Luchtroovsrs HOITIKA DE DOOD VAN PETER TON Strijd en Overwinning Europa voor de Europeaneo, Oost-Azië voor de Oost-Az'aten VREDEGERECHTSHOF Dc toenmaals leidende poli tie-'.nstanties schuldiger dan verdachte! Dr. Burmesters Opbouw van gesloten levensgebieden DE VAN Italiaansch Weermachtbericht RADIOPROGRAMMA Het vredesdoel der Spilmogendhedent 150. Dat was me een schrik geweest, .enfin zijn kleeren waren ten minste schoon en nu wist hij niet beter te doen. dan de kade 0p ie loopen en tusschen de huisjes te verdwlj. nen. Maar hoe nu het huisje gevonden, waar de vliegeniers waren? Er viel geen mensch te bekennen in de steeg, jes waar hij doorheen dwaalde en de huisjes leken allemaal op ei. kaar. Opeens hoorde hij hard praten. HET SYMBOOL PETER TON LOS VAN DEN DOOD VAN DEN WEERMAN TON. 'sGRAVENHAGE, 29 Jan. Het Vredesgerechtshof heeft heden uit spraak gedaan in de zaak tegen den ■48-jarigen agent van politie S. J. Bijleveld te 's-Gravenhage, die op 15 en 16 dezer terechtstond in ver band met het ernstige incident tus schen politie en W A. op 7 Septem- berv1940 in de Balistraat, ht>ek Ja- vastraat te dezer stede, waarbij de W.A.-man Ton door een revolver schot werd gedood. De agent Bijle veld werd beschuldigd, dit doodend schot te hebben gelost. De fungeerende procureur-gene- Taal mr. N. S. Hoekstra conclu deerde op 16 dezer tot bewezenver klaring van dood door schuld, doch met ontslag van rechtsvervolging. Het Hof veroordeelde den ver dachte heden tot een hechtenis- straf van veertien dagen. Het onderzoek ter terechtzitting heeft het Hof zijn oordeel als volgt doen bepalen: De verklaringen van de 35 door het Hof gehoorde getuigen behal ve die van de deskundigen Rochat en Waltman hebben het Hof geen .voldoende helder inzicht in de toe dracht van zaken, waartoe mede het doodelijk treffen van Peter Ton be hoort, kunnen verschaffen. Zoowel de hoofdpunten als in bijzonderhe den zijn deze getuigenverklaringen onderling in tegenspraak, waarbij Hog bepaaldelijk te onderscheiden zijn eenerzijds de verklaringen van hen, die met de nationaal-socialis- tische beweging in Nederland in verband staan, anderzijds die, wel ke afkomstig zijn van de betrokken politie-agenten en van de overige getuigen, die mede tot de aanwezi gen bij de volksoploop op 7 Septem ber 1940 hebben behoord, uit wier midden naar ter terechtziting geblé- ken is aansporingen tot de politie werden gericht om zich van haar .vuurwapenen te bedienen. Het Hof kan derhalve geen vrij heid vinden onder deze omstandig heden eenige keuze uit de bhdoelde getuigenverklaringen te doen. Het Hof is echter van oordeel tot 'de volgende vaststelling te moeten komen. Uit de verklaring van getuige-des- k«ndige Rochat is komen vast te staan, dat Peter Ton gedood is door een pistoolschot midden in het achterhoofd. I Uit de verklaring van den getuige- deskundige Waltman heeft het Hof "voorts de overtuiging b ekomen, dat het schot, waardoor Peter Ton loodelijk v^erd getroffen, afkomstig is geweest uit het Mauserpistool no. 259616, welk vuurwapen tijdens de hierbedoelde ongeregeldheden ge bruikt is door verdachte en waar uit deze, naar ook door hem zelf is verklaard, daarbij twee schoten heeft gelost. Het eerste schot werd volgens ver dachte's verklaring door hem afge vuurd, toen hij op een vroeger tijd stip, dan waarop Peter Ton getrof fen werd, van achteren werd be sprongen door een persoon in een wit hemd. Het tweede door verdach te afgevuurde schot moet derhalve he schot zijn geweest, waardoor Pe ter Ton doodelijk werd getroffen. Met betrekking tot dit tweede schot verklaart verdachte, dat hij het als een waarschuwing loste en daarbij de beloeling had in de lucht te schieten zonder op iemand te rich ten. Niettemin is gebleken in ver- band met hetgeen het Hof hiervo- ren overwogen heeft, dat Peter Ton door dat schot doodelijk werd ge troffen. Het Hof kan zich niet vereenigen met het standpunt van den procu-' reur-generaal en van den verdedi ger, dat verdachte, toen hij dat tweede schot loste, handelde ter noodzakelijke verdediging van ei gen of eens anders lijf tegen oogen- blïkkelijke (wederrechtelijke) aan randing. Immers verdachte's eigen verklaring hieromtrent weerspreekt dit standpunt. Verdachte heeft na melijk herhaaldelijk verklaard, dat hij met het tweede schot een waar- FEUILLETON Roman van Hans HlrUiammer S (Nadruk verboden) 38 Terwijl Lorenz deze herinneringen in zijn gedachten terug riep, staar de hij onafgebroken op het lichtgele boek in de étalage. Hij had alt(jd uitstekend met Arho kunnen op schieten en meer dan eens had ht) zich later afgevraagd, wat er wel van dit levenslustige jongmensch te recht zou zijn gekomen. Zonder er diep b(j door te denken, ging hjj den boekwinkel binnen. Een jeugdige bediende trad op hem toe en informeerde voorzichtig naar zijn wenschen. Waarschijnlijk twijfelde hij wel eenigszins aan de literaire belangstelling van dezen ietwat ha veloos uitzienden man, wiens onge- wasschen handen meer op ruw werk duidden. „U hebt daar een boek van Arno Meissne* ln de étalage!" begon Lo renz. Zijn manier» van spreken en z(Jn zelfbewust optreden misten hun uitwerking niet. schuwing beoogde, zonder iemand fe willen treffen en daarom bedoel de in de lucht te schieten. Het Hof is nu van oordeel, dat, indien ver dachte bij den stand, waarin het straatgevecht zich op dat oogen- blik bevond, terwij] er reeds ver scheidene malen geschoten \«tis ei» er reeds zwaargewonden waren en schieten derhalve op izchzelf niet meer afschrikkend kon werken, in- derdad een zeer ernstige en ogen blikkelijke bedreiging van eigen le ven of van dat van een der andere politie-agenten vreesde, hij redelij kerwijs niet bedoeld zou kunnen hebben slechts ter waarschuwing in de lucht te schieten. Uit de stellige en herhaalde verklaring van ver dachte, waaraan het Hof niet wil twijfelen, dat hij zulks niettemin bedoeld heeft, leidt het Hof af, dat verdachte op het oogenblik, dat hij het tweede schot, als waarvan hier sprake is, loste, noch zichzelf, noch een der andere getrokken agenten levensgevaarlijk 'en oogenbiikkeiijk bedreigd achtte, zoodat het Hof op grond van verdachte's klaarblijke lijke bèoordeeling van den toestand het beroep op noodweer en bijge volg op noodweer-exces verwerpt. Het Hof acht derhalve uit de hier- voren aangehaalde bewijsmiddelen het wettig en overtuigend bewijs geleverd, dat aan de schuld van verdachte die immers te midden eener volksmenigte schoot zonder zich van de uitwerking- daarvan rekenschap te geven de dood van Peter Ton tè wijten is, terwijl ver dachte dit misdrijf heeft gepleegd in de uitoefening van Zijn ambt, zonder dat een beroep op noodweer (noodweerexces) kan worden aan vaard. Met betrekking tot de op verdach te toe te passen straf overweegt het Hof het volgende: Het Hof acht het niet ondienstig de volgende opmerking vooraf te laten gaan: Zich er volledig rekenschap van gevend, dat Peter Ton een zeer bij zondere plaats inneemt in het ge- dachtenleven van hen, die bij de vorming van de nieuwe Nëderland- sche gemeenschap in het middel punt staan, moet het Hof er echter op wijzen, dat deze hooge symbo lische beteekenis van Peter Ton eerst na en door zijn dood is ont staan, zoodat de uitzonderlijk hoo ge waarde van de persoonlijkheid, die in den naam van Peter Tor. voortleeft, niet in aanmerking be hoort te worden genomen bij de beoordeeling van de omstandighe den, welke tot den dood van den weerman Peter Ton hebben geleid. Voor de beoordeeling der straf waardigheid van verdachte zal der halve de latere beteekenis van den persoon van Peter Ton geheel bui ten beschouwing moeten blijven. Het Hof is voorts van oordeel, dat voor verdachte, al behoort hij vooral als dienaar van de politie zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn handelwijze, omstandighe den in aanmerking behooren te worden genomen, die aanleiding zijn hem het onderhavige misdrijf minder zwaar aan te rekenen. Het is het Hof uit het verhoor van verdachte, zoomede van de als getuigen verhoorde agenten van po litie G. van der Meulen, J. de Gijt, A. Mons en H. Kruijer gebleken, dat ten tijde van de ongeregeldheden op 7 September niet of nauwelijks althans ten eenenmale onvoldoen de, door de toenmaals leidende Ne- derlandsche politieinstanties de aandacht van het politiepersoneel was gevestigd op de geheel veran derde binpenlandsche algemeene en politieke omstandigheden, be paaldelijk met betrekking tot de houding, welke sindsdien ten aan zien van de nationaal-socialistische beweging in Nederland en haar or ganen, waaronder de weerafdeelin- gen, behoort te worden aangeno men. Het gevo(g van deze ernstige te kortkoming en dit gemis aan ver- eischte voorlichting is geweest, dat de betrokken agenten van politie, gelijk uit hun voor het Hof afge legde verklaringen is gebleken, on geregeldheden als de onderhavige, beschouwen als een gewone volks oploop en ordeverstoring, waarte gen als van ouds opgetreden moest worden. Dit gebrek aan voldoend begrip van een zich voltrekkende revolutionnaire omvorming van verhoudingen en het dientengevol ge niet bepalen van een door de gewijzigde omstandigheden daarte genover geboden houding, wil het Hof zeker niet in de eerste 'plaats aan de betrokken agenten van po litie aanrekenen, maar uiteraard aan de toenmalige leidende politie instanties, waar vroegere instruc ties met betrekking tot ongeregeld heden, waarbij leden of organen der nationaal-socialistische beweging in Nederland betrokken waren, niets aan duidelijkheid te wenschen hebben overgelaten. Deze omstandigheden in aanmer- m BELANGRIJK ARTIKEL IN „BERLINROMTOKIE." BERLIJN, 28 Jan. (A.N.P.) Het nieuwste nummer van het tijd schrift Berlin-Rom-Tokio bevat een hoofdartikel onder bovenstaand op schrift, waarin o.m. het volgende gezegd wordt: Toen dc achtsten December Ja pan Amerika met zijn oorlogsvoor bereidingen tegen Japan te vlug af was en uit rechtvaardige zelfver dediging voor den afweerslag uit haalde, waS onder het Amerikaan- sche publiek door de brutale en aanmatigende redevoeringen van zijn oorlogsophitsers zulk een oor logspsychose gewekt, dat de feerste schoten in het Zuidzeegebied door een groot deel der pers als een wa re opluchting werden gekenmerkt. In een eigenlijk alleen, maar in sprookjes voorkomende mate van verblinding, overschatting, aanma tiging en politieke blindheid had president Roosevelt de Japansehe natie drie jaar lang beleedigd, ge provoceerd en bedreigd. Hij maakte er geen geheim van, dat hij op een hem geschikt voorkomend tijdstip de „|jankbedreiging van de Zuid zee" rustig naar hij zeide, uit den weg zou ruimen en de Japansehe vloot van de zeeën zou doen ver dwijnen, om zich dan arm in arm met zijn Britsche en bolsjewistische bondgenioten aan de „liquidatie van de Europeesche aanvoerders" te wijden. President Roosevelt ging bij deze met een naïeve openhartigheid, ver kondigde plannen uit van de ge dachte, dat het driemogendheden- pact een op bedriegelijke, onsolide, theoretische en opportunistische grondslagen gebouwd maakseltje was. Op den Japanschen afweeroorlog tegen de Vereenigde Staten is nau welijks een maand na het begin op den 18en Januari de onderteeke- ning van de militaire conventie Berlijn-Rome-Tokio gevolgd. Dit 8ccoord is de bekroning van het politieke bondgenootschap tusschen Duitschland, Italië en Japan. Aan de zijde van de dapperste soldaten van Europa zijri de dap perste soldaten van Oost-Azië ge treden. Er is thans geen mensch ter we reld meer, die er aan twijfelt, dat deze oorlog der continenten alleen door de agressieve houding van Roosevelt tegenover Duitschland. Italië en Japan, die steeds op hun verlangen naar vrede en vriend schap met het Amerikaansche volk gewezen hebben, ontketend is. king nemende is het Hof van oor deel, dat aan verdachte slechts een geringe straf moet worden opge legd, welke het Hof bepaaldelijk als ernstige waarschuwing bedoelt. Het Hof wil daarbij nog uitdruk kelijk te kennen geven geenerlei aanleiding te vinden verdachte als bijkomende straf op te leggen de entzetting uit het recht tot het be- kleeden van het ambt van politie dienaar. Roosevelt is de laatste aan stichter van dezen wereldoorlog Hij handelt in opdracht van het w,ereldjodendom. Men ziet altijd en overal de Joodsche namen onder de bevelen en in de orga nisaties, die dezen oorlgo ver oorzaakt hebben en die hem lei den. Het Joodsche bolsjewisme heeft zich ten slotte er mede verbonden, zoodat de twee grootste bedriegers der wereld op echt Joodsche wijze elkaar voor de gemeenschappelijke zaak hebben gevonden, met de ge dachte. dat bij de afrekening de een den ander toch zal bedriegen. Wat hun de weerstandskracht van weliswaar arme, doch. fatsoenlijke volken in de wereld na den wereld oorlog van 1914 tot 1918 ondanks hun crisis en chaos nog weigerden, namelijk onbeperkte wereldheer schappij en vernietiging van alle nationale structuren met als doel een onbeperkte winstmakerij en de bevrediging van een geheimzinnig, het Joodsche ras eigen, haatgevoel tegen alles wat goed en mooi is, dat moest deze oorlog hun brengen. Laatste consequentie. Zij hebben hem gekozen als laat ste consequentie, toen alle andere middelen gefaald hadden en zij hebben hem op echt Joodsche wijze gedacht als een oorlog, die zij met andere volken willen voeren, om dat zij zelf te laf zijn om hem zelf te voeren. Duitschland was het, wiens Füh- rer de uitdaging onvoorwaardelijk en -compromisloos aannam, ge schraagd door het vertrouwen, de kracht en den onbuigzamen wil om te leven van zijn geheele weder op gestane vc4k. Wij gingen den oorlog niet on voorbereid in. Wij kenden onze vijanden. Wij kenden ook hun mid delen. Met ongeëvenaarde energie en arbeidskracht, geïnspireerd door het heilige vuur der missie van on ze eeuw, bezield door den wil en de energie van den Führer, werd door de buitenlandsch politieke leiding van het Duitsche rijk en met den Duce en de mannen van zijn fas cisme en met evenzeer geestdriftige door idealen van het groote leven bezielde politici en militairen van het Japansehe rijk, een militair- strategische alliantie gesmeed., die in de wereld niet slechts haar ge lijke niet he.!t, doch reeds van on weerlegbare beteekenis is geble ken! Berlijn-Rome-Tokio, nog enkele jaren geleden het parool van een ideëelen strijd, dien Kngelsciien en Amerikanen een gril beliefden te noemen, thans de door het gemeen schappelijke bloed doordrenkte ba nier van een onverbreekbaar front om de aarde. Terwijl door de historische over winningen der Duitsche weermacht op het bolsjewistische leger de staatsmacht van het bolsjewisme in het jaar 1941 nederlagen heeft gele den, waarvan zij zich nooit zal her stellen, heeft Japan met zijn over winning op de Amerikaansche en F.ngelsche strijdkrachten in Oost- Azië de heerschappij ter zee en in de lucht in Oost-Azië bevochten, door het tot stand komen van de Japansehe heerschappij in het Oost-Aziatisch gebied, is Japan in het bezit gekomen vari de rijkste grondstofbronnen ter wereld. Zuid-Amertka. Krampachtig tracht de heer Sum- ner Welles te Rio cie Janeiro het Zuid-Amerikaansche continent om der den knoet te krijgen van het Washingtonsche kapitaal, onder de heerschappij van de Joodsche cen trale in de Vereenigde Staten, om deze volken en hun grondstoffen thans in dienst van den Joodschen oorlog te dwingen. Aan "de ontwik keling van dezen oorlog zal ook de ze episode niets veranderen. Door de overwinningen der as in Europa en door de overwinningen van Ja pan in het Zuidzeegebied is het overwicht der bondgenooten op po litiek, militair en economisch ge bied1 zoo groot geworden, dat er geen combinatie van mogendheden ter wereld meer is. die het tegen deze machtsontplooiing zou kunnen opnemen. De mogendheden van het pact van drie en haar bondge nooten zullen dezen oorlog voe ren met het geheele fanatieke geloof en den wil om te over winnen van de jonge volken tot haar tegenstander definitief ter aarde is geworpen. Het groote vredesdoel echter van de mogendheden van het paefvan drie luidt: De overwinning van de door Joden, Bolsjewisten en pluto- kraten gepredikte internationale an archie door het opbouwen van ge sloten levensgebieden volgens het grondbeginsel: Europa voor de Europeanen, Oost-Azië voor de Oost-Aziaten. „Berlin—Rome—Tokio" geeft in dit artikel op duidelijke wijze weer, dat de strijd, welke thans door Duitschland, Italië en Japan mèt de door eenzelfde lotsbestemming aan deze landen verbonden staten gemeenschappelijk wordt ge voerd, in wezen niets anders is dan een logische uitbreiding, het ideaal, dat de Germaansche volkeren zich hebben gesteld in Europa: zelfbe schikkingsrecht der volkeren in hun eigen levensruimten. Een recht, dat de Amerikanen en Engelschen door de eeuwen heen verkracht hebben door het lot van de volkeren in an dere wetelddeelen, het lot van niet- Anglo-Amerikaansche landen steeds ondergeschikt te maken aan de be langen der Joodsch-kapitalistische machten, die van Amerika en Enge land uit trachten hun wereldover- heersching ten koste van het geluk der menschheid te behouden. Na Duitschland en Italië, welke lan den pogen deze wereldheerschappij althans in Europa te breken om de landen van het Avondland een vrije, gelukkige toekomst te verze keren, heeft thans ook Japan de vallen? Juist op het oogenblik, dat hij aan de waarde en de doelmatig heid-van zijn handelwijze was begin nen te tw(jfelen? Agh wat, hij zou maar een paar uur met Arno samen z(jn; het zou wel spoedig blijken, wat er bij de huidige omstandigheden van den vriend van vroeger was overgeble ven. In het ergste geval zouden ze elkaar vriendelijk de hand ten af scheid drukken en daarmee zou hfj dan weer een ervaring rijker zijn. Hij betuigde den welwillenden be diende zijn dank voor diens be moeienissen en verliet den winkel. De voorman van de asphaltploeg keek bedenkelijk, toen hij hoorde, dat Burmester voor de rest van den dag verlof vroeg. „Vooruit dan maarl" bromde hij tenslotte. „Maar denk .er om, dat we daar geen gewoonte van maken!" „Nee, nee, het zal niet meer gebeu ren", beloofde Lorenz en h(J haastte zich naar een leege taxi, die juist voorbij reed. De chauffeur scheen weinig ver trouwen te hebben in zijn vrachtje, maar toen Lorenz hem nogal van uit de hoogte het adres opgaf, waar hij wenschte te worden heen gereden, slikte de man de spottende opmer king, welke hij ln den mond had, in en gaf gas. Wordt vervolgd. wapens aangegord om Oost-Azië bevrijden en de volkeren, die aan dezen bodem gebonden zijn, gelegen heid fe bieden zich in hun eigen levensruimte vrijelijk te ontwikke len. Er is dus geen sprake van een wereldoorlog, maar van een Oor log van de menschheid tégen fa Joodsch-kapitalistische uitlui n~ der wereld en tegen de bolsjewisti sche gruwelmacht, vóór een vrii menschwaardig bestaan. Het kan niet anders of een zoodanige strijd van recht tegen onrecht moet met de overwinning van het recht eindigen. De resultaten tot nu toe doen niet anders vermoeden. LUCHTACTIE ONDANKS HEVIGE ZANDSTORMEN. ROME, 29 Jan. Het 606e It* liaansche weermachtsbericht loidt: Verkenningsafdeelingen hebben gisteren een groote bedrijvigheid ontplooid in de Djebel in de Weste lijke Cyrenaica. Ondanks de voort durende hevige zandstormen heeft de Italiaansche en Duitsche lucht macht verscheidene doeltreffende aanvallen ondernomen op de ach- terwaartsche verbindingen van den vijand. De luchtstrijdkrachten van de as ondernamen nieuwe aanval len op Malta en bombardeerden militaire doelen. Een vijandelijk! vliegtuig werd in een luchtgevecht neergehaald. Britsche vliegtuigen hebben Tri polis aangevallen: eenige gewon den, beperkte schade. Een Engelsch toestel, dat een verkenningsvlucht maakte boven Castanzaro is nabif Marcellinara neergestort. De be stuurder werd door een afdeeling soldaten, die speciaal opgeleid zijn voor het opsporen van valscherm springers, gevangen genomen. ZATERDAG »1 JANUARI. Hilversum L 416.5 m. 7.16 Oramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgym nastiek. 7.55 aramofoonmuxlsk. 8.00 Causeria „Brandende kwesties" (opn.). 8.15 Grampfoon- muziek. 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.N.O.:* Nieuwsberichten. 8.45 Oramofoonmuzlek. 1.1» Voor de huievrouw. 8.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Zeug met planobegeleiding en gremofoonmuzlek. 13.00 Orgelconcert en zang. 13.40 Almanak. 13.4» B.N.O.: Nieuws- en eco nomische berichten. 13.00 Het Landbouw proefstation. 13.15 Orkest Malando en solist. 14 00 Het kweeken van de vroegste groenten, causerie. 14.20 Na gedanen arbeid Musiek en vrooUJkheld. 15.50 Oramofoonmuzlek. 15 00 Bijbellezing. 18.30 Röntgenkwartet en gramo- foonmuziek. 11.16 B.N.O.: Nieuw»-, economi sch»- en beursberichten. 17.30 Gramofoon- mualek. 17.5» Duitsche taalcursu». lé.00 Gra- mofoonmuxiek. 18.16 Het kwartier van den Arbeid. 18.30 Nederlandsch Kamerkoor «n gremofoonmuzlek. 19.00 Actueel halfuur. 1» 30 Gevarieerd programma ten bate van Winter hulp Nederland en het Duitsche Winterhulp- werk. Vanaf. 20.15 alleen voor de Radio- Centrale», die over een lijnverbinding met do Studio beschikken. 30.15 Gramofoonmuziek. 20.4» „De Omroep ln Groningen", Gronlng- sche stedenavond. 31.45 B. N. O.: Nieuwsbe richten. 22.00 B.N.O.: Engelsche uitzending: „Dutch News Reel" 6f gramofoonmuziek. 32.1524.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 801.5 a. 7.16—8.00 Zie programma Hilversum I. 'M Gramofoonmuziek. 8.158.45 Zie programma Hilversum I. 8.45 Oramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.80 Lichte muziek (opn.). 12.00 Muziek TOor plano'». 12.30 Oramofoonmuzlek. 12.46 B.N.O.. Nieuws- en economische berichten. 13.06 Ros- meensch orkest Gregor Serban. 18.40 Voor de Jeugd. 14.00 Stedelijk orkest van Maastricht en solist. 14.45 Eenige opmerkingen over eul- tuur ln het alrffcmeen en kunst in het bijzon der. 16.00 8tedelilk orkest van Maastricht en solist. 15.45 Hier W.A. 18.00 Revlda-sektet. 10.45 Gramofoonmuziek. 17.00 Voor de bin nenschippers. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economi sche- en beursberichten. 17.30 orgelconcer 18.00 Cyclus „In een nieuw licht bezien (Voorbereid door de N.8.B.). 18.1» De bier». 18.45 Als lk 't voor 't zeggen had. 19 00 B.N.O.: Praatje ln Gronlngsch dialect. 18-1" B N.O.1 Nieuwsberichten. 19.30 Inleiding tot het 4e concert ln den Bruckner-cyclus, even tueel gevolgd door gramofoonmuziek. 19 Utrechtsch Stedelijk Orkezt. Vanaf j0.io alleen voor de Radio-Centrales, die over een lijnverbinding met de Studio beschikken. 1W. Graiflofoonmuzlek. 20.45 utrechtsch Stedelil* Orkest. 21.15 Oramofoonmuzlek. 21.80 O lied ln de 17e en 18e eeuw. 31.45 B. N j- Nieuwsberichten. 22.00 B.N.O.: Toelichting «P het weermachtsbericht. 22.1022.16 Avon wijding. Hoofdredacteur: J. Keesman. Schaffen. Wnd. Hoofdred-- A. K. Jonker. Buiten- en Bin nenland, Schaffen. F red- Groot, schaffen. Alff. reportafte Streeknieiiws en Kunst. - A. C. van Kampen. Rayon-redacteur Den Helder. „Ja, zeker, buitengewoon span nend. Ik kan het u bijzonder aanbe velen. Gebonden vier mark vijftig! Mag ik het voor u Inpakken?" „Neen, dank u! Het gaat om wat anders. Zoudt u mij misschien het adres van den schrijver kunnen op geven? Ik vermoed, dat hij wel in het literaire jaarboekje zal staan?" „Wel zeker! Met genoegen! Een oogenblik alstublieft!" De jonge man haastte zich naar een aangrenzend kantoortje en keerde eenige minuten later met een open geslagen boek terug. „Hier hebben we het al: Arno Meissner, geboren 17 Maart 1905 in Landshut, woont in Berlijn-Lichter- felde, Königsdamm 18a, telefoon E. 53189. Zal ik het voor u opschrij ven V' „Dat is heel vriendelijk van u! En u hebt hier zeker wel tele foon? Zou ik daar misschien even gebruik van mogen maken Arno Meissner ls namelijk een oude school kameraad van me". „Natuurlijk, als u even hiernaast wilt gaan!" De jongeman was de voorkomendheid zelf. „U wilt me neer Meissner waarschijnlijk opbel len, vermoed lk. Als lk misschien even de verbinding voor u tot stand kan brengen...?" „Maar dat is werkelijk..." „Nee, nee, met genoegen. Hoe was het nummer ook weer?" H\j raad pleegde nog eens het jaarboekje. „Ah, juist, E. 53189!" En reeds spoedde hij zich naar het toestel. „Hallo, is meneer Meissner aan wezig? O, meneer Meissner zelf!" De bediende maakte een lichte bui ging. „Meneer Meissner, hier is een heer, die u wenscht te spieken". En hierop ontspon zich het vol gende, zooals later zou blijken zeer belangrijke telefoongesprek tusschen Lorenz #en den schrijver van detec tive romans, Arno Meissner: „Hallo, Arno, ben je het werke lijk?" „Met Arno Meissner! Met wien spreek ik?" „Kerel, Arno, natuurlijk ben Je ^het. Nog diezelfde knoedelstem van "vroeger". „Knoedelstem? Meneer, wie bent u eigenlijk?" „Jongen, Stompie, raad dat nou eens!" „Bij Zeus, zaliger nagedachtenis, kerel, als je Stompie zegt, dan ben Jtj er een van het gym ln Landshut. Vooruit, zeg op je naam!" „Eigenlijk kon je me toch ook wel aan mijn stem herkennen, Stompie! Of moet lk je aan de Cicero-lessen herinneren, die Je altijd zoo netjes van me hebt overgeschreven?" „Mensch, neehou me /ast! Toch zeker niet Lorenz? Lorenz Bur mester l" J „Goed geraden. Stomp!" „Lorenz! Hoe is 't mogelijk? Zit jij in Berlijn?" „Voorloopig wel, ja!" „Kerel, hang direct die telefoon op en »nel in mijn armen! Kom aan mijn hart! Vooruit, neem een taxi! Ik verwacht je binnen een kwartier, wat zeg ik: binnen vjjf minuten! Hopenüjk kan je een poosje blijven". „Dat zal moeilijk gaan, Stomp! Ik ben namelijk op het oogenblik bezig jullie verwaarloosde Berlijnsche stra ten opnieuw te asphalteeren. Je per soneel zal waarschijnlijk wel eenig bezwaar maken om mij tot je toe te iaten!" „Wat is dat nu voor dwaasheid, Lorenz? Het zou me hoogstens respect kunnen Inboezemen! Met spoed dus, ja! Ik betaal den rit! Voor mijn part verschijn je in je zwembroek. Binnen vijf minuten verwacht ik je hier. Nog net tijd genoeg om een bord met „welkom!" voor de huisdeur te hangen. Nou hoe denk je er over?" „Goed, ik zal komen, Stomp!" „Dat is je geraden ook!" Lorenz legde nadenkend den hoorn op den haak. Was het ondanks alles niet onzinnig ln den toestand, waar in h(J verkeerde, zijn ouden school makker te gaan opzoeken? Of was het een speling van het lot, dat zijn aandacht op Arno'» boek was ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1942 | | pagina 2