Het volksvermogen
in Den Helder en omgeving
N EXT/'RECLAME
Examentijd
MacUmeuwj
In totaal met 5y2 ton gestegen
UoxJbttf.
Met „Hermes"
naar Castricum
Heimwee
ïlituuM uit Uiü
Woensdag 4 Juni 1941
Tweede Blad
Meer In Den Helder een ton teruggang
Inenten voor Helderschen
in het Buitenveld
Correspondentie
•VERHOOGT UW OMZET»
Visscherfj
Grootmoeder regeert
Burgerlijke Stand van Den Helder
Inschrijving Handelsregister
In een vorig artikel hebben wij de ver
anderingen belicht, die sedert het vorige jaar
aan den dag traden met betrekking tot het
volks-inkomen in Den Helder en de omlig
gende gemeenten. Wij zullen thans nagaan
welke wijzigingen ontstonden in het volks
vermogen. Ook deze gegevens zijn ontleend
aan de belasting-administratie en door het
Centraal Bureau voor de Statistiek verzameld.
Vooraf moge de opmerking gaan, dat ver
anderingen in het volks-inkomen bijna steeds
verband houden met de meer of minder gun
stige ontwikkeling van het plaatselijke be
drijfsleven. In de meeste gevallen immers
wordt het inkomen verdiend in de plaats van
inwoning. Met het vermogen is het verband
met de woonplaats dikwijls afwezig, vooral
wanneer dat vermogen in effecten is belegd.
In onderstaande tabel geven wij aan hoe
veel aangeslagenen in de vermogensbelasting
er in de beide laatste belastingjaren in elk
der betrokken gemeenten woonachtig waren.
Wij teekenen hierbij aan, dat slechts zij in de
vermogensbelasting worden aangeslagen, die
ten minste zestienduizend gulden bezitten.
Aanslagen in de
In deze cijfers heeft het laatste belasting
jaar dus niet veel veranderingen aan het
licht doen treden. Alleen in Anna Paulowna
en op Texel nam het aantal aanslagen merk
baar toe. Ook voor deze aantallen verdient
overigens een omrekening per duizend inwo
ners voor een goede beoordeeling aanbeve
ling.
Aanslagen Verm. bel.
per 1000
Inwoners
1939
1940
DEN HELDER
12
12
Wieringen
24
24
Vieringerwaard
52
53
Anna Paulowna
20
20
Callantsoog
17
17
Texel
84
35
In Den Helder, Wieringen, Anna
Paulowna
dl c/aiiaiinauug
per duizend inwoners noch voor- noch achter
uit. Het verhoudingscijfer voor Den Helder is
het laagst van alle hier besproken gemeen
ten: onze stad huisvest nu eenmaal betrek
kelijk weinig kapitaalkrachtigen. Zeer hoog
daarentegen is het cijfer voor Wieringer-
waard, dat bovendien ook in het laatste jaar
weer iets gestegen blijkt te zijn. Ook voor
Texel vertoonde het reeds vrij hooge cijfer
een nieuwe vermeerdering.
De wijzigingen in het gemiddeld bezit van
deze vermogende ingezetenen blijken uit het
volgende staatje:
Gemiddeld vermogen
1939
1940
DEN HELDER
41.000
41.000
Wieringen
82.000
32.000
Wieringerwaard
53.000
52.000
Anna Paulowna
40.000
41.000
Callantsoog
27.000
26.000
Texel
37.000
37.000
Uit deze opgave blijkt, dat Wieringerwaard
niet alleen naar verhouding de meeste kapi
taalkrachtigen van onze omgeving huisvest,
maar dat bovendien van deze gegoeden het
gemiddeld bezit heel wat hooger is dan van
de vermogende ingezetenen der andere ge
meenten. Wat wij in ons eerste artikel opmer-
ten over de tegenovergestelde oorzaken, die
zoowel tot een stijging als tot een daling van
het gemiddeld inkomen konden leiden, geldt
evenzeer voor het gemiddelde vermogen.
Tenslotte vermelden wij in de volgende
tabel het gezamenlijk vermogen van alle aan
geslagenen in elke gemeente:
Totaal vermogen
vermogensbelasting
1939
1940
1939
1940
DEN HELDER
17.877.000
17.780.000
DEN HELDER
440
439
Wieringen
H
4.636.000
99
4.685.000
Wieringen
144
145
Wieringerwaard
99
3.379.000
99
3.310.000
Wierigerwaard
64
64
Anna Paulowna
99
4.738.000
99
5.121.000
Anna Paulowna
119
124
Callantsoog
'99
454.000
99
472.000
Callantsoog
17
18
Texel
99
10.608.000
99
10.881.000
Texel
283
291
Totaliseeren wij deze bedragen, dan
blijkt het geheele in onze streek gehuis
veste volksvermogen te zijn gestegen van
41.692.000 tot 42.249.000 en dus te zijn
toegenomen met 557.000. In Den Hel
der liep het vermogen der gegoede inwo
ners echter met 97.000 terug. In Wie
ringerwaard daalde het met 69.000.
In de overige gemeenten onderging het
vermogen evenwel een stijging.
Tegen typhuf. en paratyphus.
Zooals men gisteren in een officieele
mededeeling heeft kunnen .ezen, ia door
den burgemeester besloten diegenen, die
zich het vorig jaar hebb°n doen inenten
tegen typhus en paratyphus, ook thans in
de gelegenheid te stellen zich te doen her
inenten en dat wel gratis. Dit geldt voor
hen, die zich momenteel in een der buiten
gemeenten van Den Helder bevinden.
Het geldt eveneens voor de in genoemde
plaatsen schoolgaande,/ kinderen. Wat
daaromtrent werd vermeld in de bekend
making in ons nummer van 14 Mei j.1.
komt te vervallen.
Hier volgen de plaatsen én tijden,
waarop men zich kan melden:
5 Juni 1941 te Schagen in dé openbare lagere
school van 9.30—12 uur voorm. en van 1.303
uur nam.
6 Juni 1941 te Oudesluis in de openbare
lagere school van 9.3011 uur voorm., te
't Zand in t.e openbare lagere school van 1.30
—3 uur nam.
9 Juni 1941 te Breezand in de R.K. school
van 9.3012 uur voorm. en van 1.303 uur
nam.
10 Juni 1941 te Kleinesluis (Anna Paulowr
na) in de consistoriekamer van de Ned. Herv.
kerk van 9.30—11.30 uur voorm.; te Oostpol
der ten huize van het hoofd der school van
1.303 uur nam.
11 Juni 1941 te Wieringerwaard in de open
bare lagere school van 9.3011 uur voorm.,
te Schagerbrug in de openbare lagere school
van 1.303 uur nam.
12 Juni 1941 te Callantsoog in de openbare
lagere school van 9.301-2 uur voorm.
13 Juni 1941 te Hippolytushoef in de open
bare lagere school van 9.3012 uur voorm.,
te Westerland in de openbare lagere school
van 1.30—3 uur nam.
16 Juni 1941 te St. Maartensbrug in de
openbare lagere school van 9.30 11 uur
voorm.; te St. Maarten in de openbare lagere
school van 11.30 voorm.—12.30 nam.
17 Juni 1941 te Burgerbrug in de openbare
lagere school van 9.3011 uur voorm., e
Petten in de openbare lagere school van ï.rfu—
3 uur nam.
J. C. Uw klacht behoort bij de politie.
Dit is geen zaak voor de krant, maar voor
de justitie. Wordt U belasterd door personen,
waarvan U den naam niet kent, dan is het
wellicht het beste, dat U aan de zaak maar
geen ruchtbaarheid geeft. Doodzwijgen is in
dit geval de juiste remedie.
J. G. Uw vers was niet onverdienstelijk,
doch niet geschikt voor de krant. Ook met
een kleine verandering hier en daar was het
niet persklaar te maken.
Th. M. De zaak door U beschreven is
door ons al meerdere malen belicht. Het
heeft geen zin daar nog eens zoo uitvoerig
op terug te komen. De betrokken autoriteiten
zullen zeker trachten het belang van de
evacué's zooveel mogelijk te behartigen.
Red. Held. Crt.
Goede resultaten tegen technisch
hooger staande club.
Het was wèl een uitgebreid programma,
dat Hermes deze eerste maal op vreemden
bodem en voor het eerst tegen een goed inge
speelde club moest afwerken
Het tournooi in Castricum werd geopend
met den wedstrijd
Hermes IC.H.C. II.
Deze match bracht bet Hermes-elftal, dat
reeds bij den aanvang sterker bleek, een 50
overwinning. Van dit puntenaantal nam Daan
Ottervanger er drie voor zijn rekening, terwijl
Nico Hemelrijk en Frans Verfaille voor de an
deren zorgden. Overigens zat er in dezen wed
strijd niet veel snelheid en vertoonde hij geen
opvallend mooie spelmomenten.
Ni# volgde de strijd
Hermes n—C.H.C. I
en deze kamp bracht een groote verrassing,
daar C.H.C., ondanks bijzonder goede tech
niek (vooral het pushen van den middenvoor
wekte bewondering), er niet in slaagde meer
dan éénmaal den kranigen keeper De Boer
te passeeren. De wedstrijd eindigde dan ook
met een 10 overwinning van C.H.C.
Dit is uitsluitend te danken aan de geest
driftige wijze, waarop door aanvoerder Veen
en z'n jongens gespeeld werd en aan de harde
tikken, waarmede vooral de back Bakker
den bal telkens weer naar de voorhoede
werkte.
Dan was het de beurt aan de dames en
hier waren het mej. Boon en natuurlijk weer
Trudi, die na een achterstand van twee pun
ten eerst een tegenpuntje maakten en dan de
gelijkmaker scoorden. Het was duidelijk te
merken, dat de dames nog nimmer tegen
sexegenooten gespeeld hebben, maar tot dus
ver tegen heeren speelden. Zij bleken niet op
het korte spel van de tegenpartij te zijn in
gesteld, want door enkelen werden veel bal
len gemist. Toch mag een uitslag van 22
zeer bevredigend genoemd worden.
Na de midddagpauze volgde dan nog dé
match van den dag:
Hermes I—Castricum I.
In dezen wedstrijd, die zich met groote
snelheid van de eene naar de andere helft
verplaatste, waren het vooral de keepers
Bremer (C.H.C.) en Verstraaten (Hermes)
en de backs Gooiaards (C.H.C.) en v. d. Kuyl
(Hermes), die opvielen. De wedstrijd gaf dan
ook verscheidene spannende en fraaie mo
menten voor beide goals te zien. Het viel
ons overigens van het Hermes-elftal tegen,
dat het na den bevredigenden stand, door
het tweede bereikt, geen beter puntenaantal
wist te bereiken, want ook het eerste werd
met 1»—0 geslagen.
We misten hier het enthousiasme van het
tweede elftal en er werd door de voorhoede
te veel op den midvoor gesteund.
Toch mogen wij de resultaten van dit eer
ste tournooi bevredigend achten en hebben
de Hermes-leden zeker iets geleerd. Men is
C.H.C. dankbaar voor het genoten onthaal
en hoopt de Castricummers spoedig eens in
Den Helder te zien spelen. Het zou dan echter
zeer gewenscht zijn, dat er scheidsrechters
van andere clubs waren, want het feit, dat
de wedstrijden geleid werden door scheids
rechters van C.H.C. of Hermes, gaf soms
wel even aanleiding tot wrijving.
Tusschen bloeiende landouwen,
In een sfeer van rust en vrêe,
Zit de Jutter stil te droomen
Van zijn wijde, blauwe zee.
Van zijn zoo geslagen stad,
Bloedend uit zoovele wonden;
Doch, die ondanks pijn en smart,
Kracht tot weerstand heeft gevonden.
Als de late avondschem'ring
Neerdaalt over stad en land,
Knaagt 't heimwee aan zijn harte,
Knelt die innig, sterke band.
In hem woelt een groot verlangen,
Feller klinkt zijn roep om vrêe
Voor zijn land en dierb're woonstêe,
Gelegen aan de zee.
Stad der onversaagde helden,
Eéns toch komt die schoone dag.
Dat men weer uw milden aanblik
Jubelend begroeten mag.
Als de klokken ons verkond'gen
Den zoo lang begeerden vrêe.
Trekt de Jutter
Naar zijn stad weer heen.
Dirkshorn.
R. VerhageKok.
Urk, 2 Juni.
Door 90 vaartuigen werd j.1. Zaterdag aan
den Gem. Vischafslag' alhier aangevoerd:
6337 kg aal en paling, van 25 tot 400 kg per
vaartuig, prijs 62 tot 154 ct.26 kg spiering
32 tot 36 ct. per kg; 60 manden possen, 130
ct. en 150 manden Nest, 33 ct. per mand.
Met de visscherij op de voormalige Zuider
zee was het de vorige week zeer gunstig ge
steld. Dit was vooral het geval met de vis
scherij van de motorlooze zeilvaartuigen. Be
gunstigd door het mooie weer, ook in ver
band met de windrichting, kon er de geheele
week worden gevischt. Per etmaal werdén er
vangsten aan de markt gebracht van 35 tot
90 kg per zeilvaartuig. Deze soort kuilpaling
werd veelal verkocht voor 62 en 102 ct. per
kg. De prijzen der possen varieerden van 155
tot 210 ct. per 25 kg.
Naar verhouding waren de weekresultaten
van de motorlooze zeilvaartuigen veel hooger
als de motorvaartuigen. Deze varieerden van
90 tot 200 gulden per zeilvaartuig. De kleine
motorvaartuigen maakten vangsten tot 230
kg per etmaal. De weekbesommingen waren
van 250 tot 300 gulden.
De groote stoombeugers hadden vangsten
tot 70 kg per etmaal. Gezien de zwaarte van
deze soort beugaal werd deze veelal verkocht
voor 124 ct. per kg. De weekresultaten va
rieerden tot 160 gulden per lijnaalvisscher.
Een groot gedeelte van de groote Noörd-
zeevloot is momenteel weder de kustvis-
scherij aan het uitoefenen voor Scheveningen.
Gezien de goede vangsten waren de week
resultaten tot zeer goed. Besommingen tot
650. De snurrevaadvaartuigen besomden
van 800 tot 1500 per snurrevaadvaartuig.
De groote motorvaartuigen van 430 tot 500
gulden voor Scheveningen.
Op de Waddenzee wordt door enkele vaar
tuigen druk gevischt op ansjovis. Enkele
vaartuigen besomden al tot 700.Ansjo
vis was duur. De vorige week (26 tot en met
31 Mei) werd door 10 tot 90 vaartuigen aan
den Gemeentelijken vischafslag alhier aange
voerd: 19311 kg. Aal en paling, prijs 62 tot
154 ct; 300 kg spiering, 32 tot '55 ct. per kg;
480 manden possen, 130 tot 210 ct. per mand
van 25 kg en 1340 manden nest, 33 ct. per
mand.
Schetsen uit t Buitenveld
Mijn dik in de 70 zijnde ouwe grootmoeder,
waarover ik reeds eerder het èen én ander
vertelde, en wel over de wonderbaarlijke
wijze waarop zij vanuit Nieuwediep evacueer
de, bevindt zich, na een kortstondig verblijf
in haat eigen woning, weder in een der dor
pen cr.der den rook van Schagen. -
Zi/O langzamerhand zijn we gaan beseffen,
dat opoe in zeker opzicht een biok aan het
been der familie is geworden. Men neme dat
niet zóó op, dat we niets voor het oude
mensch over hebben. Niets is minder waar,
en al wie het waagt over haar eenig kwaad
te zeggen, krijgt terstond met on? te doen.
Alevenwelopoe blijkt de err.st der tijden
niet altijd volkomen meer te beseffen en
wer.scht hoegenaamd geen water in haar wijn
te doen, hoezeer zulks ook in tal van .geval
len dringend gewenscht is. De verantwoorde
lijkheid van haar daden schuift zij dan met
een beminnelijke luchthartigheid af op ons,
haar kinderen en kleinkinderen enwij
zitten met de gebakken peren.
Na aanvankelijk enkele weken weer in
haar huisje in de Vroonstraat gewoond te
hebben, geschiedde het op zekeren avond, dat
zij op een stoof stond en door een droevige
samenloop van omstandigheden met stoof en
al uitgleed en op den grond terecht kwam.
De buren, van 3 huizen ver, kwamen het
's middags vertellen en zoo vonden we het
oude menschje, kermend van de pijn in haar
arm, en murmureerend op alles waarover
men maar murmureeren kan. Er was één
lichtstraal in dat alles en wel dat opoe, wier
financiën tenslotte vrij beperkt zijn, twee we
ken tevoren door een voorgevoel gedreven,
lid was geworden van een ziekenfonds in
deze stad. Ze zeide dan ook, dat ze naar het
ziekenhuis vervoerd wenschte te worden en
dat wel zonder dralen. De dokter, die den
arm bekeek, zei dat het meeviel en dat ze
binnen enkele dagen er wel weer bovenop
zou zijn.
Zoo vertrok het oude mensch dan naar net
ziekenhuis en heel de familie liep zich het
vuur uit de sloffen, teneinde haar ouden dag
daar in dat ziekenhuis op te vroolijken, mid
dels bijna onbetaalbare goudreinetten, rolle
tjes flikken, fleschjes zuurtjes en andere lek-
kernjjen.
<«l bier in dat ziekenhuis uitmun
tend. Het eten smaakte haar prima, de zus
ters vond ze niet ongeschikt en de dokter
bleek als een humaan mensch beschouwd te
worden. Ons duldde ze aan haar sponde, om
dat wij de brengers van het nieuws waren.
Na 5 dagen was de arm echter genezen en
toen deed zich een ernstig probleem voor. De
directeur van de inrichting, benevens de dok
ter van opoe, waren beiden van meening,
vooral na het maken van een foto van den
arm, dat het oude menschje weer geheel ge
nezen was en dat ze dus binnen den kortst
mogelijken tijd weer diende te vertrekken.
Evenwelmen had buiten den waard, in
casu opoe, gerekend. Die décht er eenvoudig
niet aan het gezellig ziekenhuis, met zijn vele
emolumenten in den vorm van lekkernijen
der' familie, het bezoek van de kinderen en
kleinkinderen, de warme kruiken, de aardige
zusters en het lekkere bed, zoo spoedig weer
te verruilen voor haar eigen woning in de
uitgestorven straat. Ze lachte de dokters
finaal in hun gezicht uit, hield voet bij stuk
en bleef. Een knappe jongen, die héér weg
haalde.
Er werd lang en kort gepraat, maar groot
moeder weigerde. Ze bleef nóg 4 dagen extra,
maar ook toen was ze niet van plan naar
huis terug te gaan. En dat alles werd ge
grond op de meening dat ze niet voor niets
bij het Fonds gegaan was, dat ze haar con
tributie 2 weken lang betaald had, en dat de
juffrouw-van-ernaast-in-de-straat zélf in de
polis gelezen had, dat je recht had op 150
ligdagen. En ze was vóst besloten al die 150
dagen uit te liggen ook!
Ik bespaar U, lezer, de zenuwsloopende
sensaties, die we in die dagen meegemaakt
hebben. Met nijdige dokters, met een tot
razernij-gebrachte grootmoeder en met de
verzekeringsmannen. Het was verschrikkelijk
en toen 't tenslotte, na veel beloften en mooie
woorden, tóch gelukt was haar weg te krij
gen, was haar eerste daad het opzeggen van
de verzekering en de tweede ons mede te
deelen, dat ze ons allen universeel onterfde.
Het ergste was, dat het noodzakelijk bleek,
dat ze 3 dagen daarna weer evacueerde. Ook
dat was iets, wat zóóveel voeten in de aarde
had, dat men er eerder een compleet boek
deel dan één „Buitenveldje" mee vullen kan.
In ieder geval bevindt de oude dame zich
thans bij ons in het dorp.
Onze rust werd er echter wreedelijk door
verstoord en nóg overz'e ik de consekwen-
ties niet van deze overkomst van haar, voor
wie we allen min of meer sidderen en beven.
De twee goeie menschen bij wie ze eerst
introk, hebben niet geweten, wat ze aange
haald hebben. Den eersten dag al werd de
poes, sedert 14 jaar als kind in het gezin op
genomen, de deur gewezen, omdat opoe wei
gerde met „beesten" in één kamer te ver-
keeren. Hierna volgde de mededeeling, dat ze
heelemaal niet van plan was voor niemendal
te wonen, maar dat ze dan ook haar „eischen"
stelde. Die bestonden uit iedere week een
schoone verschooning van het bed, iedere
week een bad, iederen dag pap na het eten
en voorts na 8 uur 's avonds en vóór 8 uur
's morgens absolute stilte in de woning.
De twee goeie zielen hebben elkander eens
aangekeken en gedacht: „hoor me nu eens
zoo'n oud mensch!" Maar het slot was, dat
ze toegaven uit naastenliefde en piëteit voor
zoo'n oud menschje, „dat-al-zooveel-had-mee-
gemaakt."
Opoe regeerde in dat huis en alles beefde
voor die kleine vrouw, die weliswaar oud van
jaren, maar nog fantastisch „bij-den-tijd" is.
Ze heeft de menschen waarbij ze inwoont,
alles reeds van ons verteld en ik vrees, dat
het niet allemaal in even gunstigen zin ge
weest is.
De vorige week is het tot een openlijke
breuk gekomen. De kleinzoon van de men
schen, waar "opoe tij ingetrokken was, had
ces-'«reven, dit hij voor een ZonJugje zou
overkomen. Zoodra opoe het hoorde, betrok
haar gezicht en des avonds nog stelde zij het
ultimatum: óf hij (de kleinzoon) er uit óf z(j
eruit. Wonder boven wonder waagden de
beide menschen het de toorn der oude vrouw
te trotseeren. met als gevolg, dat de laatste
op staande voet vertrok en bij ons introk.
Ze zit in mijn „luie-stoel" alsof het hóórt,
vijst op het stof, dat zoo wel eens een enkele
maal op de riggels overblijft, levert felle crl-
tiek op het eten, raast over de twee poesen,
die het wagen langs haar beenen te strijken
en foetert op den oorlog.
Niemand van onze vrienden uit het dorp
mag over den vloer komen. Wij allen liggen
's avonds in bed te razen en te tieren, ma
ken plannen om opoe weer kwijt te raken en
beloven elkaar steeds weer het haar eens on
gezouten te zeggen.
Maar iederen dag stellen we dat uit. Nis-
mand die opgewasschen is tegen dat ouws
menschje, dat zich van den toestand niets
aantrekt en precies doet waarin ze zélf zin
heeft.
En die als stopwoord sedert 18 jaren in ge
bruik nam: „In mijn tijd werden grijze hareg
geëerd".
Over de „geneugten" van het
examen doen.
De mer nadert en langzamerhand begin
nen de leerlingen van de hoogste klassen van
onze K.B.S.-en, U.L.O.-scholen en Kweek
school. zich gereed te maken voor hun
examen. Zelfs zijn er al een paar examens ge
weest. Heele dagen zitten jongens en meisjes
over boeken en dictaten gebogen, ijverig te
blokken, terwijl buiten de zon schijnt en hun
eigenlijk de lust tot werken ontneemt.
Het laatste halve paar, dat de examen
slachtoffers op school zitten, krijgen ze van
alle leeraren, zonder uitzondering, te hooren,
dat hun vak het belangrijkste is, en dat er
vooral geen onderdeel verwaarloosd mag
worden. Immers, een gecommitteerde kan
een of andere pietluttige kleinigheid vragen
en als daarop geen vlot antwoord wordt ge
geven, is er groote kans dat die man een
slechte indruk krijgt en aat het cijfer dien
overeenkomstig is. De leeraren in de vreemde
talen doen niet anders dan in die taal praten,
op een ochtend moet je soms naar vier ver
schillende talen luisteren en er het hoofd bij
houden. Gaar wordt je daarvan; op het laatst
spreken de slachtoffers een nieuw soort taal,
een beetje Nëderlandsch, doorspekt met aller
lei Fransche, Duitsche en Engelsche woorden.
De wiskunde leeraar herhaalt tot in den treure
al de belangrijke algebra, meetkunde en an
dere formules, waarmee lastige vraagstukken
te bezweren zijn. De scheikunde leeraar her
haalt nog eens hoe je suikers in diverse soor
ten kunt ontleden, hoe je azijn maakt en hoe
de formule van azijnzure amylester of wel
amyl-cetaat moet worden afgeleid. De natuur
kunde leeraar vindt het weer het belangrijkste
dat zijn leerlingen weten hoe holle en bolle
lenzen en spiegels lichtstralen breken of weer
kaatsen, en zoo gaat het maar door. Tenslotte
beginnen alle candidaten te vermoeden, dat ze
nog niets weten en beter nog een jaartje
kunnen wachten, temeer waar de geschiede-
nisleeraar eischt dat ze alle jaartallen vanaf
de prae-historie op 1 un duimpje kennen, en
die voor aardrijkskunde hoe de geologische
tijdperken precies rijn in- en onderverdeeld.
Zoo gaat het maar door, een half jaar lang.
Van alles en nog wat wordt er herhaald. Din
gen die in de laagste klas verteld zijn worden
weer naar voren gehaald. In heel korten tijd
moeten de arme zwoegers de stof van vijf
jaren (hard werken?) herhalen. „Ze komen
nooit klaar," dénken ze bij zichzelf.
Een paar weken voor het eindexamen
wordt er vrijaf gegeven, maar, wordt er
vooraf als raad gegeven, gebruik je tijd goed,
en zorg dat je zooveel mogelijk herhaalt.
Diep onder den indruk tijgen allen naar huis
om te gaan blokken, 's Ochtends om zes uur
loopt de wekker af. Anderhalf uur leeren,
brood eten, dan doorleeren tot het middag
eten, weer doorleeren tot het avondeten, en
dan weer tot middernacht. Tenminste, dat
is het plan. Het gaat een heelen, of in veel
meer gevallen een halven dag goed. Dan
maakt zich een fatalisme van de meesten
meester. Er wordt geredeneerd, dat wat we
in vijf jaar tijd hebben geleerd, toch niet
meer in twee weken kunnen herhalen, en of
ze dan wat minder of meer doen, dat komt
er niet op aan. De ongens nemen zich voor
om tijdens de studie tot na het examen geen
sigaret meer te rooken. Dit plan mislukt
meteen jammerlijk, er wordt zoo mogelijk
nog meer gerookt als anders, omdat ze er
zonder te rooken heelemaal hun hersens niet bij
kunnen houden. Een enkeling, die twee da
gen achtereen heeft zitten blokken, wordt
tenslotte door zijn ouders op een goeien mid
dag de deur uitgezet omdat ze anders voor
zijn leven vreezen.
Tenslotte komt de fatale eerste examen
dag. Bleek en met trillende stem vragen ze
elkaar nog eens even een moeilijkheid. De een
vraagt dit, de ander dat, en allemaal komen
ze tot de erkenning, dat ze nog lang niet
alles gedaan hebben. Bij elke nieuwe vraag
schrikt er weer een op, die dat onderwerp
nog heelemaal niet heeft nagekeken. Ten
slotte klinkt de bel en moeten de slachtoffers
naar binnen, worden in een lokaal met één-
persoonsbanken gezet, omdat er voor spieken
gevreesd wordt.
Maar als de examens eenmaal achter den
rug zijn en de geslaagden lui van hun wel
verdiende rust genieten, dan liggen alle boe
ken in een hoek en zijn ze de helft van alles
wat ze geleerd hebben alweer vergeten. De
meisjes denken dan alleen aan NaCl als keu
kenzout, dat in de aardappelen gedaan moet
worden om ze pittig van smaak te maken.
Evenmin gebruiken ze voor een schepje sui
ker in de thee ingewikkelde formules, en bij
het knippen van een patroon wordt niet meer
over congruentie van driehoeken gedacht.
Het examen is voorbij, en talrijke jonge
menschen staan weer klaar om het maat
schappelijk leven in te gaan, met frisschen
moed.
van 31 Mei en 3 Juni 1941.
OVERLEDEN: P. Tiessen (v.), 17 mnd.
BEVALLEN: C. Schneiderde Boer, z.
H. C. TuithofHoogkamp, d.; A. Boot
Veenstra, d.; G. LandmanWitters, z.; R.
van YzendoornKiekebos, z.
ONDERTROUWD: A. A. Bremer en J. E.
Hoep.
van 19 Mei tot 3 Juni 1941.
Nieuwe zaken:
Den Helder: Café „De Pool", Kanaalweg
117, cafébedrijf.
Bestuurswijzigingen
Callantsoog: Coöp. Zuivelfabriek „Koe
gras", G.A., 't Zand C 42.
Statutenwijziging:
Texel: Coöp. Boerenleenbank te Texel,
Vischmarkt 7.
Bedrijfscom petitieJ
Uitslagen van Zaterdag:
DEBODe Roode Haan 06.
Programma
Hedenavond vindt plaats op het Heider-
terrein: A.P.G.—W.T.B. Aanvang: 19.00 uur.
Scheidsrechter M. Avontuur.
Terrein H.R.C.: Gem. Werken—R.W.J. Aan
vang 19.00 uur. Scheidsrechter M. Huizing.