De IJsselmeervisscherij
NEERLANDS
Uit de
Amerikaanscbe pers
natuurschoon
bedreigd
Is IJSLAND
bestaanbaar als
Tuinhoekje
LINDBERGH
wil geen oorlog
te Alkmaar.
Zaterdag 31 Mei 1941
Derde blad
afd. noordholland van de
heidemaatschappij dringt
bij het algemeen bestuur
aan de natuurmonumenten
te sparen.
Amerikaansche bezetting van
„Atlantische eilanden' 1
Amerikaansche
troepentransporten
engelsche pers eischt bezetting
van syrië.
gelijkstelling van belgische en
duitsche diploma's.
onafhankelijke republiek
Het verpotten van
kamerplanten
WIERINGEN
Zevenduizend gulden boete
voor prijsopdrijving
uitspraken,
Onder leiding van haar voorzitter, den heer
G. Nobel, vergaderde gistermorgen de afd.
Noordholland boven het IJ van de Neder-
landsche Heidemaatschappij, in café
Homan te St. Maartensbrug.
De bijeenkomst was zeer druk bezocht.
De voorzitter zeide in zijn openingswoord,
dat de animo voor dezen dag zeker ver
groot was. door het aantrekkelijke pro
gramma, dat een excursie naar Wildrijk en
het Zwanenwater vermeldde. Het is heden
een bijzondere dag. aldus de heer Nobel, een
dag. waarop wij de ellende kunnen ont
vluchten en weer vrede kunnen krijgen
met het leven, omdat thans zal blijken, dat
buiten alle kwaad ook zooveel schoons in de
wereld overblijft.
Hartelijk dank bracht spr. Jhr. v. d. Poll,
eigenaar van het Zwanenwater, voor de
bereidwilligheid het gezelschap bij hooge
uitzondering toe te staan het Zwanenwater
te bezichtigen en heette nog bijzonder wel
kom den heer Van Honschoten, jachtopzie
ner en gids op dezen dag. Met een opwek
king' het werk van de afdeeling te steunen,
door als lid toe te treden, besloot spr. zijn
openingswoord.
Nadat de notulen, gelezen door die secre
taresse, mei. Peeck te Schoorl, waren
goedgekeurd, werden enkele ingekomen
stukken behandeld. De stichting „Het
Noordhollandsche Landschap" heeft toege
staan Wildrijk dezen dag te bezoeken. Voor
zitter brengt de stichting daarvoor hartelijk
dank en herinnert aan het waardeerende
artikel in het dagblad de Schager Courant,
waarin het behoud van het bosch een zeer
gelukkige gebeurtenis wordt genoemd.
Het bestuur van de afdeeling heeft aan
het algemeen bestuur verzocht op de alge-
meene vergadering het punt: de jachtwet,
te behandelen.
En ook zooveel mogelijk terreinen te
sparen bij het in cultuur brengen
van gronden, wanneer deze terrei
nen als natuurmonumenten kunnen
worden beschouwd, of wanneer civi
liseering een groot verlies aan na
tuurschoon zou beteekencn. De af
deeling acht daarmee een groot
volksbelang gediend en snel ingrij
pen gewenscht. Zoo noodig wordt
geadviseerd terreinen aan te koopen
of particulier initiatief te steunen.
Het in cultuur brengen van de gronden
neemt in verband met de werkverschaffing
snel toe. Zeker 50.000 arbeiders zijn bij de
cultiveering werkzaam, groot gevaar dreigt
voor het natuurschoon, aldus voorzitter. Er
wordt wel gezegd, dat er ander natuur
schoon voor in de plaats komt, maar wat
verloren is, kan niet meer worden hersteld.
De heer Fuhri Snethlage, die van den
economisch-technologischen dienst, te Haar
lem komt is het met voorz. eens, hoezeer hij
ook werkverruiming toejuicht. Óver 50 jaar
zal men nog grooter behoefte hebben aan
natuurterreinen dan thans, omdat ons land
dan dichter bevolkt zal zijn. Men moet deze
zaak zien uit een oogpunt van algemeen
Nederlandsch belang en zegt ook namens
den heer Bons. commissaris van de schade
vordering voor de inundatie.
De heer baron van Fridagh wijst op het
Nationale Plan en adviseert zich met de
contactcommissie te verstaan.
Voorzitter merkt op, dat men zeker naar
concentratie zal streven en allereerst de
officieele instanties zal raadplegen.
Onder applaus wordt het bestuursvoorstel
aangenomen.
Verkiezing bestuurslid.
De heer H. K. Koster, bestuurslid, wordt
bij acclamatie herkozen.
Het jaarverslag, dat getuigt van den
bloei der afdeeling, wordt onder dank aan
de samenstelster, mej. Peeck goedgekeurd.
De rekeningen 1940 en 1939 worden goed
gekeurd.
Het batig saldo 1939 bedroeg f 97.01 en
van 1940 f 84.93.
Tot afgevaardigde naar de alg. vergade
ring N«di Heidemaatschappij wordt de se
cretaresse mej. Peeck gekozen.
De heer Nobel zal het afdeelingsbestuurs-
voorstel inzake het natuurschoon verdedi
gen.
De rondvraag levert niets op, waarna
sluiting volgt.
Terwijl de New York Post in verband met
de rede van President Roosevelt en zijn pers
conferentie er over spreekt, dat er in het
politieke klimaat van Amerika een funda-
menteele vèrandéring is ontstaan, 'zijn an
dere bladen van een volkomen tegenoverge
stelde meening.
In de New York Journal schrijft Hearst:
Er zijn in Amerika nog altijd twee gedachten-
gangen. De eene meent, dat Duitschland van
alles de schuld draagt, de andere huldigt het
standpunt, dat Engeland de ontwikkeling
niet duldt van een land, dat de Engelsche
wereldoverheersching en handelshegemonie
kan bedreigen en dat Engeland den oorlog
verklaard heeft omdat Duitschland weer als
wereldmacht en als mogelijke handelsrivaal
van Engeland is opgestaan. De eerste ge-
dachtengang vereischt de deelneming van de
Ver. Staten aan den oorlog, terwijl de tweede
richting de meening vertegenwoordigt, dat
Duitschland naar het voorbeeld van de Mon-
roeleer, de Vereenigde Staten van Europa
wil oprichten, welke van Britsche inmenging
bevrijd zouden moeten zijn. Roosevelt is door
het volk der Vereenigde Staten gekozen tot
zijn leider. Men mag echter hopen, dat on
der zijn leiding de Vereenigde Staten even
groot, vrij en bloeiend blijven als onder de
minder imperialistische beginselen van de
stichters.
Verlangens van minister Ickes.
De Amerikaansche minister van binnen-
landsche zaken, Ickes, heeft geëischt, dat
voortaan des avonds geen wedstrijden meer
gehouden zullen worden, als baseball e.d.,
teneinde electriciteit te sparen voor de be-
wa peningsdoeleinden.
Voorts -heeft Ickes de invoering van den
zomertijd verlangt, alsmede benzinelooze
Zondagen en dergelijke matregelen om te
voorzien in het dreigende tekort aan olie en
electriciteit. Deze verklaring van den mi
nister is van bijzondere beteekenis als aan
vulling op een mededeeling van de federale
commissie voor den aanvoer van brandstof
fen, volgens welke het ernstigste gebrek aan
brandstoffen in de geschiedenis van de Ver
eenigde Staten te verwachten is.
dat Engeland ook in dit' deel der aarde naar
buiten zichtbaar succes noodig heeft. Terwijl
Duitschland thans nog met Kreta bezig is,
biedt zich voor Groot-Brittannië een uiterst
gunstige gelegenheid, om Syrië te bezetten.
De New Chronicle schrijft: Wij hebben Sy
rië noodig, het bezit daarvan is voor Enge
land van onschatbare waarde.
De goed ingelichte overzichtschrijvers
Alsop en Kintner deelen in de Washington
Post mede, dat Roosevelt wel niet gezegd
heeft, dat hij zoo noodig de eilanden in den
Atlantischen Oceaan zal bezetten, doch dat
hij inderdaad daartoe besloten is. Na lang
wikken en wegen van het voor en tegen is hij
eindelijk tot dit groote besluit gekomen. Wel
moet hij rekening houden met de opposiie,
doch dat is gemakkelijker te verduren dan
wanneer hij niet gehandeld en daardoor zijn
geheele politiek had opgegeven. Daarom heeft
hij besloten de oppositie te negeeren.
Het s.s. America ijlings terugge
roepen.
Het ministerie van marine der V. S. heeft
het passagiersschip „America", dat op reis is
naar West Indië en door de regeering van
de United States Lines is overgenomen, te
legrafisch bericht gezonden terstond terug
te keeren.
Het s.s. „America" (27.000 ton) heeft op
dracht gekregen om na een kortstondig ver
blijf in Havana, de reis af te breken, en
de passagiers in Newport-News in plaats
van in New York af te zetten. De New York
World Telegram vermoedt, dat deze maat
regel doet voorzien, dat het schip marine-
infanterie naar een ongenoemde plaats van
bestemming moet vervoeren, daar Newport-
Nevvs veelvuldig als haven van inscheping
voor troepentransporten gebruikt wordt.
Eenige Engelsche bladen eischen de bezet-
hng \an Syrië door Engelsche troepen. De
Daily Telegraph grondt dezen eisch daarop,
De Belgische secretaris-generaal van on
derwijs heeft krachtens een verordening van
20 Mei 1941 alle diploma's van de Duitsche
scholen in Brussel gelijk gesteld met die van
alle Belgische scholen. Daarmede krijgen de
houders van dit diploma 't recht, deel te ne
men aan de wettige examens van de Belgi
sche universiteiten, hetgeen voor hen tot dus
ver niet mogelijk was.
NA DE OPZEGGING VAN HET
BONDGENOOTSCHAP MET
DENEMARKEN
Steunpunt op den handelsweg
van de V.S. naar Engeland.
(Van een V.P.B.-medewerker.)
IJsland is van oudsher een sprookjesland
geweest. Door de ouden werd het Tule ge
noemd, het „laatste land aan den rand der
aarde", gelegen aan den oever van den
rusteloos vliedenden wereldstroom Okea-
n'os. Hier werden de-liederen van de Edda
gezongen. Ook een moderner dichter heeft
gezongen van een koning van Thule, die
„trouw bleef tot in het graf
Thans echter hebben de burgers van
Thule, die „trouw tot in het graf" plotse
ling den rug toegeke'erd. Zij hebben den
koning van Denemarken, wiens onderda
nen zij waren, de trouw opgezegd. Het IJs-
landsche Althing heeft besloten, de honds-
overeenkomst tusschen Denemarken en IJs
land niet te vernieuwen en IJsland tot
zelfstandige republiek uit te roepen. Thule
zal dus voortaan een president hebben.
Nu is het algemeen bekend, dat IJsland
sedert Mèi 1940 door de Britsche troepen
is bezet. Er werd een aanzienlijk aantal
troepen geland, voornamelijk Canadeezen.
Er werden groote versterkingen aangelegd.
Dit alles geschiedde, naar het heette, om
het eiland te beveiligen tégen een aanval,
die van de zijde der spilmogendheden dreig
de. De hoofdzaak echter was, dat Groot-
Brittannië op dit gebied een steunpunt
heeft ingericht ter beveiliging van zijn han
del op Amerika. Dit is dan ook de reden,
waarom Duitschland het eiland heeft be
trokken in zijn blokkade. Thans hebben de
Britten door het Althing IJsland laten uit
roepen tot republiek.
Wat wil men daarmede bereiken? IJsland
is een gebied, dat in economisch opzicht
van het buitenland afhankelijk is. Van de
120.819 vierkante kilometer, die het beslaat
kunnen slechts 43.365 vierk. km. voor den
landbouw worden aangewend. Deze opper
vlakte wordt gebruikt voor veeteelt en het
verbouwen van aardappelen, rapen en kool.
Meer dan de helft van het eiland is een ijs-
moestijn met uitgebrande vulkanen, die tot
een hoogte van 2.000 meter omhoog rijzen.
Van autarkie kan onder zulke omstandig
heden geen sprake zijn en IJsland kan niet
hopen, ooit buiten de hulp van het buiten
land .te kunnen bestaan.
Pleidooi voor onderhandelingen.
In een massa verga dering van het comité
„America First" heeft Lindbergh verklaard,
dat indien Amerika de door president Roose
velt voorgestelde politiek volgt, er een oor
log tusschen het oostelijke en het westelijke
halfrond zal ontstaan, welke wellicht gene
raties lang zal duren. Lindbergh critiseerde
vooral de bewering van Roosevelt, dat de
controle over de Kaap Verdische eilanden de
voorwaarde vormt tot de veiligheid van
Amerika. Opnieuw Waarschuwde hij tegen
een inmenging in den Europeeschen oorlog.
Wanneer bet Amerikaansche volk zich aan
een dergelijk avontuur waagt, moet het eerst
eens de balans naslaan van de politiek der
interventionisten, een balans van onafgebro
ken nederlagen, beginnende bij Polen, via
Finland, Noorwegen, Nederland, België,
Frankrijk tot aan Joegoslavische en Grie
kenland. Desondanks verlangen de interven
tionisten, dat ook Amerika onvoorbereid aan
den oorlog deelneemt. Engeland heeft het
beste menschenmateriaal van Europa in den
strijd geworpen en toch is zijn positie van
maand tot maand slechter geworden. In de
zelfde mate zijn de Engelsche verzoeken aan
Amerika toegenomen.
Vervolgens hield Lindbergh opnieuw een
pleidooi voor een vrede door onderhandeling,
welke Engeland niet zou vernietigen. Een
dergelijke vrede was na het einde van den
Poolschen veldtocht mogelijk geweest, doch
door de interventionisten stelselmatig gesa
boteerd. Het volk wil thans niet meer bedro
gen worden, doch het wil de waarheid van
de regeering vernemen. De regcering moet
duidelijk laten weten, wat zij denkt te doen.
Het is nu de tijd voor het verpotten van
kamerplanten. Daarom zullen er in dit arti
keltje enkele wenken over gegevèn worden.
Het is een voorzichtig werkje. Steeds zul
len toch de wortels iets worden beschadigd.
Dit geldt vooral de wortelharen, uitgroeiïngen
der cellen, welke het vermogen hebben water
en voedingsstoffen uit den grond op te nemen.
Meestal zijn die fijne uitstulpingen zoo met de
aarde vergroeid, dat er vele afbreken als de
kluit uit den pot komt. De plant heeft daar
door minder organen om voedsel uit den
grond op te nemen. Men zou ook kunnen be
weren, dat verpotten voorloopig een groote
periode voor haar beteekent. Met droge lucht
kunnen deze twee factoren te zamen werken
om het verdorren in de hand te werken. Eind
Mei en begin Juni stoken we echter niet meer.
De lucht in de kamer is minder droog en
bovendien breekt de groeitijd voor de plant
ook aan. De planten maken gaandeweg meer
wortels en wat verloren is gegaan bij het
verpotten zal spoedig weer hersteld zijn.
Kamerplanten willen graag in een kleine
pot staan. In een te groote pot verzuurt de
grond en in vochtigen zuren grond neemt de
plant zoo goed als geen voedsel op. Bij de
meeste planten moet de potkluit heel blijven.
Niets mag er afgesneden worden en de oude
aarde moet niet met geweld er afgenomen
worden. Men kan met een stokje de buitenste
aarde er wel afhalen. Laat de kluit bij het
verpotten niet los van den pot dan is het aan
te raden hem een paar uur in lauw water te
dompelen. Gelukt het dan nog niet zoo wordt
de pot stuk geslagen. De nieuwe potaarde
moet steeds goed vruchtbaar zijn en voldoende
waterhoudend. In het algemeen bestaat de
beste grond uit een derde humus (bladaarde,
veengrond of turfmolm) iets minder zand,
bijna een derde deel klei en een zesde deel ver
teerde oude koemest, mits deze grond een
paar jaren gelegen heeft en eenige malen is
omgewerkt. Hoe beter de planten in den
groeitijd bemest worden des te minder vaak
behoeft men later te verpotten. Tegenwoordig
heeft men vele goede soorten kamermest. Ge
bruik die geregeld voor uwe kamerplanten!
Sommige sterk wortelende kamerplanten
moeten vaak verpot worden. Asparagus
Sprengeri, die in den grond wortelverdikkin
gen maakt welke veel ruimte innemen, be
hoort hier toe. Ook palmen, waarvan de wor
tels steeds omhoog groeien, vragen hier om.
Planten, die zich heel moeilijk laten verpotten
moeten door goede voeding krijgen, wat hun
toekomt. Bij deze planten kan men de aarde
aan den kant wat wegnemen en door vrucht
bare aarde vervangen. Dit is b.v. het geval
bij Crinum en bij de Amaryllis.
Kamerplanten, die des zomers in den vollen
grond gezet worden en dus uit den pot staan,
omdat ze dan meer wortels hebben gevormd
dan de pot bevatten kan. Zijn de wortels
buigzaam zooals bij de Azalea dan buigt men
dip in den pot. Is dit niet het geval dan moet
er een stuk afgesneden worden. Planten, die
verpot zijn, mogen de eerste weken niet in de
zon staan. Als de hergroei begint gaat men
langzaam bemesten en water geven.
A. VAN DER LIJN.
HET OOG GERICHT OP
DE SNOEKBAARS.
Omtrent te verwachten resulta
ten tast men in het duister.
Nog slechts enkele dagen, en tegelijk met
de opening van het hengelseizocn, kan ook
de vangst op verschillende vischsoorten in
het IJsseimeer we'er een aanvang nemen.
Enkele visschers hebben daartoe hun voor
bereidingen reeds getroffen.
Het oog is voorloopig voornamelijk ge
richt op de snoekbaars, een thans zeer ge
wild artikel, dat ook al als gevolg van de
vischschaarschte, een plaats op de markt
heeft veroverd. Een van hoogcrliand gesti
muleerde propaganda, in den vorm van
voorlichting, heeft de gewenschte uitwerking
gehad en deed snoekbaars grif ingang vin
den.
Snoekbaars is ongetwijfeld in groo-
fen getale in het IJsseimeer aanwe
zig, doch omtrent de resultaten van
de visscherij daarop tast men nog
volkomen in het duister. Zoolang de
Waddenzee visscherij bevredigend
blijft zal de belangstelling voor de
IJsselmeervisscherij slechts matig
zijn, tenzij de vangsten overvloedig
zijn. Voor de voormalige Zuiderzee-
gemeenten hangt er natuurlijk veel
meer van af daar deze uitsluitend
op de IJsselmeervisscherij zijn aan
gewezen.
Doch ook voor de Wieringers moet het be
lang niet worden onderschat,. Vorig jaar
werd te Wieringen b.v. ruim 155000 pond
snoekbaars aangevoerd.
Wijziging ten ongunste.
Door de inmiddels vastgestelde prijsrege
ling voor zoetwatervisch is er ten opzichte
van vorig jaar echter een belangrijke wij
ziging ten ongunste ingetreden.
Men zal zich herinneren dat vorig jaar
de ongelimiteerde prijzen den prijs van
.snoekbaars tot ongekende hoogte deed op-
l'oopen, n.1. tot gemiddeld S0 cent per pond,
terwijl ook prijzen van f 1.— per pond zijn
voorgekomen. Door een dergelijke opbrengst
was het mogelijk tot laat in het seizoen
door te visschen. Ondanks steeds minder
wordende vangsten bleef het bedrijf loo-
nend.
Thans is er de maximumprijs voor snoek
baars van 34 cent per pond aan den afslag.
De detaillist betaalt 41 cent aan den gros
sier, terwijl den consument uiteindelijk
55 cent per pond wordt berekend.
Slechts de consument juicht.
Ondanks haar goede zijde, zal slechts de
consument, in wiens belang zij in de eerste
plaats in het leven werd geroepen, deze
prijsregeling kunnen toejuichen. Deze toch
is er mee gebaat, want de practijk heeft
wel bewezen dat zonder die regeling ook
hoogere prijzen, 'misschien ongaarne, toch
worden besteed. Een eenvoudig rekensom
metje geeft ons, gerekend naar de vangst
van vorig jaar, het enorme bedrag, dat de
visschers dit jaar minder zullen ontvangen.
In visscherskringen vraagt men zich werke
lijk af of bij dezen prijs, van 34 cent per
pond, hetgeen toch goed betaald mag hee-
ten, de snoekbaarsvisscherij wel loonend zal
zijn. Bij ruime aanvoer kan het juist vol
doend zijn, doch bij geringe vangsten is
de prijs absoluut onvoldoende.
Gewone baars en blei, welke tegelijk wordt
gevangen, en waarvan vorig jaar nog ruim
68000 pond binnen kwam, kunnen resp. 18
en 10 cent per pond max. besommen, het
geen voor deze artikelen uitstekende prij
zen zijn. De consument betaalt resp. 37 en
26 cent p. p.
In een tapijt- en beddenhandel te 's-Gra-
venhage bleek men zich niet te houden aan
de prijsvoorschriften. Een onderzoek, dat op
verzoek van den inspecteur voor de prijsbe-
heersching te 's-Gravenhage werd ingesteld
door deskundigen van het rijksbureau voor
textielproducten en door den rijksaccoun
tantsdienst, bracht aan het licht, dat de prij
zen van vele goederen uit oude voorraden
verhoogd waren, terwijl bij gestegen verkoop
prijzen van nieuwe goederen dezelfde winst
percentages werden gehandhaafd. Zooals be
kend is, mogen, slechts de in geld uitgedruk
te winstmarges worden aangehouden.
Verdachte L., directeur van het bedrijf, gaf
de overtreding toe. Hij werd veroordeeld tot
een geldboete van f7000.—.
(Zitting van Vriidag 30 Mei 1941.)
Zuidscharwoude.
GEEN IDEALE INRICHTING.
Het was niet direct een ideale inrichting
voor iemand die zich melkslijter noemt. In
een gammele schuur te Zuidscharwoude
dreef mej. E. v. D. haar bedrijf. Zelf was de
ze juffrouw niet verschenen, doch uit de
stukken bleek, dat zij in de Dorpsstraat al
daar werd aangehouden met melk waarin
veel te weinig vetgehalte zat.
Dr. Mol uit Alkmaar als get.-desk. gehoord,
zeide, dat deze juffrouw feitelijk geen melk-
slijtster was. De lokaliteit voldeed ook heele-
maal niet aan de eischen en 't zou goed zijn,
als hier streng gestraft werd.
De keurmeester P. A. B. had op 9 Decem
ber verd. op straat aangehouden; zij was
bezig melk te venten en get. had een mon
ster genomen.
De Ambt. van het O. M. Mr. Royaards
vroeg, of verd. koeien had?
Get.: Nee, dat niet en ze woont in bij haar
broer en die heeft koeien.
De Ambtenaar vordering nemend, achtte
het tenlaste gelegde wettig en overtuigend
bewezen en vroeg f 15.boete, subs. 10 da
gen hechtenis. Conform dezen eisch werd
verd. door den Kantonrechter Mr. Boerrigter
veroordeeld.
Winkel.
HET MUISJE.
De landbouwer J. B. uit Winkel, moest
zich verantwoorden, omdat hij 80 K.G. tarwe
had afgeleverd zonder daartoe vergunning te
hebben van den voedselcommissjiris.
Verd. vertelde, dat hij aan een zekeren Q.
P. B. gezegd had, dat hij die tarwe krijgen
kon, maar toen die B. kwam, was verd. niet
aanwezig. Toen hij terugkwam, was de tar
we verdwenen.
Get. J. C. B. had op 20 Nov. tijdens het ver
voer proces-verbaal opgemaakt. Hij had deze
tarwe nic'. in i slag genomen, omdat het
zaai-seizoen al voorbij was.
De jeugdige tuinbouwer C. P. BI. uit
Noordscharwoude had de tarwe weggehaald
en zonder geleidebiljet vervoerd. Toen get.
b" de schur kwam van verd., was deze niet
aanwezig.
De Ambtenaar vordering nemend, vroeg
f 15.boete, subs. 10 dagen.
Verd. vond deze boete erg hoog, in verband
met het feit, dat hij handelde in belang van
de voedselvoorziening en niet er tegen.
De Kantonrechter uitspraak doende, ver
oordeelde verd. tot f 10.— boete subs. 6 dagen.
En het staartje!
Toen kwam het staartje van het muisje en
werden de rollen omgedraaid.
De getuige in de wig» «aak C P. B. uit
Noordscharwoude, kwam toen als verd. voor
het hekje. Hem werden twee feiten ten laste
gelegd en wel, ten eerste, dat hij tarwe in
voorraad had gehad zonder de vereischte ver
gunning en deze zonder geleidebiljet had ver
voerd.
De keurmeester der Warenwet had op zol
der bij verd. vier zakken tarwe gevonden en
bovendien de twee zakken, welke hij van J.
B. uit Winkel had betrokken.
Ik had zelf geen wintertarwe, daarom heb
ik die gekocht; zeide verd. Het was te goeder
trouw.
De Ambt. van het O. M. wilde deze goede
trouw niet direct aannemen en eischte twee
geldboeten, n.1. van f 15.—, subs. 10 dagen en
f 10.sub£. 5 dagen.
Verd. merkte op, dat hij 75 K.G. tarwe in
voorraad mocht hebben.
De controleur merkte op, dat verd. zulks
dan had moeten aanvragen.
Mr. Boerrigter deed uitspraak en veroor
deelde verd. tot twee geldboeten, elk van
f 10.subs. tweemaal vijf dagen.
Bergen.
EEN PRINCIPIEEL GEVAL!
Daarna werd een principieel geval behan
deld. Terecht moest staan een zekere A. G.
v. d. H., tandtechnicus te Bergen, wien ten
laste was gelegd, dat hij de tandheelkunde
had uitgeoefend.
Daar ben ik het absoluut niet mee eens,
zeide verd. Ik heb alleen kunstgebitten en
kunsttanden gemaakt; het trekken deed een
tandarts, die voor mij werkte. Deze had voor
het trekken een vast salaris, dat door mij
werd uitbetaald, was verdachte's verdedi
ging.
Kreeg die tandarts telkens salaris als hij
kwam? vroeg mr. Boerrigter.
Nee, pardon, hij had een vast salaris, was
het antwoord van verd.
Drie getuigen. Mej. M. D. en D. H. K. met
diens dochtertje, alle woonachtig te Bergen,
kwamen getuigen, dat verd. niet getrokken
had, maar alleen kunstgebitten en kunst
tanden en kiezen had gemaakt.
Vordering nemend, meende de Ambte
naar van het O.M.. dat hier wel degelijk
sprake was van de uitoefening der tand
heelkunde en wel zulks op grond van de
wet van Mei 1933 (13 Mei).
Mr. Roijaard vorderde f200 boete. subs.
3 weken hechtenis.
Verd. zeide het hiermede niet eens te zijn.
Door een tandarts is raad en bijstand ge
geven. Zoo zijn er in den lande massa's
technici die op die manier werken. Ik heb
me stipt aan de wet gehouden en nooit een
kies of een tand getrokken. Dus ook nooit
een wond gemaakt.
De Ambtenaar merkte op. dat de strafver
volging niet tegen verdachte persoonlijk
ging, doch gericht was tegen alle technici.
De Kantonrechter wilde de zaak nog eens
nader bekijken en zal vandaag over een
week schriftelijk vonnis wijzen.
Bergen.
HIER STAAN KLEMMEN.
Op 25 April jl„ 's avonds om zeven uur
had een zekere J. H. uit Bergen zich met
een klem in het veld bevonden.
Verd. erkende het feit. doch zeide(, dat
hij op het land was van den heep v. Meurs,
waar verd. het beheer over had.
Kant.: Het mag niet. U zet toch ook geen
bordje voor de konijnen neer: „Hier staan
klemmen!" (Gelach).
De Ambtenaar vroeg f6.— boete., subs. 8
dagen en conform dezen eisch werd verd.
door mr. Boerrigter veroordeeld. De klem
werd verbeurd verklaard.
De Kantonrechter, mr. Boerrigter. deed de
navolgende schriftelijke uitspraken:
C. Sn. uit Koedijk, die een hoeveelheid
haver in voorraad had gehad, zonder ver
gunning. werd veroordeeld tot f 10 subs. 5
dagen hechtenis, met bevel tot teruggave
van de haver.
W. G. te Heerhugowaard had capucijners
in voorraad gehad, eveneens zonder vergun
ning. f 10 boete. subs. 5 dagen met ver-
beurverklaring van de in beslag genomen
capucijners.
Th. J. L. te Noordscharwoude, had 300 Kg.
kool in voorraad gehad en werd veroordeeld
tot f 100 boete. subs. 50 dagen hechtenis.