Tob nooit
IENTJE VAN GERT.
HET EEUWIGE RAADSEL
DER ZEE
OUD FN NUW UiT WEST-FRIESLAND
Beste jongens en
meisjes I
nieuw raadsel.
-
-
-
WACHT
een geweldig chemisch
laboratorium.
Er 1a geweldige animo voor deze
rubriek en dat doet me, hoe kan het
andere, verbazend veel genoegen.
Steeds zijn daar nieuwe gezichten
•n steeds kinderen die komen vra
gen of ze ook mee mogen doen. Nu,
het moet de eerste keer nog zijn,
dat ik daar „nee" op antwoord.
Maar jullie weten natuurlijk ook
allemaal, dat er papierbezuiniging
is en dat is van de week ook oor
saak, dat ik lang niét alle brieven
kan beantwoorden. De helft moet
blijven liggen tot volgende week.
We «preken dus af dat we deze
week alleen maar het raadsel op
lossen en geen brief schrijven.
En nu zal ik maar meteen begin
nen. Maar... eerst nog de winnaar
Tan de prijs. Dat is:
MEINTJE FRINKS,
j Havikstraat 9, Den Helder.
En nu de briefjes:
Corrie Kuiper, Moerbeek. Nu
is de vacantie al weer voorbij hè,
Corrie. Vind je het jammer? Heb je
het leuk gehad in Barsingerhorn
Geerie Kuyper, Moerbeek.
Houd je zoveel van lezen Geert?
Welke boeken hebben jullie al zo?
Ik vind het ook fijn. Vooral als
's avonds de kachel lekker brandt
en de lamp op is, vind ik het reuze
gezellig.
Evert Schoen, Sehagerbrug. Ja,
Evert, dat is niet leuk, als ze je
steeds er af gooien. Vooral niet, als
je er bijna bent. Wat lief is zo'n
klein zusje, hè.
Piet Boonacker, Schagen. „De
jongens van de Klaverwei" ken ik
ook. Mooi is het hè. Nog wel gefe
liciteerd met je verjaardag, Piet.
Wat heb jij een gezellige dag gehad.
Itl kus Hagenaar, Dirkshom.
Dank voor je goede wensen, Rikus.
Ik hoop, dat jij ook een goed Nieuw
jaar mag hebben. En dat dit jaar
ons de zoo lang gewenste vrede
brengen zal.
Tiny Leen, Dirkshom. Wat heb
Jfl een snoezig postpapier Tiny.
Wees daar maar zuinig op. Ben je
nog een dagje naar Den Helder ge
weest? Was het gezellig?
Dteuwertje Schouten, Breezand.
AJs je dit briefje krijgt is de
vacantie al weer voorbij. Je kunt
wel zien dat je je briefje met een
goede pen hebt geschreven. Het was
zo keurig geschreven. Heb je een
goed cijfer voor schrijven op je
rapport
Coen Coeter, Den Helder. Dat
was een aardig versje, Coen! Dat
was ook dom van Krijn om zijn
hand op z'n haak te liggen.
Krina Verhage, Anna Paulowna.
Nu, jij had een goed rapport, Krina
en dat cijfer voor rekenen wordt
vast wel hoger, als je maar goed je
best doet. Krijg je een mooie jurk?
Wat zal je er dan netjes uitzien.
Nelle Verhage. Anna Paulowna.
Jij ook al een goed raport. Dat is
fijn hoor! Zijn het mooie wanten, die
je moeder heeft gebreid?
Harry Roels. Den Helder. Dank
voor je leuke wensen, Harry. Ben
je nog laat opgebleven met Oude
jaarsavond
Slentje de Jonge, Den Helder.
Misschien brengt dit Nieuwe jaar
ons de vrede wel. Wat zou dat fijn
zijn, hè.
Plet de Vet, Schagen. Wat fijn
Piet, dat je naar Amsterdam bent
geweest. En ben je ook nog naar je
Opoe gegaan? Dat was nog eens
een verrassing, dat telegram van je
vader. Je moeder was zeker wel
erg blij, hè.
Jellie v. d. Oord, Den Helder.
Dat was. zeker een mooi rapport,
Jellie. Schrijf je volgende keer eens
een groter briefje?
NeUie Lont, Wieringen. Heb je
geen vriendinnetje, die je kan ver
tellen hoe je die raadsels op moet
lossen Denk maar eens goed na.
Misschien begrijp jc het ineens.
Annle Kuyper, Camperduin.
Gelukkig dat je nu weer beter bent
Annie. Ziek zfjn is geen pretje. Ik
hoop dat je lederen week nu een
grote briefkaart zult schrijven.
Betsie Uipkea, Den Helder. Na
tuurlijk mag je mee doen, Betsie. Ik
hoop dat je een trouw vriendinnetje
zult worden.
Corrte Beke,"brede, Den Helder.
Hartelijk dank voor je mooie ansicht
kaart. Ook mijn beste wensen voor
1942.
Luitje Kuiper, Hensbroek. Dat
was ook naar dat Je ziek was. Maar
gelukkig, dat Je nu weer beter bént.
Je wil ook zo graag een prijs win
nen, nu heb maar geduld. En los
maar trouw de raadsels op. Dan
hoor je vast ook nog eens tot de
gelukkigen.
Gerte Muntjewerf, Schagen. Dat
was zeker een lange vacantie. 17
dagen vrjj. Ja, het is jammer, dat
het weer niet zoo mooi was. Heb je
al oorbelletjes in je oren.
Leni de Boer, Heiloo. Natuur
lijk mag je ieedoen Leni. En je moe
der mag je helpen hoor. Maar eerst
proberen of je het zelf niet kunt. Wat
heb je een leuk postpapier.
Joop Gieles, Pen Helder. Ik heb
ook gezellige Kerstdagen gehad,
Joop. En ik vind het jammer, dat ze
weer voorbij zijn. En wat fijn, dat je
vader vrij was.
Clazien Vorst, Je hebt niet
geschreven, waar je woont. Stel dat
je nu eens wat wint, waar moet ik
het dan naar toe sturen. Was jullie
boom mooi met Kerstmis?
Klaas Gieles, Den Helder. Zo
houd jij zo veel van lezen Klaas, dat
je geen tijd hebt om een briefje te
schrijven. Maar ja als je ook een
mooi boek hebt valt het ook niet
mee, om er mee op te houden.
Griet van Leyen, Hensbroek.
Wat heb Jij ee verschillende kleuren
inkt. En wat een fijn Kerstfeest, heb
je gehad. Dat was zeker een mooi
verhaal wat de Dominee vertelde.
De cadeautjes die je kieeg waren
ook geweldig.
Betsle Sarton. Schagen. Ik vind
het fijn, dat je blij was met je boek
Ook mijn beste wensen -oor 1942.
Jan, Piet, Nel, Trijnie en Betsle
Hoenscon, Barsingerhorn. Ik kon niet
goed jullie achternaam lezen. Schrij
ven jullie die eens duidelijker? Nel
nog hartelijk gefeliciteerd met je
verjaardag. Heb je een gezellige dag
gehad
Neeltje en Jacob Woud, Nieuwe
Niedorp. Ja, dat was jammer, dat
we met Nieuwjaar geen oliebollen
hebben gehad. Wij ook niet hoor.
Wat zullen we toch smullen, als we
alles wetr kunnen krijgen. Maar het
fijnste is toch wel, dat het vrede is.
Pleterje Klelmeti-, H. Hugowaard.
Je hebt een goede Sint gehad. Vooral
dat mooie boek van „Alleen op de
we'-eld". Al lees je het nu 10 maal,
het bl'jft altijd even mooi. Wat een
beeldig postpapier heb je.
Rietje Blom, Sehagerbrug.
Jammer, dat de vacantie weer om
is, hè. Jij hebt ook al zulk leuk post
papier. Gekregen met Sinterklaas,
o* had je het al?
Marius de Jong, Schoorl. Heb
je het leuk met je nichtje? Fijn is
het in Schoorl, hè!
Nellie Staring, Anna Paulowna.
Wat had jij een prachtig rapport,
Nellie. Daar kun je trots op zijn.
Dat is leuk, dat je eens bij Meester
Kramer mag logeren. Dag Nellie.
Ansje Mosterdjjk, Haarlem.
Leuke stad is dat, hè, Haarlem. Of
woon je liever in Len Helder. De
o .reken van Haarlem zijn prach
tig hè. Vind je het jamn.er, dat de
vacantie weer voorbij is? Of ga je
graag naar school?
Theo de Kok, Schagen. Dat
was een klein briefje, dat je me
schreef, Theo. Volgende keer gro
ter. Afgesproken
Uiver Callantsoog. Nu ik hoop
maar, dat het niet zo'-t koude win
ter wordt. Want nu dat je oz zui
nig moet stoken, valt erge koude
niet mee. Maar misschien kom je
toch nog op schaatsen. Want de
v iter is nog lang niet voorbij.
Annie Wildeboer, Schoorldam.
Fijn, dat je nr weer beter bent,
Annie. Wat scheelde Je?
N. Hazebdt, Burgerbrug. Jij
hebt ook gezellige Kerstdagen ge
had. Ben je nog naar je Opoe en
Opa geweest? Kun Je al een beetje
piano «pelen
Henk j. B., Burgerbrug. Be
dankt voor je goede wensen, Henk.
Heb Je ook fijne dagen gehad?
Jacob Bregruan, Burgerbrug.
De Decembermarnd vind ik altijd
d gezelligste maand van het Jaar.
Zoveel feestdager hè. De Kerst
dagen zijn altijd het fijnste. En
wat mochten Jullie lang opblijven op
Oude j aarsavond
Leo Gieles, Den Helder. Jam
mer hè, dat de Kerstdagen weer om
zi n. Maar misschien is het de vol
gende Kerstmis wel vrede. Wat zal
dat heerlijk zijn.
Guurtje Schrieken, Burgerbrug.
Wat een grappig postpapier heb jij.
Daar moet Je maar zuinig op zijn.
Janyner hè, dat de feestdagen voor-
bp zijn.
Lida Geervliet, St. Pancras.
Vond je het raadsel zo moeilijk,
Lida'1 Ja vrede willen we allemaal
wel graag. Dan gaan we allemaal
naar Den Helder.
X
visch.
X
gelijk, vlak.
X
windstreek.
X
e -
deel van een fiets.
X
soort been.
X
damp.
X
deel van de voet.
Op de kruisjeslfln lees je van bo
ven naar beneden de naam van een
vloeibf re brandstof.
OPLOSSING VORIG RAADSEL.
Groen, enkel, laars, uur, klein,
kraa.., Izafik, graag, negen, leder,
evert, uit, waard, jarig, anker, artis,
rente.
Gelukkig Nieuwjaar.
Goede oplossingen ontvangen van:
Everard S., Zuid-Scharwoude;
G-.-rit G., Breezand; Gerard Rei-
nier en Gretha B., Egmond-Binnen;
Bep Tielena, Breezand; Gretha de
B., Den Helder; Henny v. G., Am
sterdam-W.; Willy R„ 't Zand; Iti
B., Schagen; Bep B., Wieringen,
Ansje M., Haarlem-N.; Grietje C.,
Anna Paulowna; A. C., Anna Pau
lowna; Henk E., Wieringerwaard;
Jannl B., Valkoog; Ai nie B., Valk
oog; Pietertje K., H. Hugowaard;
Jan V., Burgerbrug; Nellie L., Wie
ringen; Gerrit en Beppie K., H. Hu
gowaard; Gerard K„ St. Maartens
brug: Guurtje S., Burgerbrug; N.
H„ Burgerbrug; Greetje K., St.
Maartensvlotbrug; Gerrit de S., St.
Maartensvlotbrug; Gré K., Oude Nie
dorp; Annie W., Schoorldam; Pietie
en Arie W., Den Leider; Geerie K.,
N. Niedorp; Ohlazien V., Brechtje,
Ieae, Gerri v. d. W. N. Niedorp;
Brina V., Anna Paulowna; Jacoba
S., Hoogwoud; Piet B., Schagen;
Beppie K., Anna Paulowna; Nellie
S., Anna Paulowna; Henk Jan, Ja
cob B., Burgerbrug, Theo de K.,
Schagen; Riek B., Anna Paulowna;
Corrie B., Eierland, Texel; J. L.,
Aartswoud, Olof, Gonnie de V.,
Oterleek; Rikus H., Dirkshorn; Nel
lie S., St. Pancras; Ato V., Cal-
la tsoog; Rietje B., Sehagerbrug;
Annie H., Schagen; Maaike B.;
Sehagerbrug; Marijke W., Schoorl
dam Koosje Bregman, Schagen
Gerrie M., Schagen; Betsy U., Den
Helder; Corrie B., Den Helder;
Luitje K., Hensbroek; Annie K.,
Camperduin; Leni de B., Heiloo.
Nagekomen goede oplossingen van
2 weken geleden:
Theo v. S., Castricum; Evert S.;
Geerie K., Moerbeek; Rikus H.,
Dirkshorn; Dieuwertje S., Breezand;
Sientje de J., Den Helder; Gonda G.,
Den Helder; Nel'.ie L., Wieringen;
Jan, Piet, Nel Trijnie Betsie H.,
Barsingerhorn; Corrie C\, Den Hel
der; Luitje K, Hensbroe Neeltje
en Jacob W., Nieuwe Niedorp; Pie
tertje K., H. Hugowaard; Uiver
Callantsoog; Marius de J., Schoorl;
Gerard, Reinier, Gretha B„ Egmond-
Binnen; Nellie S., Anna Paulowna;
Ansje M., Haarlem (N.)Jacoba S.,
Hoogwoud; Piet B., Schagen; Corrie
K., Moerbeek; Rietje B., Sehager
brug.
'H-
Zuster May had wacht op Afdee-
Ung C. Zij had wel graag wacht,
vónd het prettig zoo alleen rustig
haar gang te gaan in het slapende
ziekenhuis, alleen ondervond ze„ wat
Tine Grevers haar bij het overdragen
van den dienst gezegd had: „Kamer
22 haalt het bloed uit je nagels".
Voor de zesde kéer sedert zij een
uur geleden in dienst was gekomen,
belde kamer 22 May twijfelde er
niet aan of, eveneens voor de zesde
keer, zonder noodzaak. kamer 22,
een veeleischende, verwende, schat
rijke vrouw, die iedere eisch meende
te „motiveeren" door het laatdun
kend gezegde: „Mijn man betaalt er
immers voor". Niettemin gebood
May's plicht haar, om te gaan zien
wat er was als een patiënt belde.
Met een onderdrukte zucht spoedde
zij zich naar kamer 22.
Nog voor zij iets had kunnen vra
gen, klonk de gemaakte stem uit
het bed: „Zuster, nu sta ik erop dat
U den dokter roept, ik heb zoo'n
vreeselijke pijn, Ik geloof bepaald
dat ik een stervende ben!"
May bande een kwajongensach
tig: „was 't maar waar!" uit haar
gedachten, maar zei effen: „U kunt
wel gelijk hebben".
„Wat"? klonk het angstig.
„Als U het zoo opvat, dat we
eigenlijk allemaal stervende zijn
vanaf het oogenblik dat wij worden
geboren".
„Wat een gezegde tegen een dood
zieke", antwoordde mevrouw Land,
wier verontwaardiging haad deed
vergeten om te hijgen en te kreunen.
„En toch mag ik U nog liever dan
dat vreeselijke Tinemensch. Maar
jullie zijn geen van allen aardig voor
mij, en waarom niet, mijn man be
taalt er immers voor!"
May voelde plichtmatig de pols
van de patiënte, en zei toen kalm,
„sympathie kan men zelden koopen
meviouw Land, en de zorgen waarop
U recht heeft, krijgt U stipt. Overi
gens is U heelemaal geen „dood
zieke", en kunt U onmogelijk vreese
lijke pijn hebben, hoogstens een lich
te gevoeligheid Uw pols is zoo goed
als die voor Uw geval maar zijn
kan, van eenig gevaar is geen spra
ke. U bent het lichtste geval van de
heele afdeeling, en U bezorgt ons
meer last dan alle anderen tezamen,
en alles onnoodig. En dat terwijl er
twee ernstige gevallen zijn, die
voortdurend aandacht noodig heb
ben". Mevrouw Land luisterde ge
boeid. Van „het lichtste geval" was
tenslotte ook een unieke positie te
maken, en dat meisje had een pret
tige stem, iets kalmeerends, al was
ze eigenlijk hoogst ongepast. May
sprak rustig verder: „Als U nu eens
probeerde om rustig te blijven lig
gen, inplaats van door Uw bed rond
te vliegen als aan een zweefmolen,
en om U met steeds allerlei denk
beeldige ijselijkheden in het hoofd te
halen, dan zoudt U zich veel pretti
ger voelen. En bovendien misschien
iets van de sympathie veroveren, die
U nu moet missen, al zou Uw man
nog tienmaal zooveel betalen. Zoo, ik
heb U gemakkelijk neergelegd, pro
beert U nu te slapen".
„Mag ik heelemaal niet meer bel
len?" klonk het klagelijk.
„Natuurlijk wel, als U werkelijk
iets noodig heeft. Maar liever niet
onnoodig".
May haastte zich naar kamer 17
Een werkelijk ernstig geval, dit.
Twee groote oogen donker van
pijn in een smal, kinderlijk gezicht.
Maar geen enkele klacht. „Hoe gaat
het nu?" vroeg May met een diepe
warme klank in haar stem, „erge
pijn?"
Een bleeke koortsdroge mond flui
sterde moeilijk: „het gaat wel,
zuster".
May streek zacht het krullende
haar van het gloeiende voorhoofd en
liet haar hand een oogenblik rusten
Het gezicht van de zieke ontspande
zich, er ging een wonderlijke kracht
uit van de lichte aanraking van
May's kleine koele hand.
Toen zei ze troostend: ,|U bent
dapper, maar U heeft wel veel pijn,
ik zie het. U mag een spuitje heb-
Kreeften en sponzen zoeken
Jodium. Oesters slaan
koper op.
door
Dr. H. Leonard.
UET leven in de oceanen
bergt zooveel geheimzin
nigs en zooveel wonderlijks in
zich, dat de wetenschap zich
telkens weer voor nieuwe raad
selen geplaatst ziet. Vernuftige
instrumenten zijn uitgevonden,
om de verschillende diersoorten
welke de zeeën bevolken, te
vangen van de kleinste mi
croben af tot de grootste zoog
dieren toe, de walvissohen, die
over de 24 m. lang kunnen wor
den en een gewicht van meer
dan 100.000 kg. kunnen berei
ken.
AAISSCHIEN wel het grootste
raadsel van de zee ligt be
sloten in de vraag: „waaruit be
staat het zeewater?" Het klinkt
vreemd, dat zooiets gewoons als het
zeewater voorwerp van wetenschap
pelijk onderzoek kan zijn, en toch
is het een feit, dat onze huidige
kennis van de samenstelling van
het zeewater nog maar zeer gebrek
kig is. Analyses van den laatsten
tijd hebben aangetoond, dat van de
ongeveer 80 bekende elementen er
op zijn minst 32 in het zeewater
voorkomen en wel vele in zoo fijne
verdeeling, dat hun aanwezigheid
slechts met behulp van de methode
de spectraal-analyse kan worden
aangetoond.
Goud uit zeewater.
Toen het bekend werd, dat zee
water ook goud bevat, dachten som
mige chemici en er bevonden
zich mannen van naam onder hen
er ernstig over na, of dit kost
bare metaal niet uit het zeewater
gewonnen zou kunnen worden. Het
bleek echter, dat de kosten grooter
ben, dat kom ik U nu geven. Dan
gaat U lekker slapen, en morgen is
de pijn veel minder."
Zij wendde zich af, zocht een heel
f\jne injectienaald uit en kneep de
huid van de tengere arm stevig
samen, zoodat de zieke van de in
jectie niets voelde.
„Zoo, nog wat drinken?"
De zieke dronk gretig van het
koele vruchtensap, zei toen „dank
U, zuster. Hoe weet U, dat ik mor
gen minder pijn zal hebben?"
May glimlachte.
„Omdat ik hetzelfde gehad heb,
twee jaar geleden."
Een verwonderde blik uit het bed.
„Hetzelfde? En U leeft, bent zelfs
verpleegster, zoo'n zwaar beroep!"
„Wat dacht U dan, dat U niet
beter zou worden? Natuurlijk wordt
U beter, U bent de crisis al voorbij
U zu1 eens zien hoe vee- beter U
morgen al bent!"
May's therapie der hoop, waarmee
al haar collega's haar plaagden,
maar die heel dikwijls werkte. May
meende n.1. dat het gevaar vermin
derde zoodra men de patiënt over
tuigd had, dat er geen gevaar was.
„Want", zei May dan ernstig:
gst ondermijnd de weerstand, dus
het wegnemen van angst vergroot
diezelfde weerstand". De injectie
begon te werken, en de zieke doe-
ze de weg met een rustige uitdruk
king op haar afgemat gezichtje.
De tweede ernstige patiënt, een
maaglijder op kamer 14, bleek rustig
te slapen.
Er gebeurde dien nacht niets bui
tengewoons. Toen May morgens
haar dienst overgaf was het vrouw
tje op kamer 14 werkelijk buiten
gevaar, en mevrouw Land lastiger
dan ooit. En May dacht: „in een zie
kenhuis is het al net als overal In het
leven, die het 't gemakkelijkst
hebben, klager het meest....
Dr. Jos. de Cook.
zouden zijn dan de waarde van het
gewonnen goud en dus werden de
ze plannen opgegeven.
Ook zilver bevindt zich in het
zeewater. De totale hoeveelheid van
het in de zeeën aanwezige zilver
wordt geschat op 13.300 millioen ton
Dat zou 46.700 maal zooveel zilver
zijn als alle zilvermijnen ter wereld
in de laatste 400 jaar hebben ge
produceerd. Doch ook de winning
van zilver uit zeewater is niet loo-
nend te maken. Daarentegen zijn er
met gunstige perspectieven proeven
genomen, om het voor de industrie
zoo belangrijke broom uit het zee
water af te scheiden.
De dieren als chemici.
Terwijl chemici en ingenieurs bij
hun pogingen om de verschillende
elementen uit het zeewater af te
zonderen, op de grootste technische
moeilijkheden zijn gestuit, heeft de
levende bevolking van de zeeën dit
probleem op schitterende wijze we
ten op te lossen. Bepaalde elemen
ten, die slechts in geringe sporen
in het zeewater voorkomen, zooals
ijzer, koper, zink, jodium, vanadi-
um, barium en borium, worden
door visschen, krabben, weekdieren
en planten vergaard en opgeslagen
Het voornaamste element voor_ de
organismen schijnt jodium te zijn.
Ofschoon het in het zeewater slechts
in een verdunning van ongeveer 0.3
op 1 milliard voorkomt, trekken al
gen, kreeften, weekdieren en spon
zen het in betrekkelijk groote hoe
veelheden tot zich. Onder de eet
bare zeedieren zijn met name de
oesters en de groote zeekreeften
sterk jodiumhoudend. In algen en
sponzen komen zulke groote hoe
veelheden jodium voor, dat het
daaruit voor industrieele doelein
den gewonnen kan worden. Een op
de oesterbanken veel voorkomende
roode spons, de microciena, bevat
meer dan 5 procent jodium.
Bouwstoffen uit het zeewater.
Visschen en schaaldieren halen
calcium, magnesium en phosphor
uit het zeewater voor den opbouw
van hun beenderstelsel en hun
schalen; vele sponzen hebben het
vermogen, kiezelzuren tot zich te
trekken en vervaardigen daaruit
een netwerk van fijne naaldjes;
sommige raderdiertjes geven de
voorkeur aan strotium, waaruit zij
hun sierlijke lichaamsvormen op
bouwen. Andere zeebewoners weer
verzamelen vanadium en verwer
ken dit op soortgelijke wijze als de
warmbloedige dieren het ijzer in
hun bloed. Ook zijn er organismen,
waarvan wij op het oogenblik nog
niet weten, waarvoor zij de stoffen,
die zij uit het zeewater halen, ge
bruiken. Zoo is bijvoorbeeld nog
geen verklaring gevonden voor het
feit, dat oesters ongeveer 1000 maal
zooveel koper opslaan als naar ver
houding in het zeewater voorkomt
Evenmin weten wij, waarvoor de
groote zeekreeften en de sponzen 't
jodium gebruiken, dat zij in hun
lichaam vergaren.
Onafgebroken werkzaamheid.
Door de oogen der moderne we
tenschap beschouwd, lijkt de zee
ons één reusachtig chemisch labo
ratorium, dat onafgebroken in vol
bedrijf is. De chemische werkzaam
heid der zeebewoners schijnt daar
bij even veelzijdig te zijn als hun
lichaamsvormen veelvoudig. De
meest uiteenloopende elementen
worden uit het water gehaald, tij
delijk in de levende organismen
opgeslagen, om na den dood van
hun gastheeren naar den bodem
der zee te zinken, waar zij weer
worden opgelost. Naar schatting
wordt ten gevolge van de levens
werkzaamheid der zeeflora en
-fauna ongeveer 1400 millioen ton
kalk jaarlijks op den bodem der zee
afgezet.
Voor vele dieren en planten le
vert het zeewater de bouwstoffen,
waaruit zij hun lichaam moeten
opbouwen, Velen, zooals hijvoor
beeld de sponzen, laten permanent
een waterstroom door hun lichaam
gaan, waaruit zij hun voedsel en
de zuurstof, noodig voor hun adem
haling, abstraheeren. Bij hen ver
vult het zeewater een soortgelijke
rol als het bloed bij de hoogere
diersoorten. En inderdaad zijn in
het zeewater dezelfde minerale zou
ten aanwezig, die zich in het bloed,
ook dat van den mensch, bevinden.
Om nou te zeggen dat Knelia der
verkeerd an deid Gert persies zen
tebakcente of te meten en em veer-
der op een kort bit te raien, nei.
want Gert was nou ienmaal an de
lossige kant. As jonge jo'en was ie
de grooste opereteur van et durP'
en hai kon zen streke maar slecht
ofleere. Maar ja, as Gert nou nei
Hoorn te koemarkt most of nei Pur-
remerend of een dag nei Allekma^r
nei de Crisis, nou, den had ie toch
wel ders een paar cente meer in zen
diesek hewwe keunen. Een rondje
geve, dat kon hillegaar nooit, op
een aar zen buul vigeleere deer had
Gert een verlegene hekel an, dus
et draaide ok zoo'n dag meisten-
tais uit op een vissie en een aisie,
en hougop ien kompie sukkelaad-
mellek as et te koud was om bui
ten te blaiven. Ze hadde al ers teu
gen em zaid: „wat ben jai toch
weerlichse benauwd worren sons
je trouwd benne kirrel, der is bai
jou nooit meer ders een dubbeltje
tusken de cente laikt wel
En nou was et weer Augustus en
weer Hoornsche kerremis... Knelia
wou niet heen. het begrootte der
voor der cente vanzelf, en et noos-
de der genog dat Gert nou krek op
kerremiswoenesdag nei stad most
voor et bedraif. Een golden, buiten
zen spoorgeld en et 'geld van de re
kening, die die betale most had ze
ofskoven. En ze had vroegen of Gert
nag wat snaierai meeneme wou. De
paleng was er dut jaar te praizig.
En nou wou et maar daie, dat ie
Hannes op et Klaine Noord teugen
zen laif loupen was en die trakteer
de op een kerremisborrel. Et vlaide
wel dat ie er ien verom gaf. en
toe gaf Hannes nag een rondje en
toe wou ie en niet in zen nek kaike
leite, dat hai betaalde der ok weer
twei Maar toe was Knelia der
golden hillegaar op, en ok nag een
dubbeltje van de twei, die die nag
van zen Zundescente overhad. Ja
wat most ie nou? Ien dubbeltje op
zak, deer de heele dag op tere en de
vrouw zou maar wat lillek kaike as
ie niet een endje nogat of een ke-
neelstuk voor der meebrochtTjo,
dat ie nag vraie jo'en was, was et
allegaar toch aars, hai had met
Hannes et allegaar nag ers op-
haaldZe hadde et wel mooi ver
sierd en as de Zundescente opwaz-
ze. hadde ze altaid wel weer een
middel vonden om an wat loodeele
te kommen
Iniensen wist ie wat... de vier
neuties hadde zen geist vast helder
maakten metien stoof ie de win
kel van Jacob Blooker Dzn. binnen.
Die kon em vanzelf bestet was
een ouwe klant, zen vader kwam er
alGert keek ers hier en keek
ers deer, maar zaide niks. Blooken
draaide al ders om em heen en op
lesten zaide Gert... nei Blooken,
ik zien 't al wel zelle et niet rooie
vandaag.Nou, zai Blooken, ik heb
aars van alles... skoppe, herreke.
bezems, emmers, teemse, trogge,
puntdreid, wat je hartje maar be
geert voor boerderai en bouwerai...
Nei... zaide Gert nag ers... je
hewwe et niet Blooken kon der
niet baihai had van alles, nag
nooit was er een boer de winkel uit
gaan met leige hande Om een
rijksdaalder, dat ik et wel heb zai-
die... Welnei kirrel, zaide Gert.
deer gaat et niet om. maar je hew
we et niet... Blooken wier naidig.
deid een greep in de winkella en
goide een achterwiel op de toon
bank.
Deer den, zaidie en hai skreeuw-
de et temet uit... we zelle et zien-
zeg maar op, wat moet je hewwe?
„Nou, zai Gert, en hai stopte de
riksdaalder alvast al maar in zen
vessie, ik had een bril noodig voor
men bul, die laikt wel wat kippig
te worren de leste taid Maar die
hè je wel niet denk?"
Blooken liep rood an. maar kon
niks aars as' van nei skudde
Dat docht ik wel. zaide Gert.
kwan den gaan ik maar ders bai
Frits Bolleman kaike, meskien dat
die me hellepe ken...
Ho. doch Blooken. nou hew ik ie
zait pias... en hai liep metien nei
de tillefoon en hai zaide met vier
woorde wat er gebeurd was
Nou, Bolleman kende Gert ok
wel, en die zou wel zurrege dat
Blooken zen achterwiel verom
kreeg en ie der zelf ok nag ien ver
diende. As de weerlicht, zaidie teu
gen zen leerjo'en, een endje aizer-
dreid, een tang... zoo... nou zelle
wai ders kaike, wie et lest lacht
Deer kwam Gert al an kuieren
eerst bar voor de glaze kaike, dat
wazze niks aars as meneuvels van
zelf... en toe nei binnen Nou.
een segaar had ie a! zoo van Bolle
man te pakken, die docht zeker van
hem 'n warreme diezek te kraigen
En weer of ie em mee diene kon
Ja zaide Gert, dat is et em nou...
je zelle et ok wel niet hewweik
ioup hallef Hoorn of. .Ik docht,
lai skarrele nag al ders, meskien
kom ik bai jou klaar... maar ik
heb et al bekeken, ik most de tred
maar weer anneme, are keer beter,
Bolleman Nou ik heb je nag
gieniensen men kleksie zien leiten
zaide Bolleman, blaif nag maar ef-
kes hier, de draaimolen is nog niet
a n de gang oorIk heb de fain-
ste klokke, zerlozies. brille in alle
soorte
Nei, et is voor men boerderai. zai
de Gertik ken et nag wel zóó
bekaike
Nou, om vaif golden dat ik je
deer ok mee hellepe ken...
Welneizaide Gert. deer gaat
et main niet om
Ja maar main wel, zaide Bolle
man, hol of bol oor... en deer leg-
ge ze Nou?
Ben et echte, zaide Gert en hai
greep ze metien van toonbank.
Ik wou ik er duizend van had,
zaide Bolleman en hai ging veer
der; nou eh wat hew ik meer.
hier, en metien deid ie een greep
onder in een laadje, en haalde uit
een endje vloeipempier een groote
bril van aizerdreidet nuwste ar
tikel: brille voor baiziende rundere
en varrekens... Voor kalleve hew
ik ze ok, alle mate Nou? Dat
was et zeker?
O neizaide Gert. Hil wat aars...
Wat aars... zaide Bolleman. hil
legaar onthikt vanzelf maar kir-
re1;wat den?
Nou, zaide Gert. moet je hoore,
en glaik gonge de twei resdaalders
bai die oene are in zen vessieszak-
kie, ik heb een mooie toom witte
kippe kocht met een haan ei...
Maar nou is et bai main op de wur-
ref zoo verlegene pruttig, dat die
dondersche haan maakt met zen
kladdige poote die kippe zoo of, dat
er gien mooi meer an is. Dat nou
wou ik voor die haan een paar gum-
mileerze hewwe zien Maar ik
zien et wel, et wul niet daie ven-
daag oorGendagen plezie
rige kerremis veerder...
Knelia had er niet van terug. De
rekening was betaald, want de kwe-
tansie had ze opvischt uit Gert zen
boekie. In zen zaizak zatte vaif ke-
neelstale. in zen diesek een heel
hallef pond nogat. en in zen bin
nenzak een hallef pond beste pa
ling. Zen buul zat nag een kwartje
meer in den zai der in dein had.
Vlaar Gert kon de are dag eerluk
niet vertelle hoe dat zoo kommen
was. Deer had ie veuls te veul pain
in zen houfd voor. De aigenste ei-
vend had ze maar niks vroegen,
Toe was Gert te veer heen Maar
alliendig nei de Hoornsche kerre
mis, dat zou in 's wirrels dage gien
meer beure. had Knelia ordenneerd.
F.t are jaar gong ze mee.
Toe was et weer op et oud of.
Ren vissie en een aisie.
Ef*e
(Alle rechten voorbehouden.)