En maar smokkelen... Ingfid ontdekt zichzelf Kort verhaal Arrondissementsrechtbank te Alkmaar hij mocht geen petroleum gebruiken! hij bleef ontkennen. Dw ™lrk*aard'9f ta'udJ Arnhem en Oosterbeek langs de spoorlijn naar Utrecht zijn nu in eigendom overgegaan aan de Stichting Vaeldersch Landschap - Deze taludgronden worden door hun beplanting gekenmerkt als een karakteristiek stuk natuurschoon (Pax-Holland) VOOR DEN POLITIERECHTER. (Zitting van Maandag 12 Mei.) Vleesch zonder bonnen, petroleum- hamsteraars en de „onmisbare" varkensslachters voor de balie. Breezanl ZONDER BONNEN! In maanden Januari, Februari en Maart had, verd. P. A. H., winkelier te Breezand, 60 K.G. koffie en 5 ons thee verkocht aan Diyitschers van den Rijksarbeidsdienst, zón- dar daarvoor bonnen in ontvangst te nemen. Verdachte gaf een en ander toe. De Politierechter Mr. Krabbe wees er verd. op, dat hij 4 a 5 gulden per pond had ge kregen. Het gaat om een zoo groote hoeveel heid, als we hier nog niet hebben gehad. De Officier van Justitie, Mr. de Brueys T'ack, zeide in zijn vordering, dat hij nooit nog een smokkelhandel van dergelijken om vang had meegemaakt en laakte dit zeer, juist omdat verdachte een goed beklan te zaak h ad. De Officier meende, dat deze zaak niet met een geldboete was af te doen en eischte een gevangenisstraf voor den tijd van zes weken. Mr. Krabbe veroordeelde verd. conform de zen eisch. Ook de winkelier A. v. O. te Harenkarspel had aan een zekeren J. J. S., wonende te Zaandam, in Maart tal van artikelen zonder bon afgeleverd. Ook deze verd. gaf het ten lastè gelegde toe. De Officier eischte in deze zaak een gevan genisstraf voor den tijd van drie weken. Verd. verzocht den Politierechter het met een geldboete af te doen. Mr. Krabbe uitspraak doende, veroordeelde verd. tot f 50.boete subs. 20 dagen hech tenis. Tenslotte moest in de ochtendzitting terecht staan de winkelier E. Z. te Heerhugowaard, die zich te verantwoorden had, omdat hij op of omstreeks den vijfden Maart 2Vé K.G. kof fie en 5 ons thee had verkocht zonder inne ming van de vereischte bonnen aan een ze keren J. J. S. te Zaandam. Bovendien had hij deze consumptieartikelen afgeleverd te gen een veel te hoogen prijs. Mr. Krabbe begreep zulks niet, omdat toch de geldelijke omstandigheden van dezen ver dachte zeer goed waren. Verd. had niets ter verdediging te zeggen. De eisch van den Officier luidde: drie we ken gevangenisstraf. Uitspraak doende, veroordeelde de Politie rechter dezen verdachte tot f 150.boete, subs. 30 dagen. 'tZand. EEN VARKEN GESLACHT. Een zekere P. K. uit Zijpe had in opdracht van P. R., zonder vergunning een varken geslacht. En wat heeft u daaraan verdiend? vroeg Mr. Krabbe. Tot nu toe nog niets aldus verd. Maar u bent slager en u wist, dat een huisslachting niet toelaatbaar was. Verd. deed er het zwijgen toe. De Politierechter merkte op, dat het var ken vakkundig was geslacht. Iemand, die de zon niet in het water kan zien schijnen, heeft het aangebracht. Het was dc eerste keer en ik zal het ook niet meer doen, zeide verd. De Officier eischte in dit geval f80.— boete, subs. 40 dagen, omdat hier weer een varken aan de consumptie was onttrokken. Het was een varken van 116 K.G. Het was een normaal varken; zeide verd. De Politierechter, uitspraak doende, ver oordeelde verd. tot f 30.subs. 15 dagen. Verd. P. R., wonende te Stolpen, moest daarna terecht staan, omdat hij opzettelijk voor eigen gebruik een varken had doen slachten, dat hij zelf had groot gebracht. De ze verd., die veeverloskundige was, had den vorigen verdachte P. K. opgedragen het var ken te slachten. Het publiek wordt daardoor benadeeld, meende mr. Krabbe. De slager P. K. te 't Zand als getuige ge hoord, verklaarde, hetgeen hij reeds in de .vorige zaak had gezegd. De officier van Justitie requisitoir ne mend, eischte dezen verdachte 2 maanden gevangenisstraf. Uitspraak doende, veroordeelde de Poli tierechter dezen verdachte tot f 75.— subs. 25 dagen hechtenis. Wi eringermeer S. B. landbouwer uit de Wieringermeer moest terecht staan, omdat hij in de maan den Augustus en September van het vorige jaar petroleum had in voorraad gehad, zon der aanvraag. Get. P. n. controleur van de Landbouw- crisiswet te Oudkarspel zeide, dat als verd. eerder toewijzing had aangevraagd, het niet zoo'n vaart had geloopen. Na 15 Au gustus mocht niemand meer petroleum ge bruiken. Verd had 1000 1. petroleum ver bruikt. Bij inspectie was er echter geen pe troleum meer aanwezig verklaarde get. Ik had het noodig om te maaien, ver weerde zich verd. Niemand heeft zich ech ter op deze beschikking kunnen voorberei den, zeide get. De officier eischte in dit geval een geld boete van f 150 subs 30 dagen hechtenis. Verd. dacht dat hij de petroleum mocht gebruiken, toen hij dat hoorde, heeft hij onmiddellijk benzine aangevraagd. De Politierechter achtte de zaak niet een voudig en verwees deze naar de Meervoudi ge Strafkamer. C. J. J. uit Callantsoog had een hoeveel heid van 1020 L. petroleum verzwegen. Get. P. N. uit de vorige zaak had in Fe bruari op het bedrijf van verd. de petro leum onder kleeren en zakken aangetroffen. Waarom heeft u dat verzwegen? vroeg mr. Krabbe. Om m'n bedrijf te onderhouden, antwoord de verd. De Politierechter noemde een en ander een frauduleuze handeling, waardoor ande ren te kort kwamen. De Officier van Justitie, requisitoir ne mend. meende dat verd. een en ander heel goed wist. anders had hii het niet verstopt Mr. de Brueys Tack eischte een gevange nisstraf voor den tijd van zes weken. Dat valt me erg tegen, zeide verd. Ik deed het meer voor m'n klanten, om iets te verdienen De Politierechter uitspraak doende, ver oordeelde verd. tot een geldboete van f 100 subs. 30 dagen, met verbeurdverklaring der in beslag genomen petroleum. Heerhugowaard. Verd. A. W. v. d. M. uit Heerhugowaard was op 24 Maart alreeds voor den Politie rechter geweest en daar verd. toen hard nekkig ontkende, werd de zaak naar den Rechter van Instructie verwezen. Hem werd ten laste gelegd, dat hij een varken had geslacht. Ook nu ontkende'verij. Get. P. G. zeide in de schuur ooren en pootjes te hebben aangetroffen, terwijl de gemeente-veldwachter N. P. B. uit Heerhu gowaard verklaarde, dat verd. had toegege ven dat hij een varken geslacht had in een schuur van get. Gr. Het was alleen afv.al, merkte verd. op. Maar bloedsporen waren er niet, merkte get. op. Wie gelooft nu, dat U nooit iets derge lijks aan de politie had verklaard, meende Mr. Krabbe. De officier achtte dit feit wettig en over tuigend bewezen en eischte een gevange nisstraf voor den tijd van twee maanden. Ten aanzien van liet bewijs achtte de po litierechter ook dit geen eenvoudige zaak en verwees haar naar de Meervoudige Straf kamer. VERKLARINGEN VAN TSJANG KAI SJEK Tijdens een maaltijd ter eere van den scheidenden Amerikaanschen ambassadeur Johnson, heeft generaal Tsjang Kai Sjek de „bevriende mogendheden in dit levensge bied" uit genoodigd, tegen Japan op te tre den. Men mag, aldus Tsjang, van deze be vriende staten verwachtën, dat zij China steunen door levering van oorlogstuig en economische hulp. China verlangt geen expeditietroepen en geen vlootacties. De généraal gaf tenslotte uiting aan zijn overtuiging, dat het Ame- rikaansche volk de regeering der Vereenig- de Staten zal steunen bij haar pogingen „Japan te overwinnen." WHEELER OVER IERLAND. De democratische senator Wheeler heeft in een persgesprek gezegd, dat de Ameri- kaansche regeering thans met Ierland tracht te doen wat zij met Zuid Slavië ge daan heeft: door beloften van wapenleve- ranties wil zij het 'land in den oorlog drij ven. Het schijnt, aldus Wheeler, dat de Amerikaansche regeering probeert, door mid del van pressie Ierland er toe te brengen dat het bepaalde streken aan Engeland af staat. Ierland tracht sedert eenigen tijd levens middelen en wapens uit de Vereenigde Sta ten te krijgen. Hoewel de Vereenigde Staten voortdurend spreken over hulp aan de de mocratische landen, worden de Iersche ver tegenwoordigers van het kastje naar den muur gestuurd. D« geestdriftige huldiging van Ir. Mussert op de Maliebaan te Utrecht voor het Hoofdkwartier der N.S.B. na afloop van het défilé op Zondag 11 Mei 1941 (Fotodienst N.S.B.) DE GRENZEN VAN KROATIË. In politieke kringen verwacht men vrij spoedig de bekendmaking der grenzen van den nieuwen Kroatischen staat. Naar aan leiding van een desbetreffende vraag gaf men in de Wilhelmstrasse uiting aan de meening, dat de Kroatische gezant te Ber lijn met de grensstrekking slechts iets uit staande heeft voor zoover eventueel kwes ties rijzen ten aanzien van den korten Duitsch-Kroatischen grenssector. KODZIAS NAAR AMERIKA. De vroegere burgemeester van Athene, Kodzias, die eenigen tijd in Ankara verblijf heeft gehouden, is met zijn gezin in Arsina aangekomen. Hij zoekt een gelegenheid om scheep: te gaan naar Amerika. HITTEGOLF IN SYRIë. Syrië wordt op het oogenblik door een hittegolf geteisterd. Maandag zijn tempera turen tot 50 graden Celsius gemeten. Tal rijke personen zijn door de hitte bevangen en moesten in ziekenhuizen worden opge nomen. RUSSISCHE AMBASSADEUR NAAR BERLIJN TERUG. De Russische ambassadeur te Berlijn, Dekanosov, die veertien dagen te Moskou heeft doorgebracht, is naar Berlijn vertrok ken. Door ERDA FLÖD. ïngrid had boodschappen gedaan. Eigenlijk moest ze zich haasten om weer op de boer derij te komen, want er wachtte haar nog veel werk. Toch liep ze langzaam door het dennenbosch en toen ze het heuveltje bereikt had, ging ze zitten. Met haar stemming was het slecht gesteld. Op een of andere manier waren haar ou ders er achter gekomen dat zij veel omging met Jörn. Dat wekte groot misnoegen. Haar beide oudere zusters en haar twee broers von den het gewoon ongelooflijk. Zij zagen ha- tuurlijk om hem neer omdat hij maar een ondergeschikte betrekking had, maar was hij de bezitter geweest van de grootste boer derij uit den omtrek, dan nog zouden zij niet met hem ingenomen geweest zijn. Niemand van de anderen was verloofd, hoewel zij alle vier ouder waren dan Ingrid. En zij was pas achttien jaar. Zij werd nog beschouwd als een kind en het kwam hen belachelijk voor dat Ingrid aan trouwen zou denken. Dagenlang moest zij er over hooren, tot De krentenboomen van het Nationale Park .De Hooge Veluwe" staan op het oogenblik in s vollen bloei (Pax-Hollanrf) eindelijk haar vader ingreep: „Laat haar toch met rust, binnenkort is daar wel mos over gegroeid." Maar hij vergistte zich. Er zou geen mos groeien over Ingrid's liefde! Ingrid was niet als haar zusters. Zij zou over haar jeugd geen mos laten groeien! Haar zusters wa ren nu toch al een eind in de twintig, maar aan trouwen dachten zij niet. Wie was er goed genoeg voor hen? Maar Ingrid wilde trouwen. Zoo gauw mogelijk. Zij wilde weg uit dit huis, waar zij nog steeds als' een kind werd -behandeld. Zij wilde haar eigen leven leven, niet langer „die kleine" zijn, die niets te beteekenen had. Den laatsten tijd was het bijna niet meer uit te houden geweest. Over veertien dagen zou er namelijk een huisvlijttentoonstelling zijn en natuurlijk zouden haar zusters deel nemen. Elda weefde, Christine bond boeken in, Arn. sneed figuren uit hout en Hendrik zou iets schilderen. Alle vier waren ze zeker van een prijs! Zij werkten zoo hard aan hun inzendingen, dat er voor hot dagelijksche werk nauwelijks tijd was en het geheele huis houden op Ingrid's krachten was aangewe zen: Niemand dacht er aan, dat ook zij wel graag meegedaan zou hebben. Ingrid had een buitengewoon teekentalent. En ze wist, dat ze evengoed kon schilderen als weven. Maar het was oen onmogelijkheid dit aan haar zusters te vertellen. Men schoof haar eenvoudig opzij. Wilde zij iets onder nemen, dan was het altijd: „Laat dat maar aan ons over, dat kunnen wij beter dan jij." Zoo ontnam men haar steeds elke arbeids vreugde. Inderdaad, over al Ingrid's plannen moest mos groeien! „Mos", dacht Ingrid, „dat groei de hier zoo maar aan den weg, het groeide.je zoo maar voor de voeten. Het had een merk waardige kleur. Roodgoud. Even verder, tus- schen de boomen, stond helgroen mos en daar geel en daar bruin! Verwonderd keek Ingrid rond. Altijd had zij gedacht: mos was grijs en vervelend. Dat er zooveel kleurscha keringen waren, bemerkte zij nu eerst. Zij bekeek het aandachtig, kreeg dan plotseling een inval. Ze begon mos te plukken, van alle kleuren wat. Daar wilde zij iets van maken. Misschien zou het lukken er een of ander figuur van te maken, dat zij dan zou vast plakken op hout. Thuis vertelde zij er niets van, zij werkte in stilte. Een week later was Ingrid er mee klaar. Een springend bruin paard met gele manen was er onder haar handen ontstaan, om ringd door allerlei kleuren groen. Het was een zeer aantrekkelijk geheel, 's Avonds ging zij naar den voorzitter van de tentoon stelling en vroeg of hij van oordeel was, dat zij haar paard kon tentoonstellen. „Natuurlijk", zei hij dadelijk. „Alleraar digst geborduurd of is het geweven?" „Geen van beiden. Hdt is van mos." „Warempel, het is mos! Dat is iets onge woons, maar toch wil ik het hier houden. Een wonderlijk idee zooiets te maken!" De dag van de tentoonstelling was aange broken. De heele familie ging er heen. In grid niet. Zij wendde een lichte ongesteld heid voor. „Je bent natuurlijk afgunstig op ons", meende Elna, „omdat jij niets hebt inge zonden." „Laat haar maar", zei haar moeder. „Des te beter, als zij thuisblijft is alles tenmin ste in orde als wij thuiskomen." Maar Ingrid was niet afgunstig. Zij was alleen bang uitgelachen te worden als steeds Zij had allang ingezien, dat haar werk niets bijzonders was Een kunstenaar uit de stad zou de prijzen toewijzen. Wat zou hij van haar gepruts wel zeggen? De tafel stond gedekt tóen Ingrid's fami lie terug kwam. Zij zag oogenblikkelijk dat zij van haar inzending wisten. Zij keken haar zoo eigenaardig aan. Maar niemand zei wat. Eerst toen zij aan tafel zaten, be gon haar moeder: „Geen wonder, dat je geen lust had mee te gaan naar de tentoonstel ling, Ingrid. Jij schijnt er van te houden zoo je geheimen te hebben." Ingrid boog haar hoofd, niet omdat zij zich schaamde, maar omdat zij verwachtte al weer bespot te worden. „Ja, zegt U dat wel", zei Hendrik. „Ik kreeg maar een derden prijs en Elna een tweede. En daar kom jij en pakt ons den eersten prijs voor onzen neus weg, Met een ruk hief Ingrid haar hoofd op. Haar vork viel rinkelend op den grond. Zij hijgde naar adem. „Den eersten prijs heb ik? Hoe zoo?" „Ja", antwoordde haar vader lachend en niet zonder trots, jij hebt den eersten prijs behaald. De kunstschilder, die de prijzen moest toewijzen, vroeg mij, of ie lessen hebt gehad. Zou je zoo iets willen leeren?" „Misschien." „Je moest naar de teekenacademle" heeft die schilder gezegd. „Zou ie dat graag willen?" „Neen", riep Ingrid en stond op. „Neen, teekenen doe ik allen voor mijn plezier. F.n nu ga ik gauw naar Jörn! Daar kunnen jullie mij niet -van afbrengen. Over mijn liefde laat ik geen mos groeien. „Maar. maar!" riep haar moeder haar na. „zou je niet eerst eten?" Ingrid was al buiten. Zij liep zoo licht als het paardje van mos! Opeens had zij zelfver trouwen gekregen, opeens wist zij. dat haar dét tot nog toe ontbroken had. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 3