N1PPER EN PELLE Belangwekkende boekenveiling in Den Haag Ik heb gekozen, Arkadi De petroleumkraan weer een slag om Radioprogramma Feuilleton Een pakhuis vol gehamsterd Meisje tegen tram gebotst Uit rijdende wagen gevallen Dorado voor snuffelaars (Van onzeiwHaagschen correspondent). Den Haag heeft sedert jaren nog al wat tweedehandschboekenverkoopers in zijn mid den geteld, maar w erkelijk belangrijke boe kenveilingen plachten totdusver weinig te worden gehouden. Dat schijnt anders te gaan worden. Tenminste Maandag is een aanvang gemaakt met een achtdaagsche veiling en wel door het bekende antiqua riaat Van Stockum aan de Prinsegracht, waar onlangs ook de admiraalsstaf onder de hamer gekomen is, wa.arvan wij toen hebben geschreven. Op de kijkdagen van zulke veilingen ko men de liefhebbers, de echte snuffelaars, a' vroeg opzetten en brengen maar al te graag een paar uurtjes tusschen de talrij ke oude folianten en zeldzame boekwerken door. Bijna 2700 nummers worden deze week geveild, voor een belangrijk deel uit de boekerijen van wijlen notaris d' Aumerie te Scheveningen en Jan C. Spoel alsmede van Jhr. A. W. den Beer Poortugael, alle drie verzamelaars met zorg en toewijding wier verzamelingen in den loop der jaren zijn gegroeid tot hetgeen zij tenslotte zijn geworden, Men ziet hier allerlei curiosa, zooals een loonboekje van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie uit 1731, een notitieboekje in grof lederen band met in verguld er op ge stempeld V.O.C.A. 1731. Interessant is ver der b.v. het ruim 100 jaar oude werk „The Triumphs of Europe", bevattende eenige series grof geteekende en gekleurde platen van Moscou, Leipzig, Amsterdam, Den Haag en nog eenige groote steden tijdens de veld tochten van Napoleon omstreeks 1812. Nog merkwaardiger is omvangrijk lang werpig plaatwerk samengesteld door een zekeren van Lier, -qnet uitslaande stadsge zichten in kleuren, van Den Haag en Botter dam. Elke prent is zoo om en bij anderhal ve meter lang. Dit boekwerk is in 1837 uit gegeven en heet „Panorama van de Noor delijke Provinciën der Nederlanden". De beschrijvingen bij de platen zijn in de kunstmatig verheven stijl, welke kenschet send is voor dien tijd. Mooi, alleen al om te zien, is het 10 dee 'lige „Groot Algemeen Woordenboek", uit 1725, in zware rood marokijnen banden met verguld randwerk, in de vier hoeken het wapen van Amsterdam, met in het midden voor- en achterop Atlas, de wereldbol tor- schend. De uiterlijke verzorging doet aan onze 18e eewsche druk- en bindkunst alle eer aan, het innerlijk dwingt respect af voor de wetenschappelijk-ordenende geest onzer voorouders. De samenstellers geven zelf de volgende samenvatting: „Groot Al gemeen Woordenboek, zoo historisch, geo grafisch, genealogisch als oordeelkundig, be helzende het voornaamste, dat vervat is in de Woordenboeken van Morevy, Bayhs, Bud- dens als de geheele kerkelijke en wereld li.jke geschiedenis... op een kort begrip van de levens en merkwaardigste bedrijven van de Patriarchen, Bechters, Joodsche Konin gen, Propheten, Apostelen, Vaders der eer ste klasse. Pauzen, Kardinalen, Bisschoppen. Prelaten, voornaame Godgeleerden, befaam de Ketters en derzeivë gevoelens... voorts de Levens-bedrijven der Keizers, Koningen, Keurvorsten, Opper-Veldhecren. vermaarde Krijgshelden, uitnemende Staatsdienaren, geleerde mannen en dezelver Werken. Wijs- geeren Men ziet het, ieder wordt naar rang qn stand behandeld en ingedeeld! Wij moeten het bij enkele grepen laten: oude Enkhuizer Almanakken, een hand schrift over den Tiendaagschen Veldtócht, Een roman uit het hooge Noorden Door Agathe Pogner 40 Ik was met Wadim op weg naar de Wal- Vischbaai. Onvermoeid joegen onze honden over de krakende sneeuw. Geen woord, geen geluid verbrak de wonderbare stilte. Ik zelf begon pas te spreken toen ik de zeven huizen van de Walvischbaa.i beneden mij zag opdoe men. Ik rende als eerste den heuvel af en eenige minuten later betrad ik Rodion's huis. Maar nauwelfjks had ik de deur geopend, of alles kwam mij veranderd voor en toen ik zachtjes en onverwachts de kamer binnenging, kon ik nauwelijks eenige woorden ter begroeting vinden. Rodion had een korte steenen pijp in den mond, maar hij rookte niet. Grootmoeder had den bijbel voor zich liggen, maar haar blik dwaalde hulpeloos over de bladzijden heen. En Pelka? Ik zag haar niet en een mijzelf onver klaarbare vrees was oorzaak, dat ik ook niet naar haar durfde vragen. Wellicht echter verrieden mijn oop en, wat er in mij omging, want tot mijn groote verbazing nam Rodion plotseling zijn pels en verliet de kamer. Grootmoeder trok mij zachtjes aan mijn mouw. Ga zitten, Arkadi. Je zult wel moe ztln. Toen ik mij weer wat hersteld had, nam ik grootmoeder bij de hand. Ik kan het nog altijd niet gelooven.... Toe, vertel me toch eens, hoe dat alles ge komen is. De oude vrouw kneep haar oogen en lippen samen. Ook haar greep de herinnering aan al die smartelijke oogenblikken dusdanig aan, dat zich slecht met moeite ver mocht te beheerschen. 149. Belangwekkend speelgoed.' 1. Hier zien onze lezers, hoe onze vrienden zich bevin den in het verzonken we relddeel Atlantis, dat diep op de bodem der zee tus schen Amerika en Afrika gelegen is! „Nu, Pelle, hoe ver zullen we in de tijd teruggaan?" „Zet de wijzer maar op het jaar 1492, dan zullen we misschicr Columbus wel zien bD zijn ontdekking van Amerika! 3. Zo gezegd, zo gedaan! 150. De machine doet boven ver wachting haar werk. 1. „Welkom, we hebben thans het jaar 1492!" „Maar dat kun je ons niet op de mouw spelden, Zip; we geloven er niets van; je wilt ons altijd graag voor 't lapje houden!" 2. „Nee, om de drommel niet, is dat dan niet Columbus zelf, die daar komt aan gestevend op zijn tocht naar Amerika? We moe ten hem eigenlijk op de goede weg helpen, opdat het hem een beetje ge makkelijker afgaat, dan de geschiedenis ons leert!" het boek Esther op een perkamenten rol, prachtige sieruitgaven, juweeltjes van ty pografische verzorging, zeldzame, weten schappelijke werken, maar ook grappige boekjes zooals dat van den schilder A. van der Venne uit 1634: „Sinnevonck op den Hol landschen turf endeszelfs Wonder Veen- brandt, bi.jgevoegt Hollandschen Sinne- droom op het nieuw Wijs-Mal, mitsgaders de vindingen der Tabacks Wonder-Smoock". Er wordt onder de kenners verwacht, dat goede prijzen op deze veiling gemaakt zul len worden; ook oude boeken schijnen een ;ezocht beleggingsobject te zijn geworden. En nog vragen om extra toe wijzingen. De winkelier V. te Amsterdam werd er op heeterdaad op betrapt, dat hij kruide nierswaren, zooals slaolie en kaas voor prijzen verkocht, die ver boven de normale lagen. Slaolie, die 80 cent mocht kosten, verkocht hij voor f 3.per flesch. Voor koffie vroeg hij f 12.in plaats van f 2. per kg., terwijl een Edammer kaas f 6. moest opbrengen, dat was driemaal den normalen prijs. Cacao verkocht hij voor 7.per K.g en voor overeenkomstige be dragen gingen tal van waren over zijn toon bank. Toen de politieagenten een onderzoek instelden, troffen zij V. aan in een steeg naast zijn winkel, waar hij leiding gaf aan het optakelen van vaten slaolie. Het bleek, dat zich ter plaatse een pakhuis bevond, waarin hij uitzonderlijk groote voorrraden levensmiddelen had opgeslagen. De agenten, die reeds veel gevallen van sluikhandel hadden behandeld, verklaarden, dat zij iets dergelijks nóg nooit hadden meegemaakt. Er lagen duizenden stukken zeep, groote hoeveelheden cacao, partijen koffie en thee an meer dan 100 kg., vele honderden kilo grammen vleeschconserven, terwijl er een aantal balen peperkorrels was opgeslagen an een totaal gewicht van niet minder dan 635 kg. Onafzienbare rijenkisten bevatten gecondenseerde melk, in hoeken en langs wanden waren honderden kazen opgesta peld. Al deze voorraden had V. voor de distri butie-autoriteiten verzwegen. Hij kwam zelfs geregeld bij het distributiekantoor te Amsterdam tusschentijds om extra-toewij zingen vragen. Er bleek geen aanleiding te zijn om ver achtende omstandigheden in aanmerking te nemen. De inspecteur voor de prijsbeheer" scliing te Amsterdam verklaarde daarom den geheelen kostbaren voorraad goederen erbeurd. Daarnaast legde hij V. een geduch te geldboete op. Wie gasbinnenlelding heelt, krijqt geen petroleumbonnen meer. Gezien de schaarschte aan petroleum, brengt het departement van handel, nijver heid en scheepvaart ter kennis van alle verbruikers van petroleum voor kookdoel- einden, die in perceelen wonen, waar een gasbinnenleiding aanwezig is, dat aan hen, nadat de thans in omloop zijnde bonnen petroleum voor Jtookdoeleinden zijn verloo- pen, geen bonnen meer zullen worden uit gereikt. In hun eigen belang wordt dezen verbruikers aangeraden, zich thans reeds met een verzoek om aansluiting tot het des betreffende gasbedrijf te wenden. Tevens dienen zij daarbij te kennen te geven of zij in aanmerking willen komen voor het be trekken van een eenvoudig gascomfoor, het welk de gasbedrijven desgevraagd op ge makkelijke betalingsvoorwaarden beschik baar zullen stellen. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt, dat een tijdige indiening van de betrokken verzoe ken noodzakelijk is, daar, gezien de te ver wachten toeloop, met de afdoening dezer aanvragen uiteraard eenigen tijd gemoeid zal zijn. Men houde hiermede dus rekening en verwachte van het gasbedrijf niet W on mogelijke. 35 meter meegesleurd, toestand zorgwekkend. Gisterochtend wilde de 23-jarige mejuf frouw M. C. J. Maars uit Haarlem zich per rijwiel naar haar dienstbetrekking begeven. Rijdende op den Binnenweg te Heemstede week zij achter een van Haarlem komende tram naar links uit om de Spaarnzichtlaan in te rijden, juist toen een tram van den tegenovergestelden kant naderde, waartegen zij opbotste. Het slachtoffer werd met haar rijwiel cir ca 35 meter meegesleurd en bekwam daarbij een rechterbovenarmbreuk. een gebroken neus en diepe verwondingen aan het hoofd, hals en beenen, tërwijl zij ook over inwen dige pijnen klaagde. De E.H.B.O. en een arts verleenden de eerste hulp. terwijl haar ook geestelijke bij stand werd verleend door een R.K. priester. In zorgwekkenden toestand werd zij daar na naar de Mariastichting te Haarlem over gebracht. Het tramverkeer had drie kwar tier vertraging. Passagier was Ingedut. Maandagmiddag om ongeveer drie uur reed op den Rijksstraatweg Apeldoorn— Amersfoort, ter hoogte van het dorp Voort- huizen, een trailer in de richting Amersfoort In de cabine zat naast den chauffeur een passagier uit Ouderkerk a. d. IJssel. Vermoe delijk is de man in slaap geraakt en tegen de deur van de cabine gevallen. Het portier ging open en stootte tegen de aan den kant van den weg staande boomen. De man viel uit den wagen en kwam op den weg terecht. De verkeerspolitie uit Apeldoorn, die juist passeefde, waarschuwde een arst te Voort huizen. Met zware verwondingen werd het slachtoffer in ernstigen toestand naar het St. Elisabethsziekenhuis te Amersfoort over gebracht. DONDERDAG 1 MEI 1941. Nederlandsch programma. Hilversum I. 415.5 m. 6.4.5 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Dagopening (voorbereid door het Vrijz.- Prot. Kerkcomité). 8.25 Gewijde muziek (opn.). 8.45 Orgelspel. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.17 Gramofoonmuziek. 10.00 Frans Wouters en zijn orkest en gra mofoonmuziek. 11.00 Voor boeren en plattelanders. 11.20 Viool, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Omroeporkest. 12.42 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Ensemble Amende. 1.35 De Ramblers. 2.10 Voor de vrouw. 2.30 De Arnhemsche orkestvereeniging en solist (3.00—3.15 GramofoonmuziekJ 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Cyclus „Muziekcentra in het verleden" (met gramofoonplaten). 5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs berichten. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.40 Ensemble „De Jonge Acht" en solist. 6.15 Cyclus „Sport en lichamelijke opvoeding" 6.30 Radiotooneel. 7.00 BNO: Vragen van den dag. 7.15 Rotterdamsch Philharmonisch Orkest (opn.). Er is maar heel weinig te vertellen, Ar kadi, want wij hebben zelf den aard van haar ziekte aanvankelijk niet kunnen vaststellen. Toen we het eindelijk meenden te weten, was het natuurlijk te laat. Dat wil zeggen, bij ons is het nu meestal te laat, als er iemand ziek wordt. Alles, wat we tot onze beschikking hebben, bestaat uit wat kinine, paar poeders en wat druppels. Als een ons koorts heeft, geven we het hem maar achtereenvolgens te slikken. Helpt het een 'et, dan helpt het andere. Maar bij onS meisje heeft in 't geheel niets geholpen. Derhalve was naar Zijn raadsbesluit Pelka's levensdraad afgesponnen... Tien jaar lang heeft ze in de vocht en in de bittere kov hier geleefd en nooit is ze verkouden of koortsig geweest Zjj was immers niet als andere sterve lingen van vleesch en bloed! Ztj was een zeldzame, kostelijke bloem riep ik snik kend uit. Juist daarom, antwoordde grootmoeder, juist daarom kon zjj niet langer leven. Ik schudde wanhopig het hoofd. Ondanks grootmoeders mededeelingen kon ik het nog steeds niet gelooven. Ze was mij zoo dierbaar, alsof ze een zusje van mij was. Misschien hield ik zelfs nog meer van aar! Ze mocht jou ook heel graag. WK heb ben ons altijd hartelijk verheugd over de prettige manier, waarop jullie met elkaar omgingen. Grootmoeder ging naar het raam, alsof ze naar buiten wilde kijken, maar ze was slechts opgestaan om heimelijk haar tranen te kun nen afwisschen. Heeft ze, vóór... heeft ze naar me ge- VFELELtrd Gevraagd? Ach, Arkadi...! Gejammerd heeft ze om je! Steeds weer vroeg ze: „Komt hij nu? Komt hij vgndaag?" Ten slotte kon Rodion het niet langer aanhooren. Hij spande een slee in, niettegenstaande, het een weer was, waarin een mensch het geen uur kon uithouden. Toen hij zich, voor hij vertmk, nog eenmaal over haar bedje boog om haar goedendag te zeggen, juichte ze: „Hjj is gekomen!"... Direct daarop sloot zij voor altijd haar oogen..." Pelka! Ik riep het uit het diepst van mijn hart en schrok zelf van dezen noodkreet. Op hetzelfde oogenblik ging de deur open en trad Rodion binnen. Heb je mij geroepen vroeg hij ver baast.. Hij had heelemaal zooiett eigenaar digs, zooiets wonderlijks in zijn oogen. Zon der een antwoord af te wachten, nam hij twee glazen van een muurplank en vulde deze met rum. Laten \fre op haar nagedachtenis drinken! Wij klonken en keken elkaar diep in de oogen. Even verwrong een beverig lachje zijn mond, maar hjj herstelde zich spoedig en deelde mij daarop mee, dat in dit ruwe voor jaar de beren in kudden aan de kust kwamen, omdat hun lievelingsvoedsel daarheen was getrokken. Daarop noodigde hij mij uit met hem en Wenjamin op jacht te gaan, maar ik wees dit aanbod van de hand. Mij lag de onverwachte tijding van Pelka's dood nog te zwaar op de borst. Mijn hoofd stond niet naar jachtbuit. Wadim was zeer verbaasd, dat ik reeds zoo spoedig weer naar de Kruisbaai terug wilde, temeer, omdat ook de honden nog niet voldoende waren uitgerust, maar desondanks maakte hjj alles voor ons vertrek gereed. Zwijgend legden wij den langen weg af. Op dezen onvtrgetelijken dag zegende ik de zwijgzaamheid van mijn, door weer en wind geharden metgezel. Eerst toen ik weer in mijn kamer zat, be sefte ik mijn verlies in z'jn vollen omvang. Ik nam een doek om er Pelka's portret mee te bedekken. Ik kon haar niet in de oogen zien, want daarin las ik een vraag, waarop ik het antwoord schuldig moest blijven. Schier ongemerkt sloop Fedja de kamer binnen en het was, of hij iets voelde van mijn verdriet, want ter vijl hjj zijn beide handjes op mijn knie legde, zei hij vleiend: Fedja is blij. dat oom weer thuis is. Fedja houdt van x>m Arkadi! Somber kropen de dagen voorbij. Hoewel de zon dag en nacht aan den hemel stond, was het. onvriendelijk weer en verre van hel der, want de nieuwe maan had weer veel sneeuw en otorm gebracht. Men had zich in October kunnen wanen. Deze onverwachte weersverandering had oo hier de beren van den kust in het dal ge dreven. Het woedende geblaf van de honden bewees, dat de roofdieren zich zelfs niet ver van onze nederzetting moesten bevinden. Opeens weerklonk het luide gebrul van een ijsbeer in de onmiddellijke nabijheid van onze woning. Wij grepen onmiddellijk een geweer en ik rend als eerste naar buiten, maar nog had ik in de wilde sneeuwjacht niet gezier waar onze buit zich precies be vond, toen ik reeds in' de sneeuw lag en een paar geweldige berenklauwen woedend aan mijn pels trokken. De volgende minuut voel de ik den heeten adem van het roofdier op mijn gezicht en ik begreep, dat dit een strijd op leven en dood zou worden. Ik tastte naar mijn scherp dolkmes om dit den beer in de keel te kunnen stooten, maar het geweldige dier lag als een centenaarslast boven op mij en dreigde me te verstikken. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Concert voor de Duitsche Weermacht. 9.40 Gramofoonmuziek. 9,45 BNO: Engelsche berichten. 10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting. Nederlandsche Programma. Hilversum H. 301,5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgendienst (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 10.20 Gramofoonmuziek (11.3011.45 Decla matie). 12.00 Berichten. 12.15 Het orkest „Malando" en solist. 12.45 BNO: Nieuws- en economische berich ten. 1.00 Ensemble Bandi Balogh met piano-inter- mezzi. 2.00 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 2.30 Omroeporkest en moderne zangdeclama tie met gitaarbegeleiding. 3.30 Vreugdestonden aan ziekensponden. 4.00 Orgelspel en zang. 4.30 Voor de jeugd. 5.00 Christ. lectuur (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting) 5.15 BNO: Nieuws-, economische en beursbe- richten. 5.30 Omroeporkest. 6.00 Causerie over weefkunst. 6.15 Amablie-sextet. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 BNO: Persoverzicht voor binnen- en bui tenland. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Ensemble Bandi Balogh. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek of spiegel van den dag. 8.30 Omroep-symphonie-orkest en soliste. 9.05 Cyclus „Wij en onze historie". 9.25 Omroepsymphonie-orkest. 10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting. Met geen mogelijkheid kon ik een arm of een hand vrij krijgen. Mijn positie leek hopeloos en reeds beschouwde ik mij zelf als verloren, toen plotseling achter mij een paar schoten knalden. Wat verder gebeurde, daarvan kan ik mij niets meer herinneren, want opnieuw voelde ik hoe een zware massa boven op mij stortte, waardoor ik half het bewustzijn ver loor. Nog slechts flauw besefte ik, dat ik door een paar sterke armen als een kind werd opgetild en dat mijn pels aan den hals werd opengesneden. Ik kwam eerst weer tot besinning, toen ik weer in mijn kamer zat en iemand mij een of andere bittere, scherpe vloeistof in de keel goot. Bah! riep ik luid. Dat lijkt wel gal! Ook gal smaakt goed, als je daarna weer kunt lachen," zei Nikita. En hij goot in een teug een glas van het afschuwelijke vocht, dat als een borrel werd geconsumeerd, naar binnen. Ik heb zeker in levensgevaar verkeerd, niet? Ja, u en Wadim allebei. U heeft het dier alleen maar uw pels vernield, maar Wadim heeft de knaap leelijk te pakken gehad. Hij bloede tenminste als een rund. Ik begaf mij onmiddellijk naar het aan grenzende vertrek, waar Wadim op zijn bed zat en mij wat bleek en vermoeid toelachte. Dit lachje bracht mij op een dwaalspoor. Er lag iets vastberadens in, iets geruststellends. Als wij niet op avontuur uitgaan, dan komt het avontuur bij ons, schertste ik. Hij keek mij opmerkzaam van terzijde aan. In zijn oogen lag een vreemde glans. Ons -leele leven is één groot avontuur. Wel hem, die het in eere doorstaat. Ik verzocht hem mij zijn verwondingen te laten zien, maar dat vond hij niet noodig. Uiterlijke wonden deden geen pijn, beweer de hij. Toen Tychon en Nikita de kamer hadden verlaten om buiten de beide neergeschoten beren van hun huid te ontdoen, zei Wadim, dat hij een verzoek aan mij had. Ik verze! °rde nem, dat ik geheel tot zijn beschikking was. Hij behoefde slechts te zeggen, wat hij verlangde. Ik zou het onmid dellijk... Hij onderbrak mijn bereidverklaring en schudde het hoofd. Op het oogen „lik is het nog te vroeg. Maar als ik u noodig heb, zal ik het direct laten weten Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5