Het volksvermogen in Den Helder en omgeving N EXT/'RECLAME Examentijd MacUmeuwj In totaal met 5y2 ton gestegen UoxJbttf. Met „Hermes" naar Castricum Heimwee ïlituuM uit Uiü Woensdag 4 Juni 1941 Tweede Blad Meer In Den Helder een ton teruggang Inenten voor Helderschen in het Buitenveld Correspondentie •VERHOOGT UW OMZET» Visscherfj Grootmoeder regeert Burgerlijke Stand van Den Helder Inschrijving Handelsregister In een vorig artikel hebben wij de ver anderingen belicht, die sedert het vorige jaar aan den dag traden met betrekking tot het volks-inkomen in Den Helder en de omlig gende gemeenten. Wij zullen thans nagaan welke wijzigingen ontstonden in het volks vermogen. Ook deze gegevens zijn ontleend aan de belasting-administratie en door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzameld. Vooraf moge de opmerking gaan, dat ver anderingen in het volks-inkomen bijna steeds verband houden met de meer of minder gun stige ontwikkeling van het plaatselijke be drijfsleven. In de meeste gevallen immers wordt het inkomen verdiend in de plaats van inwoning. Met het vermogen is het verband met de woonplaats dikwijls afwezig, vooral wanneer dat vermogen in effecten is belegd. In onderstaande tabel geven wij aan hoe veel aangeslagenen in de vermogensbelasting er in de beide laatste belastingjaren in elk der betrokken gemeenten woonachtig waren. Wij teekenen hierbij aan, dat slechts zij in de vermogensbelasting worden aangeslagen, die ten minste zestienduizend gulden bezitten. Aanslagen in de In deze cijfers heeft het laatste belasting jaar dus niet veel veranderingen aan het licht doen treden. Alleen in Anna Paulowna en op Texel nam het aantal aanslagen merk baar toe. Ook voor deze aantallen verdient overigens een omrekening per duizend inwo ners voor een goede beoordeeling aanbeve ling. Aanslagen Verm. bel. per 1000 Inwoners 1939 1940 DEN HELDER 12 12 Wieringen 24 24 Vieringerwaard 52 53 Anna Paulowna 20 20 Callantsoog 17 17 Texel 84 35 In Den Helder, Wieringen, Anna Paulowna dl c/aiiaiinauug per duizend inwoners noch voor- noch achter uit. Het verhoudingscijfer voor Den Helder is het laagst van alle hier besproken gemeen ten: onze stad huisvest nu eenmaal betrek kelijk weinig kapitaalkrachtigen. Zeer hoog daarentegen is het cijfer voor Wieringer- waard, dat bovendien ook in het laatste jaar weer iets gestegen blijkt te zijn. Ook voor Texel vertoonde het reeds vrij hooge cijfer een nieuwe vermeerdering. De wijzigingen in het gemiddeld bezit van deze vermogende ingezetenen blijken uit het volgende staatje: Gemiddeld vermogen 1939 1940 DEN HELDER 41.000 41.000 Wieringen 82.000 32.000 Wieringerwaard 53.000 52.000 Anna Paulowna 40.000 41.000 Callantsoog 27.000 26.000 Texel 37.000 37.000 Uit deze opgave blijkt, dat Wieringerwaard niet alleen naar verhouding de meeste kapi taalkrachtigen van onze omgeving huisvest, maar dat bovendien van deze gegoeden het gemiddeld bezit heel wat hooger is dan van de vermogende ingezetenen der andere ge meenten. Wat wij in ons eerste artikel opmer- ten over de tegenovergestelde oorzaken, die zoowel tot een stijging als tot een daling van het gemiddeld inkomen konden leiden, geldt evenzeer voor het gemiddelde vermogen. Tenslotte vermelden wij in de volgende tabel het gezamenlijk vermogen van alle aan geslagenen in elke gemeente: Totaal vermogen vermogensbelasting 1939 1940 1939 1940 DEN HELDER 17.877.000 17.780.000 DEN HELDER 440 439 Wieringen H 4.636.000 99 4.685.000 Wieringen 144 145 Wieringerwaard 99 3.379.000 99 3.310.000 Wierigerwaard 64 64 Anna Paulowna 99 4.738.000 99 5.121.000 Anna Paulowna 119 124 Callantsoog '99 454.000 99 472.000 Callantsoog 17 18 Texel 99 10.608.000 99 10.881.000 Texel 283 291 Totaliseeren wij deze bedragen, dan blijkt het geheele in onze streek gehuis veste volksvermogen te zijn gestegen van 41.692.000 tot 42.249.000 en dus te zijn toegenomen met 557.000. In Den Hel der liep het vermogen der gegoede inwo ners echter met 97.000 terug. In Wie ringerwaard daalde het met 69.000. In de overige gemeenten onderging het vermogen evenwel een stijging. Tegen typhuf. en paratyphus. Zooals men gisteren in een officieele mededeeling heeft kunnen .ezen, ia door den burgemeester besloten diegenen, die zich het vorig jaar hebb°n doen inenten tegen typhus en paratyphus, ook thans in de gelegenheid te stellen zich te doen her inenten en dat wel gratis. Dit geldt voor hen, die zich momenteel in een der buiten gemeenten van Den Helder bevinden. Het geldt eveneens voor de in genoemde plaatsen schoolgaande,/ kinderen. Wat daaromtrent werd vermeld in de bekend making in ons nummer van 14 Mei j.1. komt te vervallen. Hier volgen de plaatsen én tijden, waarop men zich kan melden: 5 Juni 1941 te Schagen in dé openbare lagere school van 9.30—12 uur voorm. en van 1.303 uur nam. 6 Juni 1941 te Oudesluis in de openbare lagere school van 9.3011 uur voorm., te 't Zand in t.e openbare lagere school van 1.30 —3 uur nam. 9 Juni 1941 te Breezand in de R.K. school van 9.3012 uur voorm. en van 1.303 uur nam. 10 Juni 1941 te Kleinesluis (Anna Paulowr na) in de consistoriekamer van de Ned. Herv. kerk van 9.30—11.30 uur voorm.; te Oostpol der ten huize van het hoofd der school van 1.303 uur nam. 11 Juni 1941 te Wieringerwaard in de open bare lagere school van 9.3011 uur voorm., te Schagerbrug in de openbare lagere school van 1.303 uur nam. 12 Juni 1941 te Callantsoog in de openbare lagere school van 9.301-2 uur voorm. 13 Juni 1941 te Hippolytushoef in de open bare lagere school van 9.3012 uur voorm., te Westerland in de openbare lagere school van 1.30—3 uur nam. 16 Juni 1941 te St. Maartensbrug in de openbare lagere school van 9.30 11 uur voorm.; te St. Maarten in de openbare lagere school van 11.30 voorm.—12.30 nam. 17 Juni 1941 te Burgerbrug in de openbare lagere school van 9.3011 uur voorm., e Petten in de openbare lagere school van ï.rfu— 3 uur nam. J. C. Uw klacht behoort bij de politie. Dit is geen zaak voor de krant, maar voor de justitie. Wordt U belasterd door personen, waarvan U den naam niet kent, dan is het wellicht het beste, dat U aan de zaak maar geen ruchtbaarheid geeft. Doodzwijgen is in dit geval de juiste remedie. J. G. Uw vers was niet onverdienstelijk, doch niet geschikt voor de krant. Ook met een kleine verandering hier en daar was het niet persklaar te maken. Th. M. De zaak door U beschreven is door ons al meerdere malen belicht. Het heeft geen zin daar nog eens zoo uitvoerig op terug te komen. De betrokken autoriteiten zullen zeker trachten het belang van de evacué's zooveel mogelijk te behartigen. Red. Held. Crt. Goede resultaten tegen technisch hooger staande club. Het was wèl een uitgebreid programma, dat Hermes deze eerste maal op vreemden bodem en voor het eerst tegen een goed inge speelde club moest afwerken Het tournooi in Castricum werd geopend met den wedstrijd Hermes IC.H.C. II. Deze match bracht bet Hermes-elftal, dat reeds bij den aanvang sterker bleek, een 50 overwinning. Van dit puntenaantal nam Daan Ottervanger er drie voor zijn rekening, terwijl Nico Hemelrijk en Frans Verfaille voor de an deren zorgden. Overigens zat er in dezen wed strijd niet veel snelheid en vertoonde hij geen opvallend mooie spelmomenten. Ni# volgde de strijd Hermes n—C.H.C. I en deze kamp bracht een groote verrassing, daar C.H.C., ondanks bijzonder goede tech niek (vooral het pushen van den middenvoor wekte bewondering), er niet in slaagde meer dan éénmaal den kranigen keeper De Boer te passeeren. De wedstrijd eindigde dan ook met een 10 overwinning van C.H.C. Dit is uitsluitend te danken aan de geest driftige wijze, waarop door aanvoerder Veen en z'n jongens gespeeld werd en aan de harde tikken, waarmede vooral de back Bakker den bal telkens weer naar de voorhoede werkte. Dan was het de beurt aan de dames en hier waren het mej. Boon en natuurlijk weer Trudi, die na een achterstand van twee pun ten eerst een tegenpuntje maakten en dan de gelijkmaker scoorden. Het was duidelijk te merken, dat de dames nog nimmer tegen sexegenooten gespeeld hebben, maar tot dus ver tegen heeren speelden. Zij bleken niet op het korte spel van de tegenpartij te zijn in gesteld, want door enkelen werden veel bal len gemist. Toch mag een uitslag van 22 zeer bevredigend genoemd worden. Na de midddagpauze volgde dan nog dé match van den dag: Hermes I—Castricum I. In dezen wedstrijd, die zich met groote snelheid van de eene naar de andere helft verplaatste, waren het vooral de keepers Bremer (C.H.C.) en Verstraaten (Hermes) en de backs Gooiaards (C.H.C.) en v. d. Kuyl (Hermes), die opvielen. De wedstrijd gaf dan ook verscheidene spannende en fraaie mo menten voor beide goals te zien. Het viel ons overigens van het Hermes-elftal tegen, dat het na den bevredigenden stand, door het tweede bereikt, geen beter puntenaantal wist te bereiken, want ook het eerste werd met 1»—0 geslagen. We misten hier het enthousiasme van het tweede elftal en er werd door de voorhoede te veel op den midvoor gesteund. Toch mogen wij de resultaten van dit eer ste tournooi bevredigend achten en hebben de Hermes-leden zeker iets geleerd. Men is C.H.C. dankbaar voor het genoten onthaal en hoopt de Castricummers spoedig eens in Den Helder te zien spelen. Het zou dan echter zeer gewenscht zijn, dat er scheidsrechters van andere clubs waren, want het feit, dat de wedstrijden geleid werden door scheids rechters van C.H.C. of Hermes, gaf soms wel even aanleiding tot wrijving. Tusschen bloeiende landouwen, In een sfeer van rust en vrêe, Zit de Jutter stil te droomen Van zijn wijde, blauwe zee. Van zijn zoo geslagen stad, Bloedend uit zoovele wonden; Doch, die ondanks pijn en smart, Kracht tot weerstand heeft gevonden. Als de late avondschem'ring Neerdaalt over stad en land, Knaagt 't heimwee aan zijn harte, Knelt die innig, sterke band. In hem woelt een groot verlangen, Feller klinkt zijn roep om vrêe Voor zijn land en dierb're woonstêe, Gelegen aan de zee. Stad der onversaagde helden, Eéns toch komt die schoone dag. Dat men weer uw milden aanblik Jubelend begroeten mag. Als de klokken ons verkond'gen Den zoo lang begeerden vrêe. Trekt de Jutter Naar zijn stad weer heen. Dirkshorn. R. VerhageKok. Urk, 2 Juni. Door 90 vaartuigen werd j.1. Zaterdag aan den Gem. Vischafslag' alhier aangevoerd: 6337 kg aal en paling, van 25 tot 400 kg per vaartuig, prijs 62 tot 154 ct.26 kg spiering 32 tot 36 ct. per kg; 60 manden possen, 130 ct. en 150 manden Nest, 33 ct. per mand. Met de visscherij op de voormalige Zuider zee was het de vorige week zeer gunstig ge steld. Dit was vooral het geval met de vis scherij van de motorlooze zeilvaartuigen. Be gunstigd door het mooie weer, ook in ver band met de windrichting, kon er de geheele week worden gevischt. Per etmaal werdén er vangsten aan de markt gebracht van 35 tot 90 kg per zeilvaartuig. Deze soort kuilpaling werd veelal verkocht voor 62 en 102 ct. per kg. De prijzen der possen varieerden van 155 tot 210 ct. per 25 kg. Naar verhouding waren de weekresultaten van de motorlooze zeilvaartuigen veel hooger als de motorvaartuigen. Deze varieerden van 90 tot 200 gulden per zeilvaartuig. De kleine motorvaartuigen maakten vangsten tot 230 kg per etmaal. De weekbesommingen waren van 250 tot 300 gulden. De groote stoombeugers hadden vangsten tot 70 kg per etmaal. Gezien de zwaarte van deze soort beugaal werd deze veelal verkocht voor 124 ct. per kg. De weekresultaten va rieerden tot 160 gulden per lijnaalvisscher. Een groot gedeelte van de groote Noörd- zeevloot is momenteel weder de kustvis- scherij aan het uitoefenen voor Scheveningen. Gezien de goede vangsten waren de week resultaten tot zeer goed. Besommingen tot 650. De snurrevaadvaartuigen besomden van 800 tot 1500 per snurrevaadvaartuig. De groote motorvaartuigen van 430 tot 500 gulden voor Scheveningen. Op de Waddenzee wordt door enkele vaar tuigen druk gevischt op ansjovis. Enkele vaartuigen besomden al tot 700.Ansjo vis was duur. De vorige week (26 tot en met 31 Mei) werd door 10 tot 90 vaartuigen aan den Gemeentelijken vischafslag alhier aange voerd: 19311 kg. Aal en paling, prijs 62 tot 154 ct; 300 kg spiering, 32 tot '55 ct. per kg; 480 manden possen, 130 tot 210 ct. per mand van 25 kg en 1340 manden nest, 33 ct. per mand. Schetsen uit t Buitenveld Mijn dik in de 70 zijnde ouwe grootmoeder, waarover ik reeds eerder het èen én ander vertelde, en wel over de wonderbaarlijke wijze waarop zij vanuit Nieuwediep evacueer de, bevindt zich, na een kortstondig verblijf in haat eigen woning, weder in een der dor pen cr.der den rook van Schagen. - Zi/O langzamerhand zijn we gaan beseffen, dat opoe in zeker opzicht een biok aan het been der familie is geworden. Men neme dat niet zóó op, dat we niets voor het oude mensch over hebben. Niets is minder waar, en al wie het waagt over haar eenig kwaad te zeggen, krijgt terstond met on? te doen. Alevenwelopoe blijkt de err.st der tijden niet altijd volkomen meer te beseffen en wer.scht hoegenaamd geen water in haar wijn te doen, hoezeer zulks ook in tal van .geval len dringend gewenscht is. De verantwoorde lijkheid van haar daden schuift zij dan met een beminnelijke luchthartigheid af op ons, haar kinderen en kleinkinderen enwij zitten met de gebakken peren. Na aanvankelijk enkele weken weer in haar huisje in de Vroonstraat gewoond te hebben, geschiedde het op zekeren avond, dat zij op een stoof stond en door een droevige samenloop van omstandigheden met stoof en al uitgleed en op den grond terecht kwam. De buren, van 3 huizen ver, kwamen het 's middags vertellen en zoo vonden we het oude menschje, kermend van de pijn in haar arm, en murmureerend op alles waarover men maar murmureeren kan. Er was één lichtstraal in dat alles en wel dat opoe, wier financiën tenslotte vrij beperkt zijn, twee we ken tevoren door een voorgevoel gedreven, lid was geworden van een ziekenfonds in deze stad. Ze zeide dan ook, dat ze naar het ziekenhuis vervoerd wenschte te worden en dat wel zonder dralen. De dokter, die den arm bekeek, zei dat het meeviel en dat ze binnen enkele dagen er wel weer bovenop zou zijn. Zoo vertrok het oude mensch dan naar net ziekenhuis en heel de familie liep zich het vuur uit de sloffen, teneinde haar ouden dag daar in dat ziekenhuis op te vroolijken, mid dels bijna onbetaalbare goudreinetten, rolle tjes flikken, fleschjes zuurtjes en andere lek- kernjjen. <«l bier in dat ziekenhuis uitmun tend. Het eten smaakte haar prima, de zus ters vond ze niet ongeschikt en de dokter bleek als een humaan mensch beschouwd te worden. Ons duldde ze aan haar sponde, om dat wij de brengers van het nieuws waren. Na 5 dagen was de arm echter genezen en toen deed zich een ernstig probleem voor. De directeur van de inrichting, benevens de dok ter van opoe, waren beiden van meening, vooral na het maken van een foto van den arm, dat het oude menschje weer geheel ge nezen was en dat ze dus binnen den kortst mogelijken tijd weer diende te vertrekken. Evenwelmen had buiten den waard, in casu opoe, gerekend. Die décht er eenvoudig niet aan het gezellig ziekenhuis, met zijn vele emolumenten in den vorm van lekkernijen der' familie, het bezoek van de kinderen en kleinkinderen, de warme kruiken, de aardige zusters en het lekkere bed, zoo spoedig weer te verruilen voor haar eigen woning in de uitgestorven straat. Ze lachte de dokters finaal in hun gezicht uit, hield voet bij stuk en bleef. Een knappe jongen, die héér weg haalde. Er werd lang en kort gepraat, maar groot moeder weigerde. Ze bleef nóg 4 dagen extra, maar ook toen was ze niet van plan naar huis terug te gaan. En dat alles werd ge grond op de meening dat ze niet voor niets bij het Fonds gegaan was, dat ze haar con tributie 2 weken lang betaald had, en dat de juffrouw-van-ernaast-in-de-straat zélf in de polis gelezen had, dat je recht had op 150 ligdagen. En ze was vóst besloten al die 150 dagen uit te liggen ook! Ik bespaar U, lezer, de zenuwsloopende sensaties, die we in die dagen meegemaakt hebben. Met nijdige dokters, met een tot razernij-gebrachte grootmoeder en met de verzekeringsmannen. Het was verschrikkelijk en toen 't tenslotte, na veel beloften en mooie woorden, tóch gelukt was haar weg te krij gen, was haar eerste daad het opzeggen van de verzekering en de tweede ons mede te deelen, dat ze ons allen universeel onterfde. Het ergste was, dat het noodzakelijk bleek, dat ze 3 dagen daarna weer evacueerde. Ook dat was iets, wat zóóveel voeten in de aarde had, dat men er eerder een compleet boek deel dan één „Buitenveldje" mee vullen kan. In ieder geval bevindt de oude dame zich thans bij ons in het dorp. Onze rust werd er echter wreedelijk door verstoord en nóg overz'e ik de consekwen- ties niet van deze overkomst van haar, voor wie we allen min of meer sidderen en beven. De twee goeie menschen bij wie ze eerst introk, hebben niet geweten, wat ze aange haald hebben. Den eersten dag al werd de poes, sedert 14 jaar als kind in het gezin op genomen, de deur gewezen, omdat opoe wei gerde met „beesten" in één kamer te ver- keeren. Hierna volgde de mededeeling, dat ze heelemaal niet van plan was voor niemendal te wonen, maar dat ze dan ook haar „eischen" stelde. Die bestonden uit iedere week een schoone verschooning van het bed, iedere week een bad, iederen dag pap na het eten en voorts na 8 uur 's avonds en vóór 8 uur 's morgens absolute stilte in de woning. De twee goeie zielen hebben elkander eens aangekeken en gedacht: „hoor me nu eens zoo'n oud mensch!" Maar het slot was, dat ze toegaven uit naastenliefde en piëteit voor zoo'n oud menschje, „dat-al-zooveel-had-mee- gemaakt." Opoe regeerde in dat huis en alles beefde voor die kleine vrouw, die weliswaar oud van jaren, maar nog fantastisch „bij-den-tijd" is. Ze heeft de menschen waarbij ze inwoont, alles reeds van ons verteld en ik vrees, dat het niet allemaal in even gunstigen zin ge weest is. De vorige week is het tot een openlijke breuk gekomen. De kleinzoon van de men schen, waar "opoe tij ingetrokken was, had ces-'«reven, dit hij voor een ZonJugje zou overkomen. Zoodra opoe het hoorde, betrok haar gezicht en des avonds nog stelde zij het ultimatum: óf hij (de kleinzoon) er uit óf z(j eruit. Wonder boven wonder waagden de beide menschen het de toorn der oude vrouw te trotseeren. met als gevolg, dat de laatste op staande voet vertrok en bij ons introk. Ze zit in mijn „luie-stoel" alsof het hóórt, vijst op het stof, dat zoo wel eens een enkele maal op de riggels overblijft, levert felle crl- tiek op het eten, raast over de twee poesen, die het wagen langs haar beenen te strijken en foetert op den oorlog. Niemand van onze vrienden uit het dorp mag over den vloer komen. Wij allen liggen 's avonds in bed te razen en te tieren, ma ken plannen om opoe weer kwijt te raken en beloven elkaar steeds weer het haar eens on gezouten te zeggen. Maar iederen dag stellen we dat uit. Nis- mand die opgewasschen is tegen dat ouws menschje, dat zich van den toestand niets aantrekt en precies doet waarin ze zélf zin heeft. En die als stopwoord sedert 18 jaren in ge bruik nam: „In mijn tijd werden grijze hareg geëerd". Over de „geneugten" van het examen doen. De mer nadert en langzamerhand begin nen de leerlingen van de hoogste klassen van onze K.B.S.-en, U.L.O.-scholen en Kweek school. zich gereed te maken voor hun examen. Zelfs zijn er al een paar examens ge weest. Heele dagen zitten jongens en meisjes over boeken en dictaten gebogen, ijverig te blokken, terwijl buiten de zon schijnt en hun eigenlijk de lust tot werken ontneemt. Het laatste halve paar, dat de examen slachtoffers op school zitten, krijgen ze van alle leeraren, zonder uitzondering, te hooren, dat hun vak het belangrijkste is, en dat er vooral geen onderdeel verwaarloosd mag worden. Immers, een gecommitteerde kan een of andere pietluttige kleinigheid vragen en als daarop geen vlot antwoord wordt ge geven, is er groote kans dat die man een slechte indruk krijgt en aat het cijfer dien overeenkomstig is. De leeraren in de vreemde talen doen niet anders dan in die taal praten, op een ochtend moet je soms naar vier ver schillende talen luisteren en er het hoofd bij houden. Gaar wordt je daarvan; op het laatst spreken de slachtoffers een nieuw soort taal, een beetje Nëderlandsch, doorspekt met aller lei Fransche, Duitsche en Engelsche woorden. De wiskunde leeraar herhaalt tot in den treure al de belangrijke algebra, meetkunde en an dere formules, waarmee lastige vraagstukken te bezweren zijn. De scheikunde leeraar her haalt nog eens hoe je suikers in diverse soor ten kunt ontleden, hoe je azijn maakt en hoe de formule van azijnzure amylester of wel amyl-cetaat moet worden afgeleid. De natuur kunde leeraar vindt het weer het belangrijkste dat zijn leerlingen weten hoe holle en bolle lenzen en spiegels lichtstralen breken of weer kaatsen, en zoo gaat het maar door. Tenslotte beginnen alle candidaten te vermoeden, dat ze nog niets weten en beter nog een jaartje kunnen wachten, temeer waar de geschiede- nisleeraar eischt dat ze alle jaartallen vanaf de prae-historie op 1 un duimpje kennen, en die voor aardrijkskunde hoe de geologische tijdperken precies rijn in- en onderverdeeld. Zoo gaat het maar door, een half jaar lang. Van alles en nog wat wordt er herhaald. Din gen die in de laagste klas verteld zijn worden weer naar voren gehaald. In heel korten tijd moeten de arme zwoegers de stof van vijf jaren (hard werken?) herhalen. „Ze komen nooit klaar," dénken ze bij zichzelf. Een paar weken voor het eindexamen wordt er vrijaf gegeven, maar, wordt er vooraf als raad gegeven, gebruik je tijd goed, en zorg dat je zooveel mogelijk herhaalt. Diep onder den indruk tijgen allen naar huis om te gaan blokken, 's Ochtends om zes uur loopt de wekker af. Anderhalf uur leeren, brood eten, dan doorleeren tot het middag eten, weer doorleeren tot het avondeten, en dan weer tot middernacht. Tenminste, dat is het plan. Het gaat een heelen, of in veel meer gevallen een halven dag goed. Dan maakt zich een fatalisme van de meesten meester. Er wordt geredeneerd, dat wat we in vijf jaar tijd hebben geleerd, toch niet meer in twee weken kunnen herhalen, en of ze dan wat minder of meer doen, dat komt er niet op aan. De ongens nemen zich voor om tijdens de studie tot na het examen geen sigaret meer te rooken. Dit plan mislukt meteen jammerlijk, er wordt zoo mogelijk nog meer gerookt als anders, omdat ze er zonder te rooken heelemaal hun hersens niet bij kunnen houden. Een enkeling, die twee da gen achtereen heeft zitten blokken, wordt tenslotte door zijn ouders op een goeien mid dag de deur uitgezet omdat ze anders voor zijn leven vreezen. Tenslotte komt de fatale eerste examen dag. Bleek en met trillende stem vragen ze elkaar nog eens even een moeilijkheid. De een vraagt dit, de ander dat, en allemaal komen ze tot de erkenning, dat ze nog lang niet alles gedaan hebben. Bij elke nieuwe vraag schrikt er weer een op, die dat onderwerp nog heelemaal niet heeft nagekeken. Ten slotte klinkt de bel en moeten de slachtoffers naar binnen, worden in een lokaal met één- persoonsbanken gezet, omdat er voor spieken gevreesd wordt. Maar als de examens eenmaal achter den rug zijn en de geslaagden lui van hun wel verdiende rust genieten, dan liggen alle boe ken in een hoek en zijn ze de helft van alles wat ze geleerd hebben alweer vergeten. De meisjes denken dan alleen aan NaCl als keu kenzout, dat in de aardappelen gedaan moet worden om ze pittig van smaak te maken. Evenmin gebruiken ze voor een schepje sui ker in de thee ingewikkelde formules, en bij het knippen van een patroon wordt niet meer over congruentie van driehoeken gedacht. Het examen is voorbij, en talrijke jonge menschen staan weer klaar om het maat schappelijk leven in te gaan, met frisschen moed. van 31 Mei en 3 Juni 1941. OVERLEDEN: P. Tiessen (v.), 17 mnd. BEVALLEN: C. Schneiderde Boer, z. H. C. TuithofHoogkamp, d.; A. Boot Veenstra, d.; G. LandmanWitters, z.; R. van YzendoornKiekebos, z. ONDERTROUWD: A. A. Bremer en J. E. Hoep. van 19 Mei tot 3 Juni 1941. Nieuwe zaken: Den Helder: Café „De Pool", Kanaalweg 117, cafébedrijf. Bestuurswijzigingen Callantsoog: Coöp. Zuivelfabriek „Koe gras", G.A., 't Zand C 42. Statutenwijziging: Texel: Coöp. Boerenleenbank te Texel, Vischmarkt 7. Bedrijfscom petitieJ Uitslagen van Zaterdag: DEBODe Roode Haan 06. Programma Hedenavond vindt plaats op het Heider- terrein: A.P.G.—W.T.B. Aanvang: 19.00 uur. Scheidsrechter M. Avontuur. Terrein H.R.C.: Gem. Werken—R.W.J. Aan vang 19.00 uur. Scheidsrechter M. Huizing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5