De dierentuin
N1PPER EN PELLE
RADIO
HET RAADSEL
AAN BOORD
PROGRAMMA
als
cultureele instelling
Feailletor
E. Philips Oppenhelm
DE DIERENTUIN „EEN OASE'
VAN RUST EN SCHOONHEID.
DIERENVERBLIJVEN HOE ZE WEL ÊN
HOE ZE NIET MOETEN ZIJN IN
GERICHT. WAT DR. SUNIER,
DE DIRECTEUR VAN
„ARTIS" ER VAN
DENKT.
Zoo ooit, dan is thans een bezoek
aan den dierentuin, „een oase
van rnst en schoonheid", aan
trekkelijk. Over de beteekenis
van den dierentuin in het alge
meen, vertelt onderstaand arti
kel.
(N.P.B.) In een gesprek, dat wij des
tijds met dr. Sunier, den directeur van
„Artis" hadden, zette deze uiteen, dat het
„doel" van de exploitatie van den dieren
tuin, een cultureel doel is, namelijk: het
publiek, jong en oud, het levende dier te
leeren kennen in zijn uiterlijk, zijn gedra
gingen, zijn schoonheid, zijn levensverschijn
selen. Daarbij komt, dat het dier, zoo-w^i
tijdens zijn leven als na zijn dood, onmisbaar
en uiterst belangrijk studiemateriaal 'xevert
voor biologen, die werkzaam zijn op het
gebied der systematiek, faunistiejs, morpho-
logie, psysiologie en psychologie, en terzelf-
dertijd voor hen, die de vetpl-jriaire weten
schappen beoefenen.
Verder wees dr. Suniei;in het bijzonder op
de duizenden leerlingegi in het Lager-, Mid
delbaar-, Gymnasiaal-, en vak-ónderwijs, die
aan „Artis" in klasse verband en onder lei
ding van een d®kundige een bezoek bren
gen en de tal'rooze leerlingen van onder-
wijs-inrichtiogen, waar het teekenen naar
de natuur een eerste eisoh is. Voorts de ve
le leerlingen van kweekscholen, opleidings
cursussen voor onderwijzers, studenten in de
biologie en tenslotte de beeldende kunste
naars, die onder de levende have hun stu
dia-objecten vinden.
Wat betreft de huisvestingsmethoden voor
de dieren, merkte dr. Sunier op: „Het is ze-
Iker juist, dat voor vele dieren een verblijf
in de buitenlucht gedurende een zoo groot
mogelijk gedeelte van het jaar gunstig is,
terwijl uit den aard der zaak het verblijf
bet dier voldoende vrijheid van beweging
moet veroorloven. Bovendien is het een
kwestie van belang, rekening te houden met
hetgeen wij „de smaak van het publiek"
noemen. Het spreekt wel vanzelf, dat de
bezoekers liever leeuwen zien in een ver
blijf als ons groote „Verbert-terras" dan in
een nauw hok dat U overigens niet in
Artis. zult aantreffen.
Hier en daar in het buitenland" zoo ver
volgt dr. Sunier, „treft men in groote die
rentuinen of parken uitgestrekte terreinen
iaan, waarop men een aantal tot één of
meer soorten behoorende dieren vrij laat
rondloopen, in de eerste plaats natuurlijk
dieren, die ook in het Wild in grooter of
kleiner troepen leven, zooals allerlei soor
ten zebra's, runderen, antilopen, herten, ka-
meelen, lama's, kangeroes endan voorts
leeuwen, tijgers, beren, enz. Ik geef graag
toe, dat dergelijke groote velden, dikwijls
met wat bpomen begroeid of met bosoh
omzoomd, den toeschouwer prachtige tafe-
reelen te genieten geven, maar 's zomers,
wanneer het warm is, komt het vaak voor,
dat alle dieren een schaduwplekje opzoeken
en dat de bezoekers groote afstanden kun
nen afleggen zonder één dier te ontdekken.
En dan blijft er van het attractieve genoegen,
van dat „nauwe contact met de dieren" wei
nig over.
En dan is daar het gemeenschappelijk
voeren, dat bij deze methode vaak voor
komt. Juist daardoor en door het dag en
nacht bijeen-blijven van de dieren, komen
de zwakkere dieren veel moeilijker aan
hun portie dan de sterkere. De zwakkere
worden eenvoudig verdreven, van het tra-
295.
De vrienden keren terug.
1. ,«Hallo, hier rjjn we met
proviand voor een hele
Noordpool-expeditie!
2. „Hm, waar hebben Jullie
nou de meteoorsteen??"
„Op een zekere plaats,
waar vertellen we Jullie
nog niet 11"
296.
Een moeilijke bekentenis.
1. „Ziezo, nu weten Jullie de
hele gang van- zaken. We
moeten echter niet wan
hopen! We zullen nu op die
Schorpioen wel revanche
nemen, reken daarop!!"
„Pelle en Ik zullen hier
buiten overnachten. Mor
genochtend vroeg gaan we
eerst eens wat vis zien te
vangen!"
2. „Wel te rusten, en tot mor
gen!"
ditioneele natuurrecht van de sterkere doet
dan opgeld. Gevolg? Dat de zwakkere die
ren achteruitgaan. Eno dan tenslotte en
dat is een bezwaar, dat bijzonder veel ge
wicht in de schaal legt de „verzorging"
van de dieren heeft te lijden. Juist omdat de
oppassers de controle over elk dier afzon
derlijk missen en elk dier dus onmogelijk
regelmatig en apart kan worden verzorgd,
is het gevaar niet denkbeeldig, dat een ziek
dier niet alleen een geheele kudde, maar
zelfs den grond van het terrein infecteerd
nog vóór de ziekte werd opgemerkt. En ik
kan U zeggen, dat dit maar al te duidelijk
tot uitdrukking komt in de ziekte- en sterf-
te-cijfers van de dieren, die op dergelijke
terreinen worden gehouden. Nu spreek ik
nog niet van het risico, dat er in die om
standigheden vaak gevechten thsschen de
dieren, die met den dood of een verminking
van ernstigen aard kan eindigen. In den re
gel is het dan practisch niet mogelijk tijdig
tusschenbeide te komen. Dat zijn allemaal
factoren, die men langzamerhand terdege
heeft leeren inzien.
In „Artis" heeft men een tusschenweg ge
nomen tusschen het „hok" en „de vrije na
tuur". In de laatste jaren heeft men overal
in de zoölogische tuinen dierenverblijven
gebouwd, zooals het „leeuwenterras" hier
in Artis, waarbij men o.m. door het aan
brengen van afsluitingen, die onzichtbaar
zijn of die althans natuurlijk lijken, den toe
schouwer de illusie wil geven van een na
tuurlijk landschap, waarin de dieren zijn
ondergebracht, maar waarbij deze verblijven
in rechtstreeksche verbinding staan met
voor het publiek onzichtbare, maar voor de
verzorging der dieren alleszins geschikte
binnenverblijven. Men heeft ingezien, dat
het voor tal van dieren, als b.v. de meest
tropische zoogdieren, gunstig is, wanneer
zij zooveel mogelijk in de buitenlucht ver
blijven, maar daarnaast moeten zij des
nachts en in vele gevallen gedurende een
gedeelte van den dag, bij al te slecht weer
bijvoorbeeld, in voldoende ruimte, hygië
nische verwarmbare en ook in ander op
zichten op geschikte wijze ingerichte bin
nenverblijven ondergebracht kunnen wor
den.
En dan moet U niet vergeten, dat bij de
dieren, precies als bij de menschen, groote
individueele verschillende voorkomen, wat
betreft hun gevoeligheid voor koud en guur
weer. Voor dieren acht ik een individueele
behandeling van uiterst groot belang."
Men merkt dus wel, dat er nog heel wat
komt kijken bij de inrichting van een die
rentuin, en nu hebben wij nog niet eens
gesproken over de enorme voedselvoorzie
ning, welke noodig is voor een grooten die
rentuin als „Artis."
ZONDAG 10 AUGUSTUS 1941
Hilversum I. 415.5 m.
8.00 Gewijde muziek gr.pl.
8.30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Declamatie' (Voorbereid door het Vrij
zinnig Protestantsch Kerkcomlté).
10.30 Kerkdienst (Voorbereid door het Vrij
zinnig Protestantsch Kerkcomité).
12.00 Ernst van 't Hoff met zijn 15 solisten.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Nederlandsch Verbond voor Sibbekunde:
Familiewapens.
1.15 Harmonieorkest „Ons Genoegen".
1.35 Declamatie.
1.45 Gramofoonmuziek.
1.55 Inleiding volgende uitzending.
2.05 Harmonie-orkest „Apollo".
2.30 Declamatie.
2.40 Gramofoonmuziek.
2.46 Inleiding volgende uitzending.
2.55 Harmonie-orkest „Kunst na strijd".
3.15 Luisterspel. -
3.40 Inleiding volgende uitzending.
3.45 Harmonie-orkest „O.B.K.".
4.05 Gramofoonmuziek.
4.30 De Kamblers en orgelspel.
5.30 Voor de jeugd.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.10 Sport van den dag.
6.35 De Meesterzangers.
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Revue-programma.
8.20 Luisterspel.
8.40 Omroeporkest.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0fleBNO: Engelsche uitzending:
„An American sees Holland".
Hilversum H 801.5 m.
8.30 BNO: Nieuwsberichten.
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Zondagmorgen zonder zorgen.
12.00 „Eens Christen's reize naar de Eeuwig
heid in dezen tijd", cyclus (Voorbereid door
de Christelijke Radio Stichting).
12.15 Bachcantate.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Curt Hohenbergen en ztjn orkest.
I.55 Boekbespreking.
2.15 Arnhemsche orkestvereenlglng, solist en
gramofoonmuziek.
4.00 Wijdingswoord (Voorbereid door de
Christelijke Radiostichting).
5.00 Rondom het orgel (Voorbereid door de
Christelijke Radio Stichting),
5.30 Sportuitslagen A.N.P.
5.35 Klaas van Beeck en ztjn orkest.
6.00 Declamatie.
6.10 Gerard Lebon en zijn orkest.
7.00 BNO:
7.10 BNO: Nieuwsberichten.
7.20 Pianoduetten.
7.45 Reportage.
8.00 „De bedrogen Kadi", komische opera.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 Gramofoonmuziek.
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1941.
Hilversum I. 415.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Dagopening (Voorbereid door het Vrij
zinnig Protestantsch Kerkcomité).
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.40 Gramofoonmuziek.
9.15 Voor de huisvrouw.
9.20 Gramofoonmuziek.
II.00 Ensemble Jack der Kinderen en solist.
11.25 Declamatie.
11.45 Vervolg van 11.00.
12.00 Fluit, piano en gramofoonmuziek.
12.40 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Orgel, cello en gramofoonmuziek.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Klaas van Beeck en zijn orkest.
2.30 Schrammelkwartet en soliste.
3.00 Voor de vrouw.
3.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Concertgebouworkest (gr.pl.).
4.45 Voor de jeugd.
5.15 BNO: Nieuws-, economische- en beursb.
5.30 Orgelconcert en zang.
0.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Reportage.
6.30 Salonorkest. y
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
8.00 Viool, piano en gramofoonmuziek.
8.55 Boekbespreking.
9.10 Gramofoonmuziek.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 BNO: Engelsche uitzending:
„Things worth knowing about Holland".
Hilversum H 801.0 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding (voorbereid door de
Christelijke Radio Stichting).
10.20 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
11.00 Declamatie.
12.15 Frans Wouters en zfln orkest
12.45 BNO: Nieuws- en economische ber.
1.00 Omroeporkest en piano-lntermezzl.
2.00 Haarlemsche Orkestvereeniging, soliste
en gramofoonmuziek.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Causerie „De invloed van de vrouw op de
karaktervorming van het jonge kind in huis
en school" (Voorbereid door de Christelijke
Radio Stichting).
5.15 BNO: Nieuws-, economische- en beursb.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 Cursus „Lichamelijke en geestelijke ge
zondheid" (Voorbereid door het Vrijzinnig
Protestantsch Kerkcomité),
6.15 Musette-orkest „Les Gars de Parijs" en
gramofoonmuziek.
0.45 Gramofoonmuziek.
7.00 BNO: Friesch praatje.
7.10 BNO: Nieuwsberichten.
7.20 Voor de kleuters.
7.30 Gramofoonmuziek.
7.45 Politiek weekpraatje.
8.00 De Romancers, soliste en het kleine Ora-
roepmannenkoor.
8.35 Luisterspel.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.15 Ensemble Bandi Balogh.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 Gramofoonmuziek.
door
41.
Ik, helaas, kan nooit die man zijn,
mademoiselle, zei Hamer. Ik kan niet
anders dan u gelooven. U is het eigenaardig
ste pèrsoontje, dat ik ooit ontmoet heb. Na
hetgeen u door uw toewijding voor een Zaak
geleden hebt, acht ik u zeer hoog. Toch kan
ik niet anders dan mijn woord gestand doen
jegens het meisje, met wie ik hoop te trou
wen. Eerlijk gezegd, vermoed ik dat haar
vader ook bij die bewijzen betrokken is, maar
dat verandert niets aan de zaak. Mijn woord
is mijn woord. Ik zal het houden.
O, wat jammer! zuchtte zij. Zulk een
kleine oorzaak, zujk een onmetelijk gevolg.
U en ik zouden ons mogen beroemen op het
scheppen van een groot land. U moet uw
woord houden jegens die welopgevoede jonge
dame, die zoo aan haar ouders gehecht Is.
Dat schijnt zij wel te zijn, kon hij niet
anders dan beamen.
Zij keek hem doorborend aan. Ja, zei
zij, nu u het zelf zegt. Ik maak me zelve
niet wijs, dat iets wat ik zei of deed, in staat
zou zijn om u van voornemen te doen ver
anderen. Het is verbazingwekkend, dat u de
man moet zijn die u is het groote struikel
blok voor de komst van het Duizendjarig
Rijk, maar, zooals gij zijt, zoo moet gij
blijven... Mag Ik nu aan land gaan?
Hamer nam zijn fluitje.
Nog één woord, zei hij. U heeft mij
zeer veel van uw vertrouwen geschonken.
Uw wist zonder vragen dat u dat veilig kon
doen. Wat zijn uw verdere voornemens in
zake deze aangelegenheid?
Ik zal u de „Paradijsvogel" afnemen In
dien ik kan, antwoordde zij. Indien de
communisten gedurfd hadden, indien zij vast
overtuigd waren, dat de bewijzen waarnaar
zij zoeken, hier zijn, zou uw jacht nu hon
derd malen en meer vernietigd zijn. Ik ben
de eenige die het weet, en moet uw schip
onbeschadigd hebben. U heeft verkozen een
groep misdadige mannen in bescherming te
nemen. Monsieur Hamer Wildburn. Het kan
u het leven kosten, al zal ik doen wat ik kan,
om het te redden.
Zeer vriendelijk van u, zei hjj. Maar
moet het dan oorlog zijn?
Ik moet het jacht hebben, hield zij vol,
en zal beletten, dat het vernietigd wordt.
Niet voor mezelve. Niet om in de toekomst
met luister omstraald te worden. Vermoede
lijk zal nooit iemand van mij hooren. Ik kan
voor Frankrijk nooit een Jeanne d'Arc wor
den, omdat ik geen Fransche ben. Ik offer
mij ook niet voor Frankrijk op. Ik doe het
voor de menschheid. De dag zal komen, waar
op de volken ineenvloeien gelijk de zeeën.
Dan zal de tijd der vrijheid aangebroken zijn.
Hamer blies op zijn fluitje en Auguste
verscheen bijna dadelijk. Hamer gaf zijn
bevelen kort maar krachtig.
Roei deze dame naar den wal, Auguste.
Mijn auto staat in de eerste garage. Rijd
mademoiselle naar het Provencal Hotel of
waarheen zij wil. Haal eerst een overjas van
beneden.
Auguste ging doen wat hem gezegd was.
Toen Hamer bi) de trap de hand van Tanya
drukte, voelde hjj zich eigenaardig aange
daan. Zij zag er in het heldere daglicht dag
licht moe en verlept uit. Toch glimlachte zij
U ls goed en vriendelijk voor mij ge
weest, mr. Wildburn, waren haar afscheids
woorden. Mijn zending ls mislukt, juist
toen het doel zoo dichtbtl was, maar ik draag
u geen wrok toe. U ziet met de oogen, die
God u gegeven heeft. Niemand kan die ver
anderen.
HOOFDSTUK XXIII.
Lucienne kwam den volgenden middag om
vijf uur aan boord van de „Paradijsvogel".
Zij droeg bij deze gelegenheid een witte japon
een panamahoed en een parasol. Zij glim
lachte, maar toch had zij iets stijfs over zich.
Je ziet er vreeselijk deftig uit, merkte
Hamer op.
Dit is ook een deftig bezoek, antwoord
de zij ,toen hij onder het zeil een stoel voor
haar gereed zette. Je zult mij wel ver
wacht hebben. Ik ben gekomen om onze ver
loving te verbreken.
Geen sprake van, zei hjj. Als lk niet
zoo verrukt was je te zien, zou ik Je voor
die woorden weggezonden hebben!
Waar is het tooneel van die bloedige
ontmoeting
Hjj wees naar het dek. Hier en daar
en overal.
En is het waar, dat je mijn anderen aan
bidder, den tweeden hertog in Frankrijk, in
zee geworpen hebt?
Volkomen. Ik zou het weer doen, tenzij
hij kwam om zijn verontschuldigingen aan te
bieden.
Voor wat?
Hij vertelde haar het voorval. Nu en dan
tintelden haar oogen en deed zj) moeite om
niet te glimlachen.
Tot zoover, Hamer, zijn mijn sympa
thieën met jou, zei zij. Dus zij waren het,
die Tanya aan boord brachten.
Zeer zeker, antwoordde h(j.
Maar er is nog meer, hernam zij. De
twist schijnt ontstaan te zijn om Tanya.
Het heeft dien schgrjn. Nadat de adderen
vertrokken waren, heeft zij minstens ander-
ha|f uur in den stoel gezeten waar Jij nu in
zit.
Ik mag zeer nieuwsgierig schijnen, ging
Lucienne voort, maar waarom bleef zij
anderhalf uur langer dan de anderen. Om de
zon te zien opgaan?
O, wij zagen de zon opgaan, wat dat
betreft, zei hij. Maar zij bleef omdat ook
zij een gegadigde was voor mijn Jacht, en
weidde al dien tijd over het geheim er van
Uit.
Hamer! Nu praat Je onzin! riep zfl uit,
Als je dat herhaalt, zal ik Je kussen,
dreigde hij.
Dus is de zaak niet zoo erg als ik dacht,
zei Lucienne. Maar al je pogingen tot
familiariteiten van dien aard zou ik beschou
wen als een onbeschaamdheid, die ik zeer
kwalijk zou nemen.
Hij gaf haar een kus. Zij verzette zich niet,
en hij verbeeldde zich zelfs dat zij ztjn kus
beantwoordde.
Het ging aldus, vervolgde hij. Tanyé
veranderde opeens in een jonge vrouw met
een buitengewoon gezond verstand. Zij ver
telde mjj een paar dingen, die ik momenteel
niet zal aanroeren, maar die van zuiver poll-
tieken aard waren. Andere daarentegen, wil
ik je toevertrouwen. De reden waarom er,
uit verschillende gezichtspunten, zooveel lief
hebbers voor de „Paradijsvogel" zijn, is, dat
ergens aan boord documenten verborgen
moeten zijn, waarin Tositi de finantieele
knoeierijen onthult, die hjj gezamenlijk met
een paar van de grootste Fransche staats
lieden gepleegd heeft.
Lucienne was een tikje bleeker geworden.
Zjj boog zich voorover:
En is Mademoiselle Tanya door een van
die laatsten omgekocht
O neen. antwoordde hij. Zjj handelt
voor zichzelve en voor haar partij. Zij is
communiste en wenscht in Frankrijk een
nieuw tijdperk in te luiden. Het is waar, dat
zij die dronken jongelui overhaalde om haar
hier aan boord te brengen. Ik geloof zelfs dat
ztj het opzettelijk op een twist toelegde, op
dat zfj, indien ik daarbij het onderspit mocht
delven, de handen vrij zou hebben. Zij had
slechts één doel: In het bezit te komen van
die documenten.
Lucienne zette haar hoed af. Zjj trok het
gezicht van Hamer naar zich toe en kuste
hem.
Nu ben ik gerust, zei zfj. Maar zfl
deed ook een poging om Jou in haar netten
te verstrikken. Je gaf haar die documenten
toch niet?
Hoe kom Je er bij! rie phjj. Ik weet
zelf niet waar die zijn. Wat lk met het jacht
moet doen, weet ik niet. Ik weet echter wel
zeker, dat wfj binnenkort voor heete vuren
zullen komen te staan.
Het jacht ls van mfl, bracht zjj hem
bedaard ln herinnering.
Laten wij dan in 's hemelsnaam morgen
in Nice trouwen en neem er bezit van. stelds
hjj voor. Ik ben niet bang om te vechten
als het er op aan komt, maar ik heb geen
zin om doodgeschoten of in mijn slaap ver
moord te worden, omdat ik toevallig een
schip vol geheimenissen bezit. Voor mijn part
mag in Frankrijk regeeren wie wil. Het had
weinig gescheeld, of Tanya had mij over
gehaald; toen dacht ik aan die kanonneer
boot en Perissol. Zij zouden nooit dulden, dat
zij zich met iets uit de voeten maakte. Waar
om, Lucienne, kunnen wij niet naar Generaal
Perissol gaan en hem alles vertellen. Hij
moet reeds eenig vermoeden hebben. Hjj ls
de man, bij wien de zaak thuisbehoort.
Zij schudde bedroefd haar hoofd. Hamer,
zei zij, er zit meer aan vast. Vader keert
de volgende week uit Partjs terug. Wij moeten
tot zoolang wachten.
En wanneer in dien tusschentijd mjjn
Jeanne d'Arc, door duizend Marseillanen ge
volgd, zich van mijn schip mêester maakt?
Wat dan, Lucienne?
Ben Je als goede vrienden van Je Jeanne
d'Arc, zooals Je haar noemt gescheiden?
Ja. Maar reken daar niet te veel op
zij heeft mjj niets beloofd. In haar oogen tel
ik niet mee. Zij wenscht bezit te nemen van
het geheim van dit jacht, waarmee, volgens
haar, 't ministerie ten val gebracht zal wor
den.
Wordt vervolgd.