SK°
Doe als hij
TIMMEREN IS EEN KUNST
Hedie ionyeni en meiijei!
Oplossing raadsel vorige week
mbig mm
Nieuw Raadsel
De Nachtegaal
De onbeleefde bediende
Donderdag zat ik ergens ver weg in de
Provincie Utrecht en toen heb ik daar de
bomen eens goed aangekeken. Nu, ik moet
eerlijk bekennen, dat die bomen en struiken
niet verder uitgelopen zijn, dan de bomen en
struiken in Berden en in... Den Helder. Jullie
weet natuurlijk net zo goed als ik, dat de
mensen altijd en altijd mopperden op dat
kouwe Nieuwediep, waar et groen minstens
drie weken later kwam dan zuidelijker in het
land. En nu zitten we zuidelijker en we zien
de groei en ontwikkeling iedere dag, maar ik
zit ook iedere dag in Den Helder en daar zie
ik het dus ook. En werkelijk er is geen ver
schil. Leve Nieuwediep dus! We mopperen er
niet meer op, we schelden niet meer, we zijn
alleen nog maar dankbaar, als we er na onze
vluchtperiode weer terug mogen keren. En
ik blijf optimistisch ten aanzien van ,die te
rugkeer. Alle zwartgallige mensen kunnen
me niet het geloof ontnemen, dat deze oorlog
nog spoediger afgelopen zal zijn, dan die
zwartkijkers menen.
Maar kom, laat ik me op de briefjes wer
pen, want als jullie eens wist hoe laat het al
is en wat er nog op het vuur staat om onder
de schrijfmachine door te gaan, dan zou je
haastmedelijden met me krijgen, 't Is
niet nodig, hoor! Als jullie dit praatje lezen,
zit ik immers al fijn in Bergen en dan ben ik
alle drukte en zorgen vergeten. Trouwens veel
zorgen moeten we ons maar niet maken. Die
komen altijd nog vroeg genoeg. De meeste
mensen maken zich bezorgd over de dingen,
die misschien zullen gebeuren en die
nooit gebeuren. Jullie toch zeker niet. Nee,
gelukkig niet, jullie leven en genieten van
iedere dag. Op een villa in Bergen staat „Carpe
Diem", dat beteekent „Pluk de dag" en dat
beteekent weer, dat je iedere dag genieten
moet van de dingen, die er altijd nog genieten
zijn. Doe dat ook, het voorjaar, ook al is het
koud zoals nu,-, geeft toch veel fijne dingen.
Zie maar om je heen.
En nu de prijs. Die is gewonnen door:
Broer en Zus de Visser, Woudsend.
Ansje Mosterdijk, Haarlem. Ik ben te
vroeg om je vandaag te feliciteren, Ansje. Ik
wacht dus nog één of twee weken. Maar ver
geet dan niet me het volgende week nog even
te vertellen, want m'n hoofd is soms een zeef,
ik lees veel, ihaar 't zakt er weer net zo hard
Uit, dus die verjaardag van jou ben ik vol
gende week ook vast kwijt. Jammer, dat je
bloemen zo treurig staan. Hebben ze soms te
weinig zon? Daar kan niemand tegen, hoor.
Je moet ze veel licht geven en veel zon. Ook
weer niet teveel, want teveel van het goede
is ook niet goed. Ja, 't is soms een puzzle in
het leven.
En hier staat dan nog dat aardige versje,
dat je me zond en dat je overgeschreven hebt
uit een schoolboekje.
'T DROPJE
't Dropje moet op de aarde vallen.
Moet de lieve bloemen allen,
Moet ook 't visje laven, drenken.
Moet de bron haar krachten schenken,
Moet het rad in 't ronde jagen.
En de grote, grote zee,
Maakte het Dropje die niet mee?
Jopie Maasland. Op jou mag ik niet
mopperen, Jopie, al schrijf je me niet zo
trouw, maar als ik dan je mooie rapport zie
en ik hoor, dat je pianoleraar tevreden is over
je vorderingen en ik weet, dat je nog huis
werk meekrijgt, dan begrijp ik zo heel goed,
dat e: van schrijven weinig komt. Blijf jij je
best maar doen, hoor, en als er eens tijd over
is, nu, dan schrijf je mij weer zo'n gezellige
grote brief. Nu zou ik nog bijna vergeten je
van harte te feliciteren.
Jan v. Dierendonck. Deze week had ik
geen ruimte voor je raadsel, Jan en geen tijd
om eens rustig te controleren, of het goed
was. Misschien volgende week. Dan is het
ook nog vroeg genoeg met het oog op de
feestdagen.
Mientje de Heer, Br. op Langendijk. Wat
jammer van die neuzen van jullie, Mientje,
dat die taart eraan voorbijging, want wat
zou je gesnuffeld hebben naar die lekkere
geur. Maar je weet nooit hoe jullie nog eens
zoo iets lekkers kan verschalken. Je versje
was groot, ik zal het bewaren tot er eens wat
meer ruimte is.
Agnes de Heer. Ja, dat is een ander leven
dat je ziet, als je uit jullie venster kijkt, Ag
nes, dan in Den Helder. Daar draaien de mo
lens en spitten de landarbeiders en zie je veel
grachten en vaarten en in Den Helder zie je
bijna niet anders dan huizen en huizen en weer
huizen als je uit je raam kijkt. Ik geloof heus,
dat jij je hart een beetje aan Br. op Langen
dijk verpand hebt. Of vergis ik me? Dank
voor je raadsels, hoor.
Broer en Zus de Visser, Woudsend. Dat
was een feest voor jullie, tweetal, dat je moe
der een paar weken naar jullie toegekomen
is, voor de... schoonmaak. Leve de schoonmaak
zou je bijna zeggen, want daardoor hebben
jullie je moeder een paar weken bij je. Na
tuurlijk is het ervelend, dat je vader nu al
leen in Den Helder is, vooral nu het weer wat
onrustig was de laatste tijd. Maar enfin, hij
komt straks met verlof naar Friesland en dan
is het Klaver-vier, weer volledig. Nog gefe
liciteerd met jullie verjaardag, hoor.
Elly de Zwart, Haarlem. Maar Elly, wat
keek je zwart in je brief. Had ik je vergeten
Ik geloof het eigenlijk niet, want al blijft een
briefje wel eens een week liggen, ze gaan toch
niet de prullemand in, voordat ze beantwoord
zijn, tenzij ze natuurlijk geschreven worden
in een week, dat het „Verboden" is Vandaag
zal je nog wel in een goede stemming zijn over
ie verjaardag van gisteren, waarmee ik je nog
heel hartelijk feliciteer.
Fennechien Molema, Julianadorp. Je
kon die gewonnen taart moeilijk bewaren tot
de verjaardag van je vader op I Juni, Fenne
chien, want ik denk, dat er dan wel weinig
aan geweest was en nu heb je je lippen na
tuurlijk wel tienmaal afgelikt. Dat spreekt
vanzelf, dat jullie teruggaan naar Den Hel
der, als de oorlog voorbij is. Dat doen we alle
maal.
Nelie Roodenburg, Callantsoog. Ja, in
derdaad, dat is een leuk versje, Nelie. Ik zal
het hieronder opnemen.
REIZEND BESLAG.
Ka is beslag aan 't maken
Voor dikke pannekoek.
En 't hoofdje van klein zusje
Komt gluren om de hoek.
„Ka, mag ik bij je kijken?"
Vraagt vleiend kleine Door,
En Kaatje antwoordt goedig,
„Wel zeker, kom maar hoor!"
Zus kijkt nu heel aandachtig
Naar al wat Kaatje doet,
Dan vraagt ze na een poosje:
„Ka is 't beslag al goed?"
„Neen zus, 't moet eerst nog rijzen,
kijk in die grote pan
En na het rijzen bak ik,
Er pannekoeken van!"
Zus wandelt uit de keuken
Nieuwsgierig vraagt ze „Möe!
Als dat beslag gaat reizen,
Waar gaat het dan naar toe?"
Wim Nieuwenhuizen. Hier is je briefje weer
Wim, jij, die zoveel van vacantie houdt, dat
je nu al droomt over de vier weken, die je na
Juli krijgt. Dat zal fijn zijn. Nu, ik houd ook
van vacantie, hoor, maar vier weken zou me
te lang zijn. Als je gezond bent moet je maar
werken, daar voel je je het beste bij.
Bep Roos. Bep, vergeten ben ik je niet,
hoe zou ik het kunnen, en boos ben ik ook
helemaal niet op je en ik geloof niet, dat ik
het ooit op je zou kunnen worden ook, als
ik je leuke brieven lees. Hoe dus je briefje
onbeantwoord gebleven is, is me een raadsel.
Ja, dat waren heel nare uren, de vorige week.
We zouden de oorlog soms bijna vergeten en
toen zaten we er weer zo midden in. Moeder
heeft gelijk, hoor: Bid maar voor den vrede
en laten alle kinderen het maar doen. De
vrede is het mooiste op deze wereld en ik
geloof, ik geloof, dat het niet zo lang meer
duren zal. Dag, Bep, wat heb je nu een grote
brief gekregen, hè
Jaap Plaatsman. Wil jij zo graag een
moeilijk raadsel, Jaap De andere kinderen
zijn het vast niet met je eens, want die heb
ben allemaal graag van die raadsels, waar
van je de oplossingen zo „uit je mouw schudt"
Susanna de Boer. Jammer, dat je vader
niet op z'n verjaardag thuis was, Suus en ook
jammer, dat die taartjes tegenwoordig zo
duur zijn en dat je er bonnen voor nodig hebt,
die je niet missen kan.
Jacob Bovenkerk, Als ik honger heb,
kom ik bij jou op de snijbonen of grauwe erw
ten, Jacob, uit je eigen tuintje. Dat vind je
toch zeker wel goed?
Johanna Beekma. Je briefje is naar die
meneer gegaan, die de raadsels nakijkt, Joh.
Hij zal het wel ter harte genomen hebben en
als hij een fout gemaal-t heeft, nu, dan zit
er wat voor hem op, dat beloof ik je.
Corrie v. Bale. Dat is gevaarlijk, Corrie,
om direct na zo'n bomaanval te gaan kijken.
Je weet immers nooit of er nog onontplofte
granaten zijn, uoals die Donderdagavond. Het
is nog een wonder, dat al die opruimers er
zo goed zijn afgekomen, toen dat ding ont
plofte en ook die nieuwsgierige mensen,
waaronder jij. Binnenblijven voortaan, hoor,
't is niets anders dan narigheid, die je ziet.
Ab Plaatsman. Op f. Juni wordt er geen
taart verloot, Ab, dat wordt pas 6 Juni. Je
kan dus nooit een taart winnen op je ver
jaardag. Wat een strop, vind je niet?
Jacoba Prins. Als er weer een vriende
lij' e lezeres is, Jacoba, die me Verkade-plaat-
jes stuurt, dan ben jij aan de beurt. De vorige
plaatjes zijn al uitgedeeld. Ik heb er niet één
meer.
Corrie Bekebrede. Ik kan het begrijpen,
dat je bang was, toen die vliegtuigen boven
de stad ronkten en hun duivelse inhoud naar
beneden gooiden. En ik kan me ook indenken
da* je zo vurig naar de vrede verlangt. Ach,
we doen het allen. Ik hoop van harte, dat
het rustig blijft in Den Helder. Het beste,
hoor.
Viooltje, Callantsoog. Je gaat nu de
goede tijd tegemoet, Viooltje. Nu wordt het
fijn op Callantsoog en vooral het feit, dat je
zo dicht bij de duinen en bij het strand zit is
de moeite van de tocht heen en terug naar
Den Helder wel waard. Wat zal het in de
vacantie een genot zijn. Profiteer er maar
van.
Magda Reinderman. Ja, in Nijmegen ben
ik wel eens een paar maal geweest, maar
eigenlijk alleen er maar doorgereden en dus
ken ik het niet. Ik heb natuurlijk gezien, dat
de ligging möoi is, dat. je er prachtige villa's
hebt en dat je een wonder mooi uitzicht hebt
op de Rijn en de Waal en de dorpjes van de
omgeving, maar als jij er gelogeerd hebt, zal
je het wel beter kennen.
Hannj v. Linge. Daar zal je wel mal op
zijn, Hanny, op,die kleine Riekje van 1% jaar.
Een fijne, 'evende speelpop, maar pas op, een
pop mag je verwennen, maar zo'n nichtje
niet, hoor. wai t dat heeft ze om de drommel
in de gaten.
Loek en Leon v. d. Wal, Den Haag. Wat
jammer, dat jullie vader nu weer niet met
z'n verjaardag thuis was, jongens. Dat is de
tweede verjaardag in Holland, die hij niet
thuis doorbrengt, hé? Wees blij, dat hii nog
in leven is en dat je hopen mag. dat hij een
volgende feestdag weer in eigen kring door
mag brengen. Beterschap met Leon. hoor. Dat
is naar, dat hij zo ziek was. Schrijf me vol
gende week maar eens gauw hoe het gaat. Ja,
dat is jammer, dat hij nu niet aangenomen
kon worden en dat het een jaar moest worden
uitgesteld.
Jongens n meisjes, ik stop. Er liggen nog
heel wat briefjes. We spreken dus af, dat
jullie me volgende week niet schrijven en dat
ik dan weer de rest van de briefjes beantwoord.
Tot volgende week, hopen we.
L
A
R
E
N
E
K
O
U
v-;,
R
W
E
R
D
Goede oplossingen ontvangen vant
Jan v. D. Jopie M. Ansje M. Jan v. B. Cor
rie G. Tini v. B. Kinderen M. Broer en Zus
de V. Martien v. V. Andries W. Agnes en
Mientje de H. Maarten en Co v. V. Jan de G.
Fennechien M. Jo K. Nelie R. Cor v. B. Wim
N. Piet en Freek B. Frits C. Jo B. Neeltje C.
Bep R. IJf B. Jaap P. Susanne de B. Jacob
B. Fresia. Klaasje Z. Kinderen B. Annie K.
Corrie v. B. Ab P. Jacoba P. Sientje de J.
Frits S. Corrie B. Viooltje. Magda R. Henkie
en Jantje S. Hanny v. H. Jo de G. Jan v. d.
K. Nico en Dickie B. Martha K. Annie V.
Jacoba S. Jan B. Harry R. Coen en Ermi C.
Corrie K. Gonda G. Gerrit oe B. Siena G.
Henny v. G. Willie V. Jan K. Annie v. B. M.
V. Mientje F. Gilles K. Dillie G. Laura H.
Ati P. Maarten K. Joop en Willem v. D. Ma-
rietje J. Lucie W. Meta v. A. Martha B. Mien
tje H. Thea L. Trientje D. Betsy F. Joop G.
Klaas G. Jan A. Hendrik H. Jopie en Henkie
P. Trijntje K. Dieuwi S. Tini v. d. W. Kees
de B. Tini v. d. P. Mientje B, Rika W. Nellie
C. Dieuw D. en Marietje T.
VERBORGEN JONGENSNAMEN.
1. Die jongen ziet er net uit, of hij niet lachen
kan.
2. Wist ik maar iets, waarmee ik het weer
goed kon maken.
3. Je moet bij dal werk goed opletten, want
onwillekeurig maak je vergissingen.
4. Ja, niemand kan nu eenmaal van de wind
leven.
5. Alle onderdelen van deze machine zijn van
staal vervaardigd.
Diep in 't groene lever
Daar kwinkeleert zo zacht
Het kleine nachtegaaltje
In schone notenpracht.
In 't stille van de avond
Zong ze zo fris en blij.
't Was ver al in de lente:
Een avond in de Mei.
Heemstede, 7 Mei 1941 K, Wouters.
Door J. v. S.
Jozef was huisknecht bjj een rijk heer; hij
moest alle boodschapen voor mijnheer doen,
sigaren halen en de post wegbrengen en meer
van zulke dingen.
Op zekere dag zei mijnheer: „Jozef, je moest
eens even dit mandje perziken naar mijnheer
Van IJselstein brengen; ik heb ook nog een
brief voor hem, geef die ook meteen en wacht
dan op antwoord."
„Goed mijnheer," zeide Jozef. „Ik zal er
voor zorgen",
Jozef ging op weg. Hij mocht den heer Van
IJselstein niet erg graag, hij had nog nooit een
fooitje van hem gehad en besloot daarom een
soort wraak te nemen. Bij de woning van den
heer gekomen belde hij aan en vroeg meneer
te spreken. De meid kwam spoedig terug met
de boodschap „of hij maar even bij meneer
wou komen?"
Jozef klopte aan en toen hij binnen hoorde
roepen, stapte hij de kamer in en zei: „Hier is
een '..andje perziken van mijn patroon en op
deze brief moet il antwaord hebben!"
Mijnheer Van IJselstein stond boos op en
zei: „Lelijke lompe vlegel, ik zal jou eens ma
nieren leren om bij iemand, zooals ik, binnen
te komen. Ga daar in mijn stoel zitten en doe
alsof jij hier de baas bent."
Mijnheer ging met het mandje en de brief
bij de deur staan en sprak: „Goedenmiddag
mijnheer Van IJselstein, hoe maakt u het,"
terwijl hij hem een hand gaf. „Hier heb ik een
mandje perziken voor u en of u zo goed wilt
zyn mij op deze brief antwoord te willen mee
geven."
Jozef zei: „Goed, zet het mandje daar maar
neer en hier heb je wat voor je moeite",*en hij
deed alsof hij wat uit zijn zak haalde.
„O, zit het hem daar in," sprak de heer Van
IJselstein. „Je bent wel een beetje brutaal,
maar toch gevat hoor. Hier," en hij gaf Jozef
een kwartje.
Ik begin
Mijn vriend Jaap heeft met zijn ver
jaardag een harmonica gekregen. Ik kan
je wel vertellen,, dat zijn vader, toen hij
Jaap's verlanglijstje te zien kreeg en daar
een harmonica op zag staan, eerst beden
kelijk zijn hoofd heeft geschud!
Want zijn vader dacht: „Als er- een
harmonica in huis komt, is 't met onze rust
gedaan. Dan hoor je op alle uren van de
dag de meest onmogelijke geluiden en je
zult zien, dan gaat 't mis met Jaap z'n
schoolwerk."
Maar... op zijn verjaardag stond er
voor Jaap dan tóch een harmonica. En va
der wachtte in spanning af.
Nu trof 't, dat er in Jaap's klas een jon
gen zat, die een hele baas was op de har
monica en die jongen had er schik in,
Jaap op streek te brengen, 't Vlotte werke
lijk goed. Alleen 't notenlezen, dat bezorg
de Jaap heel wat hoofdbrekens, want., als
de muziekleraar in de klas kwam, zette
Jaap z'n.... slechtste beentje voor. Dat
notenleren had hij altijd overbodig gevon
den. Maar nu! De muziekleraar kreeg ein
delijk ook Jaap's beste beentje eens te zien!
Na ruim veertien dagen kon Jaap al een
paar eenvoudige wijsjes spelen. Eenstem
mig en met maar een heel enkel bastoon-
tje. Nog een week later kwam hij thuis en
vroeg of ze die avond naar hem wilden
luisteren. Iedereen was erg nieuwsgierig,
want ze hadden Jaap nog nooit horen oefe
nen en van de „lessen" hadden ze niet al
te hoge verwachtingen, eerlijk gezegd.
Maar z'n vader ging er toch op z'n gemak
voor zitten en z'n moeder ook, a! vertrouw
de die 't zaakje nog lang niet! En z'n zus
jes grinnikten en dachten er 't hare van!
Nog geen maand „les" en danha, ha!
Jaap zei niets. Hij ging zonder vee] druk
te op een bankje zitten, hing zich de har
monica om en begon hem uit te trekken om
de nodige lucht in 't instrument te pompen.
Dan begon hij te spelen. Jolig huppelden de
tonen door de kamer, even jolig huppel
den Jaap's vingers over de ronde knoppen.
Die vingers huppelden wel niet zo gemak
kelijk als de tonen, ze hopsten soms wel
eens wat zwaar, maar de wijsjes bleven
licht en springerig en niet één toon danste
uit de maat!
Jaap's vader had er echt plezier in en
vergat er zelfs z'n sigaar door en dat wil
heel wat zeggen! En ook z'n moeder zat
aandachtig te luisteren en haar naaiwerk
raakte ze niet aan. En z'n zusjes zaten met
grote ogen en daarin zag je duidelijk be
wondering.
Toen Jaap uitgespeeld was, volgde er een
gezellig feestje, zó tevreden waren zijn
ouders over z'n spel. En vooral ook, omdat
Jaap z'n huiswerk niet had verwaarloosd
door de harmonica. En z'n moeder zei:
„Zeg Jaap, zullen we eens in de week een
harmonica-avond houden? Jij zorgt voor
muziek en ik voor wat lekkers. Wat denken
jullie er van?" Ze dachten allemaal 't zelf
de: „Fijn!"
Na een paar weken kwam ook Jaap's
„leraar" op de harmonica-avond. Toen
speelden ze samen en was 't werkelijk
méér dan jolig, 't was een heel klein beet
je mooi. Nog weer een paar weken later
werden er gasten genodigd en kwamen er
nog twee klasgenoten van Jaap. Die speel
den allebei viool. Dat werd de mooiste
avond en de allermooiste volgde kort daar
op.
Jaap en z'n „leraar" en de twee violisten
hadden weer erg hun best gedaan. De gas
ten zeiden, dat ze werkelijk genoten had
den van 't spel. Toen kwam Jaap naar vo
ren! en zei: „Wij wilden u vragen of u over
veertien dagen in ons gymnastieklokaal
zoudt willen komen. Wij geven dan een
concert. Toegangsbewijzen kunt u krijgen
vanaf één dubbeltje, maar dat is 't minste.
We hebben er liever twee. Want de op
brengst van ons concert willen we gebrui
ken om een arme jongen aan een harmoni
ca te helpen. Komt u allemaal en brengt
u zoveel mogelijk kennissen mee?
Toen waren Jaap's vader en moeder eerst
recht trots op hun jongen en vooral.... op
zijn goede hart!
Dacht je van niet soms? Probeer dan
eens een kist GOED dicht te timmeren of
een paar latten aan elkaar te maken! Zul
je wat beleven! Je eerste ervaring zal zijn,
dat je de spijker niet diep genoeg in het
hout krijgt. Je slaat h'm krom en wel ja,
dan wordt dat uitstekende spijkereind
doodleuk plat tegen het hout geslagen! En
bij het aan elkaar spijkeren van een paar
niet al te brede latten, erger je je natuur
lijk aan de spijkerpunten, die uit het hout
steken. Natuurlijk krijgt dan de spijker de
schuld, die niet stevig genoeg is of te lang
of als je het hout aan splinters hebt gesla
gen, is het vanzelfsprekend de slechte kwa
liteit van het hout! Maar de wérkelijke oor
zaak van de timmermislukking ben je
zélf of liever, je slechte timmerkunst! Ik
stel me al voor hoe de meesten van jullie
een spijker in 't hout drijven. Kaarsrecht
wordt hij op 't hout gezet en dan maar
slaan! Mis! Zó krijg je geen spijker in 't
hout! SCHUIN moet een spijker ingesla
gen worden. Bij 1 op het voorbeeld kun je
zien hoe het NIET moet en hoe het WEL
moet! Op deze wijze kun je de stevigste
kist dichtspijkeren, zelfs voor jaren. Al
leen kun je dan niet tevreden zijn als de
spijker tot de kop in het hout verdwijnt,
maar dan moet hij tot en mét z'n kop in
't hout gehamerd worden. (Fig.3) De kuil
tjes. die op deze spijkerwijze in het hout
ontstaan, worden later opgevuld met steen-
lijm. Op deze wijze gesloten kisten moeten
dan later opengebroken worden. Dus. moet
een kist binnen afzienbare tijd weer „ont-
spijkerd" worden, dan laten wij de spijker
koppen in zicht. We doen zelfs méér. Om
t ons wat gemakkelijker te maken bij het
openen waarbij wij dan van een nijptang
gebruik maken, leggen wij bij het inslaan
van de spijkers kleine rondjes karton on
der de spijker, zoals op het voorbeeld bij
fig. 4 is aangegeven. De rondjes vergroten
de oppervlakte van de spijkerkop belang
rijk. waardoor ze zich gemakkelijker door
de nijptang laten pakken.
Nu nog de kwestie van de zogenaamde
te lange spijkers. Zulke spijkers behande
len we als op fig. 2 is aangegeven. Ze wor
den twee keer omgebogen in het hout ge
dreven. De eerste ombuiging zal je geen
•noeilijkheden opleveren, maar met de
tweede, dat kleine weerhaakje. zul je in
't begin wel even tobben. Maar daarvoor
is timmeren dan ook een kunst d;e je niet
zo maar aanwaait maar waar je je een
beetje moeite voor geven moet. En goed
kunnen timmeren is heus wel de moeite
waard. Als je 't kunt, zijn er allerlei aar
dige dingen te maken, dingen van groter
formaat dan de gewone knutselwerkjes. Je
kunt eens een kastje maken, een boeken
plank, een tafeltje en van 't een kom je in
't ander. Zo'n klein meubeltje kun je met
snijwerk versieren, er moet gebeitst en ge
verfd worden. O jee, je zult eens zien,
v „artoe je komt als je eenmaal de timmer-
smaak te pakken hebt! Je gaat handleidin
gen kopen of lenen, je gaat misschien naar
een cursus. Op die cursus maak je nieuwe
vrienden, hemeltje, als ik zo doorga, wil
len jullie beslist allemaal timmerman wor-
dpn en van timmerman meubelmaker en
van meubelmaker huisarchitect en., laat
ik ophouden! En me bij m'n spijkertjes
houden! Want ik was nog niet eens klaar
met m'n spijker-les! Bij de tweede ombui
ging van de zogenaamde te lange spijkers
ben ik blijven steken, louter van timmer-
enthousiasme! Nou. daar gaat dan die laat
ste spijker! De dubbel gebogen spijker
wordt met een paar slaagjes netjes in 't
hout geslagen. Zo moet er nu getimmerd
worden. Zó is het goed!