„Dorus Rijkers" en „Insulinde" in hachelijke momenten (tojprt II op fit W Slaapplaatsen Vandaag voor 50 jaar Vrijdag 27 Juni 1941 tftadbttieuuM Reddingbooten in de branding Waai toe motor reddingbooten in staat zijn Duinvallei Bedrijfscom petitie Jj&KeJUdl ïlieuutf uit UhJk Visscherfj voor stodgenoofen Schaakclub „Morphy Jlondsien m£ hel Vliedend Blaadje. Tweede Blad JJjdicAïLftett KeAÜ en Zending, Schetsen uit t Buitenveld Vuur tusschen nacht en avond I Wjj citeeren hier het laatste artikel betreffende reddingbooten in de bran ding, hetwelk wij aantroffen in het laat ste nummer van het „Marineblad" van de hand van den secretaris der N.Z.Holl. Red ding Mij., den heer H. Th. de Booy. Een interessant relaas, hetwelk ongetwijfeld met belangstelling gelezen zal zijn. Uit het rapport van den vertegenwoordiger der N.Z.H.R.M. te Oostmahorn over den tocht van de „Insulinde" op 29 Januari 1938 tijdens zwaren N.W. storm naar het in nood verkeerende Noorsche s.s. „Carmenfjell" ne men wij het volgende over: „Het is moeilijk in juiste bewoordingen weer te geven, wat boot en bemanning gedu rende deze reis hebben moeten doorstaan. Van Engelsmanplaat af tot ver buiten de gronden was de zee één witkokende en wild dooreen bruisende watermassa. Zoover het oog reikte, was alles schuim. Hoe verder men kwam, des te zwaarder waren de bre kers. Eindelijk kwam de „Insulinde" buiten de gronden en bereikte na 'n tocht van enkele uren de Duitsche stoomloodsboot, die tenge volge van den storm zee had moeten kiezen en zich bij het Lichtschip ophield. Benoord oosten van het Lichtschip lagen twee groote stoomschepen voor den storm bijgedraaid. Van een in nood zijn schip viel echter niets te be speuren. De schipper besloot derhalve het Lichtschip te praaien. Gemakeklijk was dit niet; het geweld van wind en golven maakte het schreeuwen onverstaanbaar. Uit de ge baren meende hij echter op te merken, dat het in nood verkeerende schip in Oostelijke richting was verdwenen. Dit werd even later door de stoomloosboot bevestigd. De Duit sche zeesleepboot „Max Berents" had ver binding gekregen met de „Carmelfjell" op weg naar Borkum. Het zoeken kon dus wor den gestaakt. Teleurgesteld dat deze zwaar vermoeiende tocht geen resultaten zou op leveren, aanvaardde men de terugreis. Het was reeds donker geworden; de lichten van Borkummerrif en loodboot waren de eenige teekenen van leven op de verlaten stormzee. Nauwelijks lag de „Insulinde" op haar Zui delijken koers, of een enorme grondzee rees geheel onverwachts uit de diepte omhoog. Met donderend geweld brak zij over het schip en scheen alles te verzwelgen. De „In sulinde" sloeg over bakboord plat op zij. De beide matrozen, die achter de beschermkap stonden, zagen geen kans zich vast te hou den en spoelden naar lij. Zij konden zich ech ter nog juist bijtijds vastgrijpen. Allen en alles verdween onder water. Klaas Steegstra en de stuurman, Klaas Toxopeus, die zich in de radiohut bevonden, werden eveneens naar lij gesmakt en kwamen het hun hoofden in onzachte aanraking met de scheepshuid. Van de „Insulinde", die naar schatting minstens 70 graden slagzij maakte, was weinig meer boven water. Bakboords lantaarn en bak- boords uitlaatpijp verdwenen in zee en wer den eerst zichtbaar, nadat de zware grond- zee onder het schip was doorgerold. De „In sulinde" herstelde zich... Ongetwijfeld heeft de reddingboot in een uiterst hachelijke posi tie verkeerd. Tengevolge van den sterken vloed werd de „Insulinde" meer om de Oost gezet dan verwacht werd. Toen het licht in Schiermonnikoog tusschen de buien door in 't gezicht kwam, bevond men zich ter hoogte van de N.O.-gronden. Toxopeus besloot recht over de gronden naar binnen te loopen. Na enkele zware brandingruggen te hebben ge passeerd, wist hij de „Insulinde" veilig bin nen de gronden te brengen. Een zucht van verlichting ging er op in Oostmahorn, toen de radiotelefonie-zender van de „Insulinde" de behouden terugkomst meldde." Wat de „Dorus" overkwam. De krachten, die op den sleepzak wor den uitgeoefend, als een 50 ton zware motorreddingboot door een grondzee wordt meegesleurd, zijn enorm groot. In 1938 liep de motorreddingboot „Dorus Rijkers" tijdens stormweer het Molengat binnen en zette vlak voor dit gat den sleepzak overboord, tevens werden de golfstillende oliekranen openge draaid. Deze maatregelen bleken bijtijds ge nomen te zijn; juist bij de verkenningston van het Molengat kwam een geweldige zee achterop, die boven alles uitstond. De zee viel op het dek en nam de reddingboot met enorme vaart mede. Eén moment stond iedereen in de stuurhut tot over zijn middel in het water, doch dank zij den sleepzak bleef de boot bestuurbaar. Er werd echter enorme kracht op den sleepzak uitgeoefend, hij sprong even uit zee, doch toen hy daarna het volle gewicht van de boot moest houden, bleek dit een té groote eisch. Het dikke zeil doek scheurde kapot; gelukkig was toen de zwaarste branding gepasseerd. Geregeld oefenen in de branding blijft ech ter zeker noodig; reddingbootschippers kun nen alleen in de practijk worden gevormd, de theorie is echter noodig voor degenen, die de booten ontwerpen. reddingbooten is, dat de bemanning er té veel mee wil riskeeren en zich wil meten met de groote motorreddingbooten. Bij terugkeer door de branding naar den wal blijft natuur lijk de sleepzak onmisbaar! Het varen met motorreddingbooten door de branding van onze kust is steeds een sen satie; de steile groene zeeën, die met donde rend geweld breken, zijn van een barbaar- sche schoonheid en het is heerlijk om onder zijn voeten een goed schij te voelen, dat als een dartel zeepaard door de branding stuift. I'en voelt een reddingboot echter niet alleen met zijn voeten; ook handen zijn noodig om te blijven staan en zoo maakt men alle be wegingen mede, van het langzaam klimmen tegen een steile zee tot de smak in het golfdal daarachter en slingeren van bakboord naar stuurboord. Reddingbooten hebben een groote stabiliteit, zij zijn dus „wreed" en ver moeiend! Doodelijk vermoeid zelfs, ook voor de vaste bemanningen, die toch werkelijk tegen een stootje kunnen. Het water brandt in de oogen, soms stormt de eene breker na den anderen over het glimmend zwarte dek. Met „moed" alleen komt men er dan ook niet; een zware reddingtocht vooral als de kans op succes zeer twijfelachtig is eischt taaie volharding en een groot gevoel van verantwoordelijkheid. Vandaar de intense voldoening, als alle moeite en opoffering be loond wordt met het redden van menschen- levens. t* Diep was het dal in 't blonde dutn, Beplant met mooi gewas, Van varens, roosjes, brem en struik, En zilv'rend helmengras. Ze lag zoo vredig in de zon, Die kleine duinvallei. In haar groene lage struiken Zongen vogels blij. 'n Vreugdig zomerliedje 't Weerkaatste in de lucht. Daarboven zong de leeuwrik, In haar hoge vlucht. O duindal dat zoo'n rustig En vredig aanzicht biedt. Hier wil ik vertoeven, En zingen in mijn lied, Van wolken, lucht en zonlicht; Om in dit paradijs Te zingen van de zomer Een heerlijk zoete wijs. Heemstede, 22 Juni. K. Wouters. Donderdag: L.B.D. 1—De Roode Haan W.T.B.—L.B.D. 2 W.- en L.P.T.T. Uitslagen. 1—1 7—0 3—1 Programma. Hedenavond 8 u. Terrein H.R.C. Scheidsr. Van den Hoff. Gem. WerkenB.W.W. EXAMEN. Geklaagd te Utrecht voor het examen make laar de heer R. J. Boom te Den Burg. Urk, 25 Juni. Door 80 vaartuigen werd heden aan den vischafslag alhier aangevoerd: 3102 kg aal en paling, van 34200 kg per vaartuig, prijs 0.62-1.54; 31 kg voorn, 1820 ct. per kg; 45 manden poss 2.65 en 70 manden nest, 33 ct. per mand. Een jaar geleden moesten de wedstrijden om het kampioenschap van Den Helder wor den afgebroken en verloor „Morphy" al haar speelmateriaal, terwijl de spelers in verschil- lende plaatsen terecht kwamen. De een was ^hufur^e' ^ande achter een perceel in de Voorin o-oiniririo-or Sn„r in ni„„f„ f„ Hartestraat. Na onderzoek kwam vast te Gelegenheid oor slapen voor klein gezin Jan Verfailleweg 24 (bij Donkere Duinen). INBRAAK IN SCHUUR AAN DE HARTESTRAAT. Bij de politie werd eergisteren aangifte gedaan dat er ingebroken was in een hierin gelukkiger door in een plaats te komen waar een bloeiend schaakleven bestond, een ander trof in zijn evacuatie-oord geen schaak club aan. Pogingen door het bestuur van Morphy" gedaan om verschillende dorpsclubs in bondsverband te brengen, hadden tot dus verre nog geen resultaat. De matador van Morphy", de heer K. Geus, vestigde zich tij delijk te Amsterdam en werd daar lid van A.S.C. (de club van Dr. Euwe) en nam met het eerste tiental deel aan de ie klasse com petitie. Ook „Morphy" vergat hij niet en kwam voor deze vereeniging uit in het tour- nooi te Santpoort, waar hij in de hoofdklasse met 3 gewonnen partijen den eersten prijs ver wierf. Dr. Feenstra Kuiper speelt in het Hil- versumsch Schaakgezelschap en strijdt thans mee om een plaats in de eerste klas competitie van den K.N.S.B. Vele anderen spelen In kleinere veree- nigingen, maar helaas zyn er ook nog schakers, die thans niet in clubverband kunnen spelen, omdat die in hun evacua tie-oord niet bestaat. Indien daarvoor geen termen aanwezig zjjn, wil het bestuur gaarne iedere poging steunen om ook in die plaatsen tot oprichting van een club over te kunnen gaan, maar bovenal hoopt het bestuur van „Morphy", dat haar leden weer spoedig in onze oude jutterstad zich rustig aan het spel van Caissa kunnen wijden. Deze regelen vloeiden ons uit de pen om de Heldersche schakers op te wekken hun spel niet te verwaarloozen, maar te onderhouden, opdat ook later in Den Helder weer een bloeiend schaakleven mag ontstaan. staan, dat verdwenen waren 2 fietsen, en voorts diverse kleedingstukken en ander huis raad. De recherche stelt een onderzoek in. DE VERBODEN RICHTING. Een stadgenoot ging op de bon terzake het rijden in een straat en dat in verboden rich ting. FIETS VERDWENEN. Een bewoner van den Brakkeveldweg deed aangifte, dat zijn fiets spoorloos verdwenen is. E*en onderzoek wordt ingesteld. ZONDER BEL. Iemand werd bekeurd terzake het rijden op de fiets zonder dat dit apparaat van een bel was voorzien. NOG EEN FIETS, DIE DE BEENEN NAM. Een bewoner van de 1ste Schagendwars- straat deed aangifte, dat zijn fiets verdwe nen is. Ook naar deze Rocinante wordt een onderzoek ingesteld. LICHT IN DE HUYGENSSTRAAT. Surveilleerende politie ontdekte licht in een perceel aan de Huygensstraat en dat na het tijdstip, dat er verduisterd behoort te zijn Een onderzoek werd ingesteld en het licht door de politie gedoofd. Proces-verbaal zal tegen den nalatigen bewoner worden opge maakt. MUZIEK OP DE PLEINEN, Misschien verdient het in het bestuur van ,Helder's Belang" wel overweging, om, nu er in dit jaar niet meer te beplanten valt, toch iets te doen in het belang van de ingezetenen in 't algemeen. Als door toedoen van dat Be stuur eens kon bewerkt worden dat er iederen Zondagavond op een der beide pleinen, het Haven- en het Westplein een openbare muziek uitvoering plaatsvond, zou dit zeer zeker bij zeer velen grooten bijval vinden. Tot uitvoe ring hiervan zou het noodig zijn, dat den dag tevoren op het aangewezen plein een eenvou dig ingerichte muziektempel werd ingericht en dat een muziekkorps daartoe werd geënga geerd. Zou de uitvoering van dit plan tot de onmogelijkheden behooren? En zou het niet mogelijk zijn, dat het Gemeentebestuur besloot om de gelden uitgetrokken voor publieke ver makelijkheden, tot bevordering van dit doel aan te wenden? Een zeer groot deel van het publiek zou, naar we ons vleien, in zulke, elders gebruikelijke muziekuitvoeringen op Zondagavond, genoegen vinden. Voor het theoretisch gedeelte tuinbouw- vakonderwijs slaagde onze oud-stadgenoot, de heer N. J. Veeken. ERKENDE KERK. De Methodisten kerk in het voormalige Polen heeft de erkenning als kerkgenootschap verkregen. DE POSAUNENGENERAL OVERLEDEN. Te Bethel bij Bieleféld, de bekende phïlan- tropische stichtingen van Friedrich von Bodel- schwingh, stierf kort voor het bereiken van den 85-jarigen leeftijd de predikant dr. Johan- nes Kuhloy een der leiders dezer stichtingen, vermaard als prediker en daarbij als virtuoos op het blaasinstrument. Hij deed ontzaglijk "veel voor de bevordering van de hoornmuziek in Duitschland, met name op christelijk erf en droeg, sinds hij eens den voormaligen keizer met een leger van 8000 blazers verwelkomen kon, den over gansch Duitschland bekenden bijnaam ,Hosaunengeneral". Ook in Nederland liet hij zich meermalen met zijn blazers en kwartetten hooren, steeds in dienst der propa ganda voor de Christelijke philantropie. Een waarlijk vroom man, origineel prediker en uit nemend musicus is in hem heengegaan. POSTZEGELS BIJBELHERDENKING. Ter gelegenheid van het feit, dat het dit jaar vierhonderd jaar geleden is, dat .de Zweedsche bijbelvertaling gereed kwam, gaf de dienst der Zweedsche posterijen herdenkingspostzegels De dag is geweest als een oven, vol heete lucht. De dag is langzaam voorbij gegaan. Eerst het werk, machinaal verricht in de stad, in de vermoeiende hitte. Hoe heet kan het zijn: vochtig klam daalde de hitte neer uit de grijs-gele hemel. Ergens zengde in een wereld van wittig licht de zon. Een hart van verblindend vuur in een wereld van hitte. Na het werk in de stad komt de treinreis Monotooneen reis, verveeld gemaakt tusschen andere verveelde reizigers. Warme menschen, met klam-vuile handen en ver moeide oogen. Dan de fietstocht onder de steeds neer- zengende stralen van de zon en dan eindelijk de boerdery. Thuis. Motors trandr«Mingbooten De laatste jarsn zyn verschillende motor- strandreddingbooten gebouwd om roeiredding- booten te vervangen; dank zy de z.g. „road- lftae Track#" kunnen tKena 6 ton zware boo ten langs bet strand woeden vervoerd en in zee gelei oeeril De motantr&ndreddingbooten zijn uit den aard der raak tot veel meer in staat das da roeireddUtgbooten: bun bestuur baarheid ia veel pootoi m bet gevaar voor terugalaa» iaat 4e branding gering. Men et a* met eaa laoCoretrandreddingboot zelfs op tiidenht vooral niet te veel taart te loopen. wtl men niet de kan* loopen tot ever de haM ven het eohtp over ean go* toi te eotoletea met alle waeeti ven 4Un. «aak lp het goWdal a eneaat es rean loopt «et Hfteo, dat 4e geboete bemanning dnm •e® onmiddellijk eetgwte Mier «tt 6* boot *erd| geetaeen. Het gevaar vee neetorstrand- De avond brengt géén verkwikking. Integendeel. Het lijkt of de zon, met het dalen, aan kracht en intensiteit toeneemt. Het is alsof hij de wereld verbranden wil, als of hij de aarde wil uitbraden tot niets ervan, noch van het menschdom, noch van de andere materie, overgebleven zal zijn. Wij zitten voor een open raam en staren in den avond. Immuum voor indrukken. De warmte is zóó groot, dat men niet meer denkt. Men wil alleen maar heel stil zitten en liefst niet gestoord worden. Men wil alleen maar alleen zijn en 'zoo min mogel|jk last van het eigen lichaam ondervin den. Iedere beweging wordt ondragelijk. De zon is allang weg en de wereld ligt tusschen avond en nacht in geklemd. Vretmde avond. Zoo stil. Zoo luguber stil. Dreigend en waakzaam tsgel|jk. Men voelt dat er van alles kan gebeuren. Vreemde gedachten roeren en malen en dansen en schichten door een menschenhoofd. Met wijd-open oogen zit ik te staren en toch ben lk'niet wakker. Het is alsof ik een deel van de natuur ben geworden en daarin zal ondergaan. Het is alsof het land hygt en de verdorde bloemen in de kleine tuin om water schreeu wen. Treurig en dor en droog staat alles er voor. In de verte begint een eskader bombarde mentsvliegtuigen zijn heilloos werk. Of zou het.' Neen, ditmaal zijn het geen vliegtuigen. Ditmaal is het de stem van den donder, die hoorbaar is. Heel ver en heel zacht. De eerste preludia van het fuga dat komend is. 't Wordt donkerder en donkerder. Maar geen verkoeling brengt deze duisternis. Eer het tegendeel. Loodzwaar, als een vreemde doem, weegt de atmosfeer op den mensch, die wacht op het verlossend moment. En dat komt. Ineens gebeurt het. Ineens zig-zagt een kronkelend lint van vuur vanuit d*n hemel. Elauwig-rose flakkert even een ontzaglijke lamp aan. Dan dooft het licht. Roerloos staan de booman tn den avond. Gebogen oude mannenmet ordelooze haren 't Is doodstil. Een enkele duif koert droe vig in de schuur. Er valt iets 't Is de regen. Eindelijk... eindelijk water. Eerst enkele verdwaalde druppels. V|jf... tien... vijftien... dan sneller en sneller. En eindelijk openen de sluizen ren den hemel zich en stort het water neer. De aarde zwelgt het op. De bloemkelken worden kleine bassins, gevuld met water. En in de sloot klukkert het op, en langs het riet van het dak hoor je het neer ratelen. Tegelijk met den regen komt het vuur. Van drie kanten tegelijk nadert het: van onder de kim en hoog uit de wolken. Vuur- peilen... eindeloos lang. Die ombuigen onder den horizon. Hel wit, blauwig en oranje. Tusschen het vuur davert de donder los. De landen trillen van de sltgen. Nóg is een slag niet verstorven, of een andere kondigt zich reeds aan. Regen, vuur en donder. De wereld leeft. En de mensch ontwaakt. Ineens ls hij gegre pen door het majestueus gebeuren daar bui ten. Achter het nu gesloten raam ziet h|j toe in stilte en aandacht, datgene gadeslaande wat er gebeurt. Als een inmense grot, gaapt de hemel nu hoven ons: een grot, waaruit het water neer zijgt. Ruischend en kolkend komt het neer: plas sen vormend op de aarde, ombuigend het riet in de sloot, ritselend en suizelend in het graan dat te velde staat. Het wordt nacht en nóg eindigt dit vreem de vuurwerk niet. Steeds wéér dondert de hemelstem aan, steeds wéér ziet men de vuurpeilen slangelen van einder tot einder. Telkens, met een ruimte van enkele secon den daartusschen, flikkert het vuur op. Dan ligt de wereld even open voor ons als was het dag. Het is diep in den nacht als dit machtig fuga een einde neemt en de wereld tot rust komt. Langzaam aan mindert de regen, langzaam aan wordt de atmosfeer weer doorzichtig. Het lichten wordt minder en de donder is nu niets meer dan een ver af hoorbaar gerom mel. Wind ruischt door den nacht. Wind vaart van boom tot boom, van tak tot tak, van bloem tot bloem. Overal ligt het water en een tjle damp wordt zichtbaar over de aarde. Het groeitgroeit Nooit tevoren voelde ik dusdanig de ont zaglijke groeikracht van deze oude aarde. Bevrucht door vuur en water. Vernieuwd... met hoop en nieuwe lust. De wind steekt op en vaagt de druppels weg, die aan het dak hangen. Met een vreemd geluid tikken deze in de plassen naast de boerderij. Te velde staan de donkere lijven van de koeien en de lichte plekken, waar we scha pen weten. Kikkers kwaken en ratelen en roffelen ln de sloot. Voor hen breekt een goede tijd aan, want vol van losgekomen leven is die sloot. De weg ligt glimmend en nat onder het licht van het kleine stukje maan en de eerste door-glorende sterren. Nieuwe wereld Morgen gaan we met nieuwe moed begin nen. Morgen zal het koel en zuiver zgn. MofgenI Weekrevue „De Prins". Nummer van 28 Juni. In dit nummer van de Weekrevue vindt men een interessant artikel over „technisch allerlei" van de hand van A. C. van Steende ren. In een bijzonder geslaagde fotomontage vindt men bijzonderheden over het werk van den pottenbakker. Geopend wordt het nummer met een fantas tisch, doch historisch verhaal over den zee ridder „De Gorrel", verteld door A. C. van Kampen. Dr. Pen geeft handschrift-analyses, terwijl daar voorts zijn de bekende rubrieken van da bekende medewerkers. LUCHTGEVAAR. Het Juni-nummer, dat op zijn omslag een ontzettende explosie afbeeldt, heeft de goede gedachte gehad, eens 'n praatje te maken met een tramdirectie over haar ervaringen van de exploitatie van het net tijdens de verduis tering. Medicus :chrijft. over brandwonden en hoe ze te heelen, terwijl voorts een uiterst lezenswaardig opstel over scherven en scherf- weren met boeienae illustraties volgt. Een uitvoerig opstel verhaalt over de luchtbescher ming te Groningen en verder zijn er de knut- selrubriek en het domein der vrouw om het geheel te besluiten. VOLOP ZON EN ZOMER! Ook in de mode volop zon en zomer! Luchtige, fleurige japonnen, open schoenen of sandalen, lichte, vroolijke hoedjes, vlotta mantels en pakjes en natuurlijkideale strand- en.'vacantiekleeding. Dit alles laat het Juni-nummer van „Die Mode" in talrijke variaties en combinaties, aan de hand van schitterende foto's en fraaie tee- keningen, zien. Alles wat „mode" betreft wordt in dit blad behandeld, van het groote avondtoilet tot hand schoenen en tasschen toe. Voor de confectio nair, het mode-atelier, de modiste, coupeuse en moderne vrouw een waardevol bezit! ,Die Mode" kost per exemplaar 1.20 (per kwartaal 3.60 franco huis) en is in den boekhandel en in stoffenzaken verkrijgbaar. Inlichtingen verstrekt gaarne: N.V. Wereld mode, Prins Hendrikkade 173, Amsterdam-C, De Kern. Juni-nummer Uitgave Van Holke- ma Warendorf N.V., Amsterdam. Van de vele en interessante artikelen die het laatste „Kern"-nummer bevat noemen wij die over „De zin van den oorlog", over „Da Oostzijde van de Andes", over de „Tomaten als wapen", over het mysterieuze radium en over den actueelen Birma-weg. "De Natuur. Populairwetenschappelijk en cultuur-historisch blad. Uitgave Scheepsma kersstraat 13, Den Haag. Uit den inhoud van dit altijd actueele, steeds interessante en leerzame tijdschrift noemen wij o.a. de bijdrage van W. E. van Wijk over „Het karretje van 's-Gravensande", over de Nederlandsche krabben, over radioactieve om zettingen, en over „Een levend Pentagram". Natuur en Techniek. Dr. W. M. Kruseman opent het Juni-nummer van „Natuur en Tech niek" met een artikel over „Het instinct in het dierenleven", waarin hij betoogt hoe moeilijk bet is onderscheid te maken tusschen reflex en instincthandelingen en hoe moeilijk het ia het algemeen is een juiste definitie van het begrip instinct te geven. P. Oomen vervolgt met een bijdrage over den radio-omroep in Argentinië, die in de laatste jaren uit een vrij chaotischen toestand tot een geregeld en modern ingericht bedrijf is gegroeid. Een merkwaardig artikel is dat van C. Valken horst, onder den titel „De mensch in 't wild" G. L. Tichelman heeft een fraai geïllustreerd artikel over „Vorstengraven van Pasè-Samoe- dra" op Sumatra afgestaan, waarin hij de hoop uitspreekt, dat deze graven, die thans reeds in verren staat van verval verkeeren, voor verderen ondergang mogen woden be waard. „Huishouding van Nu", maandblad onder redactie van de Commissie inzake Huishoude lijke voorlichting en gezinsleiding Juni 1941. 80 ets. per jaar. H. v. d. Marck's Uitg. Mij. Roermond. Als attractie ditmaal de aangekondigde „Oud maakt Nieuw" cursus die in alle plaat sen van ons land gegeven wordt. Aan „Onze Voeding", 'n groot probleem in dezen tijd, is menige bladzijde gewijd, in 't bijzonder aan voorjaarsgroenten en haar zoo voedzame en gevarieerde bereidingswijze. De Rubriek „Goede Raad van hier en daar" heeft altijd alleraardigste tips en nieuwigheidjes. Zeer duidelijk, met teekeningen erbij, is aan gegeven hoe op verschillende wijze een te klein geworden kinder- en meisjesmanteltje te ver- grooten. De opvoeding in 't groote gezin wordt ook nog eens behandeld. ORCUS EN ORPHEUS. Bij Van Loghum Slaterus Uitgeversmaat schappij te Arnhem verscheen een bundel ge dichten van Anthonie Donker (Professor Donkersloot) getiteld „Orcus en Orpheus" (ingen. 1.75, geb. 2.50). Het betreft hier verzen van Donker, die hij de laatste jaren heeft vervaardigd en waar onder zich verscheidene bjjzonder mooie ver zen bevinden. „Orcus en Orpheus", anders ge zegd: „De hel en de zanger" ls een bundel, waaruit merkwaardig helder naar voren treedt welk een talentvol dichter men in Donker heeft en op welk een ongemeen klare en schoone wjjze hij gedachten te varwoorden weet, die in ons allen leven, maar die door zoo weinigen geuit kunnen worden, zóó, dat men ontroerd wordt en iets beoeft van de waarde der werkelijk groote dingen ln het leven. Hier zingt een hart, spontaan en eerlijk. Hier leest men verzen, die waarachtig door leefd zijn en daardoor een schoon getuigenis geworden zijn van het dUshteriyic talent van Donker. Een bundel, die wK warm aanbeve- len en die zeker vrienden zal maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5