Wonderen,
Tob nooit
't HOEKJE
OUDERS
RADIO
Heb ik iets met omzetbelasting
te maken
natuur gewrocht
JlcJuuLtttz fëéiaóiinguiiaagAtuJyien*
Menschen en hun
problemeh
VOOR DE
Het jalöersche kind
PROGRAMMA
UUTTERTJ
Bij Besluit van den Secretaris-Generaal van
hel: Departement van Financiën van 17 De
cember 1940, opgenomen in het Verordenings
blad, stuk 42, is voor Nederland met ingang
van 1 Januari 1941 een Omzetbelasting" in
gevoerd, die wat grondslagen en wijze van
heffing betreft, een geheel ander karakter
heeft dan haar voorgangster „de Omzetbe
lasting 1933"
Het aantal belastingplichtigen is dermate
uitgebreid en de heffingspercentage's zijn zoo
varieerend, dat ik vermoed, dat vele moeilijk
heden ten aanzien van Je belasting zich zul
len voordoen. Den belastingplichtige in kort
bestek, eenia inzicht te geven in deze materie,
is de bedoeling van dit artikel.
Bent U ondernemer?
De eerste vraag, die men zal stellen, is:
„Heb ik iets met de Omzetbelasting te maken
Om het antwoord te geven, dient een weder
vraag vooraf te gaan: „Bent U ondernemer?"
„Ondernemer is men volgens het Besluit al
heel gauw, want ieder, die hier te lande een
bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent, is on
dernemer in den zin van het Besluit. Onder
nemer is derhalve een dokter, een advocaat,
een kapper, een landbt uwer, een winkelier,
een fabrikant, een marskramer enz. enz. Men
k n dus wel zeggen: Met uitzondering van
loontrekkenden, gepensionneerden en rente
niers, zijn de overige hier te lande gevestig
de inkomenverkrijgenden „ondernemers". Ook
rechtspersonen naamlooze venrootschap-
pen en stichtingen kunnen natuurlijk on
dernemer zijn, terwijl de commanditaire ven
nootschap en vennootschap onder firma, uit
oefenende een bedrijf of beroep hoewel
volgens de Nederlandsche jurisprudentie geen
rechtspersoon als ondernemer beschouwd
kunnen orden.
Moeilijkheden kunnen zich voordoen bij
de beantwoording der vraag of men een
beroep zelfstandig of in dienstbetrekking
uitoefent. Een, boekhouder, die voor en
kelen de boekhouding voert, één en ander
op aanwijzing van zijn patroons, is geen
ondernemer. Hij is bij verschillenden „in
dienstbetrekking".
Puzzles.
Het gevolg is, dat geen omzetbelasting,
maar loonbelasting aan dei fiscus zal moeten
worden betaald. Bij een accountant, die boek
houdkundige diensten verricht, is deze dienst
betrekking niet aanvvez.g, evenmin bij den
chirurg, die U opereert of de advokaat, die
U in rechten bijstaat. Hebt U eenige dagen in
de week een tuinman, dan zal die tuinman
gedurende die dagen wellicht bij U in dienst
betrekking zijn en is er loonbelasting ver
schuldigd. Neemt U een tuinman aan om
voor een bepaald bedrag Uw tuin in orde te
maken, dan is door den tuinman omzetbelas
ting verschuldigd.
De dochtermaatschappij van een concern,
die om administratieve redenen van verschil
lende takken van zijn bedrijf aparte naam
looze vennootschappen heeft gemaakt, waar
bij de moedermaatschappij echter alle aandee-
len in handen heeft gehouden en volledig de
leiding heeft o/er de dochter-naamlooze ven
nootschappen, is m.i. niet zelfstandig te achten
zoodat de verrichtingen over en weer, me*
door ondernemers geschieden en mitsdien niet
belastbaar zijn.
Een agent van een levensverzekeringmaat
schappij kan ondernemer zijn, maar ook niet.
Indien de agent een vast loon geniet en de
aanwijzingen van de maatschappij heeft op
te volgen, is m.i. de agent niet als een zelf
standig ondernemer aan te merken. Geniet
de agent daarentegen uitsluitend provisie en
werkt hij, zooals hem dat goeddunkt, dan is
hij zelfstandig ondernemer, die over door hem
ontvangen provisie, omzetbelasting moet vol
doen.
Niet is als ondernemer te beschouwen de
overheid, wanneer zij optreedt ter uitvoe
ring van de haar als zoodanig opgedra
gen taak. Handelingen, die particulieren
mitsdien niet kunnen verrichten zijn vrij
van omzetbelasting. Niet aan omzetbe
lasting is dus bijv. onderworpen het ver
strekken van paspoorten, akten van bur
gerlijken stand enz. Daarentegen wel de
levering van bijv. gas. Het leveren van
gas behoort immers niet tot de taak van
de overheid.
yoor zoover notarissen en deurwaarders
andere werkzaamheden verrichten, dan
het verlijoen van authentieke akten met
betrekking tot rechtshandelingen, welke
uitsluitend bij authentieke akte kunnen
wordei verricht, zijn hun diensten aan
omzetbelasting onderworpen. Voor het
opmaken van een notarieele akte van
koop van onroerend goed is dus om
zetbelasting verschuldigd, aangezien deze
koop niet bij notarieele akte behoeft te
worden aangegaan.
Z.g. „thuiswerkers" worden ingevolge art.
3, lid 2, niet ais ondernemer beschouwd. Niet
is gesteld het vereischte, dat de thuiswerkers
in „dienst" zijn van den principaal. Ook in
dien van de thuiswerkers dus geen loonbelas
ting wordt ingehouden, kan de onderwerpe-
lijke uitzondering van toepassing zijn.
Het Besluit onderscheidt de ondernemers in
vi categorieën, n.1. a. abrikanten, b. groot
handelaren, c. kleinhandelaren, d. onderne
mers tot het yerrichten van diensten.
Fabrikant is
Fabrikant is de ondernemer, die hier te
lande goederen voortbrengt, vervaardigt,
teelt, vangt, bereidt, bewerkt of verwerkt of
deze handelingen door anderen doet verrich
ten. Het wiord „fabrikant" is dus ingevolge
het Besluit veel uitgebreider dan de letter
lijke beteekenis van dit woord omvat. Fabri
kant is ook de landbouwer, veehouder, vis-
scher, de apotheker (voor zoover deze laatste
geneesmiddelen bereidt).
De ondernemer, die alleen zoodanige
handelingen verricht, waardoor de aard
der goederen niet verandert; de goederen
b.v. maar alleen verpakt of merkt, is
geen fabrikant.
Groothandelaar
Groothandelaar is de ondernemer, die goe
deren van anderen betrekt en deze goederen
zonder ze verder te bewerken of verwerken
doorlevert aan ondernemers, die deze goede
ren al dan niet bewerkt of verwerkt, ook
.weder doorleveren.
Kleinhandelaar is de ondernemer, die goe
deren van anderen betrekt en deze zonder ze
te verwerken doorlevert aan den consument.
Alle andere ondernemers behooren tot de
categorie „verrichters van diensten".
V erwikkelingen
Het bovenstaande lijkt nogal eenvoudig,
maar kan tot allerlei verwikkelingen aanlei
ding geven. Een voorbeeld: U bestelt in een
café een kwast. De caféhouder is dan fabri
kant als hij de citroen uitperst en vermengt
met water en ijs. U bestelt echter een glas
wijn, dan is de caféhouder kleinhandelaar,
immers de aard van het goed de wyn
verandert niet.
Intusschen kan de handelaar, wiens omzet
over meer dan 75% bestaat uit kleinhandel,
voor al de door hem gedane leveringen als
kleinhandelaar beschouwd worden.
In een volgend artikel al ik de verhouding
van al deze ondernemers met betrekking tot
de omzetbelasting bespreken.
P. Hajonides v. d. Meulen,
belastingconsulent.
4r
Beantwoording der gestelde vragen.
6. Naar aanleiding van mijn antwoord op
vraag 6, vermeld in het no. van 3 Mei 1941
nog het volgende. Mij is gebleken, dat de uit
te betalen pensioenen per 15 E ebruari betrek
king hebben over de maanden Januari, Fe
bruari en Maart, de te jetalen pensioenen per
15 Mei over de maanden April, Mei en Juni,
enz. De meening van H. te W., dat het pen
sioen, uitbetaald per 15 Februari 1941 over
het tijdvak 15 November 194015 Februari
1941 loopt, is dus onjuist. Het loontijdvak,
waarover belasting wordt ingehouden, omvat
voor het eerst dus het eerste kwartaal 1941,
zoodat van een dubbele heffing van het ge
noten pensioen dus geen sprake is.
10. J. te S. vraagt of onderhoudskosten van
een huis, hypotheekrente, erfpacht, enz. als
aftrekposten ten aanzien van de loonbelasting
beschouwd kunnen worden.
Als aftrekposten komen alleen in aanmer
king de kosten tot verwerving van het loon,
persoonlijke verplichtingen en buitengewone
lasten. Op een vraag, gedaan aan den Secre
taris-Generaal of de ren e, waarvoor een den
werknemer toebehoorend onroerend goed hy
pothecair is verbonden, tot de persoonlijke
verplichtingen moet worden gerekend, ant
woordde deze: „Ik beantwoord deze vraag
algemeen ontkennend. De strekking van het
besluit op de loonbelasting geeft aanleiding
in deze een ander standpunt in te nemen dan
bij de toepassing van de Wet op de Inkom
stenbelasting 1914. Met deze rente zal bij het
opleggen van den aanslag in de inkomsten
belasting rekening kunnen worden gehouden."
Ten aanzien van de mderbou iskosten, erf
pacht, assurantie, enz. is dit eveneens het ge
val.
Vragen betreffende deze rubriek kunnen
gericht worden- aan onze redactie.
door de
Nieuwe druipsteengrotten ontdekt.
NOG VERDERE VONDSTEN
TE WACHTEN.
door Br. H. Leonard.
Drie geologen uit Salzburg, die een
onderzoek instelden naar het voor
komen van druipsteengrotten in de
omgeving van deze stad hebben in
den Untersberg een aantal nog on
bekende ijsholen ontdekt, welke
prachtige druipsteenforaiaties bet-
vatten.
Tusschen Bad Reichenhall, Berchtesgaden
en Salzburg verheft zich boven de voorma
lige Duitsch-Oostenrijksche grens de mach
tige, met legenden omsponnen bergrug,
waarin volgens oeroude overlevering Kei
zer Karei betooverd aan een marmeren ta
fel is gezeten, om welke zijn lange, roode
baard drie maal heengeslingerd is. Wan
neer het uur van zijn bevrijding slaat, zal
hij met zijn legerscharen uit de rotsspelon
ken te voorschijn komen, zijn schild aan
een tak van den beroemden perenboom op
het naburige Walser Veld hangen en daar
den beslissenden slag leveren, die de macht
en de heerlijkheid van het Rijk voor altijd
zal verzkeeren.
Grillige ijsformaties.
Tot het ontstaan van deze romantische
volkssage hebben ongetwijfeld de wonder
lijke spelingen, der natuur, welke de Unters
berg te zien geeft, in niet geringe mate bij
gedragen. Men vindt er niet alleen rijke
bauxiet- en marmerlagen, doch ook vele
kloven en rotsholen, welke nog lang niet
alle zijn onderzocht. De beroemdste van de
ze bergspelonken is wel de prachtige Schel
lenberger ijsgrot, die van de Mittagsschar-
te uit door een tunnelachtige gang met
mooie rotsvensters en langs trappen over
een steile bergwand in een half uur zonder
eenig gevaar is te bereiken.
De hoofdgrot is 54 m. lang, 20 m. breed
en 10 m. hoog. Bijzonder interessant zijn
in dit wonderwerk der natuur de Mörkdom,
de Posseldom en een 40 m. hooge glashel
dere ijsk.olom, die op indrukwekkende wijze
van boven af door het daglicht verlicht
Wordt.
Nieuwe druipsteenformaties
ontdekt.
Drie Salzhurger geologen stelden nu in
den Untersberg een onderzoek in, met het
doel uit te maken, of er wellicht nog meer
dan de reeds bekende druipsteenformaties
in deze grotten raanwezig zijn. Hun moeite
werd rijk beloond, want zij deden de ver
rassende ontdekking, dat zich in dezen berg
nog een reeks belangrijke, tot dusverre on
bekende ijsgrötten bevindt, welke met de
heerlijkste druipsteenformaties zijn versierd.
Het einde van deze nieuw ontdekte serie
hallen en kamers is intusschen nog niette
overzien. Niet minder dan veertien uur
waren de drie onderzoekers onderweg, steeds
dieper binnendringend in. het rijk der berg
geesten en dwergen dan al hun voorgangers
De expeditie begon in den zoogenaamden
grooten ijskelder tusschen Salzburger Hoch-
thron'en Schaigmühlahn, die men oorspron
kelijk voor een afgesloten rotsspelonk had
gehouden, tot bij een doorbraak een jaar
of vijftien geleden nieuwe gangen en hallen
ter lengte van ongeveer 600 m. werden ont
dekt. IJsbarrières beletten toentertijd ver
der in deze rotsholen door te dringen. Thans
evenwel is het den Salzburger geologen ge
lukt, over een diepen afgrond, die aan het
einde van het bekende rotshol gaapte, heen
te komen en het onderzoek aan gene zijde
daarvan voort te zetten. Nog 150 meter die
per konden zij tot het hart van den betoo-
verden berg doordringen. Daarbij ontdek
ten zij de vermelde druipsteenkamers, waar
druipsteenformaties tot vier meter hoogte
werden aangetroffen. Onder de nieuwe
vondsten zijn vooral de zwarte druipsteen
formaties bijzonder in terssant.
(Nadruk verboden)
Er is altijd iets vleiends in, wanneer iemand
ons om raad vraagt, omdat de raadvra-
gende schijnt te denken, dat wij beter in
staat zijn om zijn problemen op te lossen,
dan hij zelf. En door onze gevleide jjdelheid
zijn wij dan geneigd, om te snel en te licht
vaardig te antwoorden, om vooral te toonen
dat wij er wel raad op weten. Heel zelden
komt het voor, dat iemand wien men om
raad vraagt antwoord: „daar kan ik zoo plot
seling niet op antwoorden. Laat mij er eens
rustig over naoer.ken. dan zal ik je morgen
of overmorgen zeggen, wat mij het beste
lijkt." En toch heeft iemand, die ons ernstig
om raad vraagt in iets, dat werkelijk een
probleem is, recht op de beste raad, die wij
in staat zijn te geven. Menigeen zal, vooral
in onzen tijd denken: laten anderen alsje
blieft hun problemen voor zich houden. Zoo
lang ik niet eenigermate tot klaarheid ben
gekomen met mijn eigen problemen, kan ik
me werkelijk niet in die van een ander ver
diepen." Deze reactie is begrijpelijk; toch is
zij dikwijls onjuist. De mogelijkheid bestaat
n.1. dat wij in onze eigen problemen geen
uitweg zien, omdat wij er te lang en te veel
over gedacht hebben, en op een verkeerde
manier, n.1. uitgaande van het standpunt:
„er is toch geen oplossing".
Wanneer wij een geheel andere gedachten-
g; ng krijgen, door ons met hart en ziel te
verdiepen in het probleem van een ander en
tr.~ chten, hem of haar eer zoo goed moge
lijke oplossing voor te leggen, dan krijgen
wij een soort „vacantie" van het vruchteloos
tobben over ons eigen probleem. Na de aflei-
di .g van het zoeken naar eer oplossing voor
een geheel andere moeilijkheid, zullen wij in
zekeren zin uitgerust tegenover onze eigen
zorgen staan en is het heel goed mogelijk,
dat wj' daardoor vanzelf de oplossing vinden,
waarnaar wij zoo lang zonder resultaat ge
zocht hebben. Het vinden van een uitweg uit
een moeilijkheid wordt door al te geforceerd
zoeken evenzeer belemmerd, als de functie
van de herinnering.
Denkt u maar eens aan dien naam, die u
jarenlang geweten hebt en natuurlijk nog
weet, en die Jan op een oogenblik als het
ware „op uw ;ong zweeft" zonder dat u in
staat bent dien uit te spreken. U denkt en
denkt, u heeft het telkens bijna en toch net
niet.
Eindelijk geeft het op. En den volgenden
dag, terwijl uw bewust denkleven met heel
iets anders bezig is, staat zonder eenige aan
leiding de gezochte naam u duidelijk voor
den geest.
Want uw onde. bewustzijn is door blijven
zoeken in de I oekjes van uw herinnering,
ooi na het oogenblik, waarop u bewust dacht:
„nu, ik geef het op ik weet het niet meer".
U w i s t het wel, maar alleen liet dat weten
u een oogenblik in den steek, zooals ook uw
paraplu, die u toch heeft, u niet tegen den regen
kan beschermen wanneer u die ergens heeft
laten staan. En evenals die paraplu, blijft
ooi, d« heiinnering die ip een oogenb.ik niet
duidelijk wil worden, uw eigendom, en komt
weer terug. Nog zekerder dan de paraplu,
want gedachten kan niemand zich toe-eigenen.
Dr. Jos de Cock.
Ieder menschelijk wezen heeft behoefte ge
waardeerd te worden en tracht dit te bereiken
door op allerlei wijze de aandacht op zich ge
vestigd te krijgen. Dit begint reeds in de aller
prilste jeugdjaren van het kind. Ik heb daar-
.over reeds een vorige maal een en ander op
gemerkt. Wij allen bezitten eigenliefde. Is dit
te misprijzen?" Geenszins. Het zou een rare
wereld worden als de menschen de eigenliefde
verloren. Maar... en dit i3 het gevaarlijke van
de zaak: verkeerd gerichte, als u wilt verkeerd
geleide eigenliefde wordt zelfzucht, overdre
ven eerzucht en jalouzie. Het is precies als
met zoovele dingen: elke meaaille heeft zijn
keerzijde. De eigenliefde is, mits gepaard
gaande met de zucht goed te doen in de we
reld en zelf-respect een goede deugd, welke
door verkeerde opvoeding en door toegeven
aan zwakke oogenblikken in ieder- leven tot
een ondeugd worden kan. Bij het kind kunnen
we de eerste verschijnselen van jaioerschheid
waarnemeh, wanneer het nieuwe broertje of
zusje geboren wordt.
De reeds eerder door mij genoemde F. H.
Richardson zegt dit als volgt: „Laat ons eens
eeu overeenkomstig en toestand aannemen in
het leven van een volwassene. Wat zouden de
gevoelens van een liefhebbende en naar zij
meent een geliefde vrouw zijn tegenover haar
man, als deze man haar op zekeren dag aan
kondigt, dat hij van plan is een opvolgster te
brengen in het geheiligde gebied van hun thuis,
die in de toekomst met haar zijn teederste
toegenegenheid en liefde deelen zal? Nog
erger zou de schok zijn voor de gevoeligheid
der eerste vrouw, als nij zoo'n mededingster
zoo maar, onvoorbereid in huis bracht en zon
der een woord van uitleg, het heele middel
punt van het huiselijk .even zou verplaatsen,
in zijr pogingen om deze nieuwe vrouw te
benagen en tevreden te stellen, die pruilde en
schreeuwde en krijschte in haar heimwee en
-akeligheid.
Is deze vergelijking overdreven?
Integendeel ze is beslist te zwak en te wei
nig zeggend. Het eenige kind, dat door ieder
woord en iedere daad is te verstaan gegeven,
dat hij het middelpunt van het geheele gezin
is en recht heeft op de eerste en bijna uit
sluitende liefde der moeder, ondervindt plot
seling, dat hij een gevaarlijken mededinger
heeft. Zijn primitieve kleine geest heeft geen
wiskunde noodig om hem te doen begrijpen,
dat er geen twee middelpunten kunnen zijn
in eei cirkel!"
Men bemerkt het al! Richardson wijst hier
op een belangrijk iets. Wanneer het tweede
kind verwacht wordt, moeten de ouders re
kening houden met het feit, dat de komst van
het tweede kind voor het eerste een moeilijke
levensperiode inluidt. Tot dan toe was het
eerste kind alles, nu krijgt het vooral in de
eerste dagen, minder belangstelling, het be
merkt, dat ieders belangstelling uitgaat naar
het nieuwe broertje. Alles draait om den
nieuwgeborene. Is het wonder, dat het kind,
dat nu „Benjamin af" is, zich verongelijkt
voelt? En in die periode ontstaan de eerste
uitingen van jalouzie, welke, zooals men mo
gelijk wel eens gelezen heeft, in enkele geval
len ontaard in wreedheid.
In sommige gezinnen weet men deze periode
te voorkomen, althans voor het eerste kind
dragelijker te maken, door van te voren reeds
het kind deelgenoot te maken van de blijde
verwachting. Deze ouders hebben op een of
andere wijze bij het eerste kind gevoelens
van groote belangstelling gewekt voor het
broertje, dat komt en dat zoo lief zijn zal en
dat gekoesterd en gestreeld moet worden.
„En jij zult er wel veel van houden, hé? Wat
zal dat prettig zijn, een broertje of zusje te
hebben, waarmede je later kan gaan wandelen
en spelen en stoeien." Op dergelijke wijze kan
men veel jaioerschheid voorkomen. En deze
manier van doen is heel wat beter dan die,
welke men in andere gezinnen bespeuren kan.
Daar wordt het eerste kind geplaagd met de
komst van den „concurrent". Daar lacht men,
al.r het eerste kird zegt, geen broertje of
zusje te willen en alleen te willen blijven. Och
men vindt het wel leuk, dat zoo'n peuter wat
jaloeisch is en zich op "zijn manier verzet,
machteloos verzet... Maai vergeten wordt, dat
men door deze manier van optrede, de bodem
bewerkt, waarin 1- ter het zaad oer jaioersch
heid gretig wortel schieten zal. En de gevol
gen zijn dan te erger. Een volgende maal wil
len wt op een en ander nog eens nader terug
komen.
OVEEKA.
ZONDAG 11 MEI 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 415.5 m.
8.00 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Quatre-mains.
10.50 „De Stem des Volks" Rotterdam R.M.,
solisten en het Rotterdamsch Philharmo-
nisch Orkest (opn.).
12.42 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten
1.00 Vervolg van 10.50.
I.45 Nederlandsch Verbond voor Sibbekunde:
„Iets over oude archieven. II", causerie.
2.00 De Melodisten.
2.30 Sport van den dag.
2.45 Landsman Lust.
3.30 Uit Berlijn: 73e Verzoekconcert voor de
Duitsche Weermacht.
6.00 Voor de jeugd.
6.30 Gevarieerd programma.
7.30 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Het Nieuw-Hollandsch strijkkwartet.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 Gramofoonmuziek.
10.0010.15 BNO: Engelsche berichten.
Nederlandsch Programma.
Hilversum II. 301.5 m.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.00 Rondom het orgel (voorbereid door de
Christ. Radio-Stichting).
9.30 Morgenwijding (voorbereid door de
Christ. Radio-Stichting).
10.00 Het Philharmonisch kwartet.
10.45 Gramofoonmuziek.
II.30 Kinderkoor „De Merels".
12.00 Cyclus „Kent gij Uw Bijbel? (gr.pl.).
(voorbereid door de Christ. Radio-Sticht.).
12.15 Klarinet en piano.
12.45 BNO: Nieuws- en economische bericht.
1.00 Omroeporkest en solisten.
2.00 Declamatie.
2.15 Concertgebouw-orkest en gramofoonm.
4.00 Boekenpraatje (voorbereid door het Vrij-
zinnig-Protestantsch Kerkcomit)
5.30 ANP: Sportuitslagen.
5.35 Cabaretprogramma.
6.15 Orgelconcert.
6.45 Sport van den dag.
7.00 Ensemble Bandi Balogh en gramofoon
muziek.
7.45 Sportwetenswaardigheden.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 Omroeporkest, solisten en het Omroep-
operettekoor.
9.25 Radiotooneel.
10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting.
MAANDAG 12 MEI 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 415.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Dagopening (voorbereid door het Vrij-
zinnig-Protestantsch Kerkcomit).
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.45 Gramofoonmuziek.
9.15 Voor de huisvrouw.
9.20 Concertgebouw-orkest (gr.pl.).
10.00 Ensemble Jack der Kinderen en solist.
(10.2010.40 Declamatie).
11.15 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
12.00 Orgelconcert.
12.30 Gramofoonmuziek.
12.42 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Ensemble Erica Helen en gramofoonm.
2.10 Voor de vrouw.
2.30 Orkest Eloward en het Rococo-octet.
3.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Pianovoordracht.
4.30 „Guillaume Dufay", vraaggesprek met
gramofoonplaten.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurber.
5.30 Het Omroeporkest.
6.15 Beantwoording van de vraag: „Heeft het
beroep van tooneelspeler in Nederland toe
komst voor de jongeren?"
6.30 Het Omroeporkest.
7.00 BNO: Economische vragen van den dag.
7.15 Ensemble Bart Ekkers.
7.45 Politiek weekpraatje.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Het Omroeporkest en solisten.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 Gramofoonmuziek.
10.0010.15 BNO: Engelsche berichten.
Nederlandsch Programma.
Hilversum H. 301.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgendienst (voorbereid door de
Christ. Radio-Stichting).
10.20 Orgelconcert.
11.00 Declamatie.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 De Ramblers.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Gerard Lebon en zijn orkest.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.00 De Haarlemsche orkestvereeniging, solist
én gramofoonmuziek.
3.30 Voor de vrouw.
3.45 Ensemble Bandi Balogh.
4.15 Gramofoonmuziek.
4.30 Voor de jeugd.
5.00 Voor de jongens en meisjes (voorbereid
door de Christ. Radio-Stichting).
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beursber.
5.30 Zang met begeleiding op twee vleugels
en op Hammond-orgel.
6.00 Gesprekken met luisteraars (voorbereid
door het Vrijzinnig-Protestantsch Kerk-
comité).
6.15 Orgelspel.
6.45 Reportage.
7.00 BNO: Friesch praatje.
7.15 Viool, piano en gramofoonmuziek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag of gramofoonmuz.
8.30 Amusementsorkest en soliste.
9.30 Voor de ouders.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting.