Reddingbooten
in de. ^Axmdinq.
JUTTilHTJ
Abonneert II op dit blad.
r
Distributie
Opplakvellen
RIJWIEL
Maandag 9 Juni 1941
Tweede Blad
DRUKKERIJ DE BOER
Betrekkingen
Te huur
Te koop
tfiactimeuiaj
In 30 jaar kapseisde 12 maal een boot
van de N.-Z.-Holl. Redding Mij.
Goeie roBfars worden mlndar
in aantal
Utat WkddmdandeM
den laagsten prijs
Officieele mededeeling.
JUTTERTJES
worden alleen geplaatst
bij vooruitbetaling
aangeboden
aangeboden
•angebodoa
't Zomert
£m fcM&itje....
de ideale verkooper!
Onslag Directeur dienst sociale
zaken
Herioenting tc Kleine Sluis
Sch* Cour# -HelcL Cour» 143
Bedrijfscompetitie
ïUeuuM uil Wik
Vlsschcrfi
i
In het laatstverschenen nummer van het
Marineblad lezen wij een artikel van de hand
van den heer H. Th. de Booy, secretaris-pen
ningmeester van de Noord- en Zuidhollandsche
Redding-Maatschappij, getiteld „Met redding
booten in de branding", waaraan wij in enkele
artikelen eenige citaten ontleenen.
Dit is geen theoretisch betoog over het ge
drag van een reddingboot in de branding; be
schouwingen over golfprofielen en stabiliteit
kan men in leerboeken vinden. Men vroeg mij
een en ander mede'te deelen over de in jaren
lange practijk opgedane „brandings-ervaring"
der Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Mij.
en U zult wel van mij willen aannemen, dat
noch Douwe Tot, Arie Jol, Coen Bot, Tinus
Bruin, Botte Ney of een der andere schippers
van onze roei- en motorreddingbooten van
Soheveningen tot Schiermonnikoog zich ooit
over metacenterhoogte of vormstabiliteit van
hun reddingboot hebben bekommerd. Bekwame
reddingbootschippers kunnen slechts door de
harde practijk worden gevormd. Hun prachtig
zeemanschap berust immers geheel op erva
ring,verkregen in tal van moeilijke en dikwijls
zeer gevaarlijke tochten door de branding, die
meteen Westerstorm op onze kust slaat. Zij
hebben in den loop der jaren tijdens oefeningen
of reddingen de eigenschappen van het aan
hun zorgen toevertrouwde materieel leeren
kennen en er is weinig, waar zij zoo van ge
nieten, als van den steeds opwindenden, man
lijken strijd tegen dewild-voortrollende brekers.
Ervaring, die niet vastgelegd wordt, gaat
echter verloren en het spreekt dus vanzelf, dat
de Redding-Maatschappijen, die er steeds op
uit zijn het materieel te verbeteren, teneindé de
risico voor de redders te verminderen en de
kans op succesvolle reddingen te vergrooten, de
rijke ervaring van de reddingbootbemanningen
„verwerkt" in de booten, die zij voor het werk
in de branding bouwen.
Het heeft ontegenzeggelijk lang geduurd al
vorens men, zoekend en tastend, kwam tot een
geschikt type roeireddingboot, doch men moet
niet uit hetoog verliezen, dat het kustredding-
wezen betrekkelijk jong is. De scheepvaart is
even oud als de geschiedenis der menschheid,
doch eerst in de 2de helft van de 18e eeuw is
men er over gaan denken speciale redding
booten te ontwerpen, waarmede de kustbevol
king kon trachten in nood verkeerende schip
breukelingen uit 2hun benarde positie te verlos
sen. Zoolang de kustbevolking het bergen v.an
strandgoederen en plunderen van gestrande
schepen van veel grooter belang achtte dan
het redden van enkele mensohenlevens, had
het stationneeren van reddingbooten langs de
kust al heel weinig zin en wij zien dan ook,
dat de goed bedoelde pogingen van Koning
Lodewijk Napoleon, die omstreeks 1808 het
redden van schipbreukelingen een tak van
staatszorg maakte en een' vijftal reddingbooten
met bijbehoorende wagens liet bouwen, weinig
effect hebben gehad. In het voorjaar van 1824
werd in Engeland op particulier initiatief het
reddingwezen georganiseerd en Nederland
volgde een half jaar later «dit schoone voor
beeld.
Elke reddingboot is een compromis tus-
schen verschillende eischen, t.w. groote sta^
biliteit, onzinkbaarheid, niet te zwaar of te
groot en geringe diepgang. Voor de vlakke
Nederlandsche kust waren b.v. de groote
roeireddingbooten met 18 roeiers, die aan de
Engelsche ku'st kunnen worden gebruikt,
waar zij van hellingen te water liepen, on
bruikbaar.' Rupsbandwielen, die het mogelijk
maken zelfs een boot van 5000 kg langs het
ii#/
Wij drukten, in groote oplaag,
Daarom betaalt U thans bij ons
Opplakvellen MD 18(bonnen.groot form.):
per 100 st. f 0.16
per 1000 st. I 1.50
per 5000 st. f 1.45 (per 1000)
Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.):
per 100 st. f 0.18
per 1000 st. f 1.70
per 5000 st. f 1.65 (per 1000)
Uw eerste winst
de distributieopplakvellen van
Koningstraat - Den Helder
zachte' Noordzeestrand te vervoeren, waren
in de 19e eeuw nog niet bekend en zwaarder
dan 2000 kg mochten onze roeireddingbooten
dan ook niet zijn. Het aantal „Paardekrach-
ten", dat de tien roeiers kunnen ontwikkelen,
is uiterst gering 'Zeker niet meer dan 1.5
4 2 en iedereen, die wel eens in bewogen
zee heeft geroeid, weet uit ervaring welk een
graad' van geoefendheid moet zijn bereikt, wil
er geen kostbare kracht verloren gaan. Hét
groote gevaar is dwars geslagen te worden,
zoodat het vitaal belang is de boot met haar
lengteas loodrecht op de branding te houden.
Aan een roer heeft men al zeer weinig in
zulke gevallen, gezien de geringe snelheid
eener roeireddingboot, die bovendien, nadat
zij door éen breker wordt getroffen, dikwijls
óf totaal stilligt óf teruggeslagen wordt.
Vandaar dat de schipper een lange stuurriem
hanteert, waarmee hij krachtdadig mee kan
helpen de boot recht te houden.
Bij het roeien zeewaarts door hooge
branding is het dus noodzakelijk de boot
bij het. naderen van iederen breker, die
niet kan worden vermeden, de grootst
mogelijke vaart te geven. Weliswaar is
het gevaar, van omslaan bij het terugkee-
ren door de branding grooter -indien
men althans geen sleepzak gebruikt
doch ook by het zeewaarts roeien zijn
herhaaldelijk reddingbooten omgeslagen.
In de afgeloopen 30 jaar kwam het 12
keer voor, dat een roeireddingboot der
N.Z.H.R.M. kenterde; 11 man kwamen
daarbij om het leven. In drie gevallen
geschiedde dit omslaan bjj of na een red
dingspoging, doch in de overige negen
gevallen bij een oefening.
Niet altijd heeft men de directe oorzaak
kunnen vaststellen, doch in vier gevallen
moest de oorzaak ongetwijfeld aan onzaak
kundige behandeling worden toegeschreven.
Men moet daarbij niet vergeten, dat het
systeem van bemannen der strandredding-
booten door vrijwilligers (het eenig bruikbare
systeem overigens) medebrengt, dfrt niet
steeds' alle „ingeschreven" roeiers aanwezig
zijn, terwijl men ook rekening moet houden
met het feit, dat slechts een zeer klein ge
deelte van onze kustbevolking de geoefend
heid in het roeien kan bijhouden. De vletter-
lieden van IJmuiden of haringtrekkers van
Den Helder zaten vrijwel dagelijks op de
doft, doch het meerendeel der bemanningen
was aangewezen op de oefeningen met de
reddingboot, die gemiddeld Vier keer per jaar
werden gehouden. Nu de rpotor vrijwel overal
de riem heeft verdrongen, is het geen won
der, dat het aantal goede roeiers geleidelijk
kleiner wordt; een der redenen, waarom het
vervangen van de roeireddingbooten door
motorstrandreddingbooten van pl.m. 5 ton,
waarmede de N.Z.H.R.M. reeds een heel eind
is gekomen, zeer noodzakelijk is. Het woord
Op den 5den Juni 1941
overleed te Apeldoorn onze
beste broer en zwager
GIJSBERT KILJAN
in den ouderdom/ van 78
jaren.
Winkel, 8 Juni 1941.
G. DUYNE—KILJAN
C. W. A. P. DUYNE
DANKBETUIGING
Hiermede betuigt onderge-
teekende zjjn hartelijken dank
aan den heer K. KOS, Assu
rantie-kantoor, Koningstraat,
voor de prompte levering van
een nieuw rijwiel, nadat het
oude was gestolen.
K. KRAMER,
Koningdwarsstaat 6
De Burgemeester der ge
meente Den Helder maakt be
kend, dat de herinenting tegen
typhus en paratyphus, waartoe
gelegenheid zou worden gege
ven te Kleine Sluis, gemeente
Anna Paulowna, op 10 Juni 1941,
niet zal plaats hebben, daar de
daarvoor bestemde lokalen zijn
geweigerd.
Den Helder, 7 Juni 1941.
De Burgemeester,
RITMEESTER.
HOOGE PRIJZEN......
geven wjj voor heele en
gedeeltelijke Inboedels.
Verkooplokeal „DE SCHAKEL"
Molenstraat 143149.
Wieders en Bollenrooiers
gevraagd bij:
H. DE LANGE, Meerweg 55,
Breezand.
Gevraagd een flinke nette
jongen voor loop- en bakkerij-
werk bij R. J. WIJMA en Zn.,
Violenstraat 71.
HUISHOUDSTER
gezocht bij 2 menschen op leef
tijd op Texel, De Koog.
Brieven m.1. en loon J. Alder-
lieste, Pompplein 20b, Egmond
a. Zee.
WIEDERS
gevraagd bij P. NELIS Zn.,
Bloembollenkweekerij, Rijksweg,
Koegras.
Billijk te koop:
EEN LANDHUISJE
met schuurtje en erf, gr. 9.05
aren. Gunstig gelegen te Oost
huizen N.H. met autobusverb.
n. Hoorn, Alkmaar en Amster
dam. Aanvaarding vrij van huur
Te bevragen bij Notaris C.
Haremaker te Oosthuizen.
TIEN RAMEN
te koop voor Broeikast of kip
penhok, t.e.a.b.
Adres: Molenerf 5.
Gemeub. Zit-Slaapkamer te
huur gevraagd, voor dame alleen
Brieven onder nr. 662, aan het
Bureau van dit blad.
Ac.ngeb. zit-slaapk. m. gebr.
v. k. of slaapgel. v. 2 4 3 pers.
nabij bush.
Brieven onder no. 664, Bureau
van dit blad.
Te koop aangeboden een goede
inzinkbare f
Singer trapnaaimachine
Adres: Bureau van dit blad.
Indien U prijs stelt op
plaatsing van Uw
in de Held. Courant van
morgen, laat Uw opgaaf
's middags vóór 4 uur in
ons bezit zijnl
vanaf f 2.— por jaar
Assurantiekantoor Koningstraat 90
Telefoon 984
„reddingboot" heeft bij het groote publiek
een magische klank en na elk ongeluk met
een roeireddingboot kwam critiek los. Men
verbaasde er zich over, dat een reddingboot
kón omslaan en dikwijls werd dan in de pers
uiting gegeven aan twijfel over de doelma
tigheid van het aan de kustbevolking ter be
schikking gestelde materieel.
Hoe weinig er echter noodig is voor een
roeireddingboot om in de branding om te
slaan, heb ik in mijn 11-jarige ervaring bij de
N.Z.H.R.M. maar 41 te duidelijk ondervonden.
Talrijke oefeningen maakte ik mede met de
booten van Scheveningeri tot Schiermonnikoog'
en in die jaren heb ik heilig respect gekregen
,voor de kracht van de branding, mitsgaders
bewondering voor het enthousiasme, waarmede
vele bemanningen zich oefenden. Er zijn plaat
sen, waar men zich als het ware schaamt, om
bij goed weer te oefenen, hoewel dit uit den
aard der zaak herhaaldelijk voorkomt, omdat
het nu eenmaal op vele stations onmogelijk is
een oefening „4 la minute" uit te schrijven,
als er een goed oefenzeetje staat.
De meeste vrijwilligers, die tot de beman
ning van een roeireddingboot behooren er
zijn landbouwers, dijkwerkers, doch ook tim
merlieden, metselaars, huisschilders of veld
wachters onder kunnen hun werk niet voor
een onverwachte oefening in den steek laten,
terwijl ook de boeren, die hun paard voor het
vervoer der reddingboot beschikbaar stellen,
er van te voren op moeten kunnen rekenen,
dat er geoefend zal worden.
Het tropische woud
levert den primitieven
bewoners op tal van
eilanden van den on
eindig grooten Indo-
nesischen Archipel al
les wat hij voor zijn
bestaan noOdig heelt:
woning, voedsel, keu
kengereedschap, vaar
tuigen, vroegèr ook
kleeding (boombast),
en de producten, die
hij verkoopt om „mo-
derne" behoeften te
bevredigen, als: pe
troleum, lampjes, lu
cifers, spijkers, kraal
tjes, ijzer voor kap
messen, zwaarden,
lansen, enz. Tot de
meikvaardige uit- jfai)
voerproducten behoo
ren huiden van slan
gen, krokodillen, va-
ranen, en op enkele eilanden, paradijsvogels,
kroonduiven, neushorens, kamfer, reukhout,
verfhout.
De Europeesche mode eischte de huiden van
varenen, (groote hagedissen), slangen en kro
kodillen. De uitvoer ervan bedroeg in 1933
voor Zuid-Oost Borneo alleen ruim anderhalf
millioen huiden tot een bedrag van bijna 2
millioen! Een zeer aanzienlijke som voor de
weinige bewoners van dat uitgestrekte gebied,
eenige malen grooter dan ons land. In 1937
was genoemd bedrag geslonken tot nog geen
200.000, een gevolg van het feit, dat de mode
niet meer zoo op de huiden gesteld was. Wel
licht is dit voor de bewoners een geluk, want
door het vangen van slangen namen de muizen
zeer in aantal toe en deze diertjes vernielden
de ten velde staande rijst. Tot de uitgevoerde
huiden behoorden ook die van de groote ha
gedissen, de varanen, maar niet van de zeer
groote variëteit: de Varanus Kosnodoënsis,
een hoogst merkwaardig beest, dat op aarde
alleen in Nederlandsch-Indië voorkomt, en
oo't daar op heel enkele plekken, n.1. een deel
van Flores en een tweetal eilandjes in de
buurt, moeilijk te bereiken. Het mannelijke
dier wordt 3 meter lang, het vrouwtje twee
meter. Het leeft In holen op het land, in droge
heuvelachtige deelen en voedt zich met var
kens en herten.
's Ochtends, tegen 9 uur, wanneer het al
warm is gaat het op jacht, liefst op rottend
aas dat hem door de adellijke lucht aantrekt.
Teekening J. G. Sinia
Me één hap verslindt het de beide achter-
pooten van een varken. Zijn maag bevat veel
zoutzuur, zoodat beenderen geheel worden
opgelost.
„Wij hooren", zoo vertelt een onderzoeker,
die vergunning had op het beschermde dier
te mogen jagen, „geritsel van den kant van
een rotsblok. Het komt nader en plotseling
zie ik achter ons een groote varaan behoed
zaam, poot voor poot, nader komen. Dat is
toch heel wat anders dan het vrij onooglijke
vadsige dier uit den dierentuin! Prachtig
monumentaal steekt zijn demonische kop uit
het hooge gele gras op. Glanzend glijdt de
lange geelwitte gespleten toAg tastend voor
uit. Hoog opgericht op de voorpooten kijkt
het dier met goud omrand oog spiedend, in
onze richting. De donkere oorplek, de fijne
schubben, de decoratieve kammen en de
zware dijdikke achterpooten, zijn duidelijk
zichtbaar".
De schaarsche bevolking op het varanen-
eilandje noemt het dier, dat ook jonge kar
bouwen aanvalt, „boeaja darat", landkroko-
dil. Menschen valt het niet aan. De regeering
heeft maatregelen getroffen, opdat het daar
heelemaal niet schaarsche dier niet kan uit
sterven. Zoo blijft dit merkwaardige „voor
wereldlijke" dier voor Indië behouden.
(Drie jaar Indisch Natuurleven". Nederl.-
Indische Ver. tot Natuurbescherming.)
Dr. H. F. TILLEMA. I
Een paar dagen hebben we al kunnen ge
nieten van het heerlijke, zonnige weer. Vooral
de lange avonden zijn nu een genot. De zon
staat om acht uur 's avonds nog ver van de
horizon af en brengt een lichte stemming in
de harten van de menschen. Iedereen voelt de
blijdschap om den zomer die nu eindelijk komen
gaat, en dat uit ieder weer op eigen wijze. De
een pakt zijn fiets en gaat een flink eind bui
ten af om de zon over de velden te zien schijnen
en te genieten van de bonts kleurschakeerin-
gen, een ander gaat een stukje wandelen, en
geniet van de zalige rust langs den weg. Zoo
doet elkeen wat zijn hart hem ingeeft.
Zonneschijn: heeft dat ons in dit jaar niet al
te lang ontbroken? We hebben een kouden
winter 'gehad, waarin we ons in heel dikke
kleeren moesten hullen om warm te blijven,
we hebben een lente gehad met verraderlijke
regenbuien, die plots kwamen opzetten, en met
gure windvlagen, die ons deden verkillen, en
die de plantenwereld aarzelen deed om het
teere, jonge groen aan weer en wind bloot te
stellen.
Nu, in de stralen van de avondzon, voelen
we ons tevreden, het is voorbij; het leed ge
leden. De zwoele wiind strijkt streelend langs
ons heen, doet weldadig aan. De radio, zachtjes
aangezet, speelt luchtige melodieën, die rust
in ons hart brengen.
Overal genieten de menschener zijn er, die
in hemdsmouwen of in een zomerjapon, op de
stoep van hun deur zitten, een krant lezen,
naar de voorbijgangers kijken, of een praatje
aanknoopen met den overbuur, die voor zijn
wijd-opgeschoven raam zit. Wat mannen staan
stil bij elkaar op den hoek van een straat en
rooken hun sigaar. Het jonge goed speelt luid
ruchtig, vindt het fijn dat het zoo lang licht
blijft en ze nog niet naar bed hoeven.
Langs den Singel zitten een paar henge
laars; hun dobbers liggen tusschen het kroos,
dat als een groene watten deken boven op het
water drijft. Stil zitten ze daar in het gras,
kijken naar hun dobber, naar den rook van
hun sigaret die vervliegt en neuriën zacht voor
zich heen. Op het rimpelige water flonkert
de zon.
In de binnenstad is veel vertier. De ijscoman
heeft geen handen genoeg om al zijn klanten
af te helpen. Meisjes in fleurige japonnetjes en
jongens in lichte zomerpakken flaneeren er
heen en weer. In het Julianapark ruischen de
groene boomen, houtduiven koeren in de
takken.
De zon neigt, en werpt langer schaduwen.
Straks, als ze verdwenen is, zullen alle men
schen naar binnen gaan, huiverig voor den
avondwind, die dan ineens kil wordt. Morgen
is er een nieuwe dag, weer vol zon.
B. en W. schrijven aan den Raad:
Bij brief van 23 April 1941 heeft de heer
L. Bandsma, Directeur van den dienst voor
sociale zaken, alhier, aan ons medegedeeld,
dat hij met ingang van 1 April 1941 is aan
gewezen als Directeur van het gewestelijk
arbeidsbureau te Zaandarp. Hij heeft daarbij
tevens het verzoek gedaan om hem met in
gang van genoemden dag gedurende één jaar
non-activiteit te verleenen. Een dergelijk ver
zoek hebben wij ook nog van een twaalftal
andere ambtenaren van den dienst voor
sociale zaken ontvangen; op deze verzoeken
hebben wij afwijzend beschikt. Inwilliging van
de verzoeken zou toch tot zeer ongewenschte
toestanden voor de gemeente kunnen leiden.
Ook den heer Bandsma kan daarom onzes
inziens niet één jaar non-activiteit worden
verleend.
Daar de heer Bandsma echter op 1 April
j.1. den gemeentedienst heeft verlaten, stellen
wij U voor aan hem, gerekend met ingang
van dien dag, eervol ontslag te verleenen als
Directeur van den dienst voor sociale zaken,
alhier, onder dankbetuiging voor de aan de
gemeente bewezen diensten.
Gaat öi«t door.
Zooals men in een advertentie in dit
nummer leest kan de herinenting tegen
typhus en paratyphus te Kleine Sluis
(gem. Aifaa Paulowna) geen doorgang
vinden op 10 Juni a.s. aangezien de loka
len voor dit doel geweigerd zijn.
In een prettig partijtje voetbal is Debo,
het voetbalteam van Drukkerij de Boer, er
Zaterdagmiddag j.1. in geslaagd, met groot
punten-verschil van de Schager Courant te
winnen.
De Schagenaars weerden zich uitstekend,
doch waren, niet opgewassen tegen het
enthousiasme en hetere spel van de Deboërs.
Vooral Catshoek was er dezen middag goed
in. Bij de Sch. Cour. lieten Zwart en de
veteraan De Jong zien, dat ze het voetballen
nog lang niet verleerd waren.
In het begin hield de Sch. Cour.-ploeg
aardig stand. Doch na tien minuten kwam
reeds het eerste punt voor Debo, gevolgd
door nummer twee en drie. De Sch. Cour.
stelde alles in het werk om de score zoo laag
mogelijk te houden, maar kon toch niet
verhinderen dat de rust met 100 voor Debo
inging.
Ni de rust ging het beter met de Sch. Crt.
De achterhoede van Debo speelde nu aan
den kant van de Sch. Cour., zoodat de Debo
voorhoede zich geplaatst zag tegenover haar
eigén backs.
Vermakelijk waren na de rust de duels
tusschen Catshoek en Kemna, waarvan men
nooit te voren wist wie of die zou winnen.
Het publiek had in deze duels groote schik.
Debo wist nog drie doelpunten aan de
score toe te voegen, terwijl de Sch. Cour. een
verdiend tegen-goal wist te maken. Het
einde kwam aldus met 131 in het voordeel
van Debo.
•Ongetwijfeld een match die de kiem van
een revanche-wedstrijd in zich heeft.
Uitslagen Zaterdag:
ScheepsbouwTorpedo-Atelier 80
Thor—W.T.B. 3—7
Programmat
Hedenavond wordt gespeeld op het Heider-
terrein:
WalbedrijfDe Roode Haan. Aanvang 19.00
uur. Scheidsrechter: C. Makelaar.
De eveneens voor heden vastgestelde wed
strijd: B.W.V.Water- Lichtbedrijven is tot
een nadere datum uitgesteld.
Urk, 6 Juni 1941.
Door 70 vaartuigen werd heden aan den
Gemeentelijken Vischafslag alhier aangevoerd
5184 kg aal en paling, van 79290 kg per
vaartuig, prijs 0.621.54; 59 kg voorn
710 ct; 40 kg snoekbaars 34 ct; per kg 70
manden possen 1.20 en 200 manden nest
34 ct. per mand.
8 Weken in een tent, door E. v. d. Berg—
Boldingh. Uitgeverij „De Kern", 's-Graven-
hage. Prijs geb. in prachtband 3.65.
Twee schoolvriendinnen, Loes en Anneke,
gaan kampeeren. Drie weken verblijven ze in
hun tent in de bossohen van Beekbergen en
daar beleven ze allerlei avonturen, geen dave
rende dingen, geen spannende sensaties, maar
heel gewone dingen die ieder jong meisje mee
maakt als ze er met de tent op uittrekt.
't Is een frisch en* aardig boek. Een boek,
dat men gerust zijn opgroeiende meisjes in
handen kan geven en dat ze met genoegen zul
len lezen, 't Is alles eenvoudig en eerlijk ver
teld. We kunnen dit boek van Mevr. v. d.
BergBoldingh tot de gezonde ontspannings
lectuur rekenen.
Primulareeks. Binnenkort zal bg den uit-
gefer C. J. Terwee te Putten een serie uit
gaven het licht zien onder den titel „Primula
reeks", waarin poëtisch, novellistisch, essay
istisch en dramatisch werk van jongere en
oudere letterkundigen zal verschijnen.
Aan de productie der jongeren zal bizon-
dere aandacht worden besteed.
Deze serie, die onder redactie staat van
Jan H. de Groot en H. M. van Randwgk, zal
openen met een bundel verzen van Kees Klap
„Jeugd in Nederland". Vervolgens verschijnt
een bundel verzen van Koos van Doorne
„Verloren Slag".