Het volks-inkomen
DE WEEK.
BREGMAN
tftcutim&uwj
in Den Helder en omgeving
Pin&iteieri
Zeer geringe
Vleeschaanvoer
„Luilak"
Pinkster-Boodschap
Zaterdag 31 Mei 1941
Tweede Blad
Teruggang in onze stad
Moot uitgang
in Anna Paulowna
voor Den Helder
„Hermes" speelt in een
tournooi
In Memoriam
in Feiten en Fantasieën
Algmeene Vergadering
Polder „Het Koegras"
Nieuwe aan de belasting-administratie ont
leende en door het Centraal Bureau voor de
Statistiek verzamelde gegevens, die zoo juist
bekend geworden zijn, doen o.a. zien hoe het
volksinkomen en het v lkrvermogen in Den
Helder en de omliggende gemeenten zich
sedert de publicatie van het vorige jaar ont
wikkeld hebben.
Een eerste maatstaf voor de beoordeeling
van den welstand eener plaatselijke bevolking
ligt in het aantal inwoners, dat in de belas
ting is aangeslagen. Het uitgangspunt, zoo
wel van de tegenwoordige loonbelasting als
van de vroegere rijksinkomstenbelasting is,
dat ieder die slechts in het noodzakelijk
levensonderhoud van zich en de zijnen kan
voorzien of die zelfs dat niet kan van
belastingplicht wordt vrijgesteld, en dat al
leen zij, die een grooter inkomen hebben dan
voor het noodzakelijk levensonderhoud ver-
eischt wordt, via de belastingen in de ge
meenschappelijke lasten van het volk bij
dragen. Belastingplicht en (betrekkelijke)
welstand loopen dientengevolge parallel en
hoe algemeener deze betrekkelijke welstand
over de bevolking verbreid is, des te hooger
zal verhoudingsgewijze het aantal belasting
plichtigen zijn.
Hoeveel aangeslagenen
Wij vermelden nu eerst hoeveel aangesla
genen in de rijksinkomstenbelastirig er in het
laatste en in het daaraan voorafgaande be
lastingjaar in de gemeenten van onze streek
waren:
Belastin gpllch tingen
1939
1940
DEN HELDER
9179
9066
Wieringen
1071
1077
Wieringerwaard
251
254
Anna Paulowna
826
876
Callantsoog
180
181
Texel
1236
1255
Blijkens deze opgave
is het aantal
belas-
tingplichtingen in de omliggende gemeenten
toegenomen, terwijl het in Den Helder terug
liep. Voor een goede vergelijking, zoowel tus-
schen de gemeenten onderling als tusschen
de afzonderlijke belastingjaren is het evenwel
noodzakelijk om den storenden invloed van
een verschillend, en bovendien af of toe
nemend zielental -uit- te schakelen door deze
aantallen voor elk jaar afzónderlijk per dui
zend zielen om te rekenen. Men komt dan. tot'
het volgende resultaat:
Belastingplichtigen
per 1000 inwoners
1939
1940
DEN HELDER
247
243
Wieringen
179
178
Wieringerwaard
206
212
Anna Paulowna
138
144
Callantsoog
175
170
Texel
152
152
Per duizend ingezetenen nam het aantal
belastingplichtigen dus in één jaar toe te
Wieringerwaard en te Anna Paulowna met 6.
Daartegenover staat echter een teruggang in
Den Helder met 4, in Wieringen met 1 en in
Callantsoog met 5 per duizend inwoners. In
Texel bleef de welstand in onveranderde mate
over de bevolking verbreid.
Gemiddelde inkomens.
Een tweede factor van beteekenis is het
inkomen, dat deze belastingplichtigen, door
een genomen, hebben genoten. Dit blijkt uit
het volgende staatje:
Gemiddeld inkomen
1939 1940
DEN HELDER
Wieringen
Weiringerwaard
Anna Paulowna
Callantsoog
Texel
1759 1776
1544 1484
1763 1718
1741 1780
1534 1414
1800 1686
Bij de beoordeeling van deze cijfers moet
het volgende wel in aanmerking worden ge
nomen. Het gemiddeld inkomen kan stijgen
door twee geheel verschillende oorzaken. Ten
eerste kunnen inderdaad alle belastingplich
tigen of althans een groot deel van hen een
grooter inkomen hebben verkregen. In dat ge
val is de stijging van het gemiddeld inkomen
een positief gunstige omstandigheid. Maar
het gemiddelde bedrag kan ook gestegen zijn
doordat uit de groep belastingplichtigen een
aantal voorheen reeds bescheiden inkomen
zijn weggevallen, bijvoorbeeld door toege
nomen werkloosheid e.d. Deze lagere in
komens drukten voorheen het gemiddelde;
hun wegvallen doet derhave het gemiddelde
(der overblijvenden) stijgen. Maar in dat ge
val is de stijging natuurlijk geen aanwijzing
voor een gunstige ontwikkeling van het plaat
selijk volksinkomen.
Omgekeerd kan het gemiddelde inkomen
gedaald zijn door een werkelijke vermindering
van het volksinkomen in een bepaalde ge
beente, bijv. door massale Joonsverlagingen
e.d., maar evengoed kan het gemiddelde in
komen dalen bij een afnemende werkloosheid,
waardoor tal van inwoners, die voorheen niet
belastingplichtig waren, thans weer een be
scheiden inkomen genieten, dat echter weinig
hoven de belastinggrens uitkomt en waar
door het gemiddelde bedrag omlaag gedrukt
wordt.
De veranderingen in het gemiddeld in
komen der aangeslagenen moeten daarom be
schouwd worden in verband met de boven
vermelde wijzigingen in het aantal belasting
plichtigen in elke gemeente. Doen wij dit, dan
leiden de veranderingen tot de volgende con
clusies.
De stijging van het gemiddelde in
komen in Den Helder dient geheel ge
weten te worden aan de daling van het
aantal aangeslagenen; beide omstandig
heden heffen elkaar practisch op. De
teruggang van het gemiddeld Inkomen in
Wieringen valt samen met een overigens
geringe daling van het aantal belasting
plichtigen (per duizend inwoners) en deze
teruggang moet dus als een ongunstig
w symptoom worden opgevat. In Wieringer
waard daarentegen kan de dalig van het
gemiddeld inkomen geheel worden toe
geschreven aan het (weder) belasting
plichtig worden van inwoners, die in het
vorige jaar te weinig inkomen hadden
om in de belasting te worden aangeslagen.
De stijging van het gemiddelde in Anna
Paulowna gaat gepaard aan een toename van
het aantal aanslagen en is dus heel gunstig;
in Callantsoog is juist het omgekeerde het
geval. Daar immers gaat een daling van het
aantal aanslagen samen met een daling van
het gemiddelde inkomen, wat heel ongunstig
is. Op Texel tenslotte vond een vermindering
van het gemiddelde inkomen plaats bij een
gelijk blijvend aantal aanslagen. Doordat de
daling van het gemiddelde beduidend is, moet
ook dit als onbevredigend beschouwd worden.
Door al deze veranderingen in het aantal
belastingplichtigen en in hun afzonderlijke
inkomens onderging uiteraard ook het totale
volksinkomen in elke gemeente wijziging. Dit
totale inkomen vermelden wij in de volgende
tabel:
Totaal Inkomen
1939 1940
DEN HELDER
Wieringen
Wieringerwaard
Anna Paulowna
Callantsoog
Texel
16.141.000 16.100.000
1.654.000
443.000
1.438.000
376.000
3.334.000
1.598.000
436.000
1.560.000
356.000
3.116.000
Het gezamenlijke belastbare inkomen van
allé aangeslagenen in Den Helder is blij
kens deze opgave met enkele tienduizenden
Jttf
cc.lclur.
tóZGPjritlP.llfli).
GOEDE PASFOTO'S
6 voor 1 gulden.
Atelier open van 105
Zondags gesloten.
Nu hangt de wijding van een vurig leven
In de natuur weer over alles neer,
En, als een troost van hoger hand ge
geven,
Hoor ik de taal van bloem en vogel weer.
Hier wijken grenzen, en de harten
spreken
Een zelfde taal van wereldwijde kracht,
Van liefdevuur, dat alle strijdvuur
bleken,
En wijken doet voor zyn verheven
macht.
Wees welkom, Pinksterfeest, verfris de
harten,
Van die verdorren in der zorgen druk.
Genees de reeds zo lang gedragen
smarten,
En breek de haat de wrede boeien stuk.
W. A.
guldens gedaald. Belangrijker is de daling op
Texel. Ook in Wieringen, Wieringerwaard en
Callantsoog liep het totale inkomen meer of
minder sterk terug. Alleen in Anna Paulow
na viel een stijging te registreeren en wel
met 122 mille!
Tenslotte vermelden wij nog het zooge
naamd hoofdelijk inkomen der bevolking,
d.w.z. het bedrag, dat men verkrijgt door het
totale volksinkomen in een gemeente over
alle inwoners om te slaan. Voor een beoor
deeling van de plaatselijke koopkracht en de
versterking of verzwakking daarvan zijn deze
cijfs-s va r beteekenis.
Hoofdelijk
inkomen
1939
1940
DEN HELDER
435
431
Wieringen
277
264
Wieringerwaard
363
364
Anna Paulowna
240
258
Callantsoog
269
241
Texel
275
257
Een beduidende
verbetering in dit koop
krachtcijfer viel alleen in Anna Paulowna
waar te nemen, een vermindering van be
teekenis alleen in Callantsoog en Texel. In
Den Helder, Wieringen en Wieringerwaard
waren de veranderingen in dit cijfer niet
groot.
In een volgend artikel zullen wij de ver
anderingen nagaan, die in het volks-ver-
mogen zijn opgetreden.
Nadruk verboden.
FLETS WEG.
Een bewoner van de Van Beukenkamp
straat deed bij de politie aangifte, dat zijn
fiets, die aan den Rijksweg gestaan had,
spoorloos verdwenen is.
Waar zit toch die fietsenmepperT
MISHANDELING
OP DEN KANAALWEG.
Een bewoonster van den Kanaalweg deed
aangifte dat zij door een bewoner van dit
stadsdeel was mishandeld. Ook hiernaar
wordt een onderzoek ingesteld.
NOG ZOO EETS.
Op het Hoofdbureau Van politie werd een
rijwiel gedeponeerd, dat men onbeheerd aan
trof in de Sternstraat.
Wiens eigendom is dat
Slechts 4 lichte koeien en enkele
schapen.
De hoop, die velen gekoesterd hebben, om
gedurende de Pinksterdagen een flink stuk
vleesch op tafel te kunnen brengen, zal niet
in vervulling gaan. Integendeel, de waar
schijnlijkheid dat ieder een heel kleine portie
zal ontvangen, mag zelfs als vrjj gering be
schouwd worden, als men verneemt hoe wei
nig slachtvee gisteren voor onze stad is aan
gevoerd.
Bjj informatie bjj den secretaris van de
ToewUzingscommlssie, den heer Van
Haaren, deelde deze ons mede, dat voor
Den Helder aangevoerd werden een 4-tal
lichte koeien, benevens 8 schapen en en
kele kalveren. Het laat zich denken, dat
dit kwantum voor de 40 slagers onvol
doende is en dat er heel wat kunst en
vliegwerk noodzakelijk zal zijn om het
meerendeel der klanten tevreden te
stellen.
Wederom dringen wij er echter op aan,
dat men van de slagers niet vergt, dat deze
ijzer met handen breken.
Wat de oorzaak van deze teleurstelling
is, zij er op gewezen, dat het ieder jaar
voorkwam, dat in dezen tijd van het jaar
weinig vleesch aangevoerd kon worden,
in verband met het feit, dat men juist in
den overgang zit van het verlaten van
den stal en het gaan naar de weide. De
aanvoer op de rayonmarkt (Schagen)
was deze week zeer gering en dus ver
vloog ook voor Den Helder de hoop, dat
men voor een extra Pinkstervleeschportie
zou kunnen zorgen.
Hopen wij, dat er volgende week meer
aanvoer is.
Te Castricum.
Tweeden Pinksterdag vindt er in Castricum
een tournooi tusschen enkele hockey-clubs
uit Noordholland plaats. Aan dit tournooi
neemt ook „Hermes" deel, met een dames-
en twee heeren elftallen. Het zal ons benieu
wen hoe onze jonge hockey-club in dit ge
zelschap van reeds volwassen broeders voor
den dag komt. De andere clubs beschikken
vanzelfsprekend over vrij wat meer wedstrijd
routine, zoodat wij aannemen dat „Hermes"
zware wedstrijden zal krijgen te spelen. Deze
wedstrijden worden dus de eerste kracht
metingen buiten Den Helder, en als deze
proef slaagt is er kans dat „Hermes" in Sep
tember a.s. in de competitie gaat meespelen,
hoewel er nog vele moeilijkheden overwonnen
moeten worden. Een verheugend verschijnsel
is, dat vele vooraanstaande personen uit Den
Helder zich als donateur opgaven; de laatste
week is het aantal met niet minder dan 25
gestegen.
THEE UIT WONING GESTOLEN.
Een bewoner van de Hoofdgracht kwam
mededeeling doen, dat door onbekenden uit
zijn woning een kleine hoeveelheid thee mee
genomen was. Het is te hopen, dat de politie
er in slaagt deze hamstervoorraadwegnemer
op den kop te tikken.
Zaterdag voor Pinksteren
Dat is een dag, die herinneringen op
roept aan de jaren van weleer, aan de
jaren, dat Nieuwediep nog geen goed
deels leeggeloopen stad was, doch
groeide en bloeide als kind aan de
boezem van de vaderlandsche marine.
Aan de jaren dat in den nacht voor
eersten Pinksterdag het grandioze Lui
lak-feest, in al zijn jeugdige uitbundig
heid, al zijn stormachtige wildheid en
met honderd procent Helder's lawijt en
élan, gevierd werd.
Achdat Luilakfeest!
Vertel me er niet s van lezer. Begin
niet te preken over losbandige jeugd,
die behoorde te slapen inplaats van zich
over te geven aan vandalisme en straat
schenderij. Bespaar me Uw klaagzan
gen over de zedelijke teruggang en de
verwildering van de jeugd in het alge
meen en die van de Heldersche meer
in het bijzonder. Bespaar me. ik bid U,
de bezwaren, die niet-met-hun-tijd-mee-
gegane politie-agenten, ouwe vrijsters
en sikkeneurige kereltjes steeds maar
weer, ieder jaar opnieuw, tegen dat Lui
lak-feest hadden.
We zijn 't kwijt. Vorig jaar geen Lui
lak, en ook d i t jaar geen Luilak. De
burgerlijkheids- en fatsoensapostelen
kunnen tevreden zijn. Hun rust is
hedenmorgen niet gestoord en als ze
in Nieuwediep wonen hebben ze den
slaap des rechtvaardigen tot 10 uur
desnoods toe kunnen genieten.
Maar wij voor ons vinden 't jammer.
En hoewel we den schijn op ons laden
hier de losbandigheid en wanorde te
prediken moet het ons toch maar 's van
't hart, dat we het zonde en jammer ge
vonden hebben, dat daar vannacht de
wijdsche stilte van den zomernacht niet
plotseling hevig'lijk verstoord werd door
de „sleepies" die met daverend lawijt
langs de straten slierden, 't Spijt ons,
ditmaal niet het klassieke beeld aan
schouwd te mogen hebben van agenten,
die in jeugdigen overmoed een steep-
lechase, een handicap-run inzetten te
gen de rustverstoorders. En die dan,
aamachtig rennend, veelal aan 't kortste
end trokken.
Dat spijt ons omdat het alles ty
pisch Nieuwediepsch was en omdat
niemand er feitelijk minder door werd.
Integendeel, gedurende één nacht per
jaar mocht de regulateur, de veilig
heidsklep van zooveel opborrelende en
onstuitbare levenslust wijd opengezet
worden. Middels nachtelijke renpar-
tijen, knokkerijen, ratelende „sleepies"
van geblutste ketels, pannen, emmers
en sjempullen, middels half en kwart
verteerde katten, politioneele overval
len, opgebrachte knapen en „wit-heete"
burgers
Waar is de tijd gebleven
Wij mogen niet verzuimen een enkel
woord op te merken omtrent de deze
week aangevangen uitgifte van de Per
soonsbewijzen. En Ui/el een woord met
betrekking tot de vragen die de ambte
naren stellen inzake Uw lichamelijke
afwijkingen en gebreken. Dergelijke
afwijkingen en gebreken namelijk die
nen, ter verhooging van Uw identiteit,
in het Bewijs te worden gememoreerd.
Nu geviel het dien eersten dag. dat
ook een Loodskweekeling slachtoffer
was van het feit dat zijn naam met een
A begon, en zich voor de heeren van
„Bevolking" begaf. Alles ging van een
leien dakje, totdat de argelooze ambte
naar in kwestie den zeevaarder vroeg
of hij ook behept was met uiterlijke ken-
teekenen, een indiscrete, zij het wette
lijk voorgeschreven, informatie overi
gens.
De Loodskweekeling beaamde de
vraag en deelde minzaam mede, dat hij
in het onvervreemdbaar bezit was van
een lidteeken van een blindendarm-
operatie. Waarop de ambtenaar repli
ceerde; „Dus meneer, U heeft een lid
teeken op Uw buik?"
De loods-in-opleiding keek ietwat
verbijsterd en zei: „Maar meneer, hoe
heb ik het nou. M ij n blindedarm zat
in m'n zij. En als ik me niet vergis is
dat normaal".
Een pijnlijke stilte aan den anderen
kant van de tafel (hoewel men tenslotte
aan een Bevolkingsambtenaar geen
overdreven anatomische eischen kan
stellen, nietwaar?) En dan; „U heeft
dus een kenteeken in Uw linkerzijde?"
Wederom een demonstratie van
stomme verwondering bij den adspirant-
loods. „Maar meneerbij mij zat, net
als bij m'n collega's, die blinde darm
aan de rèchterzij!"
Waarop de man-van-bevolking het
zwijgen er toe deed, zich over z'n pape
rassen boog en niet lette op de lichte-
lijke hilariteit, die dit anatomisch inter
mezzo veroorzaakt had.
Uit dit feit (een historisch
feit) moge blijken, dat men het werk
van de aangewezen ambtenaren zeker
lijk niet onderschatten mag en dat men
voor „donkerbruine gevallen" kan ko
men te staan.
Het hoofdbureau der Evangelische Alliantie
gaf de volgende Pinksterboodschap in het
licht.
■Nu het Pinksterfeest voor de deur staat,
komen wy tot U. Het eerste wat wij lezen in
het oude verhaaldat wy wellicht reeds als
kinderen kenden, is, dat op den morgen, toen
het voor den eersten maal in den vollen zin
des woords Pinksteren werd, de jongeren een
drachtig byeen waren. Ongetwijfeld waren ze
het niet allen met elkander eens; en ook over
den Geest, die beloofd was en de wijze waarop
Hij komen zou, zullen ze wel ieder hun eigen
en onderling verschillende gedachten gehad
hebben. Maar sterker dan dl dat verschil, was
het verlangen de Goddelijke gave te ontvangen;
was de volhardende smeeking te mogen deelen
in den overvloed des heils.
Toen kwam de Geest, ineens, wonderbaar'.
Het was hun toen een wonderons is het dat
nu nog.
De Geest vervulde hen. Wat dit beteekent,
vernemen we wel uit het vervolg van het
Pinksterverhaal. Wij werden blijde, zóó blijde
als een mensch het zich nauwelijks denken
kan. Zij werden vrijmoedig; de Geest drong hen
tot levende getuigenissen. Ze werden onbe
vreesd; Gods kracht stroomde door hunne zie
len. Zij leefden hier in 't nauw der wereld, maar
niettemin in de ruimte des hemels. Zij kregen
het paradijs tot hun ziele-erfenis. Zij zagen als
in een open heerlijkheid. Een heilige uitzinnig
heid deed hun wezen beven, zoodat de spotters
zeiden: zij zijn vol zoeten wijn. Maar tegelijk
doorvoer hen een hemelsche nuchterheid, een
realiteitsgevoel, waarbij alle tijd verdween. En
zy werden getuigen, ja getuigen.
Wij lezen het in het Heilige Boek en een
weemoedig gevoel roert zich in ons binnenste.
Er schreit in ons hart iets naar die ure, naar
dien tijd, naar die Geestesbedeelingnaar dat
vuur, naar dat getuigenis, naar die macht, naar,
die glorie, naar dat gebed ennaar die een
dracht. Ja, vooral naar die eendracht!
Want wy hebben een taak in dezen tijd; en
de wereld om ons heen maakt die niet licht
Wjj kunnen alleen van die taak iets terecht
brengen, als er van den echten Geest ons we
zen bezielt en ons leven drijft. Wij gelooven,
dat die Geest de wereld wil vernieuwen en dat
ook kan; maar wij weten ook, dat wij Hem,
ten dienste moeten staan. Wij moeten getuigen
zijn; in eendracht, in geloof, hoop en liefde
moeten wij getuigen van God, van Christus
Jezus onzen verrezen en verheerlijkten Heer,
Zijn wjj bereid? Zijn wij verlangende, vurig
begeerende Hem te dienen? Dan is de Geest
er ook voor ons en dan kan Hij en wil Hij
door ons, Zyn heilig werk doen.
O Geest des Heeren, kom van boven! Kom
in ons dor en vreesachtig gemoed! Kom in wu>
lauwe en verdeelde kerk! Maak ons getuigen
vol geloof en liefde!
Gistermorgen vond in Hotel Bellevue eeiï
openbare vergadering van Hoofdingelanden
van den polder „Het Koegras" plaats, ondee
presidium van den Dijkgraaf, den heer J. J,
Verfaille. Aanwezig waren alle heemraden en
hoofdingelanden, benevens de secretaris-pen*
ningmeester, de heer C. Taylor.
Na een woord van welkom door den Dijk*
graaf las de heer Taylor de notulen voor!
van de gehouden vergadering op 8 April 1941
te Den Helder, die zonder opmerkingen ge*
arresteerd werden onder dankzegging aan de*
secretaris-penningmeester.
Rekening en Verantwoording,
Volgde vaststelling van de rekening en
verantwoording over 1940.
Door een commissie, bestaande uit de
heeren J. Verfaille en De Graaf, was
een en ander gecontroleerd en in orde
bevonden.
De rekening sloot op een bedrag aan uit-
gaven van 35.026.10 en inkomsten van
23.959.74. Zijnde alzoo een nadeelig sal
do van 11.066.36.
De secretaris-penningmeester werd ge
dechargeerd voor zijn gehouden accuraat
beheer, terwijl de commissie bedankt
werd voor de controle.
Mededeellngen,
Medegedeeld werd door den Dijkgraaf, dat
goedkeuring van Gedeputeerde Staten ont
vangen was inzake de overdracht van enkele
stukjes grond te Julianadorp, die door het
bestuur gekocht en weder verkocht zijn.
Eveneens werd goedkeuring ontvangen voor
de tijdelijke toekenning van 6 op de ver*
goeding aan den secretaris.
Waar de rondvraag niets opleverde volgdei
sluiting door den Dijkgraaf.
RUIT VERNIELD.
Een bewoonster van de 1ste Vroonstraat
kwam bjj de politie haar beklag doen in ver
band met het feit, dat door onbekenden een
ruit van haar woning ingegooid was. Dit
euvel had zich reeds eenigen tijd geleden
voorgedaan.
De politie stelt een onderzoek in.
Accountantskantoor
Leeraar M.O.
Lid Ned. Gen. v. Acc. Lid N. I. v. Bi
Loodsgracht 72 Tel. 650