BOEVENTRONIES
Abonnaert 0 op dit blad
Onze kinderen
BREGMAN
DE WEEK.
Teeken des tijds...
Hockey
Vandaag
Werner Crone, Koningstraat 29
De her-inenting
tegen iyphus
en hoe 7 ontstond
voor 50 jaar j
Zaterdag 17 Mei 1941
tftacUriieuuM
Concert
„Koperen Knoopen Band"
Tijdelijk verplaatst
Automatische telefoon
Centrale keuken
De „Koperen Knoopen"
in Alkmaar
Tweede Blad
En de oorlog
Westenwind
Sirene's lokken
in Feiten en Fantasieën
Er wordt stipt op tyd begonnen.
Gisteren zijn de laatste 100 plaatsen voor
het concert van de „Koperen Knoopen Band",
hetwelk morgenmiddag in Casino gegeven zal
worden, in minder dan geen tijd verkócht, zoo
dat zaal en balcon tot de laatste plaats be
sproken-uitverkocht zijn. Inderdaad heeft Den
Helder hiermede bewezen deze ex-stafmuzi
kanten een warm hart toe te dragen. Sympa
thieker hulde dan deze overweldigende belang
stelling uit alle lagen van het publiek had
men den „Knoopen" moeilijk kunnen brengen.
Het is ons bekend, dat er heel wat per
sonen in Den Helder zijn, die het bizon der
spijt, dat ze geen plaats hebben kunnen
bemachtigen. Hun zouden wij het vol
gende advies willen geven: de telefonisch
en schriftelijk besproken plaatsen moeten,
zooals reeds bericht werd, uiterlijk Zon
dagmiddag 1 uur van het Casino-loket af
gehaald zijn. Nu komt het meermalen
voor, dat dit verzuimd wordt. In dergelijke
gevallen komen er dus eenige plaatsen
vrij, waarvan anderen weer kunnen pro-
fiteeren. Die mogelijkheid bestaat ook
morgenmiddag. Men houde, daar dus reke
ning mee.
Voorts mogen wij er wel met nadruk op
wijzen, dat de aanvang van het concert
gesteld werd op half 3. Gezien het feit, dat
de band met den trein van kwart voor 6
weer moet vertrekken, en dat men dus
met den tijd al zeer weinig speling heeft,
is het noodzakelijk, dat precies half
drie ook inderdaad aangevangen wordt.
Tusschen de nummers gaan de zaaldeuren
niet open, zoodat men er verstandig aan
doet op tjjd te verschijnen.
Onze middenstanders versagen niet.
Hedenmiddag heropent de firma A. Hilde-
ring, voorheen Spoorstraat 88, tijdelijk haar
zaak in een perceel in de Koningstraat. Het
pand van Maison Van Straaten, Koningstraat
47, is door den heer Hildering voor zijn zaak
gereed gemaakt en vanmiddag zullen de vele
cliënten van de zaak Hildering de bekende
service en accurate bediening in de Koning
straat vinden.
Het doet telkens goed, dat onze midden
standers het hoofd boven water blijven hou
den, ook al komt het water vaak tot de lippen.
Hoe vele Heldersche zakenmenschen zijn reeds
zwaar getroffen door de bombardementen.
Slechts een enkele liet zich ontmoedigtn, dat
hij er vandoor ging, de meesten bleven, of
kwamen terug. Zoo zal ook volgende week
de firma Troost weer een zaak openen. De
totale vernietiging van het pand en van veel
goederen heeft ook deze firma niet bij de pak
ken doen neerzitten.
In perceel Breewaterstraat 5 zal een nood-
winkel van de firma Troost worden geopend
a.s. Woensdag. Het zal velen van onze stadge-
nooten goed doen, dat ze ook bij dit oude en
vertrouwde adres weer hun inkoopen kunnen
doen.
Het „buitenveldje", de jas en de
man, die vroeg.
Eenige dagen geleden namen wij een der
„Schetsen uit het Buitenveld" op, waarin de
auteur op min of meer lyrische wijze het
beeld beschreef van een eenzamen zolder met
ouwe kleeren, toen hij z'n verlaten woning
doordwaalde.
Hoe goed deze „Buitenveldjes" door velen
gelezen, worden bewijst wel het feit, dat wij
van een abonné een schrijven ontvingen, waar-
In het volgende verzocht werd:
Den Helder, 15 Mei 1941.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van Uw „Schetsen uit
het Buitenveld" van 13 Mei '41, waarin U
schrijft over "pakken, welke op Uw zolder
hangen te beschimmelen, is o.g. zoo vrij om
langs dezen weg beleefd te vragen of er mis
schien nog een pak bij is, dat ik in mijn
werk kan gebruiken.
Gaarne Uw antwoord met belangstelling
tegemoetziende,
Hoogachtend,
(handteekening).
Wij hebben dezen brief den samensteller
van de rubriek „Schetsen uit het Buiten
veld" overhandigdOf de schrijver van
den brief echter z'n pakken zal krijgen,
wagen we te betwijfelen. Verdichtsel en
waarheid worden, ook in de „Buiten-
veldjes", wel eens dermate door elkander
gehaald, dat het niet mogelijk is het een
van het ander te onderscheiden.
Overigens... wel een bewijs hoe hoog de
„punten-nood" gestegen is als men reeds
op een dergelijke uitlating aanslaat en op
onderzoek uiïggat om te trachten langs
dergelijken, ongebruikelijken, weg, een
jas te bemachtigen.
leken de meeste z.gpasfoto s
Laat een GOEDE PASFOTO maken bij
Maandag a.s. de letters A tot en
met E.
Zooals men gisteren reeds in een officieele
publicatie heeft kunnen lezen, wordt er weder
begonnen met de her-inenting tegen typhus
en paratyphus, de beide gevreesde ziekten,
waaraan ieder, speciaal in oorlogstijd, bloot
staat. Wij mochten er al eerder op wijzen, dat
de uitwerking van de vorige inenting thans
afgeloopen is en dat deze alleen dan nog nut
heeft, indien men zich thans wederom aan
een „prik" (het is er ditmaal slechts één!)
onderwerpt.
De gelegenheid daartoe bestaat:
1 bij de huisartsen;
2. in het gebouw van den Gemeentelijken ge
neeskundigen- en gezondheidsdienst, Mid
denweg No. 148, in de week van 19 tot en
met 24 Mei 1941, des namiddags van 25
uur en van 6.308 uur, en wel voor hen,
wier familienaam (voor gehuwde vrouwen
de familienaam van haar echtgenoot) aan
vangt met:
A t/m E op Maandag 19 Mei 1941;
F t/m J op Dinsdag 20 Mei 1941;
K t/m O op Woensdag 21 Mei 1941;
P t/m T op Vrjjdag 23 Mei 1941;
U t/m Z op Zaterdag 24 Mei 1941;
3. te Julianadorp, in het Noodziekenhuis, op
Woensdag 21 Mei 1941, te 10 uur voor
middag.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
men thans éénmaal (her-)ingeënt wordt.
'Heldersche kinderen, die in een der gemeen
ten Texel, Anna Paulowna, Wieringen, Cal-
lantsoog, Zijpe, Schagen, Wieringermeer, St.
Maarten of Wieringerwaard een lagere school
bezoeken, kunnen binnenkort worden her-
ingeënt door de artsen van den Schoolartsen-
dienst. De overige leden van de gezinnen,
waartoe deze kinderen behooren, kunnen zich
gelijktijdig aan de school ter plaatse van hun
tijdelijke verblijfplaats, welke door de kinde
ren wordt bezocht, doen herinenten. De hoof
den der betrokken scholen zullen tijdig aan de
kinderen kennis geven op welken dag de ge
legenheid tot herinenting aan de school zal
bestaan.
De installatie en overschakeling van de
automatische telefoon vraagt meer tijd
dan men aanvankelijk gedacht had. Men
was van plan de automatische telefoon
aan het einde van deze maand in gebruik
te stellen. Dit plan kan echter niet door
gaan en men verwacht, dat het wel het
laatst van Juni of begin Juli zal worden,
alvorens we in Nieuwediep ons geheel
zelf kunnen bedienen.
Ook op de Feestdagen open.
De Centrale keuken zal ook op de feest
dagen, dus op Hemelvaartsdag en op den
2den Pinksterdag, voor het publiek open zijn.
Voor allen, die een van deze dagen in Den
Helder moeten zijn, zonder gezin, en ook voor
de huismoeders, die eens een gemakkelijken
dag willen hebben, is dit wel een uitkomst.
Meestal denken leeken, dat hockey een ge
vaarlijk spel is en hoewel men ook bij deze
sport tegen een stootje moet kunnen, komen
er ondanks den harden bal en het geweld der
houten stokken, zelden ongelukken voor. Een
hockeyspeler heeft geen voordeel van lengte,
bijzondere kracht of zwaarte, daar iedere
lichaamsbouw een ras-hockeyer kan opleveren.
Slechts door toepassing van de techniek van
zijn sport is de' hockeyer in staat het gevaar
te bezweren of den vijand in het doel te
treffen. Door het juiste gebruik van zijn
lichaamskracht, beheerscht hij zijn spel, ter
wijl hij zijn techniek volmaakt door beheer-
sching van zijn geest. Bovendien zijn de
hockeyregels van dien aard, dat iedere
lichaamsbeweging, welke op kracht gebaseerd
is, streng gestraft wordt.
Naast lichaamtraining stelt hockey den be
oefenaar den eisch van zelfcontróle, persoon
lijkheid en mitsdien van beschaving. Wordt
die eisch uit het oog verloren, dan ligt het
niet aan deze sport, doch aan hen, die te kort
geschoten zijn in hun taak de regels, die den
hockeygeest bepalen, te handhaven.
De drie eischen voor den goeden hockey
speler zijn: zich snel verplaatsen, snel
denken en vanzelf snel handelen. Goed
hockey kent geen treuzelen of pingelen:
met fiksche, korte tikken gaat de bal
van speler naar speler, die op zijn beurt
met snelle en lenige bewegingen zijn wa
pen, de hockeystick, hanteert.
Het ontstaan van hockey.
In het jaar 1891 bracht de heer W. J. H.
Muiier, die in dat jaar terugkeerde van de
school in Engeland, - het hockeyspel voor het
eerst in ons land. Het verwierf vrij spoedig
zooveel aanhang, dat in October 1898 de Ne-
derlandsche Hockey en Bandy Bond is opge
richt, welks bestuur er volkomen in ge
slaagd is de hockeysport langs banen te voe
ren, die geleid hebben naar een gezonde en
uitgebreide ontplooiing van het spel. Welis
waar ontstonden er gewestelijke organisaties,
doch wanneer een zeker puht van ontwikke
ling was bereikt, stond de groote Bond gereed
om den nieuwen stroom in het algemeen
verband op te nemen.
In dit verband heeft de Nederlandsche
Dames Kockey Bond, hoewel' een afzonderlijke
organisatie, belangrijk medegewerkt tot den
bloei der hockeysport. Om het wedstrijdspel
tot ontwikkeling te brengen, bracht de Bond,
naar het voorbeeld van de voetbalsport het
competitie-stelsel, dat belangrijke bijdragen
heeft geleverd, aan verhooging van het spel
peil, doch daarnaast ook nadeelen bracht, n.1.
de strijd om het „bestaan" waarbij de genoe
gens van het spel wel eens achterop raken,
omdat de plaats op de competitieladder van
meer belang wordt.
Aanvankelijk had de Bond een eigen regle
ment, hoofdzakelijk omdat de terreinen in'
slechten staat waren, waarop men het spe
len volgens de internationale regels te ge
vaarlijk achtte. In 1924 heeft men toch gaan
deweg de internationale regels in acht ge
nomen en met succes want de hockey-spört
ging nadien met reuze schreden vooruit. Als
duidelijk bewijs hiervoor noemen wij het
schitterende resultaat van het Nederlandsche
hockey-team tijdens de Olympische Spelen te
Amsterdam, toen zij den tweeden prijs be
machtigden. In een volgend artikel zullen we
het hebben over uitrusting, materiaal en ter
rein.
gezegd: het is betreurenswaardig. En
wel dübbel-betreurenswaardignu blijkt
dat zoovele plaatsen er vaart achter
gaan zetten. Het is uiteraard een vóór-
deel voor deze plaatsen, maar, en dat
lijkt men lichtvaardiglijk te vergeten,
een aanzienlijke, zoo niet onovetkomen-
lijke, strop voor de stad Den Helder,
die toch reeds bloedt uit vele wonden.
Jammer is het dat wij hierop moesten
wijzen. Jammer dat deze schaduwplek
op het blinkend blazoen van mensch-
lievend Noord-Holland genoemd moet
worden. Het is echter voor onze stad
een kwestie van te zijn o/ niet te zijn,
een kwestie van direct lijfsbehoud.
Het wordt thans in enkele gemeenten
voorgesteld, dat het de Heldersche
vluchtelingen onverschillig is in welken
burgerlijken stand zij ingeschreven
staan. Niets is minder waar en tegen
deze voorstelling van zaken dient ten
sterkste geprotesteerd te worden. En
wel in dier voege, dat ieder Heldersman
nog steeds Heldersman wenscht te
blijven en het op prijs zal stellen zijn
offers aan een Helderschen fis
cus te voldoen.
Men zal hier wellicht schuchter
tegenin brengen, dat we aan de ver
leende gastvrijheid iets verplicht zijn.
Dat we een offer moeten brengen
Dat we, als gasten, feitelijk geen recht
van spreken hebben.
Volstrekt niet. Wij erlangen gast
vrijheid en weten dat wij derhalve tot
contra-prestaties verplicht zijn. Even
wel nóóit en te nimmer kan men dit
van ons vergen. Integendeel, wij die-
UoncUten uit het Vliegend Yilaadjt
Welke vereenigingen hadden wij?
't Is eene algemeen erkende waarheid, dat
de instandhouding eener vereeniging vaak
veel moeilijker is dan de oprichting ervan. Dit
is dan ook zeker weieens de reden geweest,
dat menigeen bij de stichting van de eene of
andere instelling, het hoofd schuddende, durf
de profiteeren, dat de levensduur vanzoo'n
vereeniging maar zeer kort zoude zijn. Ten
blijke echter, dat hier ter plaatse eenige voor
beelden zijn, die de bedoelde voorspelling in
eenige gevallen logenstraffen, deelen we het
volgende lijstje mee van plaatselijke Vereeni
gingen, die reeds voor den jare 1860 werden
gesticht en alsnog bestaan.
Onderwijzers gezelschap „Helder", sedert
1862 eene afdeeling uitmakende van het Ne
derlandsche Onderwijzers Genootschap. Het
gezelschap werd reeds in 1817 opgericht.
Departement Helder der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen,- gesticht 6 December
1822. Door dit Departement zijn opgericht: de
Plaatselijke Teekenschool, 9 Januari 1837; de
Spaarbank, 8 Maart 18jS; de Volksleesbiblio
theek, 8 September 18j8, De Industrieschool,
26 Juni 1857en de Gymnastiekschool 8 April
1865.
Vrijmetselaarsloge „Willem Frederik Karei",
gesticht 9 Februari 1826. Kleermakers-Ver-
eeniging tot stand gebracht in Maart 1837.
Afdeeling Helder der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw, gesticht 11 November
1850.
Tabitha, jaartal der stichting 1851.
Sociëteit „De Eendracht"opgericht 1851.
Israëlitisch College „Nut en Vermaak", ge
sticht 13 Januari 1855.
Duinwaterleiding-Maatschappij van Den
Helder en het Nieuwediep,. gevestigd den
9en Februari 1855.
Gezelschap „Ernst en Scherts", opgericht
1$ November 1858.
(Wordt vervolgd).
Plaatsen beschikbaar voor de Hel
dersche geëvacueerden.
Zooals men weet, vindt het concert van de
„Koperen Knoopen" in Alkmaar Zondagavond
plaats in den Schouwburg „Het Gulden Vlies"
en naar wij van de directie vernemen, is er
nog gelegenheid tot het verkrijgen van plaat
sen in overvloed.
Waar zoovelen in' Den Helder niet in
de gelegenheid waren een plaats in Casino
te verkrijgen, zouden wij voornamelijk die
genen, die in of in de omgeving van Alk
maar wonen willen adviseeren zich zoo
spoedig mogelijk van een plaatsbewijs
voor het „Gulden Vlies" te voorzien. De
plaatsbespreking vindt plaats heden- en
morgenmiddag van 111 uur aan de zaal,
terwijl er tevens Zondagavond tot kwart
voor 8 gelegenheid is kaarten te verkrij
gen.
Het is wel aan geen twijfel onderhevig of tal
van geëvacueerde Nieuwediepers in de Kaas
stad en daaromtrent zullen van deze gelegen
heid profiteeren.
Op een school, ergens in onze stad, gaf een
onderwijzeres haar jeugdige leerlingen op den
lOen Mei de taak, hun ervaringen van den
eersten oorlogsdag eens op papier te zetten.
Al naarmate de fantasie van haar pupillen
groot of minder groot was, schreven de peu
ters hun indrukken neer. Het werden verhalen
van schieten, vliegtuigen, bommen, al of niet
geïllustreerd met ontploffende granaten, bran
dende huizen, neerstortende vliegtuigen en
andere oorlogsgriezeligheden.
Onze kinderen zijn oorlogskinderen. Helaas
De indrukken, die ze het laatste jaar hebben
opgedaan zijn indrukken, die ze wellicht hun
leven lang niet meer zullen vergeten. Onze
kinderen hebben ondervonden wat oorlog is en
al is het ook waar, dat kinderen gewoonlijk
snel vergeten, het feit, dat deze kleintjes van
7 en 8 jaar nog zoo precies wisten wat er een
jaar geleden was gebeurd, bewijstdat dit
alles een dieperen indruk op hen heeft ge
maakt, dan wij gedacht hebben.
„Een onbezorgde jeugd" is een van de
schoonste gaven, die we onze kinderen kunnen
schenken. Wie in zijn jeugd veel zon heeft
gehad blijft dit bij tot op hoogen leeftijd. Hij
kan aan dien tijd altijd met vreugde terug
denken.
Het ligt soms niet in ons vermogen om on
zen kinderen die onbezorgde jeugd te verschaf
fen. De maatschappelijke misère waarin velen
verkeeren, drukt op het gezin en werpt een
schaduw ook over het leven van de kinderen,
die in die ellende opgroeien. Een gezin waarin
veel ziekte en narigheid is kan ook moeilijk een
bron van vreugde zijn voor kinderen. Het zijn
omstandigheden waaraan we weinig kunnen
doen. En toch kunnen we ook, onder de moei
lijkste omstandigheden in ons huis een sfeer
scheppen, waardoor onze kinderen den druk
van het leven niet voelen.
Een groot gezi/n, dat in armelijke omstan
digheden verkeert behoeft nog geen ongeluk
kig gezin te zijn. Er zijn voorbeelden te over.
van groote gezinnen, waar het in maatschap
pelijk opzicht moeilijk was, en waar toch een
warmte van uitstraalde, dat men er slechts ja
loers op kon zijn. En ziekte behoeft nog niet
altijd somberheid te brengen. Wat zijn er veel
krankbedden waar zegen van uitgaat. Een
zieke, die een zonnigen lach en een opwekkend
woord heeft voor den gezonde.
Het hangt er maar vanaf hoe men zijn zor
gen draagt, hoe men reageert op de omstan
digheden.
En nu komen we nog even terug op die kin-
derteekeningetjes en opstelletjes. Hoe komt
het, dat die kinderen zich nog alles zoo pre
cies herinnérdenf Komt het, omdat vader en
moeder zoo dikwijls over die dagen spraken
en dat ze ook hun kinderen de bizonderheden
niet hebben gespaard van narigheid van bom
bardementen en alle griezelige gevolgen daar
van
Hoe komt het, dat er in het hart en hoofd
van de kinderen vaak zoo'n verbeten haat isf
Komt het niet, omdatvader en moeder die
daarin gezaaid hebbenEn kweken we zoo
niet den oorlogsgeest in onze kinderenMa
ken we ze zoo niet rijp voor een volgenden
oorlog? Oorlog is gevolg van haat en van ver
bittering. Er zijn veel ouders, die hun opgroei
ende kinderen met dien geest besmetten.
Men moet de jeugd maar hooren, men moet
de gesprekken maar eens beluisteren. Het is
moeilijk onze vijanden lief te hebben. Toch ligt
daar die opdracht en hebben we haar in prac-
tijk te brengenieder persoonlijk, willen ws
niet meehelpen aan de uitbreiding van den
oorlog, die we immers met ons hart verfoeien.
Wie zijn hand in eigen boezem steekt, weet
dat ze er niet smetteloos uitkomt. Laat ons
toch in oprechtheid trachten de taak te ver
vullen, die ons opgedragen is en onze kinderen
niet opvoeden in oorlogsgeest en oorlogshaat,
maar in een geest van liefde en begrijpen en
vergeven. Dan bouwen we waarlijk mee aan
een nieuwe wereld waarin geen plaats meer
mag zijn voor oorlogsgeweld.
Accountantskantoor
Leeraar M.O.
Lid Ned. Gen. v. Acc. Lid N. I. v. B.
v Loodsgracht 72 Tel. 650
Je ruist een vreemd en geheimzinnig lied,
En als een droom, waarin de vele dingen
Van vroeger keren uit het grys gebied
Van 't ver verleden, hoor ik je weer zingen.
Van sagen zing je, rijzend uit de zee,
Van Norenvolken, voor de zee geboren,
Van drakenschepen, en al, wat daarmee
Verbonden was, in mist van tijd verloren.
Van Indiëvaarders met de Gouden Leeuw
Van Holland, wapp'rend, aan de lange
masten,
Van oorlogsdaden door den grootsten Zeeuw,
En schuimerij van Duinkerk's ruwe gasten.
Nu waai je uit de wimpels van de schepen,
Die vinnig jagen in een wilde strjjd
Van mannen, die, door vrijheidszin gegrepen,
De roem vernieuwen van de oude tijd.
W. A.
Toen drie-kwart deel van de Helder
sche bevolking het vorige jaar de beenen
nam, in verbandmet lijfsbehoud, en
zich verstrooide in alle windstreken van
Noordelijk Noord-Holland, gewerd
deze vluchtelingen vrijwel overal een
loffelijke gastvrijheid. Men toonde be
grip voor de onbeschrijflijke misère, die
de Nieuwediepers op het oorlogs-front
hadden moeten doorstaan, en wilde
niets liever dan het hen zoo aangenaam
mogelijk maken.
Thans moeten wij evenwel op iets
wijzen, dat men een philantropische uit
was zou kunnen noemen, hoewel het
een vrij delicate kwestie is. Wij doelen
namelijk op het feit, dat een aantal ge
meentebesturen er momenteel op uit is
de tijdelijk gevluchte Heldersche bur
gers te doen overschrijven in de regis
ters van hun burgerlijke standen.
Nu kan men deze aangelegenheid
van twee zijden bekijken: van de Hel
dersche zijde en van die van de gemeen
te in kwestie. Overschrijving beteekent
echter, dat de evacué „plaatsgenoot"
wordt van de gemeente, waarheen hij
vluchtte, en dat hij als „belasting-post"
voor Nieuwediep verloren gaat.
Het is ons bekend, dat praktisch
ieder Heldersman zich met handen en
voeten geweerd heeft om aan het zoet
gefluit van de Noordhollandsche ge
meenten-Sirene's weerstand te bieden.
Helaaslang niet allen slaagden
daarin en menig stadgenoot werd op
die manier successievelijk overgeheveld
naar den burgerlijken stand van een
andere plaats. Dit is jammer. Sterker
nen ons te verdedigen waar en wanneer
we kunnen, niet alleen voor persoonlijk
bestwil, maar tevens als goede burgers
van onze stad.
Hoe zoet het Sirenen-gezang ook
moge klinken, weigert mede te werken
aan den ondergang van de eigen baker
mat.
Mocht men er desniettegenstaande
mede doorgaan, dan zal het wellicht
noodzakelijk blijken, dat er een onder
ling petitionnement geteekend wordt,
waardoor duidelijk uitdrukking wordt
gegeven aan den wensch, dat men niet
tot eiken p r ij s gastvrijheid ge
boden wenscht te worden. Dat er, ook
aan de philantropie, tenslotte grenzen
zijn en dat er thans niet denkbeeldig
gevaar bestaat voor het feit, dat die
grenzen op schromelijke wijze over
schreden worden.
Hier in Den Helder werkt men op de
gemeentelijke bureaux (uiteraard) niet
mee aan het genoemde streven tot leeg-
heveling van Nieuwediep. En dat is
maar goed ook. Zoo óóit, dan is het
thans gewenscht dat men een „poot"
dwars zet.
Maar zonder de volledige en over
tuigde medewerking van ieder geëva
cueerd Nieuwedieper komt men er niet.
En het is voor de bereiking van dit
heilig vuur, dat wij deze week in deze
rubriek een pleidooi houden.
En waarschuwen voor de poldersche
sirenen, die geheel hun verleidings
arsenaal in het vuur geworpen hebben,
teneinde de argelooze Helderlingen te
overmeesteren