De
Brabantsche
Brief
van
y
Tob nooit
't HOEKJE
OUDERS
TUINTJE
Radioprogramma
Zelfvertrouwen vergt
zelfbeheersching
VOOR DE
Amico,
Ulvenhout, 1 Mei 1941.
In vreugd of in verdriet, in teugenslag of
veurspoed, in welstand of in zurgen, den
mensch, die gebukt of opgewekt deur 't leven
gaat, na gelang 't leven 'm aanpakte of goed
dee, zoo 'nen mensch kan mee z'n stemming
van den oogenblik altij terecht bij dieën even-
mensch, die oud en wijs wierd op de school
van Meester R. Varing.
Het is zoo 'nen mensch, zoo 'nen ouwen leer
ling van de Levensschool, die sjuust „volmokt"
genogt kan zijn, om den evenmensch altij tot
troost en steun of tot diepere blijheid te die
nen in zijn chagrijn of plazier, in zijn gesteld
heid van gemoed. In zijn beproeving of fortuin.
't Is, meen ik, 'n Hoogeschool, 'n Groot-
Semenarie, die. school van Meester R. Varing.
Waar de leerlingen worden opgeleid tot 'n
soortement van Priesterschap. Want den
ouwen, wijzen mensch, dien ik op 't oog heb,
bij wien ge altij terecht kunt mee oew moei-
lijkhedens of vreugden, want deuzen ouwen
wijzen Mensch vervult veur zijn evennosten
de functie van 'n geestelijk Vaderschap, dat
„priesterlijk" genoemd kan worden.
Maar... op die School van Meester R. Varing
is 't maar éénen leerling op de duuzend, die
deuzen graad behaalt. Nie Honoris Causa,
hij promoveert daar nie tot Doctor in de Let
teren, omdat ie b.v. zoo handig „adverteeren"
kan (ik bedoel: zijn eigen kwaliteiten zoo
pront op den veurgrond wit te zetten in kran
ten en tijdschriften, dat perfesters er bang
van worden) hij promveert daar nie tot Doctor
in de Rechten, omdat ie zoo „scherp"... tee
kenen kan; hij promoveert daar nie in de
Wijsbegeerte omdat ie b.v. zoo best... vechten
kan, maar hij promoveert daar tot zijnen hoo-
gen graad van Volmokten Mensch, na Óen
duuzenden moeilijke lessen van Meester R.
Varing te hebben geleerd op de harde school
banken van 't Leven. Dure lessen waren 't,
betaald, gloeiend contant, mee de hoogste
wèèrden die den leerling bezat. Duré lessen,
en ontelbaar veul lessen, betaald mee wèèrden,
die van 't hart gescheurd mosten worden.
Duur en zwaar waren de examens, die soms.
honderd keeren wierden overgedaan in tranen,
in teleurstellingen bitter als gal! Eénen kruis-,
gank was 't, dieën gank deur de klassen van
die Hoogeschool, een gank van vallen en op
staan, van bezeeren en genezen, van weer be-
zeeren van ouwe wonden, om ten ende gelid-
teekend en vergrijsd, gehard en onkwetsbaar,
wijs en oud te slagen veur den hoogsten graad,
die op deuze weareld kan worden behaald deur
één op de duuzend.
- En bij deuzen mensch kunde dan terecht om
raad en troost, om bijstand in chagrijn of
plazier, beproeving of fortuin, in teugenslag
of veurspoed, ln elke gesteldheid van ge
moed, die zoo wisselend is, als den schaduw
en 't licht in den buiten.
Want...
dieën wijzen mensch, vrijgevochten van alles
wat van de waereld is, van formules en
ismen, van pro en anti, van vonnis en lof
spraak, vrij van de menschen, dieën wijzen
mensch is, veurzoowijd ter weareld meugelijk,
'nen „volmokten' 'mensch!
Genogt daarover.
Als ik hierboven zoo 'ns efkes uitweidde
over den volmokten mensch, bij wien altij
troost en steun te vinden is in elke gemoeds
gesteldheid, dan dee ik dat, wijl iedereen van
ons wel 'ns zoo gelukkig was op 'n moment
van zwarigheid zijnen stut te vinden teugen
zoo 'nen wijzen, sterken tiep, volleerd op de
academie des levens. En de deugd te onder
gaan van de nabijheid van volmoktheid, die
altij klopt, stemt mee oew zielement.
Zoo is 't mee den buiten ook. Dien 'k wezen
lijk als volmokt heb leeren kennen.
Hoe 't ook in oe gesteld is, hoe zonnig, hoe...
somber, hoe ge ook eindelijk 'ns gewonnen
hebt of weer veur den zooveulsten keer bent
geslagen, ■*- den buiten is (deur z'n volmokt
heid!) den altij wijzen, begrijpenden troost en
steun. Daar, in regen en sturm, in Heerlijkheid
en zonneschijn, in sneeuw en ijs, in bloei en
blossempracht, bij mergen en avond, altij
vind ge 'r het deugddoend begrip. Ziet ge 'r
in 't wijze, 'milde gelaat van den Wijze, die
oe peilt tot op den bojem der ziel.
Veur oew leed...? Hij wijst op zijn* eigen
lidteekens! Veur oewen strijd...? Hij wijst oe
op den eeuwigen harden strrjd die al tg in den
buiten gestrejen wordt.
Veur oew bruid-blanke geluk..., nij wjjst oe
op den bonten bloei op d'eerde en in 't ge-
boomt. Veur oew verlies...? Hij toont op duu
zend manieren hoe 't meeste verlies toch
winst is!
Veur den storm in oew binnenste..., hij wijst
oe naar den jagenden wolkenhemel, naar den
striemenden regen, naar den storm, die deur
de bosschen loeit.
Den buiten is volmokt. En daarmee is alle»
gezeed. Veur op 't kerkhof, waar sneeuw-
pluimkes lijk snelvergaande blomkes, blank
als d'Engelen die ze spreien, den grafkuil zoe
ken. Of waar 'n zonnestraal over 't zilveren
kruis der kist, 'nen lesten groet vastetst in
oew hart. En..., zoo vrimd als 't is, 'n zoet ge
dacht wekt nog na jaren. Maar 't is den eigeri-
sten zonnestraal, die wijerop 'nen lichtconfetti
werlt over 't zielsgelukkige paar, dat in
bruidskleedij van de kerktrappen komt.
Ah...;! Gij zijt in den regen getrouwd? Dan
hebt ge toch in opperste blijheid eow jonk
wefke in den arm gedrukt in 't big gedacht
aan toekomstig huiselijk geluk!
Allee..., dieën wijzen, volmokten Buiten,
hg verstaat oe altij!
MEI!
Vandaag, nou ik mijnen brief schryf van
deuze week, is 't dan 1 Mei 1941.
En veul gedachten wellen op, uit 't diepste
van oew hart. Mei...! De schoonste maand
van 't jaar bloeide van den mergen open, over
'n weareld, die weinig gelukkig is. Ja, 'die de
zwaarste tijen deurstaat van heel heur His
torie!
Zóolank hebben wij, gesjeesde leerlingen van
Meester R. Varing's School, zooiank hebben
wij, duuzenden prutsers, ge wit: één op de
duuzend sléégt daar maar, zoo lank heb
ben wij duuzenden knoeiers de Weareld der
Samenleving wel verballemond, dat er gin stuk
aan heel blijft.
Jaja, gèren wijst den één naar rechts,
den ander naar links, om de schuld te schuiven
in de schoenen van één Volk, als 't kan in de
schoenen van éénen mensch!
Nog altij is den haatzucht, is den eigen
waan, is 't egoisme te bar, om eigen schuld
te erkennen niet alleen, maar om éénen
mensch, maar om ,één Volk te beschuldigen
van eigen fouten.
Zooiank hebben wij, gesjeesden, dan wel
geknoeid, dat we 't knoeien nie laten kunnen.
Ondanks... de dure lessen, die we dagelijks
betalen, maar n i e leeren! N
Gaan we zóó deur, dan zullen nog kustelij-
ker lessen betaald (èn geléérd) motten wor
den.
Dan...
dan zullen we ook de les van den hongersnood
nog motten ervaren...!
Maar ik geloof, daar is kentering.
Lankzaam. Bar lankzaam wel, maar veur
den boer, die gewend is den buiten af te speu
ren, in 't vroege Voorjaar, op de zeldzame
kiemen hier en daar en overal, maar veur den
boer is die kentering te zien in nuuwe kiemen,
hier en daar en wijd over de grenzen en
vreemde zeeën. De kiemkes zijn zoo klein,
'nen schoonen, wijzen preek, 'n boodschap hier
of gunder, 'n samenkomst van mannen die
daar 'n jaar gelejen zich nog veur... „ge
schaamd" zou wen he.bben, minder... redevoe
ringen, 't zijn altegaar kiemkes, hoe zwak
en hoe pril nog, ik toch gèren zie en gierig tel.
Mei...!
Den Buiten gaat in bloei. Den blossem
springt uit de duuzenden knoppen!
Somber, mee z'n kale takken, stond den
boom in den donkeren, barren Winterdag. Mee
z'n wortels in 'nen marmerharde bojem. Maar
onzichtbaar veur 't menschenoog, stouwde-
n-ie de sappen omhoog, diep onder den be
vroren eerde uit, tot in z'n verste toppen.
Moeizaam onttrok ie d'eerde zijnen levens
kracht. Moeizaam, in stuggen, ongezienen ar
beid, in feilen vorst, in sturm en ontij, kra
kend dikkels in z'n lejen. Maar de knoppen,
duuzendtallen, bolsterden deur den kalen win
tertak, die zwol van nuuw leven.
Hard, kil, nuchter was 't Voorjaar. Moeilijk
wou den Winter wijken. Maar de knoppen
builden steeds boller aan de dichtere kruinen.
Wat is Zelfvertrouwen? Kort gezegd: de
overtuiging, dat men wel iets kan, wel iets
is en het met het leven wel zal klaarspelen.
De mensch met zelfvertrouwen behoeft niet
te ontveinzen, dat een situatie waarin of een
opdracht waarvoor hij geplaatst wordt, moei
lijk is, maar zijn zelfvertrouwen geeft hem
het-gevoel: „ik red het wel". Menschen zonder
zelfvertrouwen deinzen voor iedere moeilijk
heid terug, vergeten dat wie niet waagt ook
niet wint, en, zullen menigmaal een grootere
moeilijkheid op hun hals halen doordat ze met
een kleinere moeilijkheid den strijd niet durf
den aanbinden.
Wie denkt: „ik kan niet", „ik durf niet",
of „als het maar gaat", is al driekwart ver
loren.
Zelfvertrouwen kan ontwikkeld, aange
kweekt worden. Maar daartoe is in de eerste
plaats zelfbeheersching. Een beheerscht
mensch heeft zijn reacties in de hand voor
zoover dit menschelijkerwijs mogelijk is. Hij
zal zelden iets zeggen, waarvan hij later be
treurt het gezegd te hebben, omdat hij zich
niet door drift laat meesleepen. Wie beheer-
sching wil leeren, bedenke, dat hiervoor in
de eerste plaats noodig is: in iedere situatie
het hoofd koel houden, en zoodoende een weer
stand vormen tegen alles wat paniek is.
Paniek kan door verschillende dingen veroor
zaakt worden, en niet ieder heeft bij elk soort
paniek de vereischte kennis om juist dat te
- doen wat noodig is. Maar wel ieder kan het
zoover brengen in Zelfbeheersching, dat hij
althans niet door te gaan gillen of in den
weg te loopen de anderen nog tot last is in
plaats van tot hulp. Wanneer U in een paniek
geraakt waarmee U geên raad weet, let dan
op, wie van de aanwezigen de situatie het
beste schijnt te beheerschen (dat is altijd
degene die het kalmst blijft), en tracht zijn
aanwijzingen op te volgen of hetgeen hij doet
te vergemakkelijken, of te bespoedigen.
Gesteld b.v; dat er plotseling iemand ver
bonden moet worden, en U heeft geen flauw
idee van verbinden, dan kunt U toch nog van
dienst zijn door de verbandmiddelen aan te
geven, indien U weet waar die staan.
Zelfbeheersching aankweeken is: zich erop
toeleggen om bewust te reageeren inplaats van
onbewust. Ieder mensch kan schrikken, maar
leert om steeds als U schrikt, onverschillig
waarvan, onmiddellijk te denken: „Kan er iets-
gedaan worden? en „kan ik iets bijdragen tot
hetgeen er gedaan moet worden".
U kunt geen zelfvertrouwen hebben, zoo
lang Uw eigen reacties op moeilijke oogen-
blikken een volslagen verrassing voor U zijn.
Een mensch met zelfvertrouwen weet, dat ook
hij niet gevrijwaard is voor tegenspoed, dat
is niemand, maar hij weet ook dat hij althans
niet bang behoeft te zijn, dat hij zelf door een
of andere onbeheerschte reactie zijn kansen
bederven zal.
Verder kan men zelfbeheersching aankwee
ken door eens eenigen tijd iets na te laten,
wat men graag doet, ook al zijn de middelen
ertoe aanwezig. Of door eens, inplaats van
contact met hen, die men niet graag mag te
ontloopen, dit contact juist te zoeken en te
trachten, oneenigheid te voorkomen. Zelftucht
leidt tot zelfbeheersching, en wie het in dit
laatste een eind gebracht heeft, zal bemerken
dat het verlangde Zelfvertrouwen eraan ver
bonden is.
Nadruk verboden.
Dr. JOS DE COCK.
't Bolsterblad scheurde open. En den witten
bloei puilt nou deur den voldragen knop..
Den ongezienen arbeid van den stoeren
boom draagt blom. Den kruin blossemt in
overdaad van blanken blommenschuimDe
vrucht kan zich gaan zetten.
Da's de Mei! 'Nen blossemtak, ontbloeid aan
't „dooie" hout.
'Nen blossemtak van den Meiboom, zoo is
deuzen dag, waarvanden zoeten blommen-
geur wordt weggedragen op 't ragdunne win-
deke, dat deur den buiten fliert.
Bloeimaand is 'n feit!
Maar daar gebeurt meer vandaag. Temidden
van nog barren strijd, viert de heele weareld
vandaag 1 Mei, den Feestdag van den Arbeid.
Den arbeid, die o.a. ongezien verricht wordt
in de donkere diepten der eerde, waar de mijn
werkers ploeteren lijk 'n wortelgestel van den
boom der Menscheid. Den boom van 't wer
kende Menschdom, die de levenskrachten
moeizaam omhoog stouwt, den donkeren eerde
uit, tot in z'n verste toppen. Moeizaam, in
stuggei), ongezienen arbeid, in tij en ontij, kra
kend dikkels in de lejen.
Maar de knoppen duuzendtallen, bolsteren
deur den kalen wintertak, die zwellend is van
Nuuw Leven.
Hard, kil, nuchter, ja wreed zijn nog de
tijen, waarin 's Menschen nuuwe hoop gedijen
mot uit duuzend bottels. Moeilijk wil z'n barre
Wintertij wijken. Maar de knoppen builen
steeds boller aan den dichteren kruin, 't Bol
sterblad scheurt open. En de witte bloei van
Nuuwen Tijd puilt deur den voldragen knop...!
Den ongezienen arbeid van den stoeren
werker draagt al blom.
De vrucht kan zich gaan zetten.
Da's de Mei!
De Mei van 'n arbeidend, 'n strijdend, 'n
hopend Menschdom, dat heden zgnen feestdag
viert.
'Nen dag als 'nen blossemtak van den Mei
boom, waarvan den zoeten blommengeur wordt
weggedragen op 't ragdunne windeke, dat al
deur den buiten fliert.
Da's de Bloeimaand!
Dat zegt mij vandaag den buiten, mee z'n
prille kiemkes hier en daar en overal...!
Zoo troost en steunt mij vandaag den wijzen,
volmokten Buiten, die wijst op zpn kiemkes,
op zijnen blossemenden bloei, nou 1 Mei
1941.
Ik kost nie anders, als 't oe overbrengen,
amico, deus boodschap van troost, 'n bood
schap veur lederen mensch, die gèren 't goeie
wil, die beu is van den haat, van eigenwaan;
die van de menschen weinig, van God Zijnen
Buiten élles te leeren heeft; die blijft vertrou
wen en hopen, sjuust nóu, 1 Mei, nou den'bui
ten berstensvol van schoone beloften is in
bonten bloei, veur rijke vrucht! Vol.
Veul groeten van Trui, Dré III, den Eekt-r
en als altij gin horke minder van oewen
t.a.v
DRÉ.
Een van de oorzaken van driftbuien is
meestal het minder of 'terkere verlangen
van het kind zich te doen gelden. Het kind
leeft tusschen volwassenen, die, zeker, vaak
zich met hem bem'oeien, maar evenzeer het
kind dikwijls aan zijn lot overlaten. In zulke
oogenblikken voelt het kind zich terugge-
di rngen. Het vormt niet meer de hoofdfiguur
op het tooneel en staat niet meer in het cen
trum der belangstelling. Naar mate een kind
meer in de belangstelling staat, groeit bg
hem het besef, dat h een belangrijk persoon
tje is. Ieder bemoeit zich rqet hem, ieder zegt
wat tegen hem, kortom: het kind is de hoofd
persoon. Doch, zooals gezegd, daar zijn
oogenblikken, dat het de hoofdrol hiet meer
vervullen kan; de volwassenen hebben het te
druk met elkaar. In zulke oogenblikken be
gint het kind te zeuren, wan i er het hem
niet terstond gelukt in het centrum der be
langstelling te komen. De volwassenen, nog
steeds druk met eigen zorgen, etc., doen
wrevelig. Het kind ageert. Nog een oogen
blik en een driftbui breekt los. Ieder ouder
zal zoo'n moment wel eens beleefd hebben en
misschien nooit zoo sterk gelet hebben op 'de
oorzaak van de driftbui. Bg nauwkeuriger
nagaan vinden we haar echter vaak terug in
genoemde omstandigheden Het is een alge-
meene eigenschap van kinderen en volwasse
nen ook wel! om op een of andere wgze
de aandacht te trekken. Voor het kind is
een flinke driftbui al een tg'zonder goed mid
del. Immers: dan heeft terstond ieder aan
dacht voor hem en hoe erger hij te keer gaat,
des te grooter de belangstelling. Bemerkt het
kind, dat het succes heeft met deze handel
wijze, och, dan zal het een volgende maal
veel eerder over gaan tot dit middel. Nu is
de beste wiize om dit te v< orkom. a wel deze:
Beginnen met niet te veel belangstelling te
toonen voor Je driftbuien van het kind. Het
rustig een poosje laten te keer gaan, daarna
probeeren >f het voor rede vatbaar is. Is dat
oogenblik nog niet gekomen, dan nog maar
r en wachten en laten razen. Vanzelf geeft
het kind zp'n pogen op, als wg maar rustig
en beheerscht big-'en. Natuurlek verliezen we
het spel als we ook in een driftbui geraken.
Zelfs hebben we het spel verloren, als hel
kind terstond bedaart, wanneer wg ook drif
tig worden en dus uiting geven van onze „be
langstelling".
Zoodra het kind voor rede vatbaar is, trach
ten we het te overtuigen, dat het met zijn
driftbui niets bereikt en dat een driftbui al
een heel slecht midde, is or aandacht te trek
ken. Neen, dan zijn er wel andere middelen.
En we gaan opnoemen. Kijk eens, als je nu
eens voor moedei wat kachelhoutjes gehakt
had, wat boodschappen gedaan had, of moe
der eens geholpen had, wat zou zij en vader
en al de anderen dan met lof over je gespro
ken hebben. Of, als je eens iets moois ge-
teekend, geborduurd of gebreid had! Kom,
laten we samen 3ens zoo iets verzinnen. In
middels is de driftbui bij het kind weg, het
gaat belangstellend luisteren, het vergeet de
scène van zooeven en zoekt met ons naar
een middeltje, dat heel wat beter en voor ons
allen veel 1 veel prettiger is om in de
belangstelling te geraken. Na een paar we
ken of maanden probeerer we het kind tot
de overtuiging te brengen, dat tenslotte ook
dit middeltje nog verre van ideaal is. Im
mers: een mensch werkt niet om in de be
langstelling te komen. Integendeelmen
werkt en doet zijn best, omdat dat het
meeste bevrediging schenkt.
Nu is dit laatste voor het kind moeilijk.
Immers, voor vele ouderen is het moeilijk zoo
het leven in te richten en hoe zullen we het-
dan van kinderen verwachten. Maar niette
min: ons einddoel moet zgn het kind te bren
gen tot die opvatting van het leven, waarbij
de mensch zichzelf vergeet voor het welzijn
van anderen. Dit vergt tgd, vaak vele jaren.
Doch dat hindert niet. als we maar iederen
dag probeeren het kind iets verder te brengen
op dezen weg. En dat het mogelijk is bewijzen
ons Vele kinderen, vooral die in groote gezin
nen. Bg de meisjes gelukt het meestal iets
vlugger dan bij jongens, die nu eenmaal graag
de branie spelen. Alhoewel, in den tegenwoor-
digen tiid zijn er helaas ook wel meisjes, die
gaarne branie spelen, de aandacht trekken,
in de belangstelling* willen staan. Sommige
ouders helpen hierbg een handje, door hun
kinderen reeds tgdens de schooljaren „per
manent" in het haar te gp 'en of ze te laten
omgaan met poeder en poederdoos. Dat dit
het meisje niet nader brengt tot het doel.
dat we hierboven omschr«ven, behoeft wel
geen betoog.
OVEEKA.
ZONDAG 4 MEI 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 415.5 m.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.40 Orgelmuziek (opn.).
10.00 Uitzending voorbereid door de Christ-
Radio Stichting: a. wgdingswoord (10.00).
b. Rondom het orgel (11.40).
12.00 Gramofoonmuziek.
12.42 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 De Nederlandsche Motetvereeniging en
gramofoonmuziek.
I.45 Nederlandsch Verbond voor Sibbekunde:
„Wie en wat waren onze voorouders?"
2.00 Ensemble Bart Ekkers.
2.45 Voor den boer.
3.30 Uit Berlijn: 72e Verzoekconcert voor de
Duitsche Weermacht.
6.00 Voor de jeugd.
6.35 Cabaretprogramma (gr.pl.).
7.30 Zang met pianobegeleiding.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Groot Amusementsorkest met het Da
meskoor ..Apthercharme'' en solisten.
9.2.') Gramofoonmuziek.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 B.N.O.: Ensrelsche berichten.
10.00 B.N.O.: Nieuwsberichten, sluiting.
Hilversum n. 301.5 m.
8.00 Gramofoonmuziek.
8,30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.00 Uitzending voorbereid door het Vrgz
Protest. Kerkcomité: a. Studio Vroegdienst
(9.00). b. Voor de kinderen (9.30).
10.00 Ensemble „Klanckenspel".
10.45 Meisjeskoor „De Krekels".
II.00 Een „Musikkorps der Flak".
12.00 Cyclus „Eens Christen's reize naar de
Eeuwigheid in dezen tgd". (Uitzending
voorbereid door de Christ. Radio Stichting)
(opn.). 6/'
12.15 Viool met pianobegeleiding.
!™5~BNO: NieuWs* en economische ber.
1.00 Omroeporkest en soliste.
2.00 Lezing „Bescherming der bodemschat
ten".
2.1o Utrechtsch Stedeig'k orkest, Toonkunst
koor afdeeling Utrecht en solisten.
3.25 Gramofoonmuziek.
4.00 Wgdingswoord (uitzending voorbereid
door de Christ. Radio Stichting).
5.30 Sportuitslagen.
5.35 Vroolijke voordracht.
5.45 Cabaretprogramma.
6.15 Pianovoordracht.
'k Heb mijn tuintje gespit,
Als een kostbaar bezjt,
Ook al was 't voor mijn spieren geen grapje,
'k Stond soms pijnlijk gebukt,
Maar het werk is gelukt,
En nu heb ik een heel aardig lapje!
'k Was voor dag en voor dauw
Transpireerend in touw,
Toen een vriend vroeg: ..Wa's dè,t voor
gedoente?"
Maar ik keek hem eens aan,
En hij heeft me verstaan:
Zonder arbeid geen oogst en geen groente!
'k Stond, als man van de daad,
Met de schofrel paraat,
Ook al klaagde mijn vrouw bij haar anjers,
En ik sprak: „Wees niet klein",
Zie mijn pootgoed is fijn,
Dat geeft straks wel behoorlijke kanjers!
Want al schijnt het niet groot,
Wat ik zaai, wat ik poot,
En al is het dan maar een hegin-zaak,
Als mijn tuin eenmaal geeft,
En de groeikracht herleeft,
Blijft er ook nog wel iets voor „de inmaak"!
'k Heb mijn bloemen verzet
Naar een achteloos bed,
'k Heb geen blik voor mijn sier-anemonen,
Maar straks leid ik U rond
Langs een pracht-stukie grond,
Door mijn lusthof van prei en van boonen!
Ha, ik zie in den geest
Reeds het zomersche feest,
Als tenminste het weer niet komt foppen::
Postelein, Brusselsch lof,
Wortels, zóó uit den hof,
En dan.sla in onmatige kroppen!
'k Houd het onkruid er uit,
Dat is vast mijn besluit,
Ook al komt soms een ander eens spieden,
-En het lijkt me het best',
Voor 't moreel en de rest,
Om mijn tuintje steeds zélf maar te wieden!!
Mei 1941.
(Nadruk verboden)
KROES.
6.45 Sport van den dag.
7.00 Orgelconcert en solisten.
7.45 Sportwetenswaardigheden.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Verkorte opera „Alcoste".
9.30 Radiotooneel.
10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting.
MAANDAG 5 MEI 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 415.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Dagopening (uitzending voorbereid door
het Vrijz. Protest. Kerkcomité).
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Ensemble Jonny Kroon.
10.20 Declamatie.
10.40 Ensemble Jonny Kroon.
11.15 Zang m(et pianobegeleiding.
12.00 Klaas van Beeck en zijn dansorkest.
12.42 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
I.00 Orkest Eloward en gramofoonmuziek.
2.10 Voor de vrouw.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.15 Musiquette.
4.30 „Indonesische muziek: Muziek der Vor
stenlanden" (met gramofoonmuziek).
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 BNO: Nieuws- economische- en beurs
berichten.
5.30 Omroeporkest en solist.
6.15 Causerie „Wij en de verduistering".
6.30 Orgelspel.
7.00 BNO: Economische vragen van den dag.
7.30 Ensemble Erika Helen.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Pianoduetten.
9.30 Berichten (Engelsch).
Enselsche berichten.
10.00 Nieuwsberichten B.N.O., sluiting.
Nederlandsch Programma.
Hilversum II. 301.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgendienst (uitzending voorbereid
door de Christ. Radio Stichting).
10.20 Orgelconcert.
II.00 Declamatie.
12.00 Berichten.
12.15 Omroeporekst.
12 45 BNO: Nieuws- en economische berich
ten.
1.00 Ensemble Bandi Balogh.
1.30 Orgelspel.
2.00 Groninger Orkestvereeniging en solist, en
gramofoonmuziek.
3.30 Voor de vrouw.
3.45 Amusementsorkest en soliste.
4.30 Voor de kinderen.
5.00 Causerie „Gezin. Gemeenschapszin
(uitzending voorbereid door de
Radio Stichting).
bericMen Wl~' econ°mische en beurs-
5.30 Amabile-sextet.
6.00 Gesprekken met luisteraars (uitzending
uitzending voorbereid door het Vrgz-
Protest. Kerkcomité).
6.15 Ensemble Erika Helen.
b.45 Reportage.
7.00 BNO: Friesch praatje.
8 00 BNnWMkeSt "Ars Nova et Anti(ïua"-
oo BNO: Nieuwsberichten.
s,n P'e^el van den dag of gramofoonmuz-
8.30 Omroeporkest en soliste.
inn ouders.
10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting.