Alleen met „Castella" reinig ik grondig! Castella Abonneert II op dit blad Mcuiótiieuu^i Pohtioneele restant-ruiming Slaapplaatsen ichuimende TANDPASTA Vandersteng blijft optimist Dinsdag 6 Mei 1941 Tweede Blad Reiskosten evacué's in mindering Loonbelasting? Uw oude rijwielplaatje*** Ambachtsschool Den Helder voor stadgenooten £m $u de ideale verkooper! Puzzlerubriek Burgerlijke Stand van Den Helder Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet Uitgave verzamelde gedichten van Werumeus Buning 't Departement zal beslissen. Naar aanleiding van het artikel van onzen medewerker In het Zaterdag- avondblad van 3 Mei j.1. deelt de In specteur der Registratie te Den Helder ons het volgende mede. Met de meening van Uw medewerker, dat reiskosten van geëvacueerden voor de Loonbelasting in mindering op het loon kunnen worden gebracht ga ik niet accoord. Deze kosten worden door mij als kosten van persoonlijken aard be schouwd. Verzoeken ingevolge art. 13 van het Besluit op de Loonbelasting, bij mjj in- gediend, zullen dan ook worden afge wezen. Door één der belastingconsulenten te Den Helder Is inmiddels de vraag aan het Departement van Financiën voor gelegd. Het ligt in mijn voornemen de beslis sing van het Departement mettertijd in Uw blad bekend te maken. In afwach ting van deze beslissing verzoek ik de Heldersche evacué's het indienen van een verzoek tot dat tijdstip achterwege te laten. Zij voorkomen hiermede een persoonlijke teleurstelling in den vorm van een afwijzing van hun verzoek en zjj besparen de Inspectie een belangrijke hoeveelheid werk. Geef het „Winterhulp". Zooals bekend is er een einde gekomen aan de rijwielbelasting. Voortaan zullen de fietsen niet meer voorzien zijn van het geel etiket, het bewijs vormende dat mij aan de rijwiel-Fiscus zijn offer gebracht had. Wat gebeurt er nu echter met al die duizenden, tienduizenden rijwielbelastingmerken, die van de stuurstangen verwijderd worden? De een zal het voorwerpje zonder meer er af halen en in de vuilnisbak stoppen. De ander zal het er nog een paar jaar laten opzitten en weer een ander zal het er ter gelegenertijd door zijn fietsenreperateyr doen afhalen. Welnu, er is een betere bestemming mogelijk voor dit afgedankte rijwielplaatje. Een belangrijk betere. En die bestemming is... „Winterhulp Neder land". Eén zoo'n plaatje vertegenwoordigt praktisch geen waarde. Tien stuks iets meer en honderd plaatjes nog meer. Zoo zou men door kunnen gaan. In totaal zullen echter de millioenen plaatjes een belangrijk geldsbe drag vertegenwoordigen en het is hierop, dat „Winterhulp" gaarne, aanspraak wil maken. Wat U er voor moet doen? Zoowel in den winkel van Vroom Dreesman als in het gebouw voor Sociale Zaken vindt U een groote bus staan, waarin de plaatjes gedeponeerd kunnen worden. Doét U het ook met Uw plaatje...? „Winterhulp" en behoeftig Nederland zullen er er U dankbaar voor' zijn In het nummer van j.1. Zaterdag werd een advertentie opgenomen betreffende de aan gifte van nieuwe leerlingen. Verzuimd werd bij de genoemde vakken, waarin opleiding gegeven wordt het vak „meubelmaken" te vermelden. Adspirant-meu- belmakers houden hiermede dus rekening. AANGEHOUDEN. Door de politie werd dezer dagen een per soon, als zijnde verdacht van diefstal van een hoeveelheid hout, aangehouden. DIEFSTAL VAN EEN BANKBILJET. Bij de politie werd aangifte gedaan door een juffroüw, dat zij uit haar woning door diefstal een bankbiljet van 10.mist. Een onderzoek is ingesteld. DIEVEGGE AANGEHOUDEN. Door de politie is een vrouw aangehouden, verdacht van diefstal van wollen dekens uit een perceel aan de Molenstraat. NAAR ALKMAAR. Als verdacht van verduistering is een per- Boon aangehouden en naar het Huis van Be waring te 'Alkmaar overgebracht. LICHT IN DE BREESTR AAT. Surveilleerende politie ontdekte „fraudu leus" licht in len woning aan de Breestraat. Terstond werd deze verboden lichtbron vol gens de regelen der kunst gedoofd. 3 DIEVEN AANGEHOUDEN. Het is de politie gelukt de hand te leggen op wederom een drietal personen, die ver dacht worden van diefstal en. heling. FIETS VERDWENEN. Een persoon, die zijn rijwiel tegen de pui van een café geplaatst had, kwam tot de onaangename ontdekking dat het rijwiel spoorloos verdwenen was. NOG ZOO IETS. Een stadgenoot zette z'n fiets even onbe heerd voor een woning aan den Huisduiner- weg. Ook deze fiets werd door onbekenden meegenomen. TERUG NAAR SNEEK. De politie legde de hand op een minder jarige jongen, die afkomstig bleek te zijn ui Sneek en hier niets te maken had. Hy za naar zijn bakermat teruggezonden worden. Indien men vandaag het politie-rap- port leest, zal men daarin vermeld vin den, dat het de politie gelukt is wederom de hand te leggen op verscheidene perso nen, die onze stad onveilig maakten met hun è.1 te lange vingers, en heel wat in braken en helingen op hun geweten had den. Men zou deze arrestaties, die aan het einde van de vorige week plaatsge vonden hebben, m^i of meer „restanten opruiming" kunnen noemen, aangezien het waarschijnlijk is, dat met deze ele menten de laatste langvingerigen daar heen geleid zijn, waar zij voorloopig be- hooren: namelijk Alkmaar. Wij vleien ons, en onze lezers waar schijnlijk m t ons, niet met de hoop dat Den Helder van nu af een eiland van volmaakte eerlijkheid zal worden. In tegendeel, over een dergelijken paradijs- achtigen oestand behoeft men zich geen illusies te maken. Wat echter wèl meer dan een bloote vermelding waard is, is het feit, dat onze politie gedurende de laatstverstre- ken maanden zulk voortreffelijk werk gepresteerd heeft, werk, waarvoor inder daad een woord van lof en erkenning o.I. op zijn plaats is. Laat ons de zaken zuiver stellen: niet steeds was er in onze stad waardeering voor het politioneele werk. Er werden diefstallen gepleegd en niet a 11 ij d slaag de de politie er in de hand op deze indivi duen te leggen. Dus, zoo zei een groot deel. der bevolking, de politie is niét voor haar taak berekend. Een volkomen onjuist inzicht. En dat thans wel op bijzonder duidelijke wijze naar voren treedt door de veelvuldige arrestaties, die den laatsten tijd hebben plaatsgevondenen waarvan men het eigenlijke sluitstuk in dit nummer van de krant kan lezen. Er is flink wat werk verzet in deze periode: commissaris en inspecteurs, recherche en agenten hebben op loffelijke wijze samengewerkt om tot dit eervol resultaat te komen. Een resultaat, dat drastische zuivering inhield van onze stad. Een bewijs, dat er in ons korps agenten en rechercheurs flinke kerels zitten, po litiemannen met oogen en ooren, die ze te gebruiken weten en staande onder goede leiding. Laat men dit bedenken bij deze „restan ten-opruiming". Laat men het tevens be denken, indien ter gelegener tijd een inbraak plaatsvindt en dat de dader niet gegrepen wordt... Koegras: bij W. Hovenier, Rijksweg 83, bij halte Koegras is ëen groote beneden-slaap kamer disponibel voor 4 personen. Ochtendblad Telegraaf! Haagsche Post, nieuwe O.K.E.Ü De hooge stem van het Akojoch galmt over het overvolle^ perron, 't Is gezellig druk om ons heen. De D-wagens staan met wijd open deuren gereed de, nu nog rumoerige men- schenmassa op te slokken. Wij vormen 'n groep van vier. Ik stap als eerste dien ingang in, waarboven op 'n glan zend emaille plaat, Amsterdam, „Ergens in Europa" staat geschreven. Den eersten indruk dien ik krijg is, dat het allemaal pittoreske huisjes schijnen, zooals de coupé's daar liggen aan het, op 'n nauwe straat gelijkend, gangetje. In 'n ietwat overdadig betrijpte coupé in- stalleeren wij ons en strekken, moe van het jachten, weldadig onze beenen. Wij rijden... Wij zien nog net hoe 'n speel goedachtig locaaltreintje door 'n, voor ons on zichtbare, hand op 'n ander spoor wordt ge dirigeerd Tegenover mij zit 'n welgedane heer, die hardnekkige pogingen in het werk stelt zijn verkouden reukorgaan in 'n blijvenden staat van reinheid te krijgen, hetgeen hem na eeni- gen tijd inderdaad gelukt. Als schrille tegenstelling vertoont de pro- pagandafoto bóven hem 'n karakteristiek Hol- landsch landschap, waarop twee Zeeuwsche boerinnen de properheid slechts accentueeren. 'n Juffrouw links van mij is dit tranendal reeds vergeten en snurkt luid met wijd open mond. Het meisje, dat kennelijk' bij haar hoort, tracht van deze gelegenheid gebruik te maken door zes zuurtjes tegelijk in haar mond te steken. Deze poging mislukt jammerlijk, aan gezien het lieve kind op het beslissende oogen- blik zich verslikt en 'n hoestbui krijgt. Ze kijkt wantrouwend naar mijn verkouden over buur en veegt gelaten de catastrophe bij el kaar. Inmiddels glijdt het landschap in aange name afwisseling voorbij. Langs bontgekleurde bollenvelden, waar achter kokettè kerktorentjes wedijveren deze charmante Lentecomposities nóg meer te doen slagen. De cadans van den wagen maakt ons soezerig...... Ik sta op 'n besneeuwden bergtop. Door 'n lichten nevel zie ik, vér beneden mij, óns dorpje. Witte huisjes, waartusschen hier en daar 'n rood/pannendak onwezenlijk aandoet. Zóó maar! Van louter levensvreugd en uit dankbaarheid dat ik dit mag aanschouwen. Ik word afgeleid door 'n skiloopster, die met toomelooze vaart léngs mij suist. De wolk sneeuwstof, welke zij achterlaat, groeit uit tot 'n sprookjesachtigen bruidsluier, als de zon er, onnavolgbaar, duizenden dia manten op toovert. Ik word bang voor deze majesteit. Hoe lang sta ik hier al? Is 't 'nyur? 'n Dag? 'n Jaar? Als ik mij voorzicfitig verplaats, glijd ik uit. Ik val... eerst langzaam, dan sneller... steeds sneller... Met 'n schok word ik wakker. Als lk even er né. door de contróle schuifel en links van mij 'n gaping in het stadsbeeld zie, wéét ik...! AlkmaarDen Helder in 'n D-wagen. Op 'n weekkaartje 't Was 'n schoone illusie. Wijo. Alleen Castella tandpasta bevat het Perldon, dat met duizenden schuint' belletjes de kleinste hoeken van het gebit reinigt. 33 CT. PER TUBE I Weer zoo'n goed d^sbelm^n-product I In de kruiswoordpuzzle, die wij gisteren op namen, zijn een drietal fouten geslopen. Van 25 verticaal is vergeten de omschrijving te geven. Dit moet zijn: herfstsering. De vier hokjes verticaal, waarin het cijfer 72 voorkomt, vormen den naam van een vogel, terwijl in de 8 hokjes verticaal, te beginnen met het derde hokje rechts van het cijfer 59, tezamen een ander woord voor „kwijtschel ding" moet worden ingevuld. Bij de oplossing gelieve U deze twee laatste woorden te num meren met resp. 66a en 59a. Voorts moet no. 2 horizontaal zijn no. 7 horizontaal terwijl de omschrijving van 20 ho rizontaal is: Lor inplaats van Cor. van 5 Mei 1941. BEVALLEN: J. van ZoestTompot, d.; J. KramerKloosterboer, d. Grauwe wolken gaven regen, Met een zeeg'nend milde hand; 't Viel op tuinen, weiden, akkers. En op 't droge dorre land. 't Jonge groen, dat in de knoppen. Stillekens verscholen zat, Kwam te voorschijn uit haar sluim'ring, Door het heerlijk! kostb're nat. Jeugdig groen staat nu te pralen. Nieuwe blaadjes aan de tak. Heerlijk fris ligt daar de klimop, Op het oude pannendak. Het nieuwe leven is geboren. Zie eens de natuur herleeft, Door een frisse zachte regen, Die 't nieuwe groen, een feestkleed geeft. K. WOUTERS. Heemstede, 5 Mei '41. Sedert langen tijd had ik den matroos le klas Vandersteng niet in zoo'n'goede stemming gezien. Dat kwam beslist niet door het weer, want de lente was enkele streken achter en de kalender was sedert het schutblad afge scheurd werd, niet meer bijgehouden. Trou wens voor dergelijke dingen was Vander- streng ongevoelig. Ik herinner me, met hem eens ter vischvangt te zijn geweest. Van vis- schen heb ik niet de minste ervaring en Vanderstreng weinig meer. We hadden een boot gehuurd; U kent ze wel' van die logge plompe dryvende bakken met vier kante riemen en twee als vingers opstaande dollen met een verweerd touwtje er aan, om botvangen te voorkomen. U weet toch wat botvangen is, nietwaar? Welnu, dat konden wij met deze riemen beslist niet, tenzij het touwtje breken zoii en daarop bestond veel kans. We wilden brasem vangen en zouden naar het Alkmaardermeer gaan. Ik hou niet van roeien en daarom nam ik het roer. De helmstok zat los. Het kan ook zyn, dat hij één geheel uitmaakte met het roer; ik weet dat zoo precies niet meer. In elk geval trok Van dersteng aan de riemen en ik vond dat hij dit meesterlijk deed, althans voor zoover ik mij herinner. Halverwege het meer wierp ik het dreg uit, U weet wel, zoo'n grooten steen, zoo als de huisvrouwen vroegerjgebruikten voor of juister op de inmasskpotten met snij- boonen, prinsessenboonen, kool om zuurkool te krijgen, die je echter beter in de groenten- winkel koopen kan en meer van dat goed. We haaiden visschentuig, het deeg, de hen gels en de kaar voor den dag en ook een flesch of kruik om je voeten te warmen. Of 't Bols was of Bokma, dat zou ik Vandersteng nog eens moeten vragen. Maar zoo erg belangrijk is 't niet, en waarschijnlijk interesseert het U in 't geheel niet. Meer dan een uur hadden we zwijgend, elk aan een kant, in de boot gezeten. De kruik ging hand over hand. Dat was overigens de eenigste afwisseling, want de visschen schenen niet te willen bijten. Toen ik Vandersteng daarop opmerkzaam maakte zei hij meer ver baasd dan droog: „visschen wij dan? Ik dacht, dat je eens gezellig uit wou gaan". Maar nu was hij in een stemming zooals ik hem sinds lang niet gezien had. Hij stapte, bijna wiegelend heen en weer en floot. Floot als een leeuwerik, althans zooiets, hoewel ik meen ditzelfde geluid ook wel eens gehoord te hebben van de kokmeeuwen als ze achter het 'schip aanvlogen, ten tijde, dat de zeuntjes de spoeling door de stortkoker gooiden. Z'n han den rusten genoeglijk gekruist op z'n rug, 'n beetje laag, maar toch bevallig genoeg om er door z'n wiegelende gang niet af te vallen. En z'n gezicht glom. Terwijl ik hem zoo voor mij zie, zoek ik naar een vergelijking voor z'n glim mende tronie. Ik pijnig m'n hersenen tever- gêefs om een voorbeeld te vinden, dat de ge noeglijk glimmende snuit van Vandersteng zou kunnen uitbeelden. Als hij mij, in zijn heen- en weergang, naderde en mijn verbaasd- vragend gezicht zag, scheen het, alsof een binnenpretje op uitbarsting stond. Dan trok z'n linkeroog als het bekende patrijspoortje open, en knipperde de rechter blindeerklep op en neer in een flinkering als van een topsein- lamp. Op zulke momenten heb ik een bijna onbe dwingbare neiging een handspaak te nemen en doffe klappen uit te deelen, hoewel ik overigens zachtaardig van natuur ben. Misschien kon Vandersteng zien ik heb hem dikwijls zoo'n zintuig toegedacht, maar 't is ook mogelijk, dat ik m'n innerlijke gevoelens te veel blootlegde wat ik van plan scheen te zijn. Want ineens bleef hij voor mij staan „Ik ben welgemoed en geresolveerd", citeerde hjj Maerten Tromp, „om alles uit te staan voor het lieve Vaderland en onze rechtvaardige zaak, hetgeen de Heere Gods ons zal gelieve toe te schikkert". Hij zei het als een slogan... „Slagzin!" verbeterde Vandersteng. „Nu goed, slagzin" beaamde ik en vond dat hij het prachtig gezegd had. Maar Vander steng legde mij uit, dat het zooals de Frie zen beweren met zeggen niet gedaan is. „Vertel me nou eens", zei Vandersteng en hij drukte den wijsvinger van z'n rechterhand priemend iets hooger links dan den bovensten knoop van m'n vest „vertel me nou eens op den man af, hoe denk je over den toestand sedert... nou pak weg... sedert de laatste paar maanden?" Ik schrok. Wie spreekt in dezen tijd over den toestand, en dan... welken toestand. Ik zweeg, al mag jk achteraf gezegd niet ontken nen, dat ik naar een passend antwoord zocht. Want het is soms beter je figuur te redden dan je hoofd. En wijl m'n hoofd geen gevaar liep, moest ik 't b;i m'n figuur laten. „Ik weet het niet", zei ik ontwijkend. „Bo vendien: ik doe niet aan politiek". „O", deed Vandersteng. „Maar is je dan niets opgevallen? „Neen", zei ik „Ik ben een vreedzaam bur ger. Ik doe dagelijks m'n plicht; heb zorg voor brood en kleeren voor de mijnen..." „En verder?" vroeg Vandersteng. Verder? Verder? Wat wilde hij vandaag? Ik ging een stap achteruit om z'n doordrin genden glimlach en z'n priemenden wijsvinger gericht op m'n kloppend hart te ontgaan. Ik keek er naar, niet al te stuntelig, naar ik hoop. „Heb je dan niet bemerkt, dat we ons zelf weer beginnen te worden? „Neen", zei ik. „Ik heb zelfs niet bemerkt, dat ik mezelf niet meer was!" „Dat is kletspraat" meende Vandersteng. „Er is ons sedert Mei herhaaldelijk voorgehouden, door eigen landgenooten, dat er heel wat aan te merken viel op ons volk. Ik heb rrie daar over telkens geërgerd. Omdat het als alge- meene opmerking niet waar was en niet waar is. Sedert enkele maanden is deze toestand van gekunstelde boeteprediking verandert in een bewustwording van onze taak in het nieuwe Europa. We hervinden onszelf en we durven weer onszelf te zyn. We durven weer verge lijkingen te maken met het buitenland en we beginnen weer te zeggen terecht overigens dat we een onmisbaar element vormen ln de volkeren-gemeenschap. En daar heb ik schik in. En als de zee nu spoedig weer vrij 's m'n handen jeuken en m'n opgespaarde kracht ver langt naar arbeid dan toonen we ons weer in de volle kracht van een stoer volk. Bezie uw land door de oogen van den dichter-schrijver Werumeus Buning. Zondag werd Werumeus Buning een halve eeuw, en het is een sympathiek idee van den uitgever van Buning's gedichten en boeken, de N.V. Em. Querido's Uitg. Mij., geweest, Om op dien „gouden verjaardag" met een paar werken van Buning voor den dag te ko men, die eigenlijk in het bezit van ieder vaderlander zouden moeten zijn. Wat de verzamelde bundels over zijn „zwerf tochten door ons land" betreft, nu we ge noodzaakt zijn, dezen zomer de vacantie in eigen land door te brengen, kan dit prach tig uitgevoerde, uitnemend geïllustreerde werk, die vacanties in eigen land, tot een bi zonder genot maken. Wie met Buning op pad gaat door het eigen land, die ontdekt tal van dingen, waaraan hij anders voorbij zou gaan, die vindt schoonheden, die zonder dezen schrijver voor hem niet geopenbaard zouden worden. Wij hebben reeds eerder de aandacht ge vestigd op dezé zeer bizondere werken. Dat ze nu, gecombineerd in één band verschijnen en voor den prijs van 6 gulden gebonden, in den handel worden gebracht, verdient alle waardeering. Wij nemen nog graag het volgende uit het prospectus over, met de aanbeveling, dit boek niet alleen aan den buitenkant in de étalage van uw boekhandelaar te zien, maar te ge nieten van de fijne wijzé, waarop Buning U de dingen voorzet. In zijn afronding, zijn omvang en indrin gendheid is deze complete uitgaaf van „Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet" een boekwerk, dat in letterlijken zin aan iedereen iets waardevols te bieden heeft: aan de vele geestdriftige toeristen die juist thans meer dan ooit behoefte gevoelen, ons land nauw keuriger te leeren .kennen in zijn bescheiden, maar daarom zoo welbewaarde en intensieve schoonheid; aan hen, die thuis gezeten gaarne in den geest een aangename en onderhou dende reis meemaken, vol avontuurlijke epi sodes uit een verleden dat weer tot leven werd gewekt; aan de natuurvrienden en de studeerenden, die het liefst rondkijken in de werkelijkheid. Alom zullen zjj zich met Werumeus Buning thuis voelen: in het herrezen Hoensbroek en op de Kromme Dijken achter Breskens, in De Hel en het Hemeltje op Schouwen en in het Land der afgesneden Armen, bij Doctor Faust in de Tielerwaard of op de Kasteelen langs de Maas. En teruggekeerd van deze lange tochten vol verrassing en afwisseling, die zoo duide lijk veraanschouwelijkt worden door de vele foto's in groot formaat, welke aan de be schrijving zijn toegevoegd, mag elke lezer trotsch zijn door het besef: Eerst thans heb ik de verborgen ziel van ons Nederland gezien! Belangrjjk werk van een talentvol dichter. Zooals reeds is opgemerkt is, eveneens ter gelegenheid van Buning's 50sten verjaardag, bij Querido, in uitnemend geslaagde uitvoe ring, een bundel van diens geheele gedichten- oeuvre verschenen. De gedichten van Buning kenmerken zich steeds door een diep-gevoelde menschelijkheid. Deze dichter publiceert niet, indien hij geen „onderwerp" heeft. Steeds ontmoet men in zijn werk iets concreets, iets waaraan men „hou-vast" heeft. Iets, dat dus een goeden klankbodem vindt in onzen Hollandschen geest, die zoo niet uitgesproken nuchter, dan toch wel gekenmerkt wordt door realiteitszin. De gedichten van Buning in één band, zie daar een verblijdende uitgave die met bijzon dere belangstelling door lezend Nederland ontvangen zal worden. Temeer, waar het Bu ning aan sympathie en belangstelling nooit ontbroken heeft. Het is verheugend te bemerken, dat men inderdaad „volledig" geweest is, iets waarvoor men Roelants, die deze verzameling samen stelde, dankbaar mag zijn. Men vindt er het eerste jeugdwerk in. de reeds eerder gebun delde werken (o.a. „In Memoriam" en „Maria Lecina") en voorts gelegenheidslyriek en an dere gedichten. Uit de inleiding van Roelants mogen wij enkele regels citeeren, die feitelijk een bijzon der geslaagde karakteristiek van Buning en diens wérk geven: „Hij heeft geen letter ge schreven, die niet een opwekking tot actieve levensbelijdenis bevatte. Hij is een man van traditioneelen Hollandschen stempel, gehecht aan het gras, het water, de wolken, de koeien van zijn eigen land, gehecht aan den lust van het werk en den lust van gezonde zinnen,* gehecht aan zijn vaderen, hun grond en hun eigen zeden en leer, gehecht aan de liefste van zijn hart maar voor geen cent geconfijt in droge nuchterheid'.'. Ziedaar... Buning zooals hij is en schrijft. Wij mogen op deze plaats wel een warme aanbeveling voor deze uitgave geven. De minnaar van goede poëzie zal er veel, zeer veel, in vinden wat hen boeit en ontroert. Hij zal er in vinden de bekende strofen van dat onvergetelijk lied van Maria Lécina, maar hij zal er óók in vinden de vele gedichten, waarvan hij tot nu toe nog geen kennis nam. Het was G. H. 's-Gravensande, die achter in het boek een biographische lijst opnam en ook deze is interessant. Deze geeft een vol ledig beeld van alles wat door Buning op het gebied der schoone letteren gepresteerd is en dat is niet weinig. Een gedichten-bundel die, vergissen wij ons niet, een plaats zal vinden in menige boekerjj en onder de beste vertegenwoordigers van onze Nederlandsche dichters, in verleden en heden, geen slecht figuur slaat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5