Luchtroovsrs
HOITIKA
DE DOOD VAN PETER TON
Strijd en Overwinning
Europa voor de Europeaneo,
Oost-Azië voor de Oost-Az'aten
VREDEGERECHTSHOF
Dc toenmaals leidende poli
tie-'.nstanties schuldiger
dan verdachte!
Dr. Burmesters
Opbouw van gesloten
levensgebieden
DE
VAN
Italiaansch
Weermachtbericht
RADIOPROGRAMMA
Het vredesdoel der Spilmogendhedent
150. Dat was me een
schrik geweest, .enfin
zijn kleeren waren ten
minste schoon en nu
wist hij niet beter te
doen. dan de kade 0p
ie loopen en tusschen
de huisjes te verdwlj.
nen. Maar hoe nu het
huisje gevonden, waar
de vliegeniers waren?
Er viel geen mensch te
bekennen in de steeg,
jes waar hij doorheen
dwaalde en de huisjes
leken allemaal op ei.
kaar. Opeens hoorde hij
hard praten.
HET SYMBOOL PETER TON LOS
VAN DEN DOOD VAN DEN
WEERMAN TON.
'sGRAVENHAGE, 29 Jan. Het
Vredesgerechtshof heeft heden uit
spraak gedaan in de zaak tegen den
■48-jarigen agent van politie S. J.
Bijleveld te 's-Gravenhage, die op
15 en 16 dezer terechtstond in ver
band met het ernstige incident tus
schen politie en W A. op 7 Septem-
berv1940 in de Balistraat, ht>ek Ja-
vastraat te dezer stede, waarbij de
W.A.-man Ton door een revolver
schot werd gedood. De agent Bijle
veld werd beschuldigd, dit doodend
schot te hebben gelost.
De fungeerende procureur-gene-
Taal mr. N. S. Hoekstra conclu
deerde op 16 dezer tot bewezenver
klaring van dood door schuld, doch
met ontslag van rechtsvervolging.
Het Hof veroordeelde den ver
dachte heden tot een hechtenis-
straf van veertien dagen.
Het onderzoek ter terechtzitting
heeft het Hof zijn oordeel als volgt
doen bepalen:
De verklaringen van de 35 door
het Hof gehoorde getuigen behal
ve die van de deskundigen Rochat
en Waltman hebben het Hof geen
.voldoende helder inzicht in de toe
dracht van zaken, waartoe mede het
doodelijk treffen van Peter Ton be
hoort, kunnen verschaffen. Zoowel
de hoofdpunten als in bijzonderhe
den zijn deze getuigenverklaringen
onderling in tegenspraak, waarbij
Hog bepaaldelijk te onderscheiden
zijn eenerzijds de verklaringen van
hen, die met de nationaal-socialis-
tische beweging in Nederland in
verband staan, anderzijds die, wel
ke afkomstig zijn van de betrokken
politie-agenten en van de overige
getuigen, die mede tot de aanwezi
gen bij de volksoploop op 7 Septem
ber 1940 hebben behoord, uit wier
midden naar ter terechtziting geblé-
ken is aansporingen tot de politie
werden gericht om zich van haar
.vuurwapenen te bedienen.
Het Hof kan derhalve geen vrij
heid vinden onder deze omstandig
heden eenige keuze uit de bhdoelde
getuigenverklaringen te doen.
Het Hof is echter van oordeel tot
'de volgende vaststelling te moeten
komen.
Uit de verklaring van getuige-des-
k«ndige Rochat is komen vast te
staan, dat Peter Ton gedood is door
een pistoolschot midden in het
achterhoofd. I
Uit de verklaring van den getuige-
deskundige Waltman heeft het Hof
"voorts de overtuiging b ekomen,
dat het schot, waardoor Peter Ton
loodelijk v^erd getroffen, afkomstig
is geweest uit het Mauserpistool no.
259616, welk vuurwapen tijdens de
hierbedoelde ongeregeldheden ge
bruikt is door verdachte en waar
uit deze, naar ook door hem zelf
is verklaard, daarbij twee schoten
heeft gelost.
Het eerste schot werd volgens ver
dachte's verklaring door hem afge
vuurd, toen hij op een vroeger tijd
stip, dan waarop Peter Ton getrof
fen werd, van achteren werd be
sprongen door een persoon in een
wit hemd. Het tweede door verdach
te afgevuurde schot moet derhalve
he schot zijn geweest, waardoor Pe
ter Ton doodelijk werd getroffen.
Met betrekking tot dit tweede schot
verklaart verdachte, dat hij het als
een waarschuwing loste en daarbij
de beloeling had in de lucht te
schieten zonder op iemand te rich
ten. Niettemin is gebleken in ver-
band met hetgeen het Hof hiervo-
ren overwogen heeft, dat Peter Ton
door dat schot doodelijk werd ge
troffen.
Het Hof kan zich niet vereenigen
met het standpunt van den procu-'
reur-generaal en van den verdedi
ger, dat verdachte, toen hij dat
tweede schot loste, handelde ter
noodzakelijke verdediging van ei
gen of eens anders lijf tegen oogen-
blïkkelijke (wederrechtelijke) aan
randing. Immers verdachte's eigen
verklaring hieromtrent weerspreekt
dit standpunt. Verdachte heeft na
melijk herhaaldelijk verklaard, dat
hij met het tweede schot een waar-
FEUILLETON
Roman van Hans HlrUiammer
S
(Nadruk verboden)
38
Terwijl Lorenz deze herinneringen
in zijn gedachten terug riep, staar
de hij onafgebroken op het lichtgele
boek in de étalage. Hij had alt(jd
uitstekend met Arho kunnen op
schieten en meer dan eens had ht)
zich later afgevraagd, wat er wel
van dit levenslustige jongmensch te
recht zou zijn gekomen.
Zonder er diep b(j door te denken,
ging hjj den boekwinkel binnen. Een
jeugdige bediende trad op hem toe
en informeerde voorzichtig naar zijn
wenschen. Waarschijnlijk twijfelde
hij wel eenigszins aan de literaire
belangstelling van dezen ietwat ha
veloos uitzienden man, wiens onge-
wasschen handen meer op ruw werk
duidden.
„U hebt daar een boek van Arno
Meissne* ln de étalage!" begon Lo
renz. Zijn manier» van spreken en
z(Jn zelfbewust optreden misten hun
uitwerking niet.
schuwing beoogde, zonder iemand
fe willen treffen en daarom bedoel
de in de lucht te schieten. Het Hof
is nu van oordeel, dat, indien ver
dachte bij den stand, waarin het
straatgevecht zich op dat oogen-
blik bevond, terwij] er reeds ver
scheidene malen geschoten \«tis ei»
er reeds zwaargewonden waren en
schieten derhalve op izchzelf niet
meer afschrikkend kon werken, in-
derdad een zeer ernstige en ogen
blikkelijke bedreiging van eigen le
ven of van dat van een der andere
politie-agenten vreesde, hij redelij
kerwijs niet bedoeld zou kunnen
hebben slechts ter waarschuwing in
de lucht te schieten. Uit de stellige
en herhaalde verklaring van ver
dachte, waaraan het Hof niet wil
twijfelen, dat hij zulks niettemin
bedoeld heeft, leidt het Hof af, dat
verdachte op het oogenblik, dat hij
het tweede schot, als waarvan hier
sprake is, loste, noch zichzelf, noch
een der andere getrokken agenten
levensgevaarlijk 'en oogenbiikkeiijk
bedreigd achtte, zoodat het Hof op
grond van verdachte's klaarblijke
lijke bèoordeeling van den toestand
het beroep op noodweer en bijge
volg op noodweer-exces verwerpt.
Het Hof acht derhalve uit de hier-
voren aangehaalde bewijsmiddelen
het wettig en overtuigend bewijs
geleverd, dat aan de schuld van
verdachte die immers te midden
eener volksmenigte schoot zonder
zich van de uitwerking- daarvan
rekenschap te geven de dood van
Peter Ton tè wijten is, terwijl ver
dachte dit misdrijf heeft gepleegd
in de uitoefening van Zijn ambt,
zonder dat een beroep op noodweer
(noodweerexces) kan worden aan
vaard.
Met betrekking tot de op verdach
te toe te passen straf overweegt het
Hof het volgende:
Het Hof acht het niet ondienstig
de volgende opmerking vooraf te
laten gaan:
Zich er volledig rekenschap van
gevend, dat Peter Ton een zeer bij
zondere plaats inneemt in het ge-
dachtenleven van hen, die bij de
vorming van de nieuwe Nëderland-
sche gemeenschap in het middel
punt staan, moet het Hof er echter
op wijzen, dat deze hooge symbo
lische beteekenis van Peter Ton
eerst na en door zijn dood is ont
staan, zoodat de uitzonderlijk hoo
ge waarde van de persoonlijkheid,
die in den naam van Peter Tor.
voortleeft, niet in aanmerking be
hoort te worden genomen bij de
beoordeeling van de omstandighe
den, welke tot den dood van den
weerman Peter Ton hebben geleid.
Voor de beoordeeling der straf
waardigheid van verdachte zal der
halve de latere beteekenis van den
persoon van Peter Ton geheel bui
ten beschouwing moeten blijven.
Het Hof is voorts van oordeel,
dat voor verdachte, al behoort hij
vooral als dienaar van de politie
zijn eigen verantwoordelijkheid
voor zijn handelwijze, omstandighe
den in aanmerking behooren te
worden genomen, die aanleiding
zijn hem het onderhavige misdrijf
minder zwaar aan te rekenen.
Het is het Hof uit het verhoor
van verdachte, zoomede van de als
getuigen verhoorde agenten van po
litie G. van der Meulen, J. de Gijt,
A. Mons en H. Kruijer gebleken, dat
ten tijde van de ongeregeldheden
op 7 September niet of nauwelijks
althans ten eenenmale onvoldoen
de, door de toenmaals leidende Ne-
derlandsche politieinstanties de
aandacht van het politiepersoneel
was gevestigd op de geheel veran
derde binpenlandsche algemeene
en politieke omstandigheden, be
paaldelijk met betrekking tot de
houding, welke sindsdien ten aan
zien van de nationaal-socialistische
beweging in Nederland en haar or
ganen, waaronder de weerafdeelin-
gen, behoort te worden aangeno
men.
Het gevo(g van deze ernstige te
kortkoming en dit gemis aan ver-
eischte voorlichting is geweest, dat
de betrokken agenten van politie,
gelijk uit hun voor het Hof afge
legde verklaringen is gebleken, on
geregeldheden als de onderhavige,
beschouwen als een gewone volks
oploop en ordeverstoring, waarte
gen als van ouds opgetreden moest
worden. Dit gebrek aan voldoend
begrip van een zich voltrekkende
revolutionnaire omvorming van
verhoudingen en het dientengevol
ge niet bepalen van een door de
gewijzigde omstandigheden daarte
genover geboden houding, wil het
Hof zeker niet in de eerste 'plaats
aan de betrokken agenten van po
litie aanrekenen, maar uiteraard
aan de toenmalige leidende politie
instanties, waar vroegere instruc
ties met betrekking tot ongeregeld
heden, waarbij leden of organen der
nationaal-socialistische beweging
in Nederland betrokken waren,
niets aan duidelijkheid te wenschen
hebben overgelaten.
Deze omstandigheden in aanmer-
m
BELANGRIJK ARTIKEL IN
„BERLINROMTOKIE."
BERLIJN, 28 Jan. (A.N.P.) Het
nieuwste nummer van het tijd
schrift Berlin-Rom-Tokio bevat een
hoofdartikel onder bovenstaand op
schrift, waarin o.m. het volgende
gezegd wordt:
Toen dc achtsten December Ja
pan Amerika met zijn oorlogsvoor
bereidingen tegen Japan te vlug af
was en uit rechtvaardige zelfver
dediging voor den afweerslag uit
haalde, waS onder het Amerikaan-
sche publiek door de brutale en
aanmatigende redevoeringen van
zijn oorlogsophitsers zulk een oor
logspsychose gewekt, dat de feerste
schoten in het Zuidzeegebied door
een groot deel der pers als een wa
re opluchting werden gekenmerkt.
In een eigenlijk alleen, maar in
sprookjes voorkomende mate van
verblinding, overschatting, aanma
tiging en politieke blindheid had
president Roosevelt de Japansehe
natie drie jaar lang beleedigd, ge
provoceerd en bedreigd. Hij maakte
er geen geheim van, dat hij op een
hem geschikt voorkomend tijdstip
de „|jankbedreiging van de Zuid
zee" rustig naar hij zeide, uit den
weg zou ruimen en de Japansehe
vloot van de zeeën zou doen ver
dwijnen, om zich dan arm in arm
met zijn Britsche en bolsjewistische
bondgenioten aan de „liquidatie
van de Europeesche aanvoerders"
te wijden.
President Roosevelt ging bij deze
met een naïeve openhartigheid, ver
kondigde plannen uit van de ge
dachte, dat het driemogendheden-
pact een op bedriegelijke, onsolide,
theoretische en opportunistische
grondslagen gebouwd maakseltje
was.
Op den Japanschen afweeroorlog
tegen de Vereenigde Staten is nau
welijks een maand na het begin op
den 18en Januari de onderteeke-
ning van de militaire conventie
Berlijn-Rome-Tokio gevolgd. Dit
8ccoord is de bekroning van het
politieke bondgenootschap tusschen
Duitschland, Italië en Japan.
Aan de zijde van de dapperste
soldaten van Europa zijri de dap
perste soldaten van Oost-Azië ge
treden.
Er is thans geen mensch ter we
reld meer, die er aan twijfelt, dat
deze oorlog der continenten alleen
door de agressieve houding van
Roosevelt tegenover Duitschland.
Italië en Japan, die steeds op hun
verlangen naar vrede en vriend
schap met het Amerikaansche volk
gewezen hebben, ontketend is.
king nemende is het Hof van oor
deel, dat aan verdachte slechts een
geringe straf moet worden opge
legd, welke het Hof bepaaldelijk als
ernstige waarschuwing bedoelt.
Het Hof wil daarbij nog uitdruk
kelijk te kennen geven geenerlei
aanleiding te vinden verdachte als
bijkomende straf op te leggen de
entzetting uit het recht tot het be-
kleeden van het ambt van politie
dienaar.
Roosevelt is de laatste aan
stichter van dezen wereldoorlog
Hij handelt in opdracht van het
w,ereldjodendom. Men ziet altijd
en overal de Joodsche namen
onder de bevelen en in de orga
nisaties, die dezen oorlgo ver
oorzaakt hebben en die hem lei
den.
Het Joodsche bolsjewisme heeft
zich ten slotte er mede verbonden,
zoodat de twee grootste bedriegers
der wereld op echt Joodsche wijze
elkaar voor de gemeenschappelijke
zaak hebben gevonden, met de ge
dachte. dat bij de afrekening de
een den ander toch zal bedriegen.
Wat hun de weerstandskracht van
weliswaar arme, doch. fatsoenlijke
volken in de wereld na den wereld
oorlog van 1914 tot 1918 ondanks
hun crisis en chaos nog weigerden,
namelijk onbeperkte wereldheer
schappij en vernietiging van alle
nationale structuren met als doel
een onbeperkte winstmakerij en de
bevrediging van een geheimzinnig,
het Joodsche ras eigen, haatgevoel
tegen alles wat goed en mooi is,
dat moest deze oorlog hun brengen.
Laatste consequentie.
Zij hebben hem gekozen als laat
ste consequentie, toen alle andere
middelen gefaald hadden en zij
hebben hem op echt Joodsche wijze
gedacht als een oorlog, die zij met
andere volken willen voeren, om
dat zij zelf te laf zijn om hem zelf
te voeren.
Duitschland was het, wiens Füh-
rer de uitdaging onvoorwaardelijk
en -compromisloos aannam, ge
schraagd door het vertrouwen, de
kracht en den onbuigzamen wil om
te leven van zijn geheele weder op
gestane vc4k.
Wij gingen den oorlog niet on
voorbereid in. Wij kenden onze
vijanden. Wij kenden ook hun mid
delen. Met ongeëvenaarde energie
en arbeidskracht, geïnspireerd door
het heilige vuur der missie van on
ze eeuw, bezield door den wil en de
energie van den Führer, werd door
de buitenlandsch politieke leiding
van het Duitsche rijk en met den
Duce en de mannen van zijn fas
cisme en met evenzeer geestdriftige
door idealen van het groote leven
bezielde politici en militairen van
het Japansehe rijk, een militair-
strategische alliantie gesmeed., die
in de wereld niet slechts haar ge
lijke niet he.!t, doch reeds van on
weerlegbare beteekenis is geble
ken!
Berlijn-Rome-Tokio, nog enkele
jaren geleden het parool van een
ideëelen strijd, dien Kngelsciien en
Amerikanen een gril beliefden te
noemen, thans de door het gemeen
schappelijke bloed doordrenkte ba
nier van een onverbreekbaar front
om de aarde.
Terwijl door de historische over
winningen der Duitsche weermacht
op het bolsjewistische leger de
staatsmacht van het bolsjewisme in
het jaar 1941 nederlagen heeft gele
den, waarvan zij zich nooit zal her
stellen, heeft Japan met zijn over
winning op de Amerikaansche en
F.ngelsche strijdkrachten in Oost-
Azië de heerschappij ter zee en in
de lucht in Oost-Azië bevochten,
door het tot stand komen van de
Japansehe heerschappij in het
Oost-Aziatisch gebied, is Japan in
het bezit gekomen vari de rijkste
grondstofbronnen ter wereld.
Zuid-Amertka.
Krampachtig tracht de heer Sum-
ner Welles te Rio cie Janeiro het
Zuid-Amerikaansche continent om
der den knoet te krijgen van het
Washingtonsche kapitaal, onder de
heerschappij van de Joodsche cen
trale in de Vereenigde Staten, om
deze volken en hun grondstoffen
thans in dienst van den Joodschen
oorlog te dwingen. Aan "de ontwik
keling van dezen oorlog zal ook de
ze episode niets veranderen. Door
de overwinningen der as in Europa
en door de overwinningen van Ja
pan in het Zuidzeegebied is het
overwicht der bondgenooten op po
litiek, militair en economisch ge
bied1 zoo groot geworden, dat er
geen combinatie van mogendheden
ter wereld meer is. die het tegen
deze machtsontplooiing zou kunnen
opnemen.
De mogendheden van het
pact van drie en haar bondge
nooten zullen dezen oorlog voe
ren met het geheele fanatieke
geloof en den wil om te over
winnen van de jonge volken tot
haar tegenstander definitief ter
aarde is geworpen.
Het groote vredesdoel echter van
de mogendheden van het paefvan
drie luidt: De overwinning van de
door Joden, Bolsjewisten en pluto-
kraten gepredikte internationale an
archie door het opbouwen van ge
sloten levensgebieden volgens het
grondbeginsel: Europa voor de
Europeanen, Oost-Azië voor de
Oost-Aziaten.
„Berlin—Rome—Tokio" geeft in
dit artikel op duidelijke wijze weer,
dat de strijd, welke thans door
Duitschland, Italië en Japan mèt
de door eenzelfde lotsbestemming
aan deze landen verbonden staten
gemeenschappelijk wordt ge
voerd, in wezen niets anders is dan
een logische uitbreiding, het ideaal,
dat de Germaansche volkeren zich
hebben gesteld in Europa: zelfbe
schikkingsrecht der volkeren in hun
eigen levensruimten. Een recht, dat
de Amerikanen en Engelschen door
de eeuwen heen verkracht hebben
door het lot van de volkeren in an
dere wetelddeelen, het lot van niet-
Anglo-Amerikaansche landen steeds
ondergeschikt te maken aan de be
langen der Joodsch-kapitalistische
machten, die van Amerika en Enge
land uit trachten hun wereldover-
heersching ten koste van het geluk
der menschheid te behouden. Na
Duitschland en Italië, welke lan
den pogen deze wereldheerschappij
althans in Europa te breken om de
landen van het Avondland een
vrije, gelukkige toekomst te verze
keren, heeft thans ook Japan de
vallen? Juist op het oogenblik, dat
hij aan de waarde en de doelmatig
heid-van zijn handelwijze was begin
nen te tw(jfelen?
Agh wat, hij zou maar een paar
uur met Arno samen z(jn; het zou
wel spoedig blijken, wat er bij de
huidige omstandigheden van den
vriend van vroeger was overgeble
ven. In het ergste geval zouden ze
elkaar vriendelijk de hand ten af
scheid drukken en daarmee zou hfj
dan weer een ervaring rijker zijn.
Hij betuigde den welwillenden be
diende zijn dank voor diens be
moeienissen en verliet den winkel.
De voorman van de asphaltploeg
keek bedenkelijk, toen hij hoorde, dat
Burmester voor de rest van den dag
verlof vroeg. „Vooruit dan maarl"
bromde hij tenslotte. „Maar denk .er
om, dat we daar geen gewoonte van
maken!"
„Nee, nee, het zal niet meer gebeu
ren", beloofde Lorenz en h(J haastte
zich naar een leege taxi, die juist
voorbij reed.
De chauffeur scheen weinig ver
trouwen te hebben in zijn vrachtje,
maar toen Lorenz hem nogal van uit
de hoogte het adres opgaf, waar hij
wenschte te worden heen gereden,
slikte de man de spottende opmer
king, welke hij ln den mond had, in
en gaf gas.
Wordt vervolgd.
wapens aangegord om Oost-Azië
bevrijden en de volkeren, die aan
dezen bodem gebonden zijn, gelegen
heid fe bieden zich in hun eigen
levensruimte vrijelijk te ontwikke
len.
Er is dus geen sprake van een
wereldoorlog, maar van een Oor
log van de menschheid tégen fa
Joodsch-kapitalistische uitlui n~
der wereld en tegen de bolsjewisti
sche gruwelmacht, vóór een vrii
menschwaardig bestaan. Het kan
niet anders of een zoodanige strijd
van recht tegen onrecht moet
met de overwinning van het recht
eindigen. De resultaten tot nu toe
doen niet anders vermoeden.
LUCHTACTIE ONDANKS
HEVIGE ZANDSTORMEN.
ROME, 29 Jan. Het 606e It*
liaansche weermachtsbericht loidt:
Verkenningsafdeelingen hebben
gisteren een groote bedrijvigheid
ontplooid in de Djebel in de Weste
lijke Cyrenaica. Ondanks de voort
durende hevige zandstormen heeft
de Italiaansche en Duitsche lucht
macht verscheidene doeltreffende
aanvallen ondernomen op de ach-
terwaartsche verbindingen van den
vijand. De luchtstrijdkrachten van
de as ondernamen nieuwe aanval
len op Malta en bombardeerden
militaire doelen. Een vijandelijk!
vliegtuig werd in een luchtgevecht
neergehaald.
Britsche vliegtuigen hebben Tri
polis aangevallen: eenige gewon
den, beperkte schade. Een Engelsch
toestel, dat een verkenningsvlucht
maakte boven Castanzaro is nabif
Marcellinara neergestort. De be
stuurder werd door een afdeeling
soldaten, die speciaal opgeleid zijn
voor het opsporen van valscherm
springers, gevangen genomen.
ZATERDAG »1 JANUARI.
Hilversum L 416.5 m.
7.16 Oramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgym
nastiek. 7.55 aramofoonmuxlsk. 8.00 Causeria
„Brandende kwesties" (opn.). 8.15 Grampfoon-
muziek. 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.N.O.:*
Nieuwsberichten. 8.45 Oramofoonmuzlek. 1.1»
Voor de huievrouw. 8.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de
vrouw. 11.30 Zeug met planobegeleiding en
gremofoonmuzlek. 13.00 Orgelconcert en zang.
13.40 Almanak. 13.4» B.N.O.: Nieuws- en eco
nomische berichten. 13.00 Het Landbouw
proefstation. 13.15 Orkest Malando en solist.
14 00 Het kweeken van de vroegste groenten,
causerie. 14.20 Na gedanen arbeid Musiek
en vrooUJkheld. 15.50 Oramofoonmuzlek. 15 00
Bijbellezing. 18.30 Röntgenkwartet en gramo-
foonmuziek. 11.16 B.N.O.: Nieuw»-, economi
sch»- en beursberichten. 17.30 Gramofoon-
mualek. 17.5» Duitsche taalcursu». lé.00 Gra-
mofoonmuxiek. 18.16 Het kwartier van den
Arbeid. 18.30 Nederlandsch Kamerkoor «n
gremofoonmuzlek. 19.00 Actueel halfuur. 1» 30
Gevarieerd programma ten bate van Winter
hulp Nederland en het Duitsche Winterhulp-
werk. Vanaf. 20.15 alleen voor de Radio-
Centrale», die over een lijnverbinding met do
Studio beschikken. 30.15 Gramofoonmuziek.
20.4» „De Omroep ln Groningen", Gronlng-
sche stedenavond. 31.45 B. N. O.: Nieuwsbe
richten. 22.00 B.N.O.: Engelsche uitzending:
„Dutch News Reel" 6f gramofoonmuziek.
32.1524.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 801.5 a.
7.16—8.00 Zie programma Hilversum I. 'M
Gramofoonmuziek. 8.158.45 Zie programma
Hilversum I. 8.45 Oramofoonmuzlek. 10.00
Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.80
Lichte muziek (opn.). 12.00 Muziek TOor
plano'». 12.30 Oramofoonmuzlek. 12.46 B.N.O..
Nieuws- en economische berichten. 13.06 Ros-
meensch orkest Gregor Serban. 18.40 Voor de
Jeugd. 14.00 Stedelijk orkest van Maastricht
en solist. 14.45 Eenige opmerkingen over eul-
tuur ln het alrffcmeen en kunst in het bijzon
der. 16.00 8tedelilk orkest van Maastricht en
solist. 15.45 Hier W.A. 18.00 Revlda-sektet.
10.45 Gramofoonmuziek. 17.00 Voor de bin
nenschippers. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economi
sche- en beursberichten. 17.30 orgelconcer
18.00 Cyclus „In een nieuw licht bezien
(Voorbereid door de N.8.B.). 18.1» De
bier». 18.45 Als lk 't voor 't zeggen had. 19 00
B.N.O.: Praatje ln Gronlngsch dialect. 18-1"
B N.O.1 Nieuwsberichten. 19.30 Inleiding tot
het 4e concert ln den Bruckner-cyclus, even
tueel gevolgd door gramofoonmuziek. 19
Utrechtsch Stedelijk Orkezt. Vanaf j0.io
alleen voor de Radio-Centrales, die over een
lijnverbinding met de Studio beschikken. 1W.
Graiflofoonmuzlek. 20.45 utrechtsch Stedelil*
Orkest. 21.15 Oramofoonmuzlek. 21.80 O
lied ln de 17e en 18e eeuw. 31.45 B. N j-
Nieuwsberichten. 22.00 B.N.O.: Toelichting «P
het weermachtsbericht. 22.1022.16 Avon
wijding.
Hoofdredacteur: J. Keesman.
Schaffen. Wnd. Hoofdred--
A. K. Jonker. Buiten- en Bin
nenland, Schaffen. F red-
Groot, schaffen. Alff. reportafte
Streeknieiiws en Kunst. - A. C.
van Kampen. Rayon-redacteur
Den Helder.
„Ja, zeker, buitengewoon span
nend. Ik kan het u bijzonder aanbe
velen. Gebonden vier mark vijftig!
Mag ik het voor u Inpakken?"
„Neen, dank u! Het gaat om wat
anders. Zoudt u mij misschien het
adres van den schrijver kunnen op
geven? Ik vermoed, dat hij wel in
het literaire jaarboekje zal staan?"
„Wel zeker! Met genoegen! Een
oogenblik alstublieft!" De jonge man
haastte zich naar een aangrenzend
kantoortje en keerde eenige minuten
later met een open geslagen boek
terug. „Hier hebben we het al: Arno
Meissner, geboren 17 Maart 1905 in
Landshut, woont in Berlijn-Lichter-
felde, Königsdamm 18a, telefoon
E. 53189. Zal ik het voor u opschrij
ven V'
„Dat is heel vriendelijk van u!
En u hebt hier zeker wel tele
foon? Zou ik daar misschien even
gebruik van mogen maken Arno
Meissner ls namelijk een oude school
kameraad van me".
„Natuurlijk, als u even hiernaast
wilt gaan!" De jongeman was de
voorkomendheid zelf. „U wilt me
neer Meissner waarschijnlijk opbel
len, vermoed lk. Als lk misschien
even de verbinding voor u tot stand
kan brengen...?"
„Maar dat is werkelijk..."
„Nee, nee, met genoegen. Hoe was
het nummer ook weer?" H\j raad
pleegde nog eens het jaarboekje.
„Ah, juist, E. 53189!" En reeds
spoedde hij zich naar het toestel.
„Hallo, is meneer Meissner aan
wezig? O, meneer Meissner zelf!"
De bediende maakte een lichte bui
ging. „Meneer Meissner, hier is een
heer, die u wenscht te spieken".
En hierop ontspon zich het vol
gende, zooals later zou blijken zeer
belangrijke telefoongesprek tusschen
Lorenz #en den schrijver van detec
tive romans, Arno Meissner:
„Hallo, Arno, ben je het werke
lijk?"
„Met Arno Meissner! Met wien
spreek ik?"
„Kerel, Arno, natuurlijk ben Je
^het. Nog diezelfde knoedelstem van
"vroeger".
„Knoedelstem? Meneer, wie
bent u eigenlijk?"
„Jongen, Stompie, raad dat nou
eens!"
„Bij Zeus, zaliger nagedachtenis,
kerel, als je Stompie zegt, dan ben
Jtj er een van het gym ln Landshut.
Vooruit, zeg op je naam!"
„Eigenlijk kon je me toch ook wel
aan mijn stem herkennen, Stompie!
Of moet lk je aan de Cicero-lessen
herinneren, die Je altijd zoo netjes
van me hebt overgeschreven?"
„Mensch, neehou me /ast! Toch
zeker niet Lorenz? Lorenz Bur
mester l" J
„Goed geraden. Stomp!"
„Lorenz! Hoe is 't mogelijk? Zit
jij in Berlijn?"
„Voorloopig wel, ja!"
„Kerel, hang direct die telefoon op
en »nel in mijn armen! Kom aan
mijn hart! Vooruit, neem een taxi!
Ik verwacht je binnen een kwartier,
wat zeg ik: binnen vjjf minuten!
Hopenüjk kan je een poosje blijven".
„Dat zal moeilijk gaan, Stomp! Ik
ben namelijk op het oogenblik bezig
jullie verwaarloosde Berlijnsche stra
ten opnieuw te asphalteeren. Je per
soneel zal waarschijnlijk wel eenig
bezwaar maken om mij tot je toe te
iaten!"
„Wat is dat nu voor dwaasheid,
Lorenz? Het zou me hoogstens
respect kunnen Inboezemen! Met
spoed dus, ja! Ik betaal den rit!
Voor mijn part verschijn je in je
zwembroek. Binnen vijf minuten
verwacht ik je hier. Nog net tijd
genoeg om een bord met „welkom!"
voor de huisdeur te hangen. Nou
hoe denk je er over?"
„Goed, ik zal komen, Stomp!"
„Dat is je geraden ook!"
Lorenz legde nadenkend den hoorn
op den haak. Was het ondanks alles
niet onzinnig ln den toestand, waar
in h(J verkeerde, zijn ouden school
makker te gaan opzoeken? Of was
het een speling van het lot, dat zijn
aandacht op Arno'» boek was ge-