in te leveren, dienen de^ontvangen
geldige bonnen te worden aangewend voor het
betrekken van de benoodigde artikelen bij den
leverancier.
De in een hotel ingeleverde wisselbonnen
voor boter enz. kunnen in veelvouden van 50
stuks bij den distributiedienst worden ingewis
seld tegen rantsoenbonnen boter.
Op Vrijdag 4 April a.s. kunnen de instellin
gen voornoemd de volgende bonnen bjj den
distributiedienst inwisselen tegen toewijzin
gen t.w.
Boter: bon 08, 09 en 10 op opplakvellen
MD 18.
Margarine: bon 08, 09 en 10 op opplakvellen
MD 18.
Kaas: bon 61, 62, 71 en 72 op opplakvellen
MD 18.
Vleesch: bon 08 en 10 op opplakvellen
MD 268.
Eventueel rantsoenbonnen op opplakvellen
MD 18.
De toewenzingen voor suiker, koffie, thee
enz. voor de maand April kunnen door de in
stellingen afgehaald worden.
Bij tijd en wijle verschijnt er, ondanks de
bijzondere tijdsomstandigheden, een band in
het Casino, waarvan de dansmuziek beter is
dan die van de gemiddelde orkesten. Dit geldt
zeer zeker voor het orchest, dat de Casino
directie voor a.s. Zondag geëngageerd heeft,
genaamd „De Toetsen tickers".
Deze band geeft zoowel dans- en show-
muziek en treedt op van 2—6 uur. Men zie
de advertenties.
2 April 1940.
BEVALLEN: J. J. RozeboomVriesema, d.
(Erbjj vermelden: „Voor Winterhulp
Nederland").
Het was een gewich
tige dag voor Semarang,
de handelsstad van Mid-
den-Jeva, toen de groote
centrale marktgebouwen
werden ingewijd. Het
plan een moderne, goed
ingeri htc gemeentelijke
markt te vestigen, was
al 25 jaar geleden ter
sprake gebracht, want
de oude voldeed wat zin
delijkheid, organisatie,
gemakken voer koopers
en erkoopers betreft,
heelemaal niet, zelfs niet
aan matig gestelde
eischen. Maar het om
zetten van wenschen in
daden in een groote stad,
waarvan de groote meer
derheid der bevolking
straatarm is, is heel
moeilijk, vooral in de
neergaande tijden van
thans. Evénwel, de moei
lijkheden werdén over
wonnen. Semarang prijkt
thans met marktgebou
wen waarop de stad te
recht trotsch is! (Zie
foto).
Een pasar of markt is
voor de Indische maat
schappij van de grootste
beteekenis. Daar brengt
de Javaan tot heel ver
in den omtrëk de vruch
ten der boomen van zijn
erf; de groenten, die hij kweekt, enz., enz.
Daar hoort hij het nieuws van den dag. ge
niet hij eenige oogenblikken van het leven,
dat zooveel verschilt van het rustige bestaan
in zijn dorpje ginds in de vlakte of de ber
gen. Heel vroeg in den ochtend,- een paar
uur vóór zonsopkomst, is het al druk op de
groote wegen naar Semai.uig. Tot verdriet
dikwijls van den vroegen haastigen automo
bilist, want voetgangers en voetgangsters,
beladen met zware manden- volgepropte bus
sen; vol beladen vrachtauto's versperren hem
vaak den weg. Trams, spoorwegen met hun
zeer lage tarieven, berekend op de geringe
koopkracht der massa, votren duizenden
pasargangers aan, vol hoop op de markt een
paar centen te kunnen verdienen.
In de bergen kweeken de Javanen en de
Chinees Europeesche groenten, goedkooper
dan hier. Ik noem een paar prijzen, die gel
den voor Soerabaja (Oost-Java): worteltjes
per M kg vier cent; snijboonen id.; prei per
'i kg tien cent; spinazie per 10 bosjes vijf
tot 10 cent: postelein id. vijf cent; andijvie
id. 6 i 12 cent: stoofsla id. acht cent, enz.
Rundvleesch wordt er ook verkocht. De prys
is 40 60 cent per kg, maar de kwaliteit
kan niet vergeleken worden met die van hier!
Vruchten in tal van soorten worden bijna het
heele jaar door aangeboden. Aan den smaak
van enkele soorten moet de import-Europeaan
eerst wennen. Met sommige soorten lukt het
onmiddellijk, met een enkele de doerian
jukt het bij velen nooit, terwijl anderen die
zelfde vrucht heerlijk van smaak vinden. Pi
sangs (bananen) worden in tal van verschil
lende soorten aangeboden. Een kam met 10
15 vruchten kost er 4 k 15 cent, afhankelijk
van het jaargetijde. Vele oud-Indisch gasten
denken met heimwee terug aan de vele heer
lijke Indische vruchten! Vooral in den winter!
In de groote centra zijn de prijzen laag. kan
men op de pasar te kust en te keur gaan,
maar in vele plaatsen en buiten is dat niet
het geval! Daar heeft de huisvrouw heel vaak
de grootste moeite om eenige variatie in de
dagelijksche maaltijden te brengen. Maar de
Indische huisvrouw is vindingrijk! Zoo ver
raste mevrouw Kruyt. echtgenoote van den
bekenden zendeling-geleerde van Midden-Cele
bes, haar gasten eens op heerlijk eigengebak
ken rozynenbrood. Op de vraag naar de her
komst der rozijnen, glimlachte onze gast
vrouw. Ze vertelde, dat ze in haar tuin groei
den: mevrouw had een bepaalde soort pisang
(banaan) in stukjes gesneden en deze ge
droogd! Dergelijke gevallen van vindingrijk
heid der Indische huisvrouw heb ik op mijn
reizen door den archipel veel meer meege-
gemaakt.
Ik kom terug op de mooie nieuwe centrale
markt van Semarang, waarvan de foto hier
naast de feestelijke opening weergeeft (foto
dagblad „De Locomotief"). Ze bestaat uit
twee groote gebouwen, opgetrokken van ge
wapend beton. In het eene is alles verkrijg
baar wat eetbaar is: groenten, vleesch, visch,
vruchten, lekkernijen; koffie, kippen, enz.,
enz., ook zeep; in het andere alles wat niet
eetbaar is: katoentjes, horloges, schrijfbe
hoeften, gramofoonplaten, sieraden, enz., enz..
Een 4£roote pasar vormt een wereld op zich
zelf, uiterst merkwaardig, het bezoek van
den toerist zeer waard!
ff
Dr. H. F. TILLEMA.
(Namens het Koloniaal
Instituut te Amsterdam.)
Schetsen uit t Buitenveld
We hebben geleerd samen te leven en de
meesten zijn er in geslaagd!
Samen-leven... is er iets moeilijkers te be
denken Samenleven, dat wil zeggen dat twee
willekeurige gezinnen bij elkaar intrekken en
dat elk „op-zich-zelf" verder leeft. Zij het
dat men gemeenschappelijk gebruik van huis,
inclusief keuken, gang zolder, W.C. (al dan
niet ih de woning) heeft.
Bij een deel (het grootste) gaat het goed.
Nieuwediepers zijn,geen lastige luyden. Ze
bezitten een zeker aanpassingsvermogen en
kunnen zich zeker beter aanpassen dan de
Hollander, die uit het buitenland komt. Dat
is geen chauvinisme, maar nuchtere werkelijk
heid.
Desalniettemin<-r z(jn voorbeelden,
waarvan men grijze haren krijgt. Voorbeelden
van onwil en wanbegrip, die bewijzen, dat er
op iedere regel uitzonderingen bestaan.
Om maar dicht bij honk te blijvenik
neem mezelf en onze kleine gemeenschap,
daar onder den rook van Schagerbrug.
In den aanvang was het alles schoon en
heerlijk. Wy vertelden van de bommen en de
anderen luisterden. Met open monden en van
pure ontzetting steigerende haren.
Later ging de aardigheid van die verhalen
af, ze boeiden niet meer en aldra bleek, dat
we feitelijk meer „geduld" dan geliefd wer
den. Waar de schuld lag...? Wie zal het zeg
gen? Waarschijnlijk bij ons en bij hen. Bij
ons, omdat we niet weggingen en omdat we
zoodoende een belemmering vormden voor den
finantieelen welstand des boerenmans, daar
een ander Nieuwedieper, in strijd met iedere
sportiviteit en loyaliteit, twee kwartjes huur
per week meer wenschte te betalen. Dat komt
ook voor, zoo een enkele maal.
Enfin, we bleven, maar aldra bleek, dat er
toch wel veel aan ons mankeerde. Ons werd
dagelijks een spiegel voorgehouden waarin we
al onze gebreken en tekortkomingen extra-
duidelijk weergegeven zagen. We gingen te
laat naar bed en dat was niet fatsoenlijk. We
brandden te lang en te hard de kachel, dus
waren we oneconomisch, onverstandig en over-
de-balk-gooiers.
Onze kinderen waren te luidruchtig en te
brutaal. Ze durfden alles maar te vragen, en
„stonden" nergens voor.
Nooit heb ik geweten, dat m'n weliswaar
niet over-bleuë blagen op zulk een weinig
oirbare wijze te keer gingen als ik dagelijks
kreeg te hooren. Nu eens was het d i t, dan
weer dat. De eene maal brachten ze volgens
zeggen centenaarslasten slik en andere vuilig
heid binnen, de andere maal hadden ze de
boerin op de teenen getrapt. Ze maakten her
rie, waren niet netjes, spraken niet met „twee
woorden" en stookten de andere kinderen op.
't Werd een spannend beleven daar, in die
kleine boerderij bij Schagerbrug. 't Werd pijn
lijk en we vraten ons op van de zenuwen,
iedere maal weer als ons de doopseel gelicht
werd.
Daar bleef het niet bij. Ook mjjn vrouw
moest het ontgelden. Zij bleek eveneens mank
te gaan aan niet geringe fouten en tekort
schietingen. Ze speelde de baas in de keuken
en was hoogst roekeloos met het gas. Dus
was ze een slechte huisvrouw. Hierop werd
zij, volgens wie weet welke speciale opvoe
dingsmethode, iederen dag weer attent ge
maakt.
Gevolgen: tranen en wanhoopsuitbarstin-
gen bij het slachtoffer, dat naar Nieuwediep
terugwilde. Maar aangezien we dat al drie
maal gedaan hebben en evenzoovele malen
met hangende pooten terugzakten in het bui
tenveld, houd ik dat wanhopige plan tegen
met alle kracht die me nog na deze 9 maan
den „buiten-leven" resteert. Meen niet dat ik-
zèlf vrijliep van het gif der wrake. Integen
deel, mij werd het leeuwendeel van de ge
spannen verhouding aangewreven. 'Ik was niet
genoeg thuis, verwaarloosde m'n vrouw en
kinderen, leefde er overdag maar op los in
de stad (nota bene...!) en stookte de kinde
ren op.
Ik ben, dit in vertrouwen, zoo langzamer
hand allang heen over dergelijke laag-bij-de-
grondsche insinuaties. Ik hoor dezelve nauwe
lijks nog en laat ze met ijzige onverschillig
heid langs m'n kouwe kleeren druipen.
Na deze 9 maanden vuurproef ben ik al zóó
ingesteld op gezanik, hebbelijk- en onhebbe
lijkheden, valscherige slimmigheidjes, bedekte
en onbedekte toespelingen, verwijten, bruut
gebrutaliseer en wenken die niet mis te ver
staan zijn, dat ik mezelf wel volkomen „door
gewinterd" mag noemen.
Ik kets alles af met een botte glimlach.
Ik speelde de comedie van niets te zien, niets
te hooren, niets „door te hebben", *iets te
snappen van al die aantijgingen, die in een
regen op ons neerdalen. In critische oogen
blikken, (meestal na het instappen in de bed
stee, de koets der slape en vergetelheid),
vraag ik me af of ikzelf zoo onvolmaakt en de
mijnen eveneens zoo ongeschikt zijn voor het
gemeenschapsleven. Ik kom tot de conclusie,
dat ook aan ons diverse foutelijkheden kleven,
maar dat toch ook de gastheer en vrouw
niet feilloos zijn.
't Is Jammer, dat 't zoo geloopen is, want
ik vrees, dat de reeds maandenlang broeiende
donderbui thans haar ontlasting nabij is en
dat geen van ons geheel vrij zal loopen van
de brokstukken...
't Is jammer! Vooral nu de lente komt en
heel het buitenveld spreekt van jong leven
en komend groen, 't Zou een paradijs kunnen
zijn, in vele van die kleine huisjes met roode
dakjes en knusse violen- en tulpentuintjes,
maar dat is het niet.
Geliikkig... 't zijn de uitzonderingen. De
meesten hebben allang geleerd, dat men veel
schikken en slikken moet en dat er weder
zijds water in de wijn moet. Dat wij het niet
zoo gehad hebben... nemen we aan dat we er
zelf mede debet aan zijn en laat ons niet het
balkje vergeten in dat eigen oog.
Zag men dat in... hoe vrediger, rustiger en
genoeglijker vlood het leven van menig boer
en evacué heen
WATERLEIDIN GELLENDE.
Het wordt zoo langzamerhand gewoonte dat
de politie ingrijpt indien zich in de gemeente
waterleiding-lekken voordoen. Dat was ook
eergisteren weer het geval. Enkele malen
moesten de heeren van de politie ingrijpen bjj
lekkage.