Castella
Personeel Arbeidsbeurs
gaat onder...
i
I
I
I
I
Marineverhalen en
Zoutwater humor
Donderdag 1 Mei 1941
Tweede Blad
^tadónieuwü
Heldersche
voetballers****** voor
Commandeur Riekwel
neemt afscheid van de
Werf
Groote waardeering van chefs
en personeel
k
Overgang in a Rijksdienst
Promoties
De aardappelkaarten
Geen Meivuren!
Inschrijving Handelsregister
Welkom, ÏÏUimaand!
I:
Zonne stervend zonk in zee
en een wijde wade spreidde
op de breede kimme neer
't wolkenheir
fchuimende TANDPASTA
Weer zoo'n goed d^bbelm^n-product!
35 cent
Over het lezen van boeken
Denkt U er morgen aan?
M Vrijdag en Zaterdag*.
«Winterhulp"- dagen
KeAJfc tri ZwidUity
Medewerking van brandwacht»,
overheids- en particuliere bedrijven
gevraagd.
Wordt de geest van Koning Voetbal
weer vaardig over Den Helder? Men zou
het haast gaan veronderstellen als men
kennis neemt van de plannen van enkele
heeren, die van de veronderstelling uit
gaan, dat het hoog tijd wordt, dat de
diverse voetbalbeenen in Nieuwediep
maar weer eens los-getrapt moeten
worden.
Of er inderdaad belangstelling voor deze
actie zal blijken te bestaan is iets wat de
volgende dagen zullen leeren. Vergissen
wij ons niet, dan zal dat interesse er ech
ter wel degelijk zijn.
Het betreft hier een oproep voor het
organiseeren van een z.g. halve competitie
of eventueel een beker-tournooi. Daarvoor
vertrouwt men, dat zich zullen melden elf
tallen, die meenen een kansje te kunnen
maken in zulk een tournooi. Bijvoorbeeld
elftallen, gevormd uit brandwachten, elf
tallen gerecruteerd uit het gemeenteper-
soneel van allerlei diensten en voorts
elftallen van particuliere bedrijven. Men
kan zich melden en voorts alle mogelijke
inlichtingen bekomen aan de Luchtbe
schermingspost op het Singel. Dat is dus
het voormalige politie-bureautje.
Hoewel de commandeur 1ste klasse Riek
wel van de Rijkswerf reeds per 16 Maart zijn
betrekking wegens pensioneering verlaten
had, bleek dat de Werf-autoriteiten, benevens
zijn collega's en personeel, het op prijs stel
den dit vertrek na zoovele jaren van zeer ver
dienstelijk werk niet met stillen trom te doen
geschieden. En dat was dan de reden, dat
commandeur Riekwel gistermorgen wederom
op de werf aanwezig was, teneinde er op be
scheiden, doch desniettemin sympathieke wijze
„uitgeluid" te worden.
Het is niet noodig op deze plaats veel over
commandeur Riekwel te zeggen. Iedereen op
de Werf heeft hem gekend en wie met hem
in contact kwam, leerde hem daarbij waar-
deeren als een even kundig als humaan amb
tenaar. In 1899 reeds kwam de heer Riekwel
in 's-Rijksdienst en met een enkele onderbre
king is hij in dezen dienst gebleven. In zijn
kwaliteit van commandeur van de reserve
magazijnen liep hij te boek als een prima
ambtenaar.
Het afscheid vond' plaats in Bureau
Arsenaal. Behalve commandeur Riekwel
waren daar aanwezig zijn chef en voorts
een groot gedeelte van het technisch en
administratief personeel, het laatste spe
ciaal overgekomen uit „het buitenveld"
van Anna Pauiowna. Natuurlijk ontbrak
de voltallige werkploeg, die zoolang met
den commandeur gewerkt had, eveneens
niet.
De heer Van Ballegooien:
Het was de wnd. chef-arsenaal, de heer Van
Ballegooien, die als eerste den heer Riekwel
met de hem eigen flux de bouche toesprak en
dat op 'n wijze, die allen uit het hart gegrepen
zal zijn. Hij schilderde den commandeur als
iemand, die niet alleen teboek liep als een
eerste klas vakman, doch daarnevens als
iemand, die een permanent goed humeur be
zat, iemand die de zonzijde van het leven wist
te ontdekken. Dat was vroeger zoo en dat
was de laatste jaren nog zoo.
De heer Riekwel was nooit ziek en b(j
zyn personeel bijzonder gezien. Voorts me
moreerde de heer Van Ballegooien o.m.
het feit, dat de commandeur een blanco
conduitelijst meeneemt en dat hem hem in
in 1936 de zilveren medaille van de Oranje
Nassau Orde werd uitgereikt.
In verband met de opheffing van de
Gemeentelijke Arbeidsbeurzen en de
instelling van Gewestelijke Arbeids-
bureaux, met bijkantoren, is het perso
neel van de Gemeentelijke Arbeids
beurs, als volgt geplaatst:
Benoemd werd tot adj. directeur van
het gewestelijk bureau, te Alkmaar, de
heer H. C. Boon.
W. J. Biersteker, commies te Schagen.
P. van Strijen commies te Zaandam.
W. K. Baljé, commies te Zaandam.
J. Smit adj. commies te Zaandam.
P. Tigchelaar, adj. comm. te Zaandam.
J. Gras adj. commies te Zaandam.
A. N. vSRiel adj. comm. te Den Helder
F. D. Wismeijer adj. comm. te
Den Helder.
H: W. Wildenberg adj. comm. te
Den Helder.
De heer Van Bommel:
Hierna sprak de heer Van Bommel, com-
mies, nog enkele woorden en wel speciaal uit
naam van de vele vrienden ,,in den polder".
Ook door den heer Van Bommel werd menig
hartelijk woord geuit aan het adres van den
scheidenden commandeur.
Evenwel... bij woorden alléén bleef het niet.
Ook de verstoffélijkte sympathie bleek aanwe
zig en wel in den vorm van een edelstaal hor
loge met inscriptie, als zijnde een cadeau van
chefs en van het geheele personeel. Voorts wa
ren daar bloemen voor mevrouw Riekwel, die
door omstandigheden niet persoonlijk aanwezig
kon zijn.
Toen tenslotte de commandeur zelf nog
allen hartelijk dank gezegd had, zoowel voor
de woorden van hulde, als voor de cadeaux,
werd dit prettige intermezzo op de Werf be
sloten.
De Burgemeester van Den Helder maakt in
een officieele mededeeling in dit nummer be
kend, dat vanaf Vrijdag 2 Mei t/m Woensdag
7 Mei 1941 ten Distributiekantore aardappel-
kaarten zullen worden uitgereikt.
Op vertoon van de distributiestamkaart zal
worden verstrekt aan personen:
a. die geboren zijn op of na 2 Mei 1937:
een halve aardappelkaart;
b. dié geboren zijn op of vóór 1 Mei 1937:
een li e e 1 e aardappelkaart.
De distributiestamkaarten van alle inwo
nende gezinsleden moeten tegelijk bij den dis-
tributiodienst worden aangeboden.
Bij het afhalen der aardappelkaarten
zal een opgaaf moeten worden vertrekt
van den voorraad aardappelen, waarover
het gezin beschikt.
Personen, die geen juiste opgaaf doen van
de in voorraad zijnde hoeveelheid aardappelen,
stellen zich bij gebleken onjuistheden aan een
strafvervolging bloot.
Men zie voor bizonderheden omtrent de uit
reiking de betreffende annonce.
Voor het eerst sinds menschen-
heugenis.
De oorlog heeft de Texelaars ook van een
stuk folklore beroofd. Dertig April brandden
overal, sinds menschenheugenis, op het eiland
de Meivuren. Bergen hout en brandbaar spul
waren al dagen van tevoren door de Texel-
schevjeugd verzameld en op bepaalde plaat
sen gebracht en als het den avond van dien
dertigsten donker werd, dan vlamden overal
de Meivuren "in feilen gloed op. Tot ver bui
ten het eiland kon men de Meierblis zien.
En nu gisterenavond bleef het donker en
stil. De verduistering, tengevolge van onzen
duisteren tijd, mocht niet verlicht worden
door het vreugdevuur van de jeugdige Texe
laars.
Het was met tegenzin, dat de Texelsche
jeugd dit traditioneele gebruik miste, waar
van vader en grootvader en overgrootvader
en bet-overgrootvader reeds genoten hadden.
Wjjzigingen:
Den Helder:
Gebr. Smit, Kerkgracht 27, timmer- en aan
nemerszaak; overgegaan aan: een vennoot
schap onder firma.
C. Bot, Sperwerstraat 41, aannemer; ge
komen van Haarlem.
Opheffingen:
Den Helder:
Internationale Tijdschriften Exploitatie In-
tijdex-Leesportefeuilles, Soembastraat 53, han
del in tijdschriften.
Bouw- en aanneembedrijf Cero N.V., Ruijgh-
weg 59, bouwbedrijf.
RUIT INGESLAGEN.
Voor de zooveelste maal heeft een van de
étalage-ruiten van het pand van de firma
Nijpels, in de Spoorstraat, het moeten ont
gelden. Waarschijnlijk gisterenavond of van
nacht heeft een of ander, met minder goede
bedoelingen, een van de groote ruiten inge
slagen.
Een geluk was, dat niet direct achter de
ruiten de goederen voor het wegnemen waren.
Voor zoover men de zaak vanmorgen kon be-
oordeelen werd niets vermist.
C.A.S.O. schrijft in „Het Zeilend School-
schip":
Op de reede van Hoorn, een Zaterdagmid
dag. De Ouwe loopt met den „First" een
halfdekje te pakken aan Stuurboord. Aan
Bakboord doen twee jonkers hetzelfde
blijkbaar hebben ze de wacht, anders waren
ze wel aan wal gegaan. Schichtig kijken ze
af en toe naar Commandant en Eersten Offi
cier, op de andere dekhelft, want een bui kan
op -de meest onverwachte momenten losko
men. En hij komt ook! De jongste der Adel
borsten is verkouden, of wel hij heeft hooi
koorts of misschien ook keek hij expres in
het zonnetje en provoceerde daarmee den
niesaanval, die heb nu bedreigt. Een paar
keer doet hij zijn aanloopje, maar de nies
wil nog niet loskomen nog even in het
zonnetje kijken en dan is het zoover: „Hatsji
zegt hij opgelucht en tevreden en niest ach-
ter zijn rechterhand. ,,Hola! wat moet dat
zegt de Ouwe. He.t 16-jarige kind springt in
de houding en verklaart: „Ik nies", Comman
dant!" „Ja, dat snap ik," zegt deze „drie
keer over de groote bramzaling; bakboord op
stuurboord neer; dat om je te leeren je zak
doek te gebruiken, als je niest. Ik zal je
leeren myn dekken te bevuilen."
De Mei gaat rond, en, waar. haar
voeten treden,
Daar spruiten bloemen uit de dorre
grond, j!
Zij lacht de daagse zorgen naar 't
verleden, ij
En strooit alom een schat van kleuren
irond.
I De zon begroet haar, en gaat vriend'lijk
schijnen, j|
Het windje ruist een liedje haar ter eer,
ij De wolken drijven wit, de golven deinen 5:
Ij. Hun mooiste dans, de Meimaand is er
i: weer! ij
De leeuwerik gaat tierelierend stijgen, ji
De kievit tuimelt, en de tureluur
ji Roept met de merels in de groene ij
twijgen
Een Meimaandsgroet, ter ere der
1: Natuur, ij
De kleintjes in hun bonte kinderkleren, -j
Zij plukken bloemen, en zij zingen blij ij
Hetzelfde lied van vogels, wind en :i
meren,
Van „hopsasa" en .„hei, 't is in de Mei", ij
a
Zing, vogels, zing, en bloemen spreidt ji
jj u open, i|
jj En kleur, en geur het leven tegemoet, ii
De bloemenweelde doet ons hart weer
5 i hopen, j
ii En zingen als de kind'ren. Mei, gegroet! ii
i i W. A.
De zon gaat onder...
Honderden malen heb je dat afscheid van
de zon al gadegeslagen en toch krijg je er
nooit genoeg van, omdat het altijd weer an
ders is. Een dag is nooit gelijk aan een voor
gaande, zoo ook verschilt iedere zonsonder
gang weer van haar vorige. Vandaar dat je
er telkens weer zoo ontzaglijk door geboeid
kunt worden, in welken gemoedstoestand je
ook verkeert en waar je je ook bevindt.
Eiken avond ga ik naar het wegzinken van
de zon zien. Vanavond had ik het. bijna ver
geten. Net vangt de hooge, prachtig bruinrood
baksteenen gevel aan de overzij nog een paar
laatste lichtstralen. Vlug mijn jas aan en het
lage stukje duin opklimmen, dat ons huis
scheidt van het strand en de zee. De witte
bloemblaadjes van de welig bloeiende voor-
jaarsvroegeling sluiten zich reeds. De wind,
nog noord-oost, dus koud, golft met groote
snelheid over het geelgoud glanzende helm,
dat zich - steeds maar opricht om terzelfder
tijd weer neer te buigen. De wolken zouden in
wilde, onhoudbare vaart naar den horizon
snellen, onophoudelijk, maar er zijn geen wol
ken. De lucht is schoongeveegd en blauw als
nooit te voren.
Even nog klimmen, fijn zand kruipt in mijn
schoenen, en dan sta ik boven op de zeereep.
Groote brokken zand heeft de zee ook dezen
winter weer opgeslokt, maar de afgeslagen
duinen zijn opnieuw met helm beplant. Ze
kunnen er weer tegen!
De wind waait mijn haren in de war en
stuift fijne scherpe zandkorrels in mijn ge
zicht, zoodat ik mijn oogen moet toeknijpen. Het
wordt mij nu toch te erg, ik ga iets lager
staan en de wind kan onbelemmerd over mij
heenrazen.
Onschatbaar ver is de woelige zee. Schuim-
witte golfruggen, die stijgen, omrollen, ver
vloeien en opnieuw stijgen. Dicht onder de
kust vliegt in gerekte rij een rits eenden,
koppen ver vooruit. Een énkele maal hoog
boven het water uitstijgend, dan weer in
rechte lijn rakelings over de golven. Late
doortrekkers op weg naar hun broedplaats
aan den rand van een uitgestrekt Scandina
visch meer
De zee is leeg. Anders kon je niet naar den
horizon turen of je zag er donkere rookslier
ten zweven en heel flauw zich afteekenen
schepen, die schijnbaar langzaam voort-
schoven. Zoo was de zee ook, toen er nog
geen schepen waren, dat beeld moet ze ook
vertoond hebben in den oertijd. Alleen met
haar zelf.
De zon daalt nu snel. Het lijkt of ze met de
a^irde te maken wil hebben. Klaterend licht
ligt over de golven, teekent een beweeglijk
witte baan van den gezichtseinder tot vlak
bij. Het water ebt en het natte zand glimt als
een spiegel. Nog een paar kinderen scheppen
een heuvel, maar plotseling beseffend, dat het
allang bedtijd is, hollen ze, schop achter zich
aan sleepend, weg. Hun kleine schaduwen glij
den mee over het natte zand...
Voortdurend beter kun je nu tegen de zon
inkijken, omdat haar straling aan kracht ver
liest. De witte bol wordt hoe langer hoe kleur
rijker en hangt eindelijk, een fel roode tomaat
gelijk, boven den horizon. Nu vormen zich ook
wat kleine wolkstreepjes, die al maar grooter
worden. De zon juist wordt kleiner, na enkele
oogenblikken is van de tomaat slechts een
dun schilletje overgebleven. Je zou dat kleine
beetje rood wel heel, heel stevig vast willen
houden! Maar het licht verdwijnt en toch nog
onverwacht zie je niets meer dan wat zilverige
randjes aan de nu donkere wdlken.
Weer ging de zon onder... Het licht weg en
de aarde in donkere nevels, je zou er droef
geestig van kunnen worden. De duisternis
heerscht weer op deze wereld. Haar verder
vende machten hebben nu weer vrij spel
Gelukkig dat je weet, dat de zon morgen
vroeg weer met onverminderde glans langs
den oostelijken hemel zal stijgen tot hoog
boven de aarde. Als een symbool...
Zoo zal toch altijd weer de duisternis over
wonnen worden door het licht, het kwade door
het goede, de leugen door de waarheid.
„Het geloof aan het goede is dat wat ons
Ieder gebit heeft kleine holten en fijne plooien en een tandpasta
mag nóg zoo goed zijn, zij doet haar werk onvolledig, wanneer die holten
en plooien „onbereikbaar" blijven Ga daarom over op Dobbelman'e
„Castella" tandpasta. De eenige tandpasta ter wereld, die met fijne
schuimbelletjes, gevormd door het ingrediënt Perldon, de „onbereikbare
plaatsen" grondig reinigt!
De eenige tandpasta met perldon
PER TUBE
bezielt en in het teeken van dit geloof zullen
wij altijd weer strijden". Het licht zal over
winnen, al schijnt het donker ondoordringbaar,
vol onheil en angstig geluid.
Morgen komt een nieuwe dag!
Nog altijd sta ik op het duin. Beneden langs
de vloedlijn komt iemand dichterbij. Al spoe
dig herken ik hem. Het is Willem van Jantje,
de strandjutter. Zijn buit is niet groot. Bij
dezen wind spoelt er niet veel aan. Samen
klimmen we het duin over.
Nu de zonnewarmte weg is, de wind nog
kouder in ons gezicht. We buigen ons ver
voorover.' Tegen den wind in vooruit.
De zon is onder en het wordt nu spoedig
geheel duister, maar...
Morgen komt de nieuwe dag!
Daarom houden w\j moed.
W. Kok.
Luc. Willink schrijft in het laatste nummer
der „Nederlandsche Bibliographie" (uitg. Sijt-
hoff, Leiden) het volgende over het lezen van
boeken:
Deze warrelende tijd, die de kunst geen kans
biedt tot bezinnen of bedenken, is moeilijk
voor schrijver en lezer samen. Beiden zijn van
goede wille. Er is belangstelling en men
zoekt een richtsnoer. Maar de kroniekschrij
ver vindt nog geen woorden, die anders
dan in direct sociologisch of politiek essay
kunnen samenvaten, wat leeft in den grond
van ons hart. Zonder dien grond: geen kunst
en geen kunstervaring. Nieuwe romans ver
schijnen en daaronder is veel goeds. Maar het
bindend element ontbreekt, de kunst-van-het-
tijdperk het huidige is nog niet gescha
pen, ook al zouden enkelen, overtuigd van hun
eigen kracht, het tegendeel willen verzekeren.
Hoe kan het ook anders? Kunst moet rijpen
en onze beleving is nog in het minst niet tot
staan gekomen. En nu zien wij allerwegen
eenzelfde verschijnsel, logisch, volstrekt ver
klaarbaar en verheugend tevens: de drang
naar de klassieken. In de concertzaal, in den
schouwburg, op de boekenmarkt biedt men
ons de kunst der universeele grootmeesters,
wier woord van alle tijden is. Zij zijn het, die
ons de helpende hr.nd bieden, in tijden dat wij
pogen, ons zelf te verstaan, maar daarin nog
niet kunnen slagen. Het is waar, dat het
strenge woord „klassiek" velen afschrikt. Ook
onder oprechte boekenvrienden zijn er zoo-
velen. op wie „vient de paraitre" („zoo juist
verschenen", red. H. C.) een magische aan
trekkingskracht uitoefent, die blijven gelooven
in de verlossende wonderen, welke de eerstelin
gen van nieuwe auteurs zullen brengen. Wat
overigens heel goed is om jonge schrijvers aan
debiet te helpen. Maar wie volkomen ernstig
is tegenover zichzelf en zich niet wil laten
begoochelen door nieuwe namen die moet
thans beseffen, hoe nu bij uitstek de tijd is
aangebroken, om de klassieken te lezen en te
herlezen. Er ligt stellig geestelijke luiheid in
de veelsoortige excuses, waarmee men deze
plicht van zich afschuift, zich onttrekt aan
de gestrengheid van de zoo gebonden taal, de
zoo zeer geordende gedachte. Nochtans:
steeds meer bibliophielen komen thans ertoe,
de klassieken ter hand te nemen, de schrijvers
der oudheid, zoowel als uit de latere eeuwen.
Zij vinden vrede en klaarheid in de koele
schoonheid en de grootsche architectuur dezer
werken, Zij vinden zichzelf en de kern des
levens. De boeken geschreven door de beste
vertegenwoordigers der menschheid laten zich
niet opdringen. Zij zijn de stille, trouwe wach
ters, die den tijd hebben, wijl zij van Alle
tijden zijn. Maar onze tijd heeft meer dan ooit
behoefte aan hen en het stemt tot dankbaar
heid, dat dit thans kennelijk door zoo heel
velen wordt begrepen.
Is het nog noodig, dat wjj wederom
op de plicht van lederen Nederlander
wyzen, om a.s. Vrijdag en Zaterdag een
gave te schenken aan de „Winterhulp
Nederland".
Naar wat wjj in de voorbye dagen ten
aanzien van „Winterhulp" en haar
streven opgemerkt hebben, lijkt ons
zulks niet noodig. Men realiseere zich
echter, dat men geeft voor een goed
doel en dat men met dit geld zijn mede
vaderlanders helpt.
Daarom breng morgen of over
morgen spontaan Uw offer. En laat
het een offer zijn dat inderdaad van be-
teekenis is voor de stichting „Winter
hulp".
Door allen... voor allen! Ziedaar het
devies, dat rust op dit werk. Houdt dit
in gedachten als ge Uw gave schenkt
aan den collectant!
CONFERENTIE INWENDIGE ZENDING.
De conferentie vor inwendige zending, welke
verleden jaar niet kon doorgaan wordt nu door
den Centralen bond voor inwendige zending en
christelijke philantropie van 21 tot 2b Juli op
het kasteel Hemmen te Hemmen gehouden. Het
thema is: „Wat is het antwoord der inwendige
zending op het spreken der kerk".
GRIEKSCH-ORTHODOXE KERK IN
HONGARIJE.
De Hongaarsche en Rutheensche taak der
Grieksch-Orthodoxe kerk is tengevolge der
jongste gebeurtenissen geheel zelfstandig ge
worden. In verband met deze ontwikkeling
heeft rijksbestuurder Horthy den Grieksch-
Orthodoxen groot-proost dr. Michael Popoff tot.
hoofd van de Grieksch-Orthodoxe kerk in Hon
garije benoemd.
HET PSALMGEZANG IN
GEREFORMEERDE KERKEN.
De stichting tot verbetering van het psalm
gezang in de Gereformeerde kerken in Neder
land, gevormd door de heeren ds. T. Ferwerda,
voorzitter, prof. dr. K. Dijk, prof. dr. F. W.
Grosheide, mr. A. Bouman, H. Burger, H. Dek
ker en Jae. Kort, secretaris, die ter gelegenheid
van het Kerstfeest 19b0 aan de Gereformeerde
Evangelisatieeangkoren in ons land de koorzet
tingen uit het fonds „Geestelijke liederen uit
den schat van de kerk der eeuwen", omvattende
ongeveer 800 melodieën, ten geschenke gaf,
stelt thans 20.000 studie-exemplaren beschik
baar van ,flet boek der psalmen De psal
men van Israël op de oorspronkelijke melodieën
uit de zestiende eeuw, opnieuw naar het He-
breeuwsch bewerkt en voorzien van aanteeke-
ningen".