Brandende kwesties Het eene oor in PSliP Geestelijk ben VI Radiopraatje van Max Blokzijl Koud moed, Salamandeitje Een omwenteling in de geloidsweergaretechniek STEREOFONIE Hoe zij tot stand komt SUT"'" «ru»». FsSSSï* '■S&2SS! GXJï ZïïAfjï'S sas® swilsss In lijn serie „Brandende Kwee- Wee", sprak Max Blokzijl Donder dagavond 8 Jan. over den zender Hilversum II als volgt: „w voor het begonnen jaar niets beters wenschen, dan dat aan bet einde van 1942 de Nederlanders, welke overtuiging zij dan ook mo gen nebben, weer veel dichter bij elkaar sullen staan. En dat die on- iLJÏ.*1 d'9 alleen maar kunnen e den en haten, dan maar wat •ensaam mogen zijn temidden van hun volk. Dat zullen ze dan ver diend hebben. Maar ook dat zal wel weer uitzieken. Ik maak me dflar volstrekt niet bezorgd over. Bramlende kwesties worden tenslot te uitgedoofde kwesties. Waar ik oiaar mee zeggen wil, dat moeilijk heden, die ons vandaag nog onover komelijk toeschijnen, en die ons wanhopig schijnen te maken, mor gen al weer vergeten .kunnen zijn. Zoo is het altijd geweest inv het le ven. Waarom zou het nu ineens «der» zijnT We zullen door dezen moeilijken tijd weer heenkomen, en wat veel «egt: daarna zullen we ons heel an dere menschen gaan voelen. Want vroeger meenden we alleen maar, op gezag van hen die er be lang bij hadden, ons dat wijs te maken, dat het zoo heerlijk te le ven was in Nederland. In werkelijk heid was het alleen maar een deel van ons volk, dat van die heerlijk heid iets merkte. In ons inderdaad rijke vaderland werd steeds bittere armoede geleden en de liefdadig heid kon maar een schijntje van dat leed verzachten. Nu is er einde lijk in den vorm van de Winterhulp een mogelijkheid geschapen om de emsten onder ons werkelijk door de ergste maanden heen te helpen, ronder dat zij het gevoel hebben, aalmoezen toegestoken te krijgen. Maar wat lezen we in de kranten? het resultaat van de jongste inzame lingen is „bevredigend". Misschien wordt het inderdaad langzaam be ter en beginnen dagelijks meer men schen in te zien, hoe wreed ze je gens behoeftige landgenooten zijn door de bakerpraatjes van overzee te gelooven, de giftige inblazingen van de wegloopers, die al zooveel ellende in ons vaderland op hun geweten hebben. Ik heb onlangs tijdens de collecte in Den Haag eens een paar collec tanten op hun wegen gevolgd en de gezichten bestudeerd van een deel van de Haagsche bevolking, zoodra het busje van de Winterhulp hun onder den neus werd gehouden. Nu, ik kan u zeggen, ik bewonder het geduld van de collectanten en ik bewonder allesbehalve de „trotsche, nationale, zelfbewuste" en tevens zuinige houding van dat deel van het publiek. Maar ik kon tenslotte nauwelijks aan de verleiding weer stand bieden om naar de overheids- bureaux te loopen en te zeggen: „Maak toch liever#een fiksche extra belasting vooral op de hooge inko mens en de groote vermog^is, mij- neheeren, en betaalt daaruit al les, w-at Voor Winterhulp noodig is". Maar ik geef toe: we moeten nog even geduld hebben, want het zou feitelijk een nationale schande zijn als we tot d^t middel onze toe vlucht moesten nemen. ■Wat leert ons echter dit eene voorbeeld: dat we pas aan het begin •taan van de volksgemeenschap en van het nationale socialisme, waar voor in deze jaren zoo veel van het beste bloed der Europeesche vol ken vergoten wordt. Met den dag van vandaag is een nieuw jaar- midden in dezen grooten strijd be gonnen. We moeten trachten er een jaar van zeer groote beslissingen van te maken. Op de beslissingen der fronten kunnen wij Nederlan ders met ons kleine, maar dappere troe pen contingent weinig invloed uitoefenen. Onze legionnairs doen er in hoofdzaak ervaring op, die hun en ons straks te pas zal ko men. Maar wij hier in Nederland, wij die thuis zijn gebleven, kun nen allemachtig veel doen voor volk en vaderland. Een heel jaar hebben we vóór ons. Het wordt zeker een jaar van zeer omvangrijke militaire operaties. Niemand vkeet, of het het einde van dezen tweeden wereldoorlog zal brengen. Mogelijk is het wel. Maar ook, als 1942 noff geen vrede te zien zal geven, ligt er voor ons volk heel wat arbeid braak. We staan nu vöor het feit, dat de binnenlandscn-poli- tieke situatie volkomen duidelijk is geworden. Van de meer dan 50 po litieke formaties van weleer is er nog maar ééne over. Mocht die ééne groep ooit geroepen worden de macht in den staat in samenwer king met den bezetter op zich te nemen en zulk een mogelijkheid moet toch zeker onder 't oog wor den gezien, dan komt naar mijn ge voel het oogenblik, waarop voor volk en staat de klok twaalf slaat. Dat zou zeer goed in den loop» van dit jaar 1942 kunnen zijn. Is het eenmaal zoo ver dan hoop ik van harte (en ik weet zeker dat eenige honderdduizenden Neder landers het mèt mij hopen), dat er een radicale opruiming zal worden gehouden onder alle schijnheilige saboteurs in dienst van - rijk, pro vincie en gemeente, die er een soort sport van maken, alle goede maatregelen van den nieuwen tijd te laten verzanden, in de hoop, dat het volk het uitblijven van zicht bare resultaten aan de mannen van den nieuwen tijd verwijten zal. Daarom is mijn eerste wensch voor 1942, dat afgerekend moge wor den met alle lijdelijk-verzet-plegers op meer of minder verantwoorde lijke posten, die meenen volk en land van dienst te zijn, maar die integendeel onder de gegeven om standigheden de schadelijkste ele menten in onze volksgemeenschap vormen. De strijders voor een nieu we orde, die tien lange, zware ja ren onzegbaar geleden hebben voor hun overtuiging, verdienen, dat het nieuwe jaar hun nu eindelijk het bewijs brengt, dat hun tegenstan ders niet langer het heft in handen houden, alsof er tenslotte in Neder land na de Meidagen niets veran derd ware. En zooals er vaak gro teske toestanden heerschen in de bureaux en de bedrijven van staat, provincie en gemeente, zoo zijn ze ook nog, en vaak erger, in het par ticuliere bedrijf.» De mannen en vrouwen, die voor de nieuwe idea len vechten, gaan veelal nog gebukt onder een terreur, die aan het be lachelijke zou grenzen, als ze in haar gevolgen niet zoo treurig ware. Deze terreur moet ophouden, en hef zal tot de taak van een na- tionaal-socialistisch bewind behoo- ren, daartoe duidelijke stappen te doen. Het is nu eenmaal een feit, dat in ons Vaderland, dat altijd zoo prat is gegaan op het bezit van burgerlijke vrijheden op elk gebied, sinds het natlonaal-socialisme om hoog is gekomen, een onvrijheid van meening ten nadeele van de aanhangers van de nieuwe orde heerschte dje werkelijk de spuiga tenuitloopt. Dat is zoo ongeveer in 193b—'36 begonnen en dat is van daag nog even erg als vóór de Mei dagen. Als men na Mei 1940 in Ne derland durft beweren, dat men zijn meening niet meer mag uiten en als beklagenswaardige over wonnene en geknechte op bevrij ding moet zitten wachten, terwijl een kleine minderheid alles zeggen en alles doen mag, wat zij wil. dan is dat goedkoop^ demagogie. In werkelijkheid ziet het er anders uit. Die minderheid is evenzeer gebon den aan alle voorschriften en ver boden als de meerderheid, ze is vandaag nog machteloos, inaar moet wel alle schuld op zich ne men voor de gevolgen van een ver loren oorlog en de steeds scherper wordende consequentie van een oor logsuitbreiding, die door hun bin nen- en buitenlandsche tegenstan ders wordt toegejuicht en die door Londen en Washington is uitgelokt Het Nederlandse!^ nationaal-socla- lisme regeert nog niet, maar dd meerderheid van ons volk laat zich wijsmaken dat het wèl regeert, al leen om de mogelijkheid te heb ben, alles, wat men ontbeert en doormaakt het nationaal-socialisme in de schoenen te schuiven. Men huilt en jammert, dat men geen enkele vrijheid meer heeft, maar in werkelijkheil spant men samen om te verhinderen, dat me deburgers, die voor een nieuwe overtuiging willen uitkomen, dat Hupsche, kleine salamander, Is je roem nog wel zoo groot, En beschouwt men je nog langer, Als een redder in den nood? Ook al ben je, als we 't vragen, Steeds je plicht ten volle waard, Heel vaak zeggen we onvriend'lijk: „Och, geef mij maar weer den haard 1" Eerst was Je een openbaring! En precies voor ons geschikt, Jij was voor een schapp'lijk prijsje Net nog op den kop getikt Iedereen kwam naar je kijken, Salamander, weet je 't wel? En nu schamen w' ons in stilte Voor je zonderling model- Als een kennis eens komt loopen, Zeggen we wat lauw van geest: „Kijk niet naar dien salamander, „Dét is een vergis geweestl" Ook de blokjes voor je maagje Laten ons lichtzinnig koud, En soms kan men spottend vragen: „Wat doe jij nu met je hout?l" Laat ze praten,» salamander, 'k Weet hoe 't in de toekomst gaat, Straks is het een eereplaatsje, Waar je stevig lijfje staat 't Is geen fout dat je kunt snorren, Nooit heb j' in je plicht gefaald, En de vriendschap gaat weer stijgen, Als je thermometer daaltl 'tWeer is zacht vriend, dat is alles, Maar wat kun jij daaraan doen? Straks dan spreken w' elkaar nader, Even verder in 't seizoen! Houd je groot, o salamander, Al behandelt men je klein, Neem 't den menscben maar niet kwalijk, Dat ze wat kortzichtig zijn! I Januari 1942. KROES. (Nadruk verboden.) door J. M. F. d. VEN i- Van het strijdtooneel in Afrika. Als een adelaar zijn nest, zoo ver dedigt de Duitsche soldaat de hoo gten van den Halfayapas. Transatlantdc-Recla-P, K. Borchert. in volle vrijheid kunnen doen. De terreur heerscht in de kerken en in de schoollokalen, in de directie kamers en in de fabriekshallen. Een beschimmelde machtsconstellatie van gisteren, een machtscentrum van weinigen, maakt misbruik van de omstandigheid, dat de volks massa nog niet voldoende helder ziet om oorlogsverschijnselen vaq een op komst zijnd socialisme te onderscheiden, om deze volksmas sa aan de kapitalistische belangen van haar vroegere vijanden te kop pelen. Mag ik het, bij het begin van het nieuwe jaar, eens heel duidelijk zeggen? De vijanden van ons volk zijn de machtigen en de rijken, die men met een modewoord „de plutocra ten" pleegt aan te duiden. Ze heb ben maar één ideaal: houdt wat je hebt, en tracht er nog meer bij te krijgen, alles ten koste van het volk. Datzelfde willen en denken de rijken en de machtigen in Enge land, in Amerika, en overal el ders zou gebeuren, heeft Enge land, aan het hoofd der plutocra tisch geregeerde staten, Duitschland en Italië den oorlog verklaard. In Nederland was tot Mei 1940 alle macht in handen van de kerken, de rijken en de marxistische bon zen, die regeerden ten koste "van de volksmassa. Het was daarom volkomen logisch, dat deze regee- rende kringen alle heil zochten in Londen, en daarheen ook de beenen namen, toen het in Nederland mis liep en het nationaal-socia lisme over onze grenzen marcheerde. En wat zien we sindsdien? De egoistische volksmisleiders in Ne derland zijn er nog altijd en ze re- gegren nog altijd, zij het ook met andere middelen. Ze regeeren dank zij het feit, dat de volksmassa zich laat verlakken, door valsche senti mentaliteit, door een gehuicheld ge doe van verknochtheden, door de goedkoope speculatie op ontevre denheid als gevolg van lasten, die met het nationaal-socialisme geen sikkepit te maken hebben. Een kleine generale staf van menschen, die vroeger openlijk de machtcentrale vormden, werkt ach ter de schermen verder, gesteund door de aetherslaafjes aan den over kant van het water, en tracht ons volk, onze jeugd, onze arbeiders, onze boeren, onze zeelieden, wijs te maken, dat zij, de v ij ande n van het volk, in waarheid de 'weldoe ners van het volk zijn. Ze zijn slim genoeg om te begrijpen, dat ze nu nog kansen hebben, zoo lang de oorlog duurt, de bezetting als i onvrijheid gevoeld wordt, de emi- granten krokodillentranen kuiinen i huilen en de onzinnigste geruchten nog geloofd worden. Zoolang ze de volksmassa aan zich gebonden kun nen houden door te wijze op oor logsellende, waaraan ze tenslotte zelf uitsluitend schuldig zijn, staan hun ook kostenloos alle middelen van massa-terreur, broodroof en in timidatie ter beschikking, waarte gen in Nederland helaas nog veel te weinig is opgetreden. Het nationaal-socialisme wil geen haat, geen broodroof, geen onder drukking van de vrije meening door bangmakerij, isoleering en meer van die laffe hulpmiddelen. Dat zal zichtbaar genoeg worden, zoodra het werkelijk regeert en aan dien terreur der zoogenaamd on- vrijen en gekrenkten radicaal een einde heeft gemaakt. Men zal eens zien, hoe talloos vele nationaal-so cialisten het Nederlandsche volk reeds telt, zoodra het mogelijk zal zijn, zich vrij en openlijk tot deze idealen te bekennen. Vergis ik mij niet, dan zal 1942 in dit opzicht een historisch jaar worden. Met de ooren „zien", kan «lat? Ja, in de groote geluidslaboratoria te Eindhoven hebben we het zelf beleefd. In een hoekje van het fictieve po dium kondigde Theo Uden Masman zijn „Rosemarie" aan. Toen de Ramblers inzetten, bemerkte ik, hoe de saxofonist ergens rechts zijn op stelling gekozen had, de trombone zich links achterin nestelde, daar naast zat de drummer etc. De vio list danste voor het ensemble heen en dook nu eens ter linker, dan weer ter rechter zijde op Zeker, wanneer wij in een con certzaal zitten, »innen we gerust onze oogen sluiten. Onze ooren wei den naar hartelust in de „ruimte van het geluid. Is iets dergelijks bij de gewone electrische geluidsproductie moge lijk? Neen, want het geluid verliest z'n ruimtelijke werking. Als we via microfoon en luidspreker met de zelfde concertzaal in verbinding staan, kunnen we niet meer zeggen, hoe de verschillende instrumenten over de orkestruimte zijn verdeeld. Elke toon. elk instrument, komt uit hetzelfde punt te vadischijn, uit die ééne luidsprekeropening. Het oor spronkelijke geluidsbeeld vol plas tiek, is tot één punt of vlakje te zamengeschrompeld. Wij zijn gewend aan dit vlakke geluidsbeeld en stellen ons bij elke luidsprekerweergave, of het nu om roep-, gramofoon- of film-weergave betreft, onbewust op deze vlakheid in. De weergave, die wij via een goede apparatuur te hooren krijgen is uitstekend en toch bemerken we wel, dat iets „echt" beluisteren nog wel verschillen vertoont mei wat we via den luidspreker te hoo ren krijgen. Het onbewuste gemis aan ruimte werking wordt! door het gehoorzin- tuig blijkbaar met een bij zonderen critischen zin gewroken. We weten allen, hoe ons gehoor- zintuig, uitgerust met twee ooren, tot ruimte waarneming in staat is, hoe 't dus ruimten creëert. De mi crofoon echter is een luisteraar met één oor, eeti cycloop in de gehoor- wereld. Om ons gel^orzintuig com pleet te doen werken, is een twee voudige gehoorindruk noodig. Verder is het bekend, dat het ge hoororgaan hier reageert op twee ccanponenten, en wel het sterkte er? het tijdsverschil tusschen deze afzonderlijke oorindrukken. Uit de verschillen leidt het gehoorzintuig de plaats in de ruimte af. HET KLOPT EN HET KLOPT NIET. De weergave van de Ramblers, die met virtuositeit en in een mee- sleepend rhythme door de opstel ling van twee luidsprekers en een speciale sterefonische geluidfilm de tooneelruimte vulden, was onze eerste kennismaking met de ruim telijke electrische weergave, de ste- reofonie. Met een eenvoudig voor beeld waren we vooraf met het principe vertrouwd gemaakt. Men verzocht ons een koptelefoon op te zetten. Een paar meter van ons vandaan was een „kunsthoofd" opgesteld, een bol ter grootte van een kinderhoofd met aan beide zij den een microfoon, die als ooren fungeerden. Deze microfoons ston den in verbinding met de corres- pondeerende telefoons aan onze ooren. Er werd nu in de nabijheid van het kunsthoofd door drie hoe ren een gesprek gevoerd. Het effect van dit eerste kunst matige ruimtelijke geluidsbeeld was frappant. Inderdaad hoorden we nu links en rechts van ons spre ken. Met gesloten oogen konden we aanwijzen, waar zich degene be vond, die op een bepaald oogenblik sprak ja, het klopte. Even daarna vroeg men ons nog maals, waar zich een bepaalde spre ker bevond. We weXen links achter ons. „Zeer goed", hoorden we met eenig enthousiasme en keken op, zagen echter tot onze verbazing, hoe het ditmaal heelemaal niét klopte. De richting, die we aange duid hadden, was juist tegenoverge steld aan de werkelijke richting. Hoe dit kwam? Wel, men had het kunsthoofd een halven slag omge draaid. .1 STEREOFONIE IN DE PRAK TIJK. v Het kunsthoofd en de koptelefoon vormen vanzelfsprekend niet veel meer dan een „principeschakelihg". Het gebruik van koptelefoons zou al erg onpractisch zijn. Wil de ste- reofonie merkelijk beteekenis krij gen, dan kan dit slechts door een methode, waarbij, evenals bij le normale reproductie, luidspre kers worden toegepast. Tot de gebieden, waarvoor men een stereofonische weergave tracht te verwezenlijken, behoort bijvoor beeld de geluidfilm. De problemen, die zich hierbij voordoen, zijn zoowel van theore- tischen als practischen aard. The oretisch moet aan de voorwaarden, die het plastisch hooren stelt, op bevredigende wijze worden voldaan. Het is dus niet voldoende om met het kunsthoofd een dubbele opname van het geluidsbeeld te maken en dat via twee luidsprekers in de filmzaal te reproduceeren. Er moet echter rekening worden gehouden met alle factoren, die de ruimte werking bepalen (intensiteits- en tijdsverschillen). De plastische overdracht van gelold en principe. Vooraan het kunst hoofd van de pop „Noortje" met twee microfoons, daarachter de ver sterker voor het linkeroor (A) en voor het rechteroor (B), vandaar gaan de glectrische gelnldsindrukk en naar de respectievelijke ooren van den lnisteraar. Philips' foto-archiet Nemen we als voorbeeld een zaal, waarbij de luidsprekers die de ver schillende „oorbeelden" afzonder lijk reproduceeren, terzijde van het doek z(jn opgesteld. In dit geval krijgen we voor een luisteraar, die zich ergens in de zaal bevindt, geen „koptelefooneffect". Dat wil zeggen het linkeroor van den bezoeker nlfl Uiuluiten<l den linker luidspreker en het rechteroor niet alleen den rechter, zooals dit met het koptelefoonsysteem het geval is. Gezeten op een plaats, zeer dicht bij een der luidsprekers, zal de luisteraar maar één geluidsindruk opvangen en dus in het geheel geen rurnite-mdruk krijgen. De techniek moet dergelijke practische bezwa ren onder het oog zien. „Ji00 18 ?.r verder ook een zekere compensatie noolig voor bepaalde vnn'i rï5e^' ",et tijdsverschil bij- door de 0P»'elling der beide luidsprekers zoo ver mogelijk van elkaar (noodig om daarin een goede ruimtewerking te verkrijgen; bij de weelgave wordt vergroot is bijvoorbeeld door een klemeren „oorafstand' bij het kuns:hoofd tot lle«tkiLtiï.hS prob,«™>i M)ben Deirekking op een opname- en weergave-apparatuur. Bjj de proe practük t? KStere0f0niSChe film in hei nrin brengen gaat men van het principe uit, dat de breedte die ffoi n n°r|nale geluidfilm voor' het geluidsbeeld beschikbaar is niet vergroot mag worden. Op de'plaats waar bij gewone film één ge-' luidsspoor is opgeteekend, moesu-n t we°*0r dr\ stereofonische fiRn twee geluidssporen komen, ria ^r^w"1 ,de PhlliP8 'ehorato- namen geschikt gemaakt Daartoe daan kan gezegd is dan ge- Elke beitel ontvangt ziin j'« van hit rechteroor! P°°l* nieuwe"efs^hen^waar8' 8teU dVphUiDVOlfr kan "worden Z°n sche weergave van de Rn?°K?td was daarvan het bewhg R?k 'f" strument konden we t'iin ln Plaats op het aroustisch w *e,n geven, zóó zelfs, dat we ooren „zagen", met 0nze Het bleef echter niet alleen bjj een stereofonische reproductie van dezen show-band. Wij hoorden meer, en „zagen met onze ooren" nog wat anders: b.v. den aanschokken* den wagen en het paard met d« rinkelende bellen. Het gespan na derde ons van rechts heel uit de verte, kwam steeds dichter bij en werkelijk, het stak van links naar rechts over met een zwaar gedreun van de wielen en een typeerend ge trappel van de paardenhoeven op den straatweg. We hoorden ook een dialoog, waarhij de sprekers voort durend van plaats verwisselden. He was echter nooit moeilijk om vast te stellen, waar zij zich bevon den. Toen de bekende pianist Theo van der Pas, stereofonisch ten too- neele verscheen, kon men uit de klankindrukken opmaken, hoe de piano in werkelijkheid gestaan had. Vele voorbeelden, steeds in de zelfde verrassende „ruimte"! De perspectieven van de stereofonische geluidsreproductie zijn rijk en ver scheiden! De plastische geluidsweergave kan op het huidige ontwikkeling»- programma niet meer ontfcreken. Het effect der accoustische ruimte werking en de resultaten der mo derne stereofonie «4jn daar te be langrijk voor. Gliten. De Gereformeerde kerk te Oegst- geest collecteerde een gift van f 800. Het zendingsgenootschap der Evangelische broedergemeente te Zeist ontving van een onbekenden gever een gift van f500.—. Protestantsche Wereldbond- In plaats van den Nederlandschen voorzitter van den Protestantschen Wereldbond, wijlen oud-minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, is thijps geheimraad dr. vilmos PAI Tomosanyi, oud-minister van Hon garije, getreden. In het jongste nummer van den „Protestantischeo Rundschau", het orgaan van den Wereldbond, schrijft de nieuwe lei der van den boud een warm ge- sjeld „in memoriam", waarin hij de groote verdiensten roemt van den heengeganen Nederlandschen voorzitter en den kort daarna even eens overleden algenjeen bekenden generaal-secretaris dr. G. Ohleinül* Ier te Berlijn. Het Syrische Weeshuis. Dr. Ludwig Schneller heeft een brief naar Duitschland weten te krijgen, waaruit blijkt, dat het groote philantropische werk van het Syrische Weeshuis te Jeruza lem wederom door de oorlogsom standigheden vernietigd ls. De ge bouwen te Jeruzalem zijn thans ka zerne voor Britsche en Australisch® troepen. Van de weezen zijn er 50 te Bethlehem ondergebracht, 150 an dore in^JMazareth; de overigen moesten heengezonden worden. Het Syrische Weeshuis werd 88 jaar geledon door don vader van dr. Ludwig Schneller begonnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1942 | | pagina 6