Madimeum Gekleurde velden KRUSCHE let op! Middenstanders Slaapplaatsen Vandaag Drie treinen Vrijdag 9 Mei 1941 Tweede Blad Vandaag dienen alle artikelen in Uw zaak geprijsd zijn Wandelsportvereeniging «De Schermer Molen" Burgerlijke Stand van Den Helder MEIFEEST Rheumatische pijnen Hit het poütie-rapport voor 50 jaar Texelsche Lagere Landbouwschool bestaat 1272 jaar Visschcrfi Tijdschriften Controle reeds heden niet uitge sloten. Reeds eenigen tjjd geleden is aan alle middenstanders in Nederland, dus ook die In Den Helder mededeeling gedaan van het feit, dat in de toekomst alle artikelen in de winkels van een prijs moesten wor den voorzien, zulks ten gerieve van de klanten, die men voor prijsopdrijving en andere euvelen in bescherming wilde nemen. Thans is de uiterste datum waarop men aan dit voorschrift gevolg moest geven nabij en ingaande vandaag is men in overtreding indien men geen gevolg ge geven heeft aan de verordening. Het is ons bekend, dat den laatsten tijd, onder meer door de politie, tal van waar schuwingen en adviezen gegeven zijn aan Heldersche winkeliers, die nog geen werk gemaakt hadden van deze verplichtingen. De eene winkelier stelde het uit, de an dere beloofde, dat hij het „wel eens" zou doen en de derde vergat het heelemaal. Tot vandaag was dit alles niet straf baar, maar ingaande heden wel. De verordening laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Het komt er op neer, dat ieder artikel, of het zich nu in de etalage, dan wel in den winkel zelf bevindt, geprijsd moet zijn. Overal waar het publiek artikelen kan zien liggen, moeten deze artikelen ook van een prijs voorzien zijn. Hieraan valt niet te ontkomen, hoe omslachtig dit prij zen in vele zaken, die een massa-verkoop hebben van waren, ook moge zijn. Van bevoegde zijde werd ons verzocht er de winkeliers met nadruk op attent te maken, dat het noodzakelijk is, dat men heden aan de verordening gevolg gegeven heeft. Men moet namelijk met de mogelijkheid rekening houden, dat reeds vandaag een controle door de aangewezen ambte naren niet denkbeeldig geacht moet worden. Vandaar dit advies, hetwelk wij alle middenstanders ter overweging geven. Wandeltocht belooft groot succes te worden. De wandeltocht rondom de Schermer op 11 Mei a.s. belooft een groot succes te worden. De inschrijvingen stroomen bin nen. Dinsdagmorgen j.1. waren reeds ruim 700 inschrijvingen genoteerd. Het bestuur heeft in deze enorme belangstelling aan leiding gevonden een verrassing te geven voor de 1000ste inschrijving. De aangifte kan nog dagelij ksch geschieden. Ook op den dag der wandeling kan men zich nog laten inschrijven. Voor zoover dat nog niet bekend mocht zijn, zij er op gewezen, dat aan eiken volbrenger der tocht een Oudhollandsche Polderkaart van de Schermer zal worden uitgereikt, voorzien van de wapens der gemeente, die men passeert, benevens een fraaie penning, voorstellende een Scher mer Molen. De start vindt plaats tusschen 10 en 12 uur te Stompetoren. van 8 Mei 1941. ONDERTROUWD: A. W. van den Berg en J H. Tiemes.. GETROUWD: J. H. Cremers en C. Tesse- laar; T. de Wit en A. J. Vlas. Te Huisduinen, Duinweg 15, voor echtpaar z. kinderen. Ledikant en beddegoed meebren gen. Het is nog wat guur en wat koud in de lucht En het regent vaak ook nog zo veel; Tóch heeft de lente haar intrée gedaan en hebben de bomen hun pakjes reeds aan, Hun pakjes van goud, groen en geel. En als we de zon aan de hemel zien staan, Dan is het pas feest van de Mei, Dan kunnen we roepen: De kou is voorbij, De heerlijke Zomer komt aan! A. v. d. R- Eerst was daar het grijze landschap, waar over de winterwind streek, maandenlang. De aarde was grijs en zwart, en daarboven stuw den ontzaglijke wolk-kolossen op alle uren van den dag. Daarna kwam het prille voorjaar. De ergste kou werd uitgebannen en lang duurde het niet of de velden, in den grond waarvan zich de kleine, bruine bollen bevonden, werden overdekt met een licht-groen waas. Als de zon er over dartelde scheen het soms alsof er een sluier van het teerste en fijnste tullen over gespreid lag. Maar dat was verbeelding, want het waren alleen maar de eerste levensbewijzen van de bollen, die hun groei-proces begonnen waren. En nu, al meer dan een week lang, liggen de velden in de zon te pronken in duizend kleuren. lederen dag weer trekken wij, reizende Nieuwediepers, er langs en iederen dag wordt ons oog getrokken door die matelooze veel heid van kleuren die van akker tot akker, van veld tot veld, van horizon tot horizon zichtbaar is. Overal op de wereld waar aan geleden werd, heeft Kruschen zijn weldadige werking bewezen. Neem toch óók onder voortdu rende controle van scheikun- dige-apotheker G. J. Logger Bij «poth. mn droQ. 1.62, 1.47, 0.76, 0.41. Het land is een mozaiek geworden. Een vreemd, Oostersch kleuren- en vormen spel, waaraan men niet uitgekeken raakt. Hier zijn het rechthoekige stukken land, die in karmijnrood als het ware de eerste aan dacht opeischen. Rood... als bloed met soms een enkele nuance tot purper. Felle bloemen, die onder de deining van den voorjaarswind wiegen en balanceeren. En op een andere plaats zijn hét kleine, be scheiden stukjes met gele en blauwe en paarse en witte tulpen. Ieder veldje is een eenheid, een eilandje vol kleur. Soms staan de wiegende tulpen tot vlak aan den slootkant. Let er op welk een won derlijk spel men dan soms ziet in het sloot water als dat rimpelloos is. Dan ziet men de tulpen tweemaal; tweemaal ziet men het dan sen en deinen en balanceeren van de schoone kelken. Eenmaal op het land, eenmaal, ver weg in de diepte van de sloot. Er is geen landschap denkbaar dat zich zoozeer leent voor dit kleurenpalet als juist dit Noordhollandsche landschap. Zie de lage boerderijen in de verte, met de roode daken en het riet. Zie het eerste vee op de weilanden grazen en zie de slooten, die als lineaals door het groen getrokken zijn. Ergens, onder aan de horizon, molens. Stil staande molens of wiekende molens. Boven dat alles een blauwe hemel met grijze en witte wolken. Witte gevaarten die door den wind voortgedreven worden naar een on bekend doel. Ver het land in of in de richting naar de zee. Tusschen aarde en hemel wat vogels. En op de aarde dan de gekleurde velden. Schoon, Hollandsch landschap. Meer dan wellicht vroeger ondergaan wij de intensivi teit van dit beeld. Van de molens en de slooten en de fel-bewogen en -geschakeerde luchten en de velden. Een palet, daar doen deze velden aan den ken. Een palet, met de meng-kleuren naast elkaar gereid. Wit en blauw, en rood en paars en lichtgroen en oranje en geel en indigo... alle kleuren. Tusschen deze stukken kleur liggen de stukken groen weideland. Soms vele honder den meters, Om dan ineens weer voorbij een aantal tulpenvelden te komen, die als het ware trachten in kleur en charme de vorige te overvleugelen. Schoone bloemen. Voorjaarsbrengers als geen andere! Want ze zijn gekomen, ondanks den barren winter, ondanks het duistere voorjaar en on danks de eindelooze nachtvorsten, waarvan wij dachten, dat ze al het jonge leven daar onder de grauwe kluiten zouden doen sterven. Maar bollen hebben een taai leven. En uit ieder bol sproot voort een slanke stengel en aan het einde vandien stengel kwam de bloem. Een kort leven, zoo'n tulpen-leven. Enkele dagen Enkele dagen van schielijke vergankelijk heid. Want als de zon een paar dagen over deze kleurige kinderen van het noorden heeft heen- gedarteld verwelken ze en vinden een vroeg- tijdigen dood. Net als de vlinders, die, nauwelijks de cocon ontworsteld, gaan vliegen om te sterven. Des morgens vliegen ze uit en des avonds sluiten zich de ragfijne wiekjes voor eeuwig. Tulpen... de verkondigers van het voorjaar. Ze bloeien tusschen den winter en den zomer in. Ze geven het landschap een beeld van op perste glorie en overdadige pracht. Het is soms zelfs zoo onwerkelijk schoon, dat het goed is, dat deze periode van wuivend en deinend jong leven zoo kortstondig is. Maar enkele dagen al weer zullen de velden groen en grijs zijn en niets zal er ge bleven zijn van de schoone mazaieken van begin Mei. Op enkele stapels verwelkte bloemen na, die achteloos aan den kant van een sloot liggen. Het restant van een schoon getij! WAT MEN AL ZOO NIET WEGHAALT Tot de meest fantastische dingen worden soms uit en van woningen weggesleept. Zoo werd er dezer dagen aangifte bij de politie gedaan, dat ten nadeele van een bowoner van de Molenstraat een geheel raam wegge- sloopt was. Men hoopt de hand op den euveldader te kunnen leggen. BEZOEK AAN WONING. Aangifte bij de politie vond plaats van het feit, dat onbekenden een bezoek gebracht hadden aan een woning aan de Binnenhaven. Na onderzoek en controle bleed, dat diverse goederen weggehaald waren. Ook hiernaar stelt de politie een onderzoek in. LICHT OP HET KONINGSPLEIN. Nog steeds zijn er stadgenooten, die het verbod van lichtuitstraling stijf negeeren en er zich niets van aantrekken. Dat was ook het geval in een woning aan het Koningsplein. Surveilleerende politie merkte de lichtbron echter op en zorgde voor dooving daarvan. ltondiien uit fiat VJtitqand Blaadjt IN 'T ZEEBAD HUISDUINEN. De offerbussen, in den vorm van reddingsboo ten, door het bestuur van het Heldersche Fonds tot het verleenen van ondersteuning ter aan moediging van redders van Schipbreukelingen, hier en elders geplaatst, zijn algemeen be kend. Men treft die bussen aan in onderschei dene kantoren, sociëteiten en café's. Een ts er ook geplaatst in het Bad-Paviljoen te Huisdui nen. 't Is daar, op die plek, naar het oordeel van 't Bestuur, een bij uitstek geschikte plaats om tot het verleenen van geldelijke bijdragen voor het Fonds aan te sporen. Aan de West zijde van het Paviljoen heeft men het uitzicht op het schijnbaar onbegrensde watervlak der Noordzee en op de uitgestrekte zandbanken, waarop in den loop der jaren menige kiel is vergaan en in wier nabijheid zoo menige groot- sche daad van moed en menschenmin is vol bracht. 't Is of de wind ons daar de welklin kende namen der beroemde menschenredders Martinus van der Ham en Cornelis Dito in de ooren doet klinken. Onze stadgenoot Ir. H. Pouwels, tech nisch ambtenaar bjj de Water- en Lichtbe- drijven alhier, is benoemd tot electro-tech- nisch Ir. bjj de Provinciale Noordbrabantsche Electriciteit« Maatschappij t© 's-Hertogen- bosch. JjeweJUeJPi rueuuM Feestelijke bijeenkomst in „de Lindeboom". In hotel „de Lindeboom" werd Woendag- avond een feestelijke bijeenkomst gehouden ter herdenking van het 12%-jarig bestaan van de Tex. Landbouwschool. De vergadering werd bijgewoond door oud-leerlingen en ouders van leerlingen en viel een zeer druk bezoek ten deel. De heer Leber: Het openingswoord- werd gesproken door den heer H. Leber, die mededeelde, dat hem de leiding der feestvergadering was opgedra gen door dat de voorzitter (de heer A. J. Keyser) door familieomstandigheden niet pre sent kon zijn. Spr. richtte verder een woord van welkom tot allen, in het bizonder tot den Burgemeester dezer gemeente, den Gem. Secr. en tot den oud-voorz. v. d. Ver. voor Landb. onderwijs, de heer J. S. Dijt. Gaarne had spr. ook even het woord willen richten tot den Inspect. van het Landbouw Onderwijs, den heer Lienesz, die wel bij de examens was ge weest en die zooveel voor het Landbouw Onderwijs op Texel heeft gedaan, doch die door ambtsbezigheden des middag het eiland weder had moeten verlaten. Dit feest is, be toogde spr. verder, feitelijk een feest voor ons geheele eiland, immers de bevolking behoort hier ongeveer voor de helft tot den Boeren stand, en de andere helft spreekt al geheel met dien Boerenstand mee. Iedereen draagt hier de Landbouwschool een goed hart toe, ze is gebleken een zegen voor geheel ons eiland te zijn: de jongelui doen er zeer veel kennis op, de zaak marcheert uitstekend en naast het schoolonderricht heeft zich een vereen, van oud-leerlingen gevormd, die voortdurend in het belang van den Boerenstand werkzaam is. Tevens is er een Bedrijfsvereen. ontstaan, die de landbouwers een richtsnoer geeft bij uitoefening van hun bedrijf. In dit openingswoord wil ik vooral niet Schetsen uit t Buitenveld Nog steeds reist Nieuwediep. Het reist iede ren ochtend en iederen avond. Het reist van het buitenveld naar de stad en van de stad naar het buitenveld, dagen, weken, maanden lang. Niet lang zal het meer duren of velen zullen hun eerste jaar-jubileum als forens vieren De trein is populair geworden en hij heeft vrienden gemaakt. Kom me nu niet aan met verwijten. Zeg nu eens niet dat we van den winter met opgetrok ken knieën op de banken gelegen hebben, omdat we bang Waren dat ze er anders afgevroren zouden zijn. Zeg me niet dat we een chroni sche verkoudheid opdeden wegens de niet altijd tochtlooze compartimenten en zwijg over de kleine onhebbelijkheden die men, het zij van de jeugd, hetzij van ouderen moest ondergaan en die het reizen nu niet altijd tot een prettige ontspanning maakten. Natuurlijk was het niet altijd even prettig. Maar aan den anderen kant is er veel vriend schap ontstaan in die treinen van en naar Den Helder. Menschen die elkander om redenen van „standsverschil" vroeger niet „zagen", ziet men thans broederlijk en zusterlijk ver eend pogen bij elkaar in de coupé te komen en ze zijn ïevig teleurgesteld indien anderen hen net even voor zijn. Deze treinen uit en naar Den Helder zijn, en vooral nu het goede jaargetijde aangebro ken is, lang geen ongezellige treinen en waar men altijd moet pogen de omstandigheden waaronder dit alles geschiedt, maar zoo goed mogelijk op te nemen, daar lijkt het ons dat diegenen der evacué's, die nog in staat zijn van dit vervoermiddel gebruik te maken niet het slechtste af ziin. Maar we zouden he'. hebben over „drie treinen". En dan doelen wij feitelijk op het feit, dat' er zulk een merkwaardig verschil bestaat tusschen het reizend publiek in de treinen, die door ons vaderland kruisen. Dezer dagen naar het centrum des lands reizend viel dit verschil van-publiek op mar kante wijze op. TI1. Eerst was daar de trein Den Helder—Alk maar. In Den Helder zaten we tegenover een jong marinevrouwtje, dat aan haar neven- zitters mededeeling deed van de slechte tijden en iets oplichtte van de sluier, die deed zien met hoeveel moeilijkheden deze menschen hebben te kampen. Moeilijkheden, die men niet moet onderschatten. Ze vertelde van haar kinderen en van haar moeder waar ze bij inwoonde en van de on mogelijkheid om iedere week de eindjes aan elkaar te knoopen. Er zat een oud-gepensionneerde marinegast bij, die dat alles aanhoorde en toen van z ij n tijd vertelde. Toen het ook al niet makkelijk was en toen men ook een duizendkunstenaar moest zijn om er „te komen". Er zaten twee grondwerkers, waarschijnlijk van de Kooy en voorts was er een onderwijzer, die poogde voor alles een verklaring te vinden. De grondwerkers luisterden met gespitste ooren en zeiden niets. In Schagen stapte een boer binnen. Een een voudig man van het land. Met een rood ge zond gezicht, die aldra in het gesprek over de slechte tijden betrokken werd en met gezapigë opmerkingen en kernachtige uitdrukkingen het gesprek een zekere frischheid gaf. Er mocht in de coupé niet gerookt worden, maar toch waren er drie bezig „toeback te suygen". Niemand zei er iets van. Ook niet toen twee anderen, niet-rookers, begonnen met hun twaalf-uurtje. Van Alkmaar naar Amsterdam ontmoet men Zaterdagsmiddags een ander publiek. Dat waren bij de Zaan de meisjes van de fabrieken Rustig uit Alkmaar vertrokken, was het als een soqrt zondvloed van jong vrouwelijk leven dat in Wormerveer en daaromtrent binnen drong. Een warreling van zijden beenen, fantas tisch kleine hoedjes, en gekleurde mantels. Wij mannen, zaten er getweeën tusschen en hielden ons stil. Het was de moeite de gesprekken te beluis teren, zij het, dat het gehalte niet altijd even hoog was. Een frappant verschil met de be volking van de treinen die noordelijker loopen. Hier, zuidelijk van Alkmaar, reeds direct de steedsche inslag. Een volmaakt ander type menschen, niet te vergelijken met het meer gemoedelijke, gezellige slag dat men erboven treft. Er kwamen andere Zaanlanders binnen. Die zochten een plaats en vonden deze niet meer. Toen werden de blikken op het jonge goed uit de fabrieken geworpen en een dame, die moest staan, maakte de opmerking dat het een kwestie van wellevendheid was als men ook een ander eens z'n plaats afstond. Het rijtje jongedames waarvoor de opmerkingen be stemd waren, deden eerst of ze „gek" waren, doch daarna zat het verwijt blijkbaar toch „te hoog" en werd er op verre van vriende lijke wijze de aandacht op gevestigd, dat „ze ook een heelen dag op d'r pooten gestaan hadden". Hetgeen ongetwijfeld het geval ge weest zal zijn. Tot het Amsterdamsche C.S. deinde en ebde de ruzie voort. Velen spoelden er den mond mee en zeiden er het hunne van. Niet één moment was er een milde stemming in dat compartiment, ('t Was alles koud en kil en akelig haetlrjk). Dit is uiteraard niet specifiek „Zaansch". Het zij verre van ons dit te beweren. Maar wel misten we de hartelijker, gemoedelijker, prettiger en gezapiger sfeer, die karakteris tiek is in de treinen tusschen Nieuwediep en Alkmaar. Ondanks de noodrem trekkers de kleine herries en de soms wat al te dartele jeugd... d?oen kwam de derde trein. Die liep van Amsterdam naar Utrecht. Het was een fonkelnagelnieuwe Diesel en daarin gleden we voort over de ijzeren staven alsof we zaten in een fulpen fauteuil, voort bewogen door onzichtbare machten. Wat een verschil met de voortschommelen- de, kwaadaardig-botsende en rails-schurende trein van ons, uit Den Helder. Hier dieselden we voort, gezeten in een licht-crème stoeltje. Met voor ons een tafeltje, waarop men z'n krant of sigaar kan leggen. Met boven ons rekken voor de bagage, zoo uitermate kunstig verzorgd en schoongehouden, dat men het moeilijk over het hart kan verkrijgen er ge bruik van te maken... Luxe-apartementen, waaraan men z'n oogen blindstaart van ontzag over zooiets feeërieks op spoortreingebied. De inzittende reizigers, kennelijk goeddeels „Stichtenaren" zaten op de stoelen en keken naar buiten. Ze hadden elkander niet gegroet bjj het binnenkomen en hulden zich verder in een wijsgeerig zwijgen. Een ander inzittende wees alleen met uitgestrekte arm op het bordje. Zei niets. De ander, in overtreding, zij ook niets... Er zaten twee oude vrijsters naast me, die tersluiks begonnen hun boterham op te eten. Ieder hapje echter diepten ze verstolen uit een taschje en niemand mocht zien wat voor brood en hoe belegd het was. Iedere hap ging ge paard met een schichtig rondkijken naar de vier windstreken... Er was dan nog een deftig heer, een heel deftig heer en tenslotte een dame, die er douariere-manieren op na hield, doch blijkbaar toch niet tot den adelstand behoorde, gezien het feit dat ze haar neefje, die het „voorrecht" genoot mee te mogen met deze tante een keer afsnauwde met „hou je harsens toch 's". Ik was blij in Utrecht te zijn. En blij dat de keuze tusschen dit trio trei nen niet moeilijk is. Geef mij maar de harde banken, de hobbelende wagens en de kouwe beenen desnoods voor de vele „kouwe beenen- drukte" die men op enkele binnenlandsche trajecten meemaakt. achterwege laten hetgeen het eerste Hoofd der school, de heer Klimp, in het belang der school heeft gedaan. Na het overlijden van den heer Klimp, is de heer v. d. Ban in zijn functie getreden, die buitengewoon veel doet in het belang van de school en tot bloei van de landbouw. Dat de belangstelling voor de school groot is, kwam onlangs tot uiting, toen een beroep werd gedaan op de beurs van de ingezetenen om te komen tot uitbreiding van de leermiddelen etc. Als men zijn oogen den kost geeft, kan men overal waarnemen, dat de vakkennis van de Tex. boeren sedert de .oprichting der school, zeer is toegenomen. Spr. eindigde met den wensch, dat de school ook haar 25-jarig bestaan zal mogen vieren onder voortdurende overgroote belangstelling van de Texelsche burgerij. Hierna werd een gedeelte uit de notulen voorgelezen van de oprichtingsvergadering op 7 Nov. 1928. De burgemeesters Vervolgens voerde de burgemeester even het woord, die op geestige wijze, zooals we dat van den heer Kamp gewoon zijn, de belang stelling van het Gemeente Bestuur in de school naar voren bracht. Ook spr. wees op de zeer gelukkige keuze, die men bij de be noeming der leeraren heeft gehad, waarbij bizonder in het licht werd; gesteld hetgeen de heer v. d. Ban thans in de verschillende Bedrijfsorganisaties voor de landbouwers doet. Tenslotte sprak spr. den wensch uit, dat de school met groot succes de moeilijke tijden het hoofd zal kunnen bieden, die onvermijdelijk in het verschiet liggen. Een der leerlingen van de school bood hier na aan den heer v. d. Ban een horloge aan en aan den heer Noorddijk een kistje sigaren. De heer Dijt: De heer Dijt kreeg daarna het woord, die mededeelde, dat het onderwijs aan de school hem tijdens de jaren dat hij voorz. v. d. Ver. v. Landbouw-onderwijs is geweest hem zeer na aan het hart heeft gelegen; ik heb mij niet al te veel met het verloop in deze school be moeid, omdat alles uitstekend verliep en het is mijn standpunt, dat men een zaak die keurig verloopt niet moet verstoren door te veel bemoeiing. Cijfers. De heer v. d. Ban gaf vervolgens een inte ressant overzicht van het onderwijs aan de school. Spr. sprak eerst het aantal leerlingen dat toen de heer Klimp in 1928 begon, 28 bedroeg. Spr. wefs daarbij op de groote in spanning die de heer Klimp zich aanvankelijk moet hebben getroost om het leerlingental op peil te houden. Dit groeide langzamerhand aan tot 42. In het jaar dat achter ons ligt, be zochten 37 leerlingen de school, nu zijn er 19 geslaagd voor het einddiploma en komen er 15 nieuwe leerlingen. De heer v. d. Ban besloot zijn rede met een hartelijk woord van dank tot de personen, die gelden beschikbaar hadden gesteld voor uit breiding van de leermiddelen, de Texelsche Boerenstand heeft zich, zei spr., bij deze ge legenheid van zijn beste zijde laten zien, want bijdragen kwamen zeer rijk binnen. Na den heer v. d. Ban voerde de heer Noorddijk nog even het woord, die als leeraar in veeteelt en dierkunde aan de school werk zaam is. De oud-leèrlingen bieten zich ook niet on betuigd op dezen avond. Er werd nl. door het bestuur dier vereen, een soort van tooneel- stukje opgevoerd, waarin een beeld werd ge geven van de veel omvattende werkzaam heden dezer vereen. Het tooneelstukje eindigde met het voorlezen van een vijftal gedichten, waarmede groot succes werd behaald. Tot slot werd een film afgedraaid betrek king hebbende op de Texelsche schapenhoude rij en landbouw. Het laatste gedeelte van deze zeer interessante film kon helaas wegens het vergevorderd uur niet meer worden gegeven. De heer Leber sloot met een kort woord de bijeenkomst, waarna de aanwezigen zeer vol daan over de uitstekend geslaagden avond huiswaarts gingen. Examens Lagere Landbouwschool. Het einddiploma aan de lagere landbouw school alhier werd gister uitgereikt aan de volgende leerlingen: Cor Bakker, Operen; Kees Hoogebosch, Z. Haffel; Dirk Witte, Spang; Frans Barhorst, Gerritsland; Dirk v. d. Vliet, Westermient; Kees Zijn, Wilh.laan Den Burg; Henk Stark, Eierland; Arn. Langeveld, Eierland; Kees Witte, Schildereind, Den Burg; Wim Veeger, Westermient; Piet Koorn, hofst. „Goethe"; Henk Bas, Oosterend, Frans Roeper, M. Eier land; Teun Wuis, 't Noorden; Joh. de Graaf, de Cocksdorp; Sten Tjepkema, P.H. Polder; Wim Roeper, Waalderstr. Den Burg; Geert v. d. Zijl en Joh. Giessen, P.H. Polder. No. 1 werd met 81 punten Dirk Witte; Joh. v. d. Giesen (die later de school is komen be zoeken) behaalde ook 81 punten. ïlieuwJ uit lOiJk VAN HET ENKHUIZER ZAND. De U.K. 8 die eenige dagen geleden op het Enkhuizer zand is vastgeloopen en als ver loren werd beschouwd, is uit deze positie ver lost geworden. Nadat alle pogingen faalden werd tenslotte nog een laatste poging onder nomen door de sleepboot „Ens". Deze is het gelukt het schip in de Urkerhaven te sleepen. Naar omstandigheden valt de schade mee. Urk, 7 Mei. Door 80 vaartuigen werd heden aan den Ge meentelijken Vischafslag alhier, aangevoerd: 570 kg fuikaal, 550 kg lijn- of beugaal, 1708 kg kuilpaling, van 31148 kg per vaartuig, tegen de maxim. prijs van 62154 per kg; 150 kg spiering, 5054 ct. per kg; 180 m. possen, prijs 2.en 260 m. nest, 33 ct. per mand. De Hondenwereld. Mei-nummer. Uitgave A. J. G. Strengholt, Amsterdam. Geopend wordt met het artikel „Hondententoonstelling in oorlogstijd", waarna men interessante bijzon derheden leest over de Hongaarsche herders honden. Eveneens het lezen waard zijn de bij dragen over haarkleurovererving bij boxers en parapsychologische verschijnselen. Als steeds een periodiek, dat ieder hondenbezitter zal interesseeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5