Alleen met „Castella"
reinig ik grondig!
Castella
Abonneert II op dit blad
Mcuiótiieuu^i
Pohtioneele
restant-ruiming
Slaapplaatsen
ichuimende TANDPASTA
Vandersteng
blijft optimist
Dinsdag 6 Mei 1941
Tweede Blad
Reiskosten evacué's in
mindering Loonbelasting?
Uw oude rijwielplaatje***
Ambachtsschool Den Helder
voor stadgenooten
£m $u
de ideale verkooper!
Puzzlerubriek
Burgerlijke Stand van Den Helder
Ik zie, ik zie,
wat gij niet ziet
Uitgave verzamelde
gedichten
van Werumeus Buning
't Departement zal beslissen.
Naar aanleiding van het artikel van
onzen medewerker In het Zaterdag-
avondblad van 3 Mei j.1. deelt de In
specteur der Registratie te Den Helder
ons het volgende mede.
Met de meening van Uw medewerker,
dat reiskosten van geëvacueerden voor
de Loonbelasting in mindering op het
loon kunnen worden gebracht ga ik niet
accoord. Deze kosten worden door mij
als kosten van persoonlijken aard be
schouwd.
Verzoeken ingevolge art. 13 van het
Besluit op de Loonbelasting, bij mjj in-
gediend, zullen dan ook worden afge
wezen.
Door één der belastingconsulenten te
Den Helder Is inmiddels de vraag aan
het Departement van Financiën voor
gelegd.
Het ligt in mijn voornemen de beslis
sing van het Departement mettertijd in
Uw blad bekend te maken. In afwach
ting van deze beslissing verzoek ik de
Heldersche evacué's het indienen van
een verzoek tot dat tijdstip achterwege
te laten. Zij voorkomen hiermede een
persoonlijke teleurstelling in den vorm
van een afwijzing van hun verzoek en
zjj besparen de Inspectie een belangrijke
hoeveelheid werk.
Geef het „Winterhulp".
Zooals bekend is er een einde gekomen
aan de rijwielbelasting. Voortaan zullen de
fietsen niet meer voorzien zijn van het geel
etiket, het bewijs vormende dat mij aan de
rijwiel-Fiscus zijn offer gebracht had. Wat
gebeurt er nu echter met al die duizenden,
tienduizenden rijwielbelastingmerken, die van
de stuurstangen verwijderd worden? De een
zal het voorwerpje zonder meer er af halen
en in de vuilnisbak stoppen. De ander zal het
er nog een paar jaar laten opzitten en weer
een ander zal het er ter gelegenertijd door
zijn fietsenreperateyr doen afhalen. Welnu,
er is een betere bestemming mogelijk voor
dit afgedankte rijwielplaatje. Een belangrijk
betere.
En die bestemming is... „Winterhulp Neder
land". Eén zoo'n plaatje vertegenwoordigt
praktisch geen waarde. Tien stuks iets meer
en honderd plaatjes nog meer. Zoo zou men
door kunnen gaan. In totaal zullen echter de
millioenen plaatjes een belangrijk geldsbe
drag vertegenwoordigen en het is hierop, dat
„Winterhulp" gaarne, aanspraak wil maken.
Wat U er voor moet doen? Zoowel in
den winkel van Vroom Dreesman als
in het gebouw voor Sociale Zaken vindt
U een groote bus staan, waarin de
plaatjes gedeponeerd kunnen worden.
Doét U het ook met Uw plaatje...?
„Winterhulp" en behoeftig Nederland
zullen er er U dankbaar voor' zijn
In het nummer van j.1. Zaterdag werd een
advertentie opgenomen betreffende de aan
gifte van nieuwe leerlingen.
Verzuimd werd bij de genoemde vakken,
waarin opleiding gegeven wordt het vak
„meubelmaken" te vermelden. Adspirant-meu-
belmakers houden hiermede dus rekening.
AANGEHOUDEN.
Door de politie werd dezer dagen een per
soon, als zijnde verdacht van diefstal van
een hoeveelheid hout, aangehouden.
DIEFSTAL VAN EEN BANKBILJET.
Bij de politie werd aangifte gedaan door
een juffroüw, dat zij uit haar woning door
diefstal een bankbiljet van 10.mist. Een
onderzoek is ingesteld.
DIEVEGGE AANGEHOUDEN.
Door de politie is een vrouw aangehouden,
verdacht van diefstal van wollen dekens uit
een perceel aan de Molenstraat.
NAAR ALKMAAR.
Als verdacht van verduistering is een per-
Boon aangehouden en naar het Huis van Be
waring te 'Alkmaar overgebracht.
LICHT IN DE BREESTR AAT.
Surveilleerende politie ontdekte „fraudu
leus" licht in len woning aan de Breestraat.
Terstond werd deze verboden lichtbron vol
gens de regelen der kunst gedoofd.
3 DIEVEN AANGEHOUDEN.
Het is de politie gelukt de hand te leggen
op wederom een drietal personen, die ver
dacht worden van diefstal en. heling.
FIETS VERDWENEN.
Een persoon, die zijn rijwiel tegen de pui
van een café geplaatst had, kwam tot de
onaangename ontdekking dat het rijwiel
spoorloos verdwenen was.
NOG ZOO IETS.
Een stadgenoot zette z'n fiets even onbe
heerd voor een woning aan den Huisduiner-
weg. Ook deze fiets werd door onbekenden
meegenomen.
TERUG NAAR SNEEK.
De politie legde de hand op een minder
jarige jongen, die afkomstig bleek te zijn ui
Sneek en hier niets te maken had. Hy za
naar zijn bakermat teruggezonden worden.
Indien men vandaag het politie-rap-
port leest, zal men daarin vermeld vin
den, dat het de politie gelukt is wederom
de hand te leggen op verscheidene perso
nen, die onze stad onveilig maakten met
hun è.1 te lange vingers, en heel wat in
braken en helingen op hun geweten had
den. Men zou deze arrestaties, die aan
het einde van de vorige week plaatsge
vonden hebben, m^i of meer „restanten
opruiming" kunnen noemen, aangezien
het waarschijnlijk is, dat met deze ele
menten de laatste langvingerigen daar
heen geleid zijn, waar zij voorloopig be-
hooren: namelijk Alkmaar.
Wij vleien ons, en onze lezers waar
schijnlijk m t ons, niet met de hoop dat
Den Helder van nu af een eiland van
volmaakte eerlijkheid zal worden. In
tegendeel, over een dergelijken paradijs-
achtigen oestand behoeft men zich geen
illusies te maken.
Wat echter wèl meer dan een bloote
vermelding waard is, is het feit, dat
onze politie gedurende de laatstverstre-
ken maanden zulk voortreffelijk werk
gepresteerd heeft, werk, waarvoor inder
daad een woord van lof en erkenning o.I.
op zijn plaats is.
Laat ons de zaken zuiver stellen: niet
steeds was er in onze stad waardeering
voor het politioneele werk. Er werden
diefstallen gepleegd en niet a 11 ij d slaag
de de politie er in de hand op deze indivi
duen te leggen. Dus, zoo zei een groot
deel. der bevolking, de politie is niét voor
haar taak berekend.
Een volkomen onjuist inzicht. En dat
thans wel op bijzonder duidelijke wijze
naar voren treedt door de veelvuldige
arrestaties, die den laatsten tijd hebben
plaatsgevondenen waarvan men het
eigenlijke sluitstuk in dit nummer van de
krant kan lezen.
Er is flink wat werk verzet in deze
periode: commissaris en inspecteurs,
recherche en agenten hebben op loffelijke
wijze samengewerkt om tot dit eervol
resultaat te komen. Een resultaat, dat
drastische zuivering inhield van onze
stad.
Een bewijs, dat er in ons korps agenten
en rechercheurs flinke kerels zitten, po
litiemannen met oogen en ooren, die ze te
gebruiken weten en staande onder goede
leiding.
Laat men dit bedenken bij deze „restan
ten-opruiming". Laat men het tevens be
denken, indien ter gelegener tijd een
inbraak plaatsvindt en dat de dader niet
gegrepen wordt...
Koegras: bij W. Hovenier, Rijksweg 83, bij
halte Koegras is ëen groote beneden-slaap
kamer disponibel voor 4 personen.
Ochtendblad Telegraaf! Haagsche Post,
nieuwe O.K.E.Ü
De hooge stem van het Akojoch galmt over
het overvolle^ perron, 't Is gezellig druk om
ons heen. De D-wagens staan met wijd open
deuren gereed de, nu nog rumoerige men-
schenmassa op te slokken.
Wij vormen 'n groep van vier. Ik stap als
eerste dien ingang in, waarboven op 'n glan
zend emaille plaat, Amsterdam, „Ergens in
Europa" staat geschreven.
Den eersten indruk dien ik krijg is, dat het
allemaal pittoreske huisjes schijnen, zooals de
coupé's daar liggen aan het, op 'n nauwe straat
gelijkend, gangetje.
In 'n ietwat overdadig betrijpte coupé in-
stalleeren wij ons en strekken, moe van het
jachten, weldadig onze beenen.
Wij rijden... Wij zien nog net hoe 'n speel
goedachtig locaaltreintje door 'n, voor ons on
zichtbare, hand op 'n ander spoor wordt ge
dirigeerd
Tegenover mij zit 'n welgedane heer, die
hardnekkige pogingen in het werk stelt zijn
verkouden reukorgaan in 'n blijvenden staat
van reinheid te krijgen, hetgeen hem na eeni-
gen tijd inderdaad gelukt.
Als schrille tegenstelling vertoont de pro-
pagandafoto bóven hem 'n karakteristiek Hol-
landsch landschap, waarop twee Zeeuwsche
boerinnen de properheid slechts accentueeren.
'n Juffrouw links van mij is dit tranendal
reeds vergeten en snurkt luid met wijd open
mond. Het meisje, dat kennelijk' bij haar hoort,
tracht van deze gelegenheid gebruik te maken
door zes zuurtjes tegelijk in haar mond te
steken. Deze poging mislukt jammerlijk, aan
gezien het lieve kind op het beslissende oogen-
blik zich verslikt en 'n hoestbui krijgt. Ze
kijkt wantrouwend naar mijn verkouden over
buur en veegt gelaten de catastrophe bij el
kaar.
Inmiddels glijdt het landschap in aange
name afwisseling voorbij.
Langs bontgekleurde bollenvelden, waar
achter kokettè kerktorentjes wedijveren deze
charmante Lentecomposities nóg meer te doen
slagen.
De cadans van den wagen maakt ons
soezerig......
Ik sta op 'n besneeuwden bergtop. Door 'n
lichten nevel zie ik, vér beneden mij, óns
dorpje. Witte huisjes, waartusschen hier en
daar 'n rood/pannendak onwezenlijk aandoet.
Zóó maar! Van louter levensvreugd en uit
dankbaarheid dat ik dit mag aanschouwen.
Ik word afgeleid door 'n skiloopster, die
met toomelooze vaart léngs mij suist.
De wolk sneeuwstof, welke zij achterlaat,
groeit uit tot 'n sprookjesachtigen bruidsluier,
als de zon er, onnavolgbaar, duizenden dia
manten op toovert.
Ik word bang voor deze majesteit. Hoe lang
sta ik hier al? Is 't 'nyur? 'n Dag? 'n Jaar?
Als ik mij voorzicfitig verplaats, glijd ik
uit. Ik val... eerst langzaam, dan sneller...
steeds sneller...
Met 'n schok word ik wakker. Als lk even
er né. door de contróle schuifel en links van
mij 'n gaping in het stadsbeeld zie, wéét ik...!
AlkmaarDen Helder in 'n D-wagen. Op
'n weekkaartje
't Was 'n schoone illusie.
Wijo.
Alleen Castella tandpasta bevat het
Perldon, dat met duizenden schuint'
belletjes de kleinste hoeken van het
gebit reinigt.
33 CT. PER TUBE
I
Weer zoo'n goed d^sbelm^n-product I
In de kruiswoordpuzzle, die wij gisteren op
namen, zijn een drietal fouten geslopen.
Van 25 verticaal is vergeten de omschrijving
te geven. Dit moet zijn: herfstsering.
De vier hokjes verticaal, waarin het cijfer
72 voorkomt, vormen den naam van een vogel,
terwijl in de 8 hokjes verticaal, te beginnen
met het derde hokje rechts van het cijfer 59,
tezamen een ander woord voor „kwijtschel
ding" moet worden ingevuld. Bij de oplossing
gelieve U deze twee laatste woorden te num
meren met resp. 66a en 59a.
Voorts moet no. 2 horizontaal zijn no. 7
horizontaal terwijl de omschrijving van 20 ho
rizontaal is: Lor inplaats van Cor.
van 5 Mei 1941.
BEVALLEN: J. van ZoestTompot, d.; J.
KramerKloosterboer, d.
Grauwe wolken gaven regen,
Met een zeeg'nend milde hand;
't Viel op tuinen, weiden, akkers.
En op 't droge dorre land.
't Jonge groen, dat in de knoppen.
Stillekens verscholen zat,
Kwam te voorschijn uit haar sluim'ring,
Door het heerlijk! kostb're nat.
Jeugdig groen staat nu te pralen.
Nieuwe blaadjes aan de tak.
Heerlijk fris ligt daar de klimop,
Op het oude pannendak.
Het nieuwe leven is geboren.
Zie eens de natuur herleeft,
Door een frisse zachte regen,
Die 't nieuwe groen, een feestkleed geeft.
K. WOUTERS.
Heemstede, 5 Mei '41.
Sedert langen tijd had ik den matroos le klas
Vandersteng niet in zoo'n'goede stemming
gezien. Dat kwam beslist niet door het weer,
want de lente was enkele streken achter en
de kalender was sedert het schutblad afge
scheurd werd, niet meer bijgehouden. Trou
wens voor dergelijke dingen was Vander-
streng ongevoelig. Ik herinner me, met hem
eens ter vischvangt te zijn geweest. Van vis-
schen heb ik niet de minste ervaring en
Vanderstreng weinig meer. We hadden
een boot gehuurd; U kent ze wel' van
die logge plompe dryvende bakken met vier
kante riemen en twee als vingers opstaande
dollen met een verweerd touwtje er aan, om
botvangen te voorkomen. U weet toch wat
botvangen is, nietwaar? Welnu, dat konden
wij met deze riemen beslist niet, tenzij het
touwtje breken zoii en daarop bestond veel
kans. We wilden brasem vangen en zouden
naar het Alkmaardermeer gaan. Ik hou niet
van roeien en daarom nam ik het roer. De
helmstok zat los. Het kan ook zyn, dat hij één
geheel uitmaakte met het roer; ik weet dat
zoo precies niet meer. In elk geval trok Van
dersteng aan de riemen en ik vond dat hij dit
meesterlijk deed, althans voor zoover ik mij
herinner. Halverwege het meer wierp ik het
dreg uit, U weet wel, zoo'n grooten steen, zoo
als de huisvrouwen vroegerjgebruikten voor
of juister op de inmasskpotten met snij-
boonen, prinsessenboonen, kool om zuurkool
te krijgen, die je echter beter in de groenten-
winkel koopen kan en meer van dat goed.
We haaiden visschentuig, het deeg, de hen
gels en de kaar voor den dag en ook een flesch
of kruik om je voeten te warmen. Of 't Bols
was of Bokma, dat zou ik Vandersteng nog
eens moeten vragen. Maar zoo erg belangrijk
is 't niet, en waarschijnlijk interesseert het U
in 't geheel niet.
Meer dan een uur hadden we zwijgend, elk
aan een kant, in de boot gezeten. De kruik
ging hand over hand. Dat was overigens de
eenigste afwisseling, want de visschen schenen
niet te willen bijten. Toen ik Vandersteng
daarop opmerkzaam maakte zei hij meer ver
baasd dan droog: „visschen wij dan? Ik dacht,
dat je eens gezellig uit wou gaan".
Maar nu was hij in een stemming zooals ik
hem sinds lang niet gezien had. Hij stapte,
bijna wiegelend heen en weer en floot. Floot
als een leeuwerik, althans zooiets, hoewel ik
meen ditzelfde geluid ook wel eens gehoord te
hebben van de kokmeeuwen als ze achter het
'schip aanvlogen, ten tijde, dat de zeuntjes de
spoeling door de stortkoker gooiden. Z'n han
den rusten genoeglijk gekruist op z'n rug, 'n
beetje laag, maar toch bevallig genoeg om er
door z'n wiegelende gang niet af te vallen. En
z'n gezicht glom. Terwijl ik hem zoo voor mij
zie, zoek ik naar een vergelijking voor z'n glim
mende tronie. Ik pijnig m'n hersenen tever-
gêefs om een voorbeeld te vinden, dat de ge
noeglijk glimmende snuit van Vandersteng zou
kunnen uitbeelden. Als hij mij, in zijn heen-
en weergang, naderde en mijn verbaasd-
vragend gezicht zag, scheen het, alsof een
binnenpretje op uitbarsting stond. Dan trok
z'n linkeroog als het bekende patrijspoortje
open, en knipperde de rechter blindeerklep op
en neer in een flinkering als van een topsein-
lamp.
Op zulke momenten heb ik een bijna onbe
dwingbare neiging een handspaak te nemen en
doffe klappen uit te deelen, hoewel ik overigens
zachtaardig van natuur ben.
Misschien kon Vandersteng zien ik heb
hem dikwijls zoo'n zintuig toegedacht, maar 't
is ook mogelijk, dat ik m'n innerlijke gevoelens
te veel blootlegde wat ik van plan scheen
te zijn.
Want ineens bleef hij voor mij staan „Ik ben
welgemoed en geresolveerd", citeerde hjj
Maerten Tromp, „om alles uit te staan voor
het lieve Vaderland en onze rechtvaardige
zaak, hetgeen de Heere Gods ons zal gelieve
toe te schikkert".
Hij zei het als een slogan...
„Slagzin!" verbeterde Vandersteng.
„Nu goed, slagzin" beaamde ik en vond dat
hij het prachtig gezegd had. Maar Vander
steng legde mij uit, dat het zooals de Frie
zen beweren met zeggen niet gedaan is.
„Vertel me nou eens", zei Vandersteng en
hij drukte den wijsvinger van z'n rechterhand
priemend iets hooger links dan den bovensten
knoop van m'n vest „vertel me nou eens op
den man af, hoe denk je over den toestand
sedert... nou pak weg... sedert de laatste paar
maanden?"
Ik schrok. Wie spreekt in dezen tijd over den
toestand, en dan... welken toestand. Ik zweeg,
al mag jk achteraf gezegd niet ontken
nen, dat ik naar een passend antwoord zocht.
Want het is soms beter je figuur te redden
dan je hoofd. En wijl m'n hoofd geen gevaar
liep, moest ik 't b;i m'n figuur laten.
„Ik weet het niet", zei ik ontwijkend. „Bo
vendien: ik doe niet aan politiek".
„O", deed Vandersteng. „Maar is je dan
niets opgevallen?
„Neen", zei ik „Ik ben een vreedzaam bur
ger. Ik doe dagelijks m'n plicht; heb zorg voor
brood en kleeren voor de mijnen..."
„En verder?" vroeg Vandersteng.
Verder? Verder? Wat wilde hij vandaag?
Ik ging een stap achteruit om z'n doordrin
genden glimlach en z'n priemenden wijsvinger
gericht op m'n kloppend hart te ontgaan.
Ik keek er naar, niet al te stuntelig, naar ik
hoop.
„Heb je dan niet bemerkt, dat we ons zelf
weer beginnen te worden?
„Neen", zei ik. „Ik heb zelfs niet bemerkt,
dat ik mezelf niet meer was!"
„Dat is kletspraat" meende Vandersteng. „Er
is ons sedert Mei herhaaldelijk voorgehouden,
door eigen landgenooten, dat er heel wat aan
te merken viel op ons volk. Ik heb rrie daar
over telkens geërgerd. Omdat het als alge-
meene opmerking niet waar was en niet waar
is. Sedert enkele maanden is deze toestand van
gekunstelde boeteprediking verandert in een
bewustwording van onze taak in het nieuwe
Europa. We hervinden onszelf en we durven
weer onszelf te zyn. We durven weer verge
lijkingen te maken met het buitenland en we
beginnen weer te zeggen terecht overigens
dat we een onmisbaar element vormen ln
de volkeren-gemeenschap. En daar heb ik schik
in.
En als de zee nu spoedig weer vrij 's m'n
handen jeuken en m'n opgespaarde kracht ver
langt naar arbeid dan toonen we ons weer
in de volle kracht van een stoer volk.
Bezie uw land door de oogen van
den dichter-schrijver Werumeus
Buning.
Zondag werd Werumeus Buning een halve
eeuw, en het is een sympathiek idee van den
uitgever van Buning's gedichten en boeken,
de N.V. Em. Querido's Uitg. Mij., geweest,
Om op dien „gouden verjaardag" met een
paar werken van Buning voor den dag te ko
men, die eigenlijk in het bezit van ieder
vaderlander zouden moeten zijn.
Wat de verzamelde bundels over zijn „zwerf
tochten door ons land" betreft, nu we ge
noodzaakt zijn, dezen zomer de vacantie
in eigen land door te brengen, kan dit prach
tig uitgevoerde, uitnemend geïllustreerde
werk, die vacanties in eigen land, tot een bi
zonder genot maken. Wie met Buning op pad
gaat door het eigen land, die ontdekt tal van
dingen, waaraan hij anders voorbij zou gaan,
die vindt schoonheden, die zonder dezen
schrijver voor hem niet geopenbaard zouden
worden.
Wij hebben reeds eerder de aandacht ge
vestigd op dezé zeer bizondere werken. Dat
ze nu, gecombineerd in één band verschijnen
en voor den prijs van 6 gulden gebonden, in
den handel worden gebracht, verdient alle
waardeering.
Wij nemen nog graag het volgende uit het
prospectus over, met de aanbeveling, dit boek
niet alleen aan den buitenkant in de étalage
van uw boekhandelaar te zien, maar te ge
nieten van de fijne wijzé, waarop Buning U
de dingen voorzet.
In zijn afronding, zijn omvang en indrin
gendheid is deze complete uitgaaf van „Ik
zie, ik zie, wat gij niet ziet" een boekwerk,
dat in letterlijken zin aan iedereen iets
waardevols te bieden heeft: aan de vele
geestdriftige toeristen die juist thans meer
dan ooit behoefte gevoelen, ons land nauw
keuriger te leeren .kennen in zijn bescheiden,
maar daarom zoo welbewaarde en intensieve
schoonheid; aan hen, die thuis gezeten gaarne
in den geest een aangename en onderhou
dende reis meemaken, vol avontuurlijke epi
sodes uit een verleden dat weer tot leven
werd gewekt; aan de natuurvrienden en de
studeerenden, die het liefst rondkijken in de
werkelijkheid.
Alom zullen zjj zich met Werumeus Buning
thuis voelen: in het herrezen Hoensbroek en
op de Kromme Dijken achter Breskens, in De
Hel en het Hemeltje op Schouwen en in het
Land der afgesneden Armen, bij Doctor Faust
in de Tielerwaard of op de Kasteelen langs
de Maas.
En teruggekeerd van deze lange tochten
vol verrassing en afwisseling, die zoo duide
lijk veraanschouwelijkt worden door de vele
foto's in groot formaat, welke aan de be
schrijving zijn toegevoegd, mag elke lezer
trotsch zijn door het besef:
Eerst thans heb ik de verborgen ziel van
ons Nederland gezien!
Belangrjjk werk van een talentvol
dichter.
Zooals reeds is opgemerkt is, eveneens ter
gelegenheid van Buning's 50sten verjaardag,
bij Querido, in uitnemend geslaagde uitvoe
ring, een bundel van diens geheele gedichten-
oeuvre verschenen.
De gedichten van Buning kenmerken zich
steeds door een diep-gevoelde menschelijkheid.
Deze dichter publiceert niet, indien hij geen
„onderwerp" heeft. Steeds ontmoet men in
zijn werk iets concreets, iets waaraan men
„hou-vast" heeft. Iets, dat dus een goeden
klankbodem vindt in onzen Hollandschen
geest, die zoo niet uitgesproken nuchter, dan
toch wel gekenmerkt wordt door realiteitszin.
De gedichten van Buning in één band, zie
daar een verblijdende uitgave die met bijzon
dere belangstelling door lezend Nederland
ontvangen zal worden. Temeer, waar het Bu
ning aan sympathie en belangstelling nooit
ontbroken heeft.
Het is verheugend te bemerken, dat men
inderdaad „volledig" geweest is, iets waarvoor
men Roelants, die deze verzameling samen
stelde, dankbaar mag zijn. Men vindt er het
eerste jeugdwerk in. de reeds eerder gebun
delde werken (o.a. „In Memoriam" en „Maria
Lecina") en voorts gelegenheidslyriek en an
dere gedichten.
Uit de inleiding van Roelants mogen wij
enkele regels citeeren, die feitelijk een bijzon
der geslaagde karakteristiek van Buning en
diens wérk geven: „Hij heeft geen letter ge
schreven, die niet een opwekking tot actieve
levensbelijdenis bevatte. Hij is een man van
traditioneelen Hollandschen stempel, gehecht
aan het gras, het water, de wolken, de koeien
van zijn eigen land, gehecht aan den lust van
het werk en den lust van gezonde zinnen,*
gehecht aan zijn vaderen, hun grond en hun
eigen zeden en leer, gehecht aan de liefste
van zijn hart maar voor geen cent geconfijt
in droge nuchterheid'.'.
Ziedaar... Buning zooals hij is en schrijft.
Wij mogen op deze plaats wel een warme
aanbeveling voor deze uitgave geven. De
minnaar van goede poëzie zal er veel, zeer
veel, in vinden wat hen boeit en ontroert.
Hij zal er in vinden de bekende strofen van
dat onvergetelijk lied van Maria Lécina, maar
hij zal er óók in vinden de vele gedichten,
waarvan hij tot nu toe nog geen kennis nam.
Het was G. H. 's-Gravensande, die achter
in het boek een biographische lijst opnam en
ook deze is interessant. Deze geeft een vol
ledig beeld van alles wat door Buning op het
gebied der schoone letteren gepresteerd is en
dat is niet weinig.
Een gedichten-bundel die, vergissen wij ons
niet, een plaats zal vinden in menige boekerjj
en onder de beste vertegenwoordigers van onze
Nederlandsche dichters, in verleden en heden,
geen slecht figuur slaat.