NIPPER EN PELLE
Ruifeogooiers moeten
schade vergoeden
Ik heb gekozen!
Arkadi
RADIO-OMROEP
Radioprogramma
Weer centrale training
van athleten
Voordeeltje
voor de werkloozen
Italiaansch weermachtbericht
Britschc convooicn
vernietigd
Duitsch-Ifaliaaosche successen
in Noord-Afrika
Feuilleton
onder nieuwe directie
ASMARA ONTRUIMD. OM VERDER
BLOEDVERGIETEN TE VOORKOMEN.
Het Italiaansch hoofdkwartier publiceert
weermachtsbericht no. 300, het luidt als
volgt:
Aan het Grieksche front activiteit der we-
derzijdsche artillerie. Onze formaties lucht
strijdkrachten hebben de vlootbasis Volos en
het belangrijke troepencentrum Florina ge
bombardeerd. Tijdens luchtgevechten werden
twee vijandelijke vliegtuigen neergeschoten.
Drie onzer vliegtuigen zijn niet terugge
keerd.
In het oosten der Middellandsche zee heb
ben onze bommenwerpers en torpedovlieg
tuigen een krachtig geëscorteerd vijandelijk
convooi aangevallen. Ondanks het felle vu
ren van het luchtafweergeschut werden vijf
groote schepen getroffen en tot zinken ge
bracht. Al onze vliegtuigen keerden terug
naar hun basis. Vliegtuigen van het Duitsche
vliegercorps vielen een tweede convooi van
den vijand aan ten westen van Kreta: een
schip van 8000 brt. werd in brand geworpen
en zonk, een tweede schip van 8000 ton werd
ook getroffen door twee bommen van zwaar
kaliber en is waarschijnlijk eveneens gezon
ken.
Oost-Afrika: Met het doel nog meer
vijandelijke bombardementen op
Asmara, waardoor reeds honderden
slachtoffers waren gevallen onder de
inlandsche en Erythreesche bevol
king, te vermijden, is de stad Asmara
door onze troepen ontruimd. De slag
is bezig opnieuw te ontbranden bij
een nieuwe stelling.
Noord-Afrika: Het succes der gemechani
seerde Italiaansche en Duitsche troepen is
uitgebreid voorbij Marse el Brega. De Ita
liaansche en Duitsche luchtmacht hebben
met prachtige resultaten vijandelijke colon
nes, die zich naar Agedabia terugtrokken,
aangevallen.
BRITTEN OP DEN AFTOCHT IN
NOORD AFRIKA.
Het opperbevel van de weermacht maakt
bekend:
De achtervolging der in Noord-Afrika bij
Marsa el Brega door Duitsche en Italiaan
sche formaties bestookte Engelschen werd op
2 April voortgezet. Agedabia is ingenomen en
Zuetina bereikt. De vijand bevindt zich
ijlings op den aftocht in noordelijke rich
ting. Het aantal gevangenen en de buit aan
gepantserde en ongepantserde voertuigen is
aanzienlijk. De eigen verliezen zijn buiten
gewoon gering.
Zijn zij onvindbaar komen met
hen sympathiseerenden er voor
op.
In verband met de omstandigheid, dat
herhaaldelijk uit politieke motieven vernie
lingen van vensterruiten voorkomen, heeft
de hoogere SS- en politieleider, commissa
ris-generaal voor de openbare veiligheid, op
grond van de verordening van den rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied betreffende het opleggen van prestaties
bepaald, dat ter bestrijding van dit euvel,
de door deze wandaden veroorzaakte scha-
Een roman
uit het hooge Noorden
Door Agathe Pogner
ik
Ik lachte en keek opnieuw verrukt neer op
het eigenaardige kind, welks woorden en ge
baren die van haar grootmoeder zoozeer na
bij kwamen.
Zij dekte nu vlug de theetafel, maar voor
het my vergund werd van de kleine, zoete
broodjes te proeven, moest ik eerst kennis
maken met Daada en Wassilia.
Zij lagen naast elkaar in een met dieren
huiden overtrokken kist en waren eveneens
met warme vellen toegedekt.
Het spreekt vanzelf, dat ik het tweetal met
de noodige aandacht bekeek. Wassilisa maak
te, ongeacht haar loensheid, nog steeds een
menschelijken indruk. Zij was tenminste een
pop, maar Daada! Nee! Dat was een schepsel
uit een andere wereld. Haar gezicht was lang,
smal, citroengeel met kleine pikzwarte
oogen en twee dunne streepen op de plaats
van neus en mond. Zij was leelijk, maar
eigenaardig. Tenslotte begreep ik de oorzaak
van haar zonderling uiterlijk: haar gezicht
had vroeger het bovenste deel van den snavel
van een eidergans uitgemaakt. Vandaar ook
die diepgele kleur.
Ik zei een paar vriendelijke woorden tegen
Daada, maar Pelka scheen meer hartelijk
heid van mijn kant te hebben verwacht.
Bij den maaltijd vertelde grootmoeder een
en ander uit haar leven. Zij was in de Oeral
geboren en opgegroeid. Haar ouders hadden
daar een goed floreerende zaak gehad, die na
hun dood door haar en haar man was voort
gezet. Dodion had later een vroegeren school
vriend in de zaak opgenomen. Na een jaar
echter bleek deze hun dusdanig te hebben be
drogen, dat zij niets meer bezaten. Huis, land
vee en boot, alles was hun afgenomen. Toen
hadden ze het vertrouwen in de menschen
113.
Nipper roept om hulp.
1. Als Nipper eindelijk zich
een beetje uit het moeras
vrijgewo steld heeft, wordt
hy tot tfn schrik gewaar,
dat het kleine veeneilandje,
waaraan hy zich vastge
klampt heeft, door de
stroom wordt meegesleurd.
2. Wat moeten Pelle en Waw-
hoo nu beginnen? De boot
is inmiddels aan de grond
gelopen en is met geen
mogelijkheid meer vlot te
krijgen, en intussen drijft
Nipper teeds verder van
hen weg...
114.
Veenratten.
1. „Jullie zijn mijn enige aan
gename reismakkers; jullie
hebt het zeker op mij voor
zien?"
2. „Er moest onder dit ontuig
eens een flinke opruiming
worden gehouden!"
ae, nadat de vergoeding zal zijn voorge
schoten uit de gemeentekas, zal worden
verhaald op de daders.
Bij gebreke van bekende daders
blijft de schadevergoeding ten laste
der gemeente, behoudens dat de bur
gemeester bevoegd zal zijn, die ver
goeding te verhalen op personen,
die het inwerpen van vensterrui
ten bevorderen of goedkeuren of
van wie op grond van hun daden of
van hun uitlatingen, mede in ver
band met hun bekende politieke ge
zindheid, aan te nemen is, dat zij
handelingen, als die waardoor de
schade is aangericht, bevorderen of
goedkeuren.
Degenen, bij wie ruiten mochten worden
vernield, behooren hiervan onverwijld aan
gifte te doen bij de dichtstbijzijnde Neder
landsche politie-instantie.
Deze regeling wordt geacht met ingang
van 20 Februari j.1. in werking te zijn ge
treden.
Dr. Ing. Herweyer, leider van het
technische gilde der N.S.B. tot
directeur-generaal benoemd.
Nadat de opdracht van Ir. Dubois, tot con
centratie van de omroepvereenigingen, ge
ëindigd kon worden beschouwd, heeft de
secretaris-generaal van het departement van
volksvoorlichting en kunsten Ir. Dubois ver
zocht tijdelijk de functie van directeur-gene
raal van het staatsbedrijf van den Neder-
landschen omroep waar te nemen. Ir. Dubois
is hiertoe bereid gevonden en zal deze func
tie tot 1 Mei e.k. vervullen.
Als directeur-generaal is thans dr. ing. W.
A. Herweyer benoemd, die zijn taak op 1 Mei
a.s. zal aanvaarden.
De heer Herweyer is in 1906 als zoon van
een suikerfabrikant in Zevenbergen geboren.
Hij bezocht de technische hoogeschool te
Aken, waar hij in 1931 het diploma van
werktuigkundig ingenieur behaalde. In 1935
promoveerde hij aan de technische hooge
school te Aken tot doctor in de technische
wetenschappen. Begin 1939 werd hij bedrijfs-
ingenieur bij de stoommeelfabriek „Holland"
te Amsterdam, welke functie hij tot heden
vervulde.
De heer Herweyer is sinds acht jaren lid
van de Nationaal Socialistische Beweging.
In de N.S.B. heeft hij vele functies vervuld,
zoo was hij o.a. districtsleider te 's-Graven-
hage.
In het najaar van 1910 stichtte Dr. Her
weyer het „technisch gilde", welke organisa
tie sindsdien onder zijn leiding staat.
N.A.U. zal waarschijnlijk Zon
dag besluit nemen
Naar wij vernemen, zal het hoofdbestuur
van de N.A.U. in zijn vergadering, welke
Zondagmiddag te Amsterdam wordt gehou:
den, zich beraden over het voorstel om dè
centrale training van Nederlandsche athle
ten wederom te hervatten. Zooals bekend, is
deze training gedurende eenige jaren om
financieele redenen stopgezet. Vooral nu de
athletiekwereld den laatsten tijd zulke ge-
voeligë verliezen heeft geleden door het
heengaan van verschillende eerst-klasse ath
leten, is de hervatting van deze training
van groot belang voor de toekomstige peri
ode.
Daar de voor deze centrale training nood
zakelijk gelden reeds bijeengebracht, zijn,
kan men vrijwel zeker aannemen, dat het
hoofdbestuur van de N.A.U. zijn goedkeuring
aan de hervatting zal geven en dus de tech
nische commissie opdracht zal geven de
centrale training te hervatten.
UITKEERING VAN WERKLOOZEN-
KASSEN EN ARBEID IN
DUITSCHLAND.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
De waarnemend secretaris-generaal van
het departement van sociale zaken heeft
bepaald,dat arbeiders die in Duitschland
werk gevonden hebben, geacht worden te
werken in hun eigen beroep, dat met het
oog op het in aanmerking komen voor uit-
keering van werkloozenkassen, voor welke
assen men een bepaalden tijd in zijn eigen
beroep gewerkt moet hebben.
Toekenning sleunverhooging met
terugwerkende kracht aan werk
loozen toegetreden tot een orga
nisatie niet werkloozenkas.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
Het N.V.V. heeft pogingen ondernomen
om toekenning van steunverhooging met
terugwerkende kracht te verkrijgen voor
werkloozen, die na 1 October 1940 toetre
den tot een bij het N.V.V. aangesloten werk
loozenkas.
Deze pogingen van het N.V.V. zijn
nu met succes bekroond. Volgens
een schrijven van den' waarnemend
secretaris-generaal van het departe
ment van sociale zaken aan de ge
meentebesturen is bepaald, dat aan
de werkloozen, die met terugwer
kende kracht van 1 October 1940 af
als lid eener werkloozenkas zijn toe
getreden, voor zoover noodig voor
iedere week die zij sedertdien als
niet-verzekerden in de rijkssteunre
geling waren opgenomen, c.q. bij de
werkverruiming waren geplaatst,
een bedrag van 50 cênt wordt uitge
keerd.
De bij het N.V.V. aangesloten organisaties
met werkloozenkas zullen bij de steunorga-
nen alsnog vorderingen voor de na 1 Oc
tober 1940 toegetreden leden, die hun bij
dragen hebben, betaald, indienen.
ZATERDAG 5 APRIL 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 415,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.10 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.30 Nieuwsberichten ANP.
10.00 Eigen opnamen.
12.00 Omroeporkest.
12.42 Almanak.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Omroeporkest.
1.30 Orgelspel,
2.00 Tuinbouwhalfuurtje.
2.20 Licht gevarieerd programma.
4.00 Bijbellezing (Uitzending voorbereid door
de Christ. Radio-Stichting).
4.20 Piano-voordracht.
4.40 Duitsche les (in hoorspelvorm).
5.00 Dameskoor met pianobegeleiding.
verloren en waren ze naar dit afgelegen deel
van de deel getrokken, als de eerste pioniers
in een tot op dat oogenblik niet door men
schen bewoonde streek.
Maar nu heb je dat vertrouwen toch
teruggevonden, nietwaar grootmoeder
vroeg ik.
De vrouw lachtte, een eigenaardige glim
lach.
Wat zal ik zeggen? Zonder vertrouwen
is het leven zoo leeg en arm, nog afgezien
daarvan, dat hier in de eenzaamheid iemand
zijn vertrouwen wel moet terugvinden. Ik
wil niet beweren, dat de menschen hier beter
zijn dan ergens anders, maar zij hebben
stellig minder gelegenheid om aan de slechte
instincten, die in hun sluimeren, toe te geven.
Fouten en tekortkomingen hebben we alle
maal. Daar had je bijvoorbeeld Pelka's vader.
Dat was in zyn hart een goed, hulpvaardig
man, maar hij kon zich maar niet afwennen
om iedereen te plagen.
Toen Pelka de tafel afruimde en de koppen
omspoelde, vertelde grootmoeder my al het
wetenswaardige van haar eersten schoon
zoon. Van zijn durf zijn kracht, zijn onver
schrokkenheid en zijn grooten hartstocht
voor de jacht op walrussen. Terwijl de ande
ren bang waren voor de streken en gevaar
lijke gewoonten van deze dieren, trok hij er
juist bij voorkeur op uit om jacht op hen te
maken. Talloozen had hij om het leven ge
bracht. Tot er dan eindelijk een sterker bleek
te zijn dan hij, met zijn vervaarlijke slagtan
den den bodem van de booot aan splinters
sloeg en zijn slachtoffer met zich in de
diepte sleurde. Kort daarop dreef de storm
zyn lyk aan land. Zyn lichaam was geheel
verminkt: slechts zijn knappe kop vertoonde
geen enkel letsel.
Toen grootmoeder aan het eind was van
haar verhaal, stelde zij me voor wat te gaan
wandelen met Pelka, die mij de „beziens
waarheden" van de Walvischbaai zeker wel
eens zou willen laten zien. Daar alle mannen
van de nederzetting op jacht waren moest ik
mij met damesgezelschap tevreden stellen.
Ik zal hem mijn grot eens laten zien,
riep Pelka opgewekt, mijn wit koninkrijk.
Wij trokken onze pelsjassen aan en bega
ven ons op weg. Wassilisa en Daada, even
eens in bont gehuld, vergezelden ons. Ik ge
noot het voorrecht Daada te mogen dragen,
want dat dit inderdaad een voorrecht was,
werd mij duidelijk te kennen gegeven.
Wij gingen een kleinen heuvel op en keken
van daar in een langgerekt dal, dat wij
haastig doorliepen om dan onverwachts voot
een groote opening halt te houden.
- Hier is mijn koninkrijk, zei Pelka trots.
Kruip in!
Ik wist niet, dat er rijken bestonden, waar
men niet loopend of rijdend, maar slechts op
handen en voeten kruipend binnen kon gaan.
Edoch, ik liet me opgewekt in de sneeuw
vallen en volgde het kind, dat met een in
middels aangestoken lantaarn- in de hand,
reeds in het inwendige van de grot was ver
dwenen.
Toen ik weer op mijn beenen stond, kon ik
een Kreet van verrassing niet weerhouden.
IJs, sneeuw en zomersche dooi hadden zich
hier vereenigd en een hol geschapen, waar
van de duizenden ijskegels in het schijnsel
van onze waskaars alle kleuren van den
regenboog vertoonden. Bij eiken stap, dien ik
deed, veranderde het beeld. Telkens fonkel
den nieuwe tinten; het was onbeschrijflijk
mooi.
Pelka genoot van mijn verbazing en tel
kens kreeg ik te hooren, dat niemand anders
dan zy dat hier ontdekt had.
Geheel achter in de grot lag een ijsblok.
Pelka noemde het haar troon. Het kostte
heel wat moeite voor we er in slaagden een
stevige zitplaats te vinden, maar toen ons
dat eindelijk gelukt was, werd ik plechtig
tot koning uitgeroepen. Pelka was mijn ko
ningin.
Wat moeten we nu met Daada en Was
silia beginnen?
Tja, wat zullen we daarmee beginnen?
Ik stelde voor haar tot hofdame, edel-
vrouwe of kamenier te benoemen, maar elk
welgemeend advies werd verachtelijk van de
hand gewezen, want hof en hofleven was
haar vreemd.
Dan weet ik het ook niet!
Zoo...?!
Pelka was een echte koningin, want ze
heek me met haar groote sprookjesoogen
bestraffend en uitdagend aan.
Weet je niet, wat er van hen moet wor
den? Wel, onze kinderen, zou ik zoo zeggen!
Ik schikte me met waarlijk koninklijke be
reidwilligheid in het mij opgedrongen vader
schap; alleen weigerde ik zeer beslist mijn
kinderen te kussen.
Geef mij dan tenminste een zoen, ge
bood myn koningin. Dan krijg jy er ook
een.
Wij gaven elkaar een klinkenden zoen. De
echo in de grot deed hem duizendvoudig
weerkaatsen.
Je speelt eigenlijk nog mooier dan
grootmoe, zei Pelka waardeerend. Jam
mer, dat je zoo ver weg wpont.
Dat was inderdaad zeer betreurenswaar
dig, maar er was helaas niets aan te doen.
Er bleef ons dus niet veel anders over dan
althans van dit kort samenzijn zooveel mo
gelijk te profiteeren.
Het eindje kaars in onze lantaarn werd
5.15 Nieuws-, economische en beursberichte®
ANP.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 Fragmenten uit „Lisa benimm' dich",,
operette.
6.15 Voor de binnenschippers.
6.30 Gramofoonmuziek (met toelichting),
7.00 Vragen van den dag ANP.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Berichten (Engelsch).
8.45 Bont programma.
9.40 Gramofoonmuziek.
9.45 Engelsche berichten ANP.
10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting.
Nederlandsch Programma,
Hilversum H. 301,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.30 Nieuwsberichten ANP.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.00 Morgenwijding (Uitzending voorbereid
door het Vrijz. Prot. Kerkcomité).
10.20 Russisch koor en orkest (opn.).
10.50 „Rözsa Sandor", operette (opn.).
12.00 Berichten.
12.15 Esmeralda.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Gramofoonmuziek.
2.00 Utrechts Stedelijk orkest.
2.45 Causerie „Alphons Diepenbrock 20 jaar
geleden overleden".
3.00 Utrechtsch Stedelijk orkest en solisten,
3.45 Voor de jeugd.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.10 Groot Amusementsorkest en „Het vroo»
lijl^e Klaverblad".
5.00 Cyclus „De Bijbel als boek" (Uitzending
voorbereid door het Vrijz, Prot. Kerkcomité)
5.15 Nieuws-, economische en beursberichten
ANP.
5.30 Philharmonisch kwartet.
6.45 Reportage.
7.00 Groningsch praatje ANP.
7.15 Disco-nieuws.
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.15 Spiegel van den dag of gramofoonmuziek,
8.30 Nederlandsch Kamerkoor en strijk*
ensemble.
9.25 Gramofoonmuziek.
10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting.
steeds kleiner. Wij moesten daarom troon en
koninkrijk in den steek laten om zoo snel
mogelijk den uitgang te bereiken.
Toen wij weer in de nederzetting terug*
kwamen, verzocht grootmoeder mij haar nog
wat gezelschap te houden. Het bleek echter,
dat de wind plotseling gedraaid was hij
kwam nu uit het zuiden en met angstwek
kende snelheid de ijsschotsen in de baai op-
eenstuwde. Als ik werkelijk nog behouden
thuis wilde komen, was er geen minuut meer
te verliezen.
Pelka vergezelde me over de drijvende ijs-
schotsen tot de boot. Zij sprong zoo handig
van de eene schots op de andere, dat ik haar,
mijn lange beenen ten spijt, niet kon bij
houden.
Kom gauw terug! riep ze me toe, toen
ik reeds in de boot zat. Kom heel, heel
gauw terug, Arkadi!
Er viel iets achter mijn rug. Nieuwsgierig
raapte ik het op: het was Daada!
Wees goed voor haar! Ze is nu van
jou!
Ik sloeg de motor aan; hevig ontsteld
vluchtte het kind weg. Als afscheidsgroet
zwaaide ik met Daada door de lucht. Ze zag
het en riep: Tot ziens!
Daarop echter stak ik de pop in myn zak
en begon den verre van gemakkelijken terug
tocht. Het zweet liep me met stralen van het
voorhoofd, toen ik mij eindelijk döor het dik
ke dryfijs een weg had gebaand. Ook ditmaal
echter werd mijn moeite beloond. Het werd
de mooiste van alle watertochten, die ik ooit
had gemaakt. Ik zag slechts water en lucht.
En ik was geheel alleen.
Was ik werkelijk alleen? Had ik in mijh
zak met een zonderling stuk speelgoed dat
een pop moest voorstellen, maar dat eigen
lijk oneindig veel meer was? Want Pelka
had mij het liefste gegeven, wat ze bezat.
ik kwam behouden thuis en zette Daada
m myn kamer op een stoel. Dobrez kwam
naderbij en besnuffelde haar van alle kanten.
Niet aankomen, Dobrez! waarschuwde
want dat is Daada, mijn dochter, en
ik ben een koning!
Dobrez keek mij verbaasd van terzijde aan,
ioen knielde ik voor hem neer en sloeg myn
ij™1®" em ztfn mooien kop. Ik voelde me zoo
Kostelijk vnj en rijk. En ik herhaalde nog
rf»nSi T Ja' Dobrez> ik ben een koning. En
Daada is mijn dochter!
(Wordt vervolgd,)