Voor de vrouw
Germaaosche
nederzetting
GESLAAGD
Ieder op zijn
manier
Zaterdag 9 Augustus 1941
Vierde blad
De waarde van knoflook
door velen onderschat
van twintig
eeuwen geleden
Kort verhaal
Aan den oeverrand
Penll roeit, nèt «h Uw gezin,
De tijds-omstandigheid
Natuurlijk boet Persil iet» in
Aan kracht en kwaliteit
Natuurlijk is de voorraad soms
Wel eens een beetje klein,
Maar tóch, niettegenstaande dit,
Kunt U rerzékerd zijn;
Perstl staat nog stééds bovenaan
En doet, zooals U doet
Want ról vertrouwen ziet Persil
De toekomst tegemoet. CL D.
Een der eerste kennimakingen met de
Oostersche keuken is die met den smaak en
geur van knoflook, waartegen velen min
of meer afwijzend staan. Reeds in Polen
doet men de ervaring op, dat in de ver
schillende spijzen knoflook wordt toege
voegd, iets dat ook o.m. in den Oostenrijk-
sche, Boheemsche en Italiaansche keuken
toepassing vindt. In het Zuid Oosten, in
Hongarije, Roemenië en op den Balkan
weet men het verbruik van' knoflook naar
waarde te schaten, terwijl het zijn hoogte
punt bereikt in Turkije en Zuid Rusland.
De Nederlandsche tong en dito neus wen
nen evenwel moeilijk aan smaak en reuk
van knoflook of liever van de olie. die
deze bevat. Deze olie is evenzeer, alhoewel
niet zoo intensief, aanwezig in uien en in
prei en is van groote beteekenis als afweer
middel tegen bederf en tegen muizen. Aan
gezien veel menschen een bijzondere voor
keur voor het gebruik van knooflook in
de keuken aan den dag leggen, moet hier
aan wel een dieperen zin ten gorndslag lig
gen. Ruw geschat bedraagt dit aantal niet
minder dan honderd millioen menschen en
het verbruik van knoflook is reeds vele
eeuwen bekend. Reeds in het land van den
Nijl werden zooals de oude geschriften
verhalen voor vijf duizend jaren uien en
knoflook gekweekt en men gebruikte deze
tuinbouwproducten niet alleen in Egypte,
maar voerde ze bij groote hoeveelheden uit.
Thans nog gebruiken wii de gave ronde,
gladde Egyptische uien gaarne bij de be
reiding van verschillende spijzen.
De medische wetenschap heeft proeven
genomen over de beteekenis van knoflook
in verband met de gezondheid en hierover
deelt Dr. D. R. Brecker in het ..Zeitschrift
für Hygiene" een en ander mede. Niet on
belangrijk is te vernemen, dat de knof-
lookolie de eigenschap bezit om bacteriën te
dooden. en het merkwaardige hiervan is,
dat deze vluchtige olie niet alleen onmid
dellijk werkt, doch dat ook de nawerking
nog krachtig is.
Een tiende gram knoflookolie is genoeg
om een heele kolonie van ziekte verwek
kende bacteriën onmiddellijk te dooden en
het merkwaardigste is. dat de knoflookbrij
het meest intensief werkt, en zelfs in een
omtrek van meerdere decimeters bacteriën
doodt, wanneer de in de brij aanwezige
vluchtige olie althans gedurende twee uur
lang kan inwerken. Onverdeelde knoflook
heeft geen uitwerking en zelfs het geperste
sap heeft een veel geringer vernietigende
kracht dan de versche brij, dus den fijn-
vermalen vorm, waarin de knoflooketer de
ze tot zich neemt.
Zuivere knoflookolie, chemisch gewon
nen, heeft hetzelfde effect en zal na de
verkregen proeven ongetwijfeld meer en
meer als geneesmiddel aangewend worden.
Hieruit blijkt weer duidelijk, hoeveel goed
er menigmaal in een oud volksgeloof
schuilt, want in het Oosten speelt het look
een groote rol. In de Balkanlanden plaatst
men in een ziekenkamer steeds een bord
met gehakt knoflook en de Russische sol
daten dragen vrijwel steeds knoflook bij
zich, omdat zij gelooven, hierdoor voor
ziekte gespaard te blijven. Het beroemde
kruid „Moly" waarover in oude sagen ver
haald wordt, is niet anders dan een look-
soort.
Aan verschillende spijzen waarin men
uien verwerkt, is het mogelijk enkele pitjes
knoflook toe te voegen en heeft men zich
eenmaal vertrouwd gemaakt met den reuk.
dan zal men den smaak bijzonder aange
naam en pittig vinden. Uit een oogpunt
van gezondheid verdient een ruim gebruik
inderdaad aanbeveling.
Hij was geslaagd voor zijn «samen,
Eri 's avonds was het prettig feest,
De vrienden werden uitgenoodigd,
Zijn cijfers waren puik geweest,
En heel bescheiden in een hoekje
Zat vader midden in de vreugd,
Hij durfde niet te veel te zeggen,
Want jeugd hoort immers bij de jeugd!
Hij voelde zich wat kleiner worden
Bij zijn gelderden, grooten zoon.
En toen hij aarz'lend wat vertelde,
Eenvoudig en op stillen toon,
Toen zei de zoon: „Ja, kijk aens vader,
„U weet niet goed, wat U beweert,
„Hoe kunt U dat nu zekej zeggen,
„U HEBT TOCH IMMERS NOOIT
GELEERD!"
HIJ was gezakt voor zijn examen,
En 's avonds was er dus geen feest.
Zijn cijfers waren op t kantje,
Zijn lijst was niet te best geweest
Hij sprak nog even met zijn vader,
En moeder hoorde 't rustig aan,
Toen zei de vader: „Tc. Weet het, jongen,
„Jij hebt altijd je plicht gedaan!"
Er kwam weer vreugde in zijn oogen,
Hij voelde zich zoo veilig thuis,
En, zie, er gleden zonnestralen
Door 't venster van zijn oude huis
Toen zei hij: „Ook mijn feest zal komen,
„Want vader eenmaal slaag ik tóch,
JEp dan, wét er ook mag gebeuren,
„'K HEB IMMERS U EN MOEDER NOG!"
t
Er is zoo heel veel in het leven.
Wat niet de juiste waarde heeft
Dat naar den schijn veel weet te geven,
Maar toch nog o zoo weinig geeft!
VERBONDENHEID In alle dingen
Van vader, moeder, en een kind.
Dat is een hooge, koetb're waarde,
DIE HET GEZIN VOOR T LEVEN BINDTl!
Aug. 1941. (Nadruk verboden) KROES.
lende zitten!", had the toen geroepen.
Frank dacht aan deze woorden, toen hij
hot bankbiljet in den brief deed. Er refet-
ten hem op deze wereld nog maar twee zul
ke biljetten en het grootste deel van dat
geld beschouwde hij niet als zijn eigendom,
aangezien hij nog schulden had bij zijn ka/-
merverhuurster.
Doch het berouwde hem niet Hij had nooit
de spaarzaamheid kunnen waardeeren. die
ten koste van anderen gaat. Alles wat hem
speet was, dat hij waarschijnlijk voor de
laatste maal de goede vrouw deze vreugde
had bereid.
Toen hij terugkwam van het postkantoor,
waarvandaan hij den brief aangeteekend
'verzonden had. ging hij zijn schuld betalen
aan de hospita. Ze was een moederlijke,
goedhartige vrouw, die heel best begreep,
hoe het met haar huurder stond. Toen hij
er van sprak te zullen weggaan, aangezien
hij maar geen werk scheen te zullen krij
gen, zei ze: „Ik ben nog geen cent aan U
te kort gekomen, meneer en U moogt gerust
nog wat blijven."
Hij schudde het hoofd. „U moet ook geen
cent aan mij tekort komen", zei hij.
En den volgenden dag Vfertrok hij, een
koffer met goed achterlatend. „Die zal me
voorloopig toch meer tot last, dan van nut
zijn", zei hij met een triest lachtje. Hoofd
schuddend keek de vrouw hem na. Wat een
tijden! Zoo'n flinke man liep nu zonder
dak boven zijn hoofd rond
Een half jaar was vergaan, toen hij weer
verscheen en ditmaal herkende ze hem eerst
niet „Maar meneer", zei ze en drong hem.
bij haar in de kamer te komen en een bord
soep te nemen. „Ja, ja, U ziet er zoo, koud
uit en mijn soep vond U altijd zoo lekker!"
Ze wou niet zeggen, dat hij er hongerig
uitzag, maar haar hart kromp ineen van
medelijden toen ze zijn vermagerd gezicht,
zijn verlompte kleeren en kapotte schoenen
zag.
Toen hij de soep op had ze vulde zijn
bord haastig bij zei hij: „Het is me niet
voor den wind gegaan en nu kom ik mijn
goed halen, om te verkoopen. Iets krijg ik
er wel voorIk heb het zoo lang moge
lijk uitgesteld, want ik hoopte altijd nog,
dat ik eens iets zou krijgen een of an
dere kans en dan nete kleeren zou moe
ten hebbenmaarHij maakte een
vaag gebaar.
„Dat la waar ook. Er ie een brief voor U
gekomen en ik kon U niet bereiken". Ze
opende een lade en haalde er den zorgzaam
bewaarden brief uit. Hij bekeek even de
enveloppe, las verwonderd het gedrukte
hoofd. Van een notaris? Hij scheurde den
brief open on las de mededeeling. dat zijn
tante was overleden en hem allés naliet, wat
ze bezat, te weten een klein huisje, dat zij
tien jaar geleden gekocht had en dat hypo-
theekvrij was en, haar inboedel. Verder, zoo
meldde de brief, had hij tjvintig jaar gele
den een levensverzekering voor hem ges-
sloten, die hem nu zou worden uitbetaald.
Het betrof een bedrag van 10.000 gulden.
Frank las den brief driemaal en las hem
toen hardop. Zijn oogen waren vochtig ge
worden en het papier trilde in zijn vingers.
Dat huisje die verzekeringZe moest
een groot deel avn wat hij haar vroeger al
tijd zond, daaraan besteed hebben en al diie
jaren was ze doorgegaan met de premie te
betalen en de hypotheek op haar huis af te
lossen
Opeens dacht hij weer aan den kame
raad, die hem verweten had, niet te sparen,
leder zijn manierik spaarde onbewust,
dacht hij en toerl drong het pas tot hem -
door, dat zijn vroegere hospita hem geluk-
wenschte.
„U hebt me vroeger crediet aangeboden",
zei hij, „daar maak ik nu gebruik van. Om
te beginnen betrek ik mijn oude kamer.
En verder bestel ik een feestmaaltijd met
wijn, die ik beslist met U wil nuttigen. En
dan zullen we een glas drinken op de na
gedachtenis van die goede vrouw!"
(Nadruk verboden.)
Een smaakvolle japon van witte maro-
cain in sportstijl vervaardigd, met breede
revers, zakken, breede schouders en kor
te mouwtjes. De rok valt zeer ruim. Op
een tuinfeest zou deze japon het best tot
zijn recht komen.
DR. BURSCH LEGT BIJ LUNTEREN
BOERDERIJEN BLOOT.
UITGEHOLDE BOOMSTAM ALS
WATERPUT.
's-Gravsnhaga, 4 Augustus;
Door den gestadigen arbeid der archaeolo-
gen moet de Nederlandsche bodem meer en
meer zijn geheimen prijs geven, opdat de ken
nis onzer vaderlandsche geschiedenis ver
rijkt worde.
Onlangs zijn te Lunteren onder leiding van
"Dr. F. C Bursch, conservator van het rijks
museum van oudheden en directeur van het
rijksbureau voor oudheidkundig bodemonder
zoek, eenige Germaansche huizen blootge
legd.
Een redacteur van de V.P.B. bracht een be
zoek aan deze opgraving, bij welke gelegen
heid Dr. Bursch verschillende bijzonderhe
den over de resultaten mededeelde.
Een Germaansohe nederzetting
van twintig eeuwen poleden.
Wie ten oosten van het liefelijke dorpje
Lunteren den ouden Hessenweg volgt over
den Lunterschen berg, geniet van prachtige
vergezichten. In het N.W. ziet men in de
wazige verte de Stichtsche heuvels en de to
rens van Utrecht en Amersfoort, in het O.
de eindelooze heide en blinkende stuifzan
den van de Veluwe, terwijl aan den voet van
den heuvelrug natuur en menschenhand een
bont mozaik van heidevelden, akkers en bos-
schen hebben geschapen. De laatste jaren
worden hier vele heidevelden omgeploegd tot
akkerland en bij dit werk treft men herhaal
delijk resten van het verleden aan. Zoo vond
men onlangs in de nabijheid der plaats, waar
ook enkele jaren geleden reeds Germaansche
huizen waren opgegraven, een vrij groot aan
tal scherven van Germaansch aardewerk.
Het vermoeden rees, dat ook hier een Ger
maansche nederzetting had gelegen en in
derdaad bleek dit bij het onderzoek, dat on
der leiding van Dr. F. C Bursch, conservator
van het rijksmuseum van oudheden, verricht
werd, het geval te zijn.
Teneinde de grondsporen der huizen bloot
te leggen, heeft men op een vijftal plaatsen,
waar de aanwezigheid van een huis vermoed
werd, den grond enkele decimeters uitge
graven en zoodoende zijn telkens in den
vorm van een rechthoek gelegen donkere
plekken zichtbaar geworden, die vrij scherp
tegen het lichte zand afsteken en voor het
geoefende oog van den archaeoloog een dui
delijke taal spreken. Deze verkleuring van
den grond is ontstaan door het vergaan der
palen, die doorvlochten met rijnhout, de wad
den van de huizen vormden. Deze palen zijn
dus wel verdwenen, maar zij hebben sporen
nagelaten, die hun aanwezigheid verraden.
Zoo kan men verder uit donkere plekken in
de lengteas van elk huis de gevolgtrekking
maken, dat in het huis oorspronkelijk enkele
palen stonden ter ondersteuning van het dak.
De ingang was in het midden der zijwanden
gelegen.
Behalve deze groote huizen zijn ook klei
nere gebouwen, waarschijnlijk schuren, ge
vonden, terwijl in één geval twee huizen met
den korten zijwand aan elkander gebouwd
waren.
Dr. Busch aan het woord.
„Uit de bij het onderzoek te voorschijn ge
komen grondsporen kan men de conclusie
trekken, dat eenige eeuwen voor het begin
der jaartelling hier op de grens der zand
gronden en het veengebied een klein Ger
maansch dorp moet hebben gelegen", aldus
Dr. Bursch. „De bewoners hielden zich be
zig met landbouw, veeteelt, jacht en vissche-
rij. De huizen of liever boerderijen, hadden
in den oorspronkelijken toestand ongeveer
het uiterlijk der schaapskooien, zooals men
die nog op de Veluwe aantreft.. Uit de grond
soorten blijkt wel, dat deze boerderijen een
aanzienlijken omvang hadden, n.1. ruim 15
meter lang en 5 meter breed. Men moet zich
deze Germanen vooral niet als zoo onbe
schaafd voorstellen, zooals de geschiedenis
boekjes voor de lagere school ons nog altijd
willen doen gelooven.
Rondom elk huis vertoont de bodem een
geringe verheffing. Waarschijnlijk'zijn dit de
akkers, die door plaggenbemesting op den
duur hooger kwamen te liggen dan het om
ringende land. IJzeren landbouwwerktuigen
waren nog niet in gebruik, zooals o.m. blijkt
uit het feit, dat onlangs te Uitgeest, waar wij
ook een Germaansche nederzetting hebben
opgegraven, in een waterput een goed be
waarde eg met houten punten werd gevon
den. Hier in Lunteren zijn behalve scherven
geen gebruiksvoorwerpen gevonden, maar
dit is wel het geval geweest bij opgravingen
van dergelijke wooncentra in andere deelen
van ons land."
Een goed bewaarde waterput gevonden.
Op eenigen afstand van deze nederzetting
was door Dr. Bursch enkele jaren geleden
een andere woonplaats ontgraven. Men vond
daar ook lijkverbrandingsplaatsen, en een
merkwaardige waterput. De wanden van
dezen put, die goed bewaard is gebleven, be
staan uit twee uitgeholde eikenstammen, die
boven elkander in den grond zijn ingegra
ven, waarschijnlijk een vernuftige construc
tie om het instorten van den put te voorko
men. Na twintig eeuwen weer aan het licht
gebracht, ligt die put nu temidden der den-
nenbosschen en korenvelden en dient als
drinkplaats voor de dieren des velds...
door
WILLEM WITTE.
Frank Elman zat aan zijn schrijftafel en
staarde peinzend neer op het briefje dat hij
zoo juist had geschreven. Het luidde: „Bes
te tante Fanny, Als steeds kom ik U feli-
citeeren met Uw verjaardag en stuur U een
kleinigheidje om iets voor te koorten. Ik
hoop dat U het goed maakt. Met hartelijke
groeten, Frank."
Ik had er nog iets over mijzelf bij moe
ten zetten, dacht hij, maar hij kon er niet
toe komen.
Langzaam opende hij zijn versleten por
tefeuille en haalde er drie bankbiljetten uit
Een ervan vouwde hij in den brief. Ieder
jaar, nu al sinds bijna dertig jaar, zond hij
aen de goede vrouw, die hem, den wees,
had grootgebracht, zoo'n verjaarsgeschenk.
Hij wist, dat ze van een poover pensioen
tje leefde en dat het geld heel welkom was.
Én alleen hij kon iets voor haar doen, ze
was nooit getrouwd en had weinig bloed
verwanten, die ook niets bezaten. Jarenlang
was het een vrij groote som geweest, die hij
zond. Slechte tijden waren echter gevolgd
op zeer goede. De som moest verminderd
worden en het was het laatste waarop hij
bezuinigde. Toen kwam zijn ontslag. Hij
wilde de oude vrouw geen verdiet doen en
schreef haar alleen, dat hij was overge
plaatst, dat hij nu zijn fortuin verder ging
probeeren in Australië. En steeds weer vond
hij uitvluchten, als zijn adres veranderd
bleek. Maar altijd zond hij haar met haar
verjaardag geld, hoe moeilijk hij het ook
had.
Eens had een kameraad dat gemerkt en
hem uitgehoord.
„Maar kerel, als je dat allemaal had over
gespaard, dan zou je nu niet zoo in de el-
staand plaatje vindt afgebeeld. Het
is nu maar de vraag, of het werke
lijk zal gelukken, de dames er toe
te krijgen, een „flodderbroek" als
deose aan te trekken. De hierboven
afgebeelde jongedame doet wel al
haar best, om er zoo onweerstaan
baar mogelijk in uit te zien.
Nu de shorts zoo lang In de mode
geweest rijn, hebben de ontwer
pen zichzelf blijkbaar de vraag ge
steld, of bet nu niet eens tijd werd,
on iets nieuws het Mcht te doen
zien. Wat lag meer voor de hand,
dan dat m Iets namen, wat tusschen
zeer kort en zeer lang inviel. En
zoo ontstond, wat U op boven-
!iSS