ZJrlr" Dat gaat zo niet langer! Nieuw Raadsel Sié lOveJfoeJt Altijd waakzaam IR-eAle jan^eni en meiljel! Oplossing raadsel vorige week Ruilhandel tussen muizen en mensen Een schapenbout van 80 jaar! Pp een dag moesten de baas en de vrouw een lange autorit maken. Natuurlijk mocht Daar moest ik vorige week notabene plot seling de beantwoording van al die vriende lijke briefjes van jullie afbreken, omdat ik hals over kop naar Amsterdam moest. Ik had me ernstig voorgenomen nu deze week alle briefjes te beantwoorden en daar is het me weer zo'n malle week geworden, dat ik nog niet toekom aan het afmaken van de briefjes. Ik ben precies een dag te laat. 't Is jammer, maar wat zal 'je er aan doen. Ik wil in ieder geval proberen er zo ver moge lijk doorheen te komen. Laat ik eerst ver tellen, wat ik volgende week nog had mee te delen, n.1. dat ik van enige vriendelijke lezers van ons hoekje een aantal Verkade-bonnen ontvangen heb, die twee vriendjes, die daar om gevraagd hadden, mogen halen. Ik dank die abonné's hartelijk. Ook kreeg ik nog een adres, waar bonnen gehaald konden wor den. Dat geef ik hier meteen door. Het is: Broekhuizen, Sperwerstraat 43. Wie Verkade of v. Nelle-bonnen spaart, mag hier aan komen. En nu het boek. Hier staat de gelukkige: Kinderen BEEKMA, Gasstraat 3, Den Helder. Loek en Leon v. d. Wal, DenHaag. Fijn, dat het met Leon weer zo goed gaat, Loek. Ik denk zelfs, dat hij op dit ogenblik zijn hele ziekte is vergeten en weer rond springt, alsof hij nooit gedwongen bedarrest heeft gehad. Ik kan me begrijpen, dat jullie met groeiend ongeduld naar vader's komst zitten uit te kijken. Nu, ik heb nog steeds alle hoop, hoor, dat de oorlog voor de winter af gelopen is. Misschien nog wel veel eerder. Als we in ieder geval maar met de kou thuis zijn. Marietje Tol. O, Marietje, die tante van jou. Als ze op school was, kreeg ze minstens 100 strafregels: „Ik mag niet zo vergeetach tig zijn." Maar ja, die kan jij haar moeilijk geven en ik ook niet. Diena, Tonia en Martha Brlars. Zijn jullie allemaal „beprikt" drietal". Nu, 't was niet erg, vond je wel. Je heel kleine zusje, die van vier maanden, is zeker niet behandeld. Ik begrijp, dat ze lief wordt en dat jullie er allemaal mal op zijn. Er is toch ook niets mooiers, dan zo'n klein peutertje. Zet haar maar veel in de zon, dat is gezond en het kost niets. Thea Laan. Van de romer komt er niet veel van schrijven, Thea. Maar dat is ook niet nodig, want over vier weken krijgen jullie twee maanden zomer-vacantie van me. Dat is niet mis, hè, zo'n lange tjjd Ja, ik zou vast een „goeie meester" zijn. Je kreeg van mij nog veel meer vrij dan je al hebt. Geniet maar van die vrijheid. Wij besteden in Bergen ook alle vrije uurtjes in de natuur. Corrie v. Bale. Jullie zitten dus in een nieuw huis. Na, naar een nieuwe woning be hoef e tegenwoordig in Den Helder niet te zoeken. Ze liggen zomaar voor het opschep pen. Dat is anders dan IV2 jaar geleden, toen moest je zoeken naar een huis. Maar dat komt weer zo. Let maar eens op! Doen, hoor. Frits SandkuyI. Wat een bof was dat, vond je niet Frits, dat je daar je naam zag staan, aan het begin van de Kinderpagina. Ik denk, dat je nooit meer vergeet daar eerst naar te kijken. Bep Roos. Ik kan best begrijper., dat jij „tukken" in een slootje ook leuk werk vindt, Bep, vooral als je veel tuk hebt. Je hebt dus vier stekels en een roodborstje ge vangen. Zwemmen ze vrolijk rond in jullie aquarium? In het ruilhcekje vindt je je ver zoek, hoor. Elly de Zwart, Haarlem. Je zal wel ge noten hebben, Elly, met je tocht langs de bollenvelden, want hoewel wij ze ook dicht bij huis hebben, in de omgeving van Haarlem spannen ze toch verreweg de kroon. Ik ben er wel eens doorgereden, toen ze op het mooist waren. Een mozaiek van kleuren. Jammer, dat het zo kort duurt. Duurde de oorlog ook maar zo kort, dan had jij ten minste je vader weer terug en wij zaten weer in ons eigen huis. Magda Reinderman. Het enige onaange name gevoel, dat ik van m'n inenting heb gehad was een stijve, wat pijnlijke arm, Magda. Ik geloof, dat jij ook geen andere ge volgen had. Gelukkig maar, want dat was wel te dragen. KIKKER POËZIE. Naar de natuur. Het gras is groen, de lucht is blauw, En 't water dat is nat; De zon is warm, het .ja is koud, Een kikker is geen pad! „Ons blaadje". Tini v. Brederode. O, wat kom ik laat bij jou binnenstappen, Tini, om je geluk te wensen, met je 12e verjaardag, 't Is van daag negen dagen geleden. Dat komt door het blijven liggen van de briefjes. Maar toch, je weet het, Tini, een gelukkig jaar, een jaar, dat je je vader terugbrengt uit Engeland. Wat zijn er toch veel vriendjes en vriendin netjes, die met hun moeder bijna geen ge duld meer hebben om te wachten op het einde van de oorlog. Houd toch maar moed. hoor. De tijd komt. Rika Woort. Je hebt gelijk, Rika, dat is een erg aardig versje, dat over die Elfjes. Nu, alle kinderen mogen er van genieten, want ik zal het hieronder opnemen. OP BEZOEK BIJ DE ELFJES. Ik droomde van een elfje, Een elfje leuk en klein, Ik zei: „Ik zou zo dolgraag Ook elfje willen zijn Ze bracht me naar een plekje. Waar 'k niets dan feetjes zag, Ik vroeg: „Zeg, slapen jullie Dan heus niet overdag...?" En 't antwoord luidde: „Nee, hoor, We werken zo je ziet, Maar met mensenogen Ontdek je ons toch niet." Toen maakten ze een rokje, Van bloemen en van gras; Ik trok het aan, 't leek wel, Of 'k een prinsesje was. Ik smeekte: „Laat me blijven, Ik vind 't hier zo dol, Een ieder is zo vrolijk, Een ieder heeft zo'n lol." Maar toen... toen werd ik wakker, En hoe ik keek, ik zag Geen elfjes en geen kleertjes, O, wat een tegenslag. (Overgenomen uit „Mijn Winterboek.") Willem v. Djjk, Bussum. Gelukkig, Wim, dat je weer naar school bent. Je zal dus wel veel melk moeten drinken en dat krijg je maar mondjesmaat tegenwoordig. Je moeder mag wel een koe voor je aanschaffen, of een geit, dat gaat ook. Geitenmelk schijnt wel lekker te zijn, als je er eenmaal aan gewend bent. Tenslotte: aan alle dingen moet je wennen. Jan Koomem. Kom, dat vond ik leuk, Jan, zo'n gezellige brief van jou te ontvan gen. Jullie zitten dus weer in je eigen huis in de Krugerstraat. Fijn hoor, ik kan me be grijpen, dat je reuze blij bent, al vinden jullie het 's nachts nog een beetje „griezelig". Als het rustig blijft, went het gauw en de Krugerstraat is, geloof ik nog tamelijk be woond. Als ik er tenminste overdag door rijd, dan zie ik heel wat mensen achter de gordijnen. Janny Delver. Ook weer in Den Helder, Janny. Je zou zoo denken, dat er werkelijk weer veel mensen terugkomen. Overdag zie je er wel veel, maar je weet nooit wat er 's avonds en 's nachts blijft. Het is anders wel toevallig, dat ik nu juist twee vriendjes en vriendinnetjes krijg, die me vertellen, dat ze weer terug zijn. Jan, hierboven, uit Alkmaar en jij uit Schagerbrug. Marie Huisman, Julianadorp. Kom Marie, volgende week vertel je me eens wat over jezelf, over je zusje en je grote broer Jaap, die straks naar de Ambachtsschool gaat. Annie Del ver. Dat is jammer, Annie, dat je je schooltuintje kwijt bent. Kan je hier geen tuintje krijgen? De schooltuinen zijn dicht bij jullie. Susanna de Boer. Ja, 't is dikwijls kouwe neuzenweer, Suus, dat ben ik met je eens, maar toch zijn er al dagen tussen, dat je je jas fijn thuis laat en in je blote hoofd buiten loopt en die dagen komen er telkens meer. Als je in Den Helder bent mag je wel eens een paar postzegels komen halen, hoor. Ik heb alleen Hollandse. Coba Prins. Ja, fietsen is fijn, Coba, maar je moet de wind in je rug hebben, want als je hem tegen hebt en je moet dan boven dien nog ergens op tijd zijn, dan is het mis Die meneer, die de raadsels nakijkt, die kan zomaar geen prijs toekennen aan een vriendje of vriendinnetje, dat hij aardig vindt, hoor Dat zou een mooie boel worden. Het gaat bij loting en ieder heeft dus dezelfde kans. Dat is toch het meest eerlijk? Jongens en meisjes, nu heb ik toch geluk kig nog alle briefjes van de vorige week be antwoord. Die van deze week laat ik liggen tot de volgende week. Schrijven jullie me dan niet. Dan kan ik volgende week schoon schip maken. En nu, een paar prettige, laat ons hopen zonnige, feestdagen. Tot volgende week dus. Je weet het, dan alleen je raadsels inzenden. RUILHOEKJE. Wie wil 15 Verkade's bonnen ruilen voor 15 blauwe Hille's bonnen. Bep Roos, Krugerstraat 46. Ik heb 20 Hille's bonnen, welke ik graag zou ruilen voor 20 Verkade's bonnen. Harry Roels, Jan Verfailleweg 6, Den Helder. w Ia k e In RENTE T 1 N U Goede oplossingen ontvangen vant Geertje L.; Elly de Z.; W. P.; Joop G.; Jac. M.; Cor B.; Thea LAnnie G.; Rie J.; Jacob P.; Trientje P.; Hannie E.; Sientje de J.; Bets v. H.; Corrie G.; Gonda G.; Ma rietje T.; Meta v. A.; Jan A.; Corrie v. B.; Jan K.; Kinderen C.; Wim N.; Aafje J.; Klaas G.; Piet S.; Joop S.; Hillie v. d. P.; Johan M.; Jacoba P.; Ria B.; Henkie en Jantje S.; Hanny v. L.; Beppie K.; Fenne- chien M.; Frits S.; Martha B.; Gilles H.; Willie V.; Andries W.; Kinderen M.; Jettie B.; Piet B.; Annie K.; Bep R.; Janny D.; Ietje J. Toni J.; Tinie" S.; Kinderen B.; Maar ter K.; Kees de B.; Dieuwi D.; Anne Marie v. d. V.; Betsie G.; Hanna v. E. G.; Willie S.; Teunis de B.; Jochem v. L.; Betsy F.; Jopie en Henkie P.A. v. H.Annie D.; Lottie v. R.Jacoba S.; Maarten v. V.; Marie H.; Nina B.; Tiny H.; Trijntje K; Betsie S.; Jaap P.; Rika W.; Magda R.; Dieuwi S Piet H.; Siena G.; Doornroosje; Hendrik H.; Annie v. B.; Klaas B.; George V.; Sina W.; Laura H.; Annie R.; Cor v. B.; Neeltje P.; Rosa S.; Nico en Dick B.; Corrie B.; Trijntje v. S.; Ansje M.; Henny v. G.; Toni v. d. B.; Dolf je Hans G.; Jan M.Corrie B.; Tini v. d, P.; Broer en Zus de V.; Mientje F.; Ida S.; Jaap M.; Martien v. V.; Fresia; Lientje W.; Corry K.; Joop v. D.; Anneke v. D.; Joop H.; Loek en Leon v. d. W.; Martien T.; Guusje R. X X een boom. X - een jongensnaam. X een boom. X gij. X afgekorte jongensnaam. X lengtemaat. X geneesheer. X reeds. X bijna warm. X betaalmiddel. X lichaamsdeel. X ieder. X ia iemand, die niet horen kan. Op de kruisjes leest men een bekend spreek woord. (Ingezonden door Dindenboom, Krugerstr. 41, Den Helder.) Als je dat leest: „Ruilhandel tussen mui zen en mensen", dan wrijf je beslist je ogen eens uit, want 't lijkt ook wel erg gek, dat moet ik toegeven. Maar 't is minder gek dan je denkt, dat zal je dadelijk blijken! Alle volken hebben een lievelingsspijs en nu beschouwen de bewoners van Mongolië de bollen van een bepaalde leliesoort als een fijne versnapering. De bloemen zijn echter betrekkelijk zeldzaam en doordat de bollen uitsluitend in dé herfst verzameld kunnen worden, is 't lang niet gemakkelijk een flinke voorraad van deze lekkernij te bemachtigen. Maarde Aziatische step- penmuis is ook buitengewoon gesteld op die leliebollen en daarom verzamelt zij ze ook. Dat is dus voor de Mongolen een le lijke concurrentie, maar tegelijkeen uitkomst. Dat klinkt alweer vreemd, maar ook dit zal weer minder vreemd blijken te zijn als je zou denken. Zoals gezegd, zijn de leliebollen niet al te gemakkelijk te verkrijgen. Daarom laat men de muizen stilletjes slepen en sjouwen met de bollen en als de muizen hun bergplaatsen dan flink vol gestapeld hebben, wel, dan graaft men die bergplaatsen eenvoudig uit en neemtniet alle bollen weg! Neen, nu is het ogenblik gekomen van de „ruilhan del" tussen de muizen en de mensen. Men neemt hoogstens de grootste helft van de bollen en laat de rest aan de muizen. Die hebben voor al hun werk dan ook wel een extratje verdiend. En voor de bollen, die de muizen aan de mensen moesten afstaan, worden bonen en graankorrels in de plaats gelegd. Is dat geen ordentelijke ruilhandel soms? Nu kunnen we gelijk wel eens even een soort aardrijkskunde repetitie houden! Waar ligt nu dat Mongolië? Jullie ant woorden natuurlijk prompt: Aan de N.O. grenzen van China, waarvan het een ne- venland is. Als jullie dat werkelijk ant woorden ben ik meer dan tevreden en waag 't er op nog meer vragen te stellen. Of nog beter! Ik stel géén vragen, dat is zo schoolachtig, maar zal liever zeggen: „Vertel nog eens wat meer over Mongolië" en dan krijg ik natuurlijk te horen, dat het is omgeven door bergketens en dat de woestijn Gobi een groot deel van het mid den in beslag neemt. Verder krijg ik dan natuurlijk te horen, dat in de bodem ver schillende mineralen worden aangetroffen, als steenkool en bruinkool, ijzer, koper, goud en tin. Dat mineralen delfstoffen zijn, vertellen jullie er vanzelfsprekend bij, daar reken ik op! En dan krijg ik ook nog te horen, dat er bergkristal aangetroffen wordt en malchiet en dat dit een smaragd groene delfstof is. Verder zal ik nog wel te horen krijgen, wat het verschil is tussen steenkool en bruinkool. Dat zeggen jullie natuurlijk zó: steenkool en bruinkool zijn beide fossiele brandstoffen. De bruinkool is echter van latere vorming. Dan is de aardrijkskunde- repetitie afgelopen, ik geef jullie een tien en.,., verdwijn. Voor een poosje tenmin ste! door Hannie Franken. „Dat gaat zo niet langer", zei de uil uit het sprookje en hij spreidde z'n vleugels wijd uit. Dat gaf z'n gasten om de boom stronktafel zo'n echt gevoel van beschermd te worden en ze waren blij, dat ze 't toch maar gewaagd hadden. Wat ze gewaagd hadden? Wel, ze hadden hun klachtenboek naar de uil gebracht, omdat ze 't wérkelijk niet langer konden verdragen. Oooo! 't Was om te huilen, te miauwen, te knorren, te kakelen, te piepen, te snateren en nog veel meer! Maar omdat dat huilen, miau wen, knorren, kakelen, piepen en snateren niets hielp, hadden ze allemaal hun klacht met geel stuifmeel op witte bloemblaadjes geschreven. De eend had hen schrijfveren bezorgd en de kat had met z'n nagels pun ten aan die veren geslepen. De kat z'n na gels waren er helemaal stomp van gewor den en hij had er wel een uur voor nodig gehad om ze weer scherp te maken en de eend had een paar lelijke kale plekken gekregen. Maar dat vond niemand erg, want ze had ze gekregen, doordat ze de anderen had willen helpen en die anderen vonden die kale plekken niets lelijk, omdat ze wisten hoe de eend er aan gekomen was. Omdat ze had .willen helpen, was ze nu minder mooi geworden en., mooier tege lijk! Kunnen jullie dat begrijpen? Toen ze allemaal hun klacht met geel stuifmeel op witte bloemblaadjes hadden geschreven, maakten ze er samen een bloemblaadjesboek van en dat brachten ze, ook al weer met z'n allen, naar de uil. Die was wel zo goed om het door te lezen én toen hij dat gedaan had, ging ook hij aan 't schrijven. Naar een pen hoefde hij niet te zoeken. Hij had er zeker wel tien! En met bosbessensap schreef hij op lichtgroene blaadjes: Morgen verwacht ik U gaarne bij de gevelde boom achter de eekhoorn hoeve. En hij ondertekende: Uw bereidwil lige raadgever Uil. Elk briefje vouwde hij dubbel en stak 't dicht met een dennennaald. Zelf ging hij de briefjes wegbrengen, zelfs de hond en de kat vonden een brief in hun mand. En voor de poppen, die ook meegeklaagd had den, lag er een brief in hun bed. Als de uil eenmaal iets op zich nam, dan deed hij dat goed en nergens zag hij tegenop. En 't kwam h'm nu goed te pas, dat hij gewend was 's nachts te werken, want anders had hij nooit z'n brieven bij de hond en de kat en de poppen kunnen bezorgen. Daar zaten ze nu met z'n allen om de ronde boomtronk-tafel. Op paddestoelen met leuninkjes van stevige grashalmen. Al leen de kip zat bovenop de tafel. In een mandje, dat zij bewaard had van verleden jaar Pasen voor 't Paasfeest van dit jaar. De uil had een groot vel parkament mee gebracht. Hij dacht tenminste dat 't perka ment was, maar 't was maar een velletje boterhammenpapier, dat de ekster voor h'm gestolen had, gelijk met 't potje voor het bosbessen-s'chrijfsap, uit het huis van de hond en de kat en de poppen. De uil las één voor één de klachten op. Die klachten waren zo: De muis klaagde: De mensen maken me allemaal bespottelijk door te vertellen, dat ze voor me op de loop gaan of op stoelen klimmen. En ik help ze nog wel door alle kruimels en restjes op te eten en nou ja, af en toe eet ik ook wel eens iets op, dat ik eigenlijk had moeten laten staan! De kat wou. dat de mensen hem toch maar nooit strikken om z'n hals deden. Dat stond toch niet als je in de verte familie was van de tijger! Dat was gewoon een be lediging! De hond had er op tegen, dat hij soms op een bovenhuis moest wonen. Begrepen de mensen dan niet, dat hij vier poten had om flink te rennen en niet gelukkig kon zijg met hoogstens een balconnetje! De eend vond, dat niet alleen eenden dom waren, onder mensen kwam dat ook wel voor! Dat had de eend dikwijls ge merkt, als de mensen bij de vijverrand stonden te praten en daarom vond de eend: 't moest nu maar eens uit zijn met dat praatje „zo dom als een eend!" 't Varkentje knorde nog eens hardop, wat hij op z'n briefje had neergeschreven: De mensen vinden me vies. maar op m'n spek zijn ze dol! Dan kunnen ze ook best eens een beetje aardig voor me zijn, vóór ik spek ben geworden!" De anderen gaven h'm groot gelijk. De kip zat stil op 't Paasmandje. In haar klaagbriefje stond: 't Is niet waar, dat ik altijd kakel. In iedèr geval deed ze 't nu niet. Dus 't kakel-praatje was in geen geval helemaal waar! De poppen zouden zo graag willen, dat ze elke dag één keertje werden gewassen en niet zes maal op één dag en dan in zes weken niet meer! Toen was de uil klaar met klachten lezen. Tenminste voor vandaag! Hij beloofde op 't boterhammen-perkament een ernstige brief aan de mensen te zullen schrijven en hij heeft dat heus gedaan. Maar de hond en de kat en de muis en al de anderen zijn nog steeds aan 't klagen. Ze hebben allen nog steeds dezelfde klacht. Zijn de mensen dan zó onaardig, dat 21 de uil-ernstige brief zo maar hebben latex waaien? Weineen! 't Komt alleen, omdat één brief voor alle mensen veel te weinig is en daarom moet 't nu maar eens in de krant! Dat een klok eerst na dertig of veertig jaren bij een horlogemaker wordt terugge vraagd is al een paar maal voorgekomen, maar dat een schapenbout 80 jaar wacht en nog wacht op haar eigenaar, dat kan alleen in Amerika gebeuren. Daar is dan ook gebeurd, wat ik hier laat volgen. Er verscheen, nu meer dan tachtig jaar geleden, een onbekende in een slagerij en kocht een flinke schapenbout. De man be taalde 't vlees en verzocht toen, het pakje even voor hem te willen bewaren, hij zou t straks komen halen. Maar wie er kwam die dag, niet de koper van 't schapenvlees, s Avonds legde men 't vlees in de ijskast en..., daar ligt 't nog! Want de schapen bout werd nimmer gehaald en een neef van den slager, die destijds het geld voor het vleesch ontving, nam de zaak over én dg schapenbout. Dig ligt nog steeds in de ijs- Kast en blijft er misschien, ik weet niet hoe lang! In Holland zou zo iets niet ge beuren, maar in Amerika De krekeltjes sjirpten, Met wonder geluid, Ze luidden de nacht in, De dagestond uit. Hun liedeke klonk In een heldere toon, Ze kwam als van verre Zo mooi en zo schoon. Ze sjerprten zo vrolijk, Zo monter en bijj Als wilden ze zeggen: „Wij leven zo vrij". Dat aardige diertje, Zo need'rig en klein, Wil ons de naad'rende Nacht konder zijn. Ze geven hun wonder Geluid dan met vreugd Als wilden ze zeggen, We zijn zo verheugd. Gjj dierke zo kleene Ik wacht, iedre keer. Tot 'k hoor uw geulidies Zo lieflijk en teer, 3 en nacht was hij bij den baas en de Fr^r»en j op al hun doen en laten' „rredo noemden ze herh en dat was een ,,aa™ die bij hem paste. Een flinke naam voor een flinke hond. liltnT'- r vIogen Ze langs de we- as aan stuur en de vrouw met f",1binnenin de wagen. Maar dat was vond Fredo. De vrouw ging eens- vmfiw WaS raar' dat deed de mne<J20 midden op de dag! Daar dl «n* ril!er van weten! Hij snuffel- en snuffelde nog eens en keek toen merkte Fr0daS,..Diu ging 00k al slapen' van -t ct banden gleden zo maar In 1, en de wa§en reed van de weg Toen 0I^gekeerd in een veld terecht. de iets Y? dat er iets aan haper- Netzoie™. ®rgs! uEn hij blafte en blafte! lukkie wlfe j6r uUlp kwam opdagen. Ge- gewond me 6 ,baas en de VT0UW niet Dat itwarTj81, waren zij bewusteloos. Den die schadelijke benzinedam- For in d een klein defect aan de m0* Fredo er nwagen waren gekomen. En als altiidMl, Was Seweest! Maar Fredo, de invlned d fn waakzame Fredo, niet be en z°l,*°°r d? benzinedamp, had z'n baas Nu plTncf1W» W6ten te redden' Fredo'f h,iel eS e?,n zilveren penning aan datum balsband. Een penning met een vrouw w nen jaartaL Want de baas en de Fredo i« h ijle dag nooit vergeten en die aal bepaald trots op de onderscheiding is een f Jsband bengelt. Want Fredo die penning blstèkent°n<i en W66t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 8