Brandende kwesties
Rheumatkk
Spier.
piip
"AKKERTJE
LAAGHARTIG MISDRIJF
IN OORLOGSTIJD
Kapitein Yetweq miW tot
lier jaar gnaiipisstiif
rooms
van
HOITIKA
V
Strijd en Overwinning
VREDEGERECHTSHOF
Britten tot voorbij Derna
teruggeslagen
Eeo achttienjarige wil
antwoord hebben
Nee m'n
RADIOPROGRAMMA
MISBRUIK VAN GEZAG OM NA-
TK>N AAL-SOCIALISTISCHE
VROUWEN ZICH TE DOEN
ONTKLEEDEN.
GRAVENHAGE, 5 Febr. Het
Vredefferechtshof heeft heden uit
spraak Kedaan in de zaak tegen den
41-jarigen kapitein der artillerie
G. J. Verweij, wien ten laste was
gelegd, dat hij, door het (toenmali
ge) militair gezag belast met het
doen van nasporingen en huiszoe
kingen, in den nacht van 13 op 14
Mei 1940, althans in of omstreeks
dat tijdvak, te Alkmaar door mis
bruik, althans door aanmatiging
van gezag vier vrouwen of meisjes
heeft gedwongen, zich in het bijzijn
van alleen hem, verdachte, te ont
kleeden, zulks terwijl het niet nood
zakelijk was, dat hij genoemde vrou
wen op haar lichaam onderzocht.
He procureur-generaal, prof. Dr.
F. van Genechten, eischte op 22 Ja
nuari jl. de in art. 137 W .van Str.
genoemde maximumstraf van vier
jaren gevangenis, zoomede ontslag
uit den militairen dienst en ont
zetting van de bevoegdheid om bij
de gewapende macht te dienen.
Het hof heeft den verdachte
heden veroordeeld tot vier ja
ren gevangenisstraf met aftrek
van het voorarrest (sinds 16
September 1940) en met ontslag
uit den militairen dienst met
ontzetting van de bevoegdheid
om bij de gewapende macht te
dienen.
Aan de overwegingen, waarop
dit arrest berust, is het volgende
ontleend:
Uit de verklaringen van getuigen
W„ K., B.-S., en v. d. W., bevestigd
door verdachte, is komen vast te
etaan, dat verdachte, handelend in
zijn hoedanigheid van kapitein van
het Nederlandsclfe legertop 12 Mei,
wat betreft getuige v. d. W. en in
den nacht van 13 op 14 Mei 1940
w~at betreft de andere vrouwen, te
Alkmaar genoemde vrouwen er toe
gebracht heeft, zich geheel of na
genoeg geheel voor hem te ontklee-
den, waarbij verdachte zich beriep
op eenhem door zijn meerderen
verstrekte opdracht ter rechtvaar
diging van zij-> bedoeld optreden.
Verdachte heeft, gelijk uit ge
noemde getuigenverklaringen mede
blijkt en door hem wordt bevestigd,
op deze getuigen den indruk willen
maken en ook inderdaad gemaakt,
dat hij" bevoegd was van haar te
eischen zich te ontkleeden, tenein
de haar aan den lijve op bezwaren
de stukken te onderzoeken. Voorts
is komen vast te staan uit meerge
noemde getuigenverklaringen, dat
verdachte daarbij van zijn dienst
pistool een zoodanig gebruik heeft
gemaakt, dat althans vrouwen als
getuigen zich bedreigd gevoelden,
terwijl evenzeer vaststaat, dat be
doelde getuigen uitsluitend onder
dwang van verdachte zich tegen
haar zin voor hem hebben ont
kleed.
He( Vredegerechtshof heeft op
grond der tenlastelegging in de eer
ste plaats de vraag te onderzoeken
of verdachte, die optrad in zijn hoe
danigheid van kapitein van het Ne
derlandsche leger, door het militair
gezag belast met het doen van na
sporingen en huiszoekingen, zich,
handelend gelijk hiervoor als bewe
zen aanvaard, aan aanmatiging van
gezag heeft schuldig gemaakt
Overwegingen.
Met het oog hierop heeft het hof
het volgende overwogen.
Hoewel de onmiddellijke com
mandant van verdachte de niet
verschenen getuige Baan in zijn
verhoor voor den rechtercommissa
ris van 21 Augustus 1940 bij de om
schrijving van de strekking zijner
opdracht niet van het doen fouil-
leeren van personen gewag heeft
gemaakt en hoewel getuige Speijer,
die namens getuige Baan aan ver
dachte de bedoelde opdracht mon
deling heeft doorgegeven, waartoe
hij bevoegd was, verklaard heeft
zich niet meer te herinneren of daar
bij sprake is geweest van het fouil-
leeren van personen met het oog
op het onderzoek naar eventueel
aan den lijve medegevoerde stuk
ken, acht het hof op grond van de
verklaring van getuige Feitsma,
die dezelfde opdracht als verdachte
namens getuige Baan van geiuige
Speijer ontving, het aannemelijk en
■houdt voor bewezen, dat verdachte
gelijk hij verklaard heeft, de op
dracht namens zijn militairen meer
dere had bekomen om, indien zulks
door de omstandigheden geboden
was, tot fouilleering van personen
als vorenbedoeld over te gaan. Daar
bij is echter komen vast te staan,
mede uit de verklaring van ver
dachte, dat de bedoelde opdracht
tot fouilleering in geen geval op be
paald aangewezen personen betrek
king had, maar dat, gteliik verdach
te voor het hof heeft erkend, de ver
antwoordelijkheid voor het fouillee-
ren van bepaalde personen in
het onderhavige geval van de getui
gen W., K„ B.-S. en v. d. W. en
voor de wijze waarop dit geschied
is, geheel voor rekening van ver
dachte is gebleven.
Geen rechtvaardiging.
De tweede vraag, welke het hof
derhalve te beantwoorden heeft, is
of verdachte met betrekking tot de
meergenoemde vrouwelijke getui
gen zich redelijkerwijs op omstan
digheden heeft kunnen beroepen,
welke de door hem toegepaste wij
ze van fouilleering, bestaande? in
het zich geheel of nagenoeg geheel
doen ontkleeden dezer vrouwen,
hebben kunnen rechtvaardigen als
I uitvoering zijner genoemde op
dracht.
Het onderzoek ter terechtzitting
heeft het hof de overtuiging ge
schonken, dat zoodanige omstan
digheden niet aanwezig zijn geweest
en dat ook verdachte zelf geen ver
denking van eenige beteekenis ten
opzichte van de vier genoemde ge
tuigen koesterde. Het is het hof
namelijk gebleken, dat verdachte,
die aan den eenen kant voorgaf
deze getuigen aan een zeer nauw
keurig onderzoek te moeten onder
werpen in verband met de moge
lijkheid, dat zij belastende stukken
aan den lijve bij zich droegen, met
het oog waarop hij haar ontklee
ding verlangde, aan den anderen
kant het zelfs niet noodig heeft ge
oordeeld de jloor deze getuigen af
gelegde kleedingstukken nader te
onderzoeken, evenmin als hij zijn
onderzoek tot het schoeisel der ge
tuigen. dat hij sommigen harer bo
vendien zonder meer heeft laten
aanhouden, heeft uitgestrekt
Oudere vrouwen niet onder
zocht.
Ook is aan het hof gebleken, dat
verdachte geen aanleiding vond
oudere personen, zooals de moeder
van getuige W„ hoewel hij verklaar
de ten aanzien van het gezin W.
bijzondere verdenking te hebben
gekoesterd, aan een fouilleering te
onderwerpen.
Uit hetgeen het hof in het voor
gaande heeft vastgesteld vloeit naar
's hofs oordeel voort, dat verdachte
blijkens zijn eigen optreden als hier-
voren bedoeld, kennelijk niet op
grond van eenige bepaalde verden
king in verband met gegeven om
standigheden de vier genoemde ge
tuigen zich van haar kleeding heeft
laten ontdoen, verdachte hebbende
immers juist datgene nagelaten, wat
bij een onderzoek als door hem
voorgegeven voor ieder redelijker
wijs het meest voor de hand zou
liggen, namelijk het onderzoek van
kleederen en schoeisel van de be
trokken, beweerdelijk verdachte per
sonen.
Het hof heeft mitsdien de overtui
ging", dat verdachte zonder eenigen,
aan zijn opdracht ontleenden, grond
de meergenoemde vier getuigen
zich-tegen haar zin heeft doen ont
kleeden.
Hiermede acht het hof het aan
verdachte tenlaste gelegde misbruik
van gezag bewezen.
De straf.
Wat de aan verdachte op te leg
gen straf betreft .overweegt het hof
het volgende:
Het hof wil aannemen, aangezien
daarvan niet is gebleken, dat ver
dachte geen sexueel oogmerk had,
toen hij de vier genoemde getuigen
zich voor hem heeft doen ontklee
den.
Het hof is echter van oordeel,
dat verdachte zich, bij gebreke
van eenige gerechtvaardigde
aanleiding daartoe, gelijk
hiervoren overwogen heeft
laten leiden door de bedoeling
deze jonge vrouwen, van wie hij
wist of vermoedde, dat zij de
beginselen der nationaal-socia-
listische beweging in Nederland
aanhingen, te vernederen, in
haar mede de eer der beweging
kennelijk willende treffen.
De woorden door verdachte aan
getuige' W. toegevoegd: „Dit is nu
zeker wel het ergste ge.weest voor
u, wat u kon, overkomen", hebben
in di( verband bijzondere beteeke
nis.
Verdachte heeft, aldus handelend
als officier van het Nederlandsche
leger, vooral onder de toenmalige
oorlogsomstandigheden, zioh aan
een uiterst zwaar vergrijp schuldig
gemaakt, zooals zich juist in ver
band met de bedoelde omstandig
heden nauwelijks een laaghartiger
laat denken. f
Hij heeft zioh aan de eer van
weerlooze vrouwen, die uiteraard in
de moeilijkste omstandigheden ver
keerden, vergrepen met ae kenne
lijke bedoeling haar te vernederen.
Daartegenover ziet het hof geener
lei grond voor verontschuldiging
en kan slechts in aanmerking wor
den genomen, dat verdachte zich
reeds sinds 16 September 1940 in
preventieve hechtenis bevindt.
Het hof overweegt voorts, dat de
door verdachte gepleegde feiten in
zoodanig verband staan, dat zij moe
ten worden beschouwd als één
voortgezette handeling.
Overwegende, dat het bewezen
verklaarde oplevert het misdrijf
van:
„Het als militair door misbruik
„van gezag, iemand dwingen iets te
„doen",
strafbaar gesteld bij artikel 137
van het wetboek van militair straf
recht
Overwegende, dat verdachte des
wege strafbaar is, nu niet gebleken
is van feiten of omstandigheden,
welke zijn strafbaarheid zouden uit
sluiten of opheffen.
Overwegende, dat het hof nage-
melde straf in overeenstemming
oordeelt met den aard en den ernst
van het gepleegde feit en de om
standigheden, waaronder het werd
begaan, alsmede met den persoon
van verdachte.
Overwegende, dat het hof niet
wettig en overtuigend bewezen acht
hetgeen verdachte meer of anders
is ten laste gelegd dan boven bewe
zen werd verklaard.
Gezien de artikelen 8, 6, 23, 60, 62
Itallaansch weermaohtbericht.
De troepen van de as blijven, na
Derna te zijn gepasseerd, den vij
and in Oostelijke richting vervol
gen. Bij de gevechten, die in Cy-
naica geleverd zijn, werden tot 31
Jan. 3.500 gevangenen gemaakt en
370 pantserwagens en 192 kanonnen
vernield of buitgemaakt.
De luchtmacht heeft in nauwe
samenwerking met de landstrijd
krachten herhaalde malen terug
trekkende colonnes en achterwaart-
sche verbindingen van den vijand
gebombardeerd en branden en ver
nielingen veroorzaakt. De aanvallen
van de Italiaansche en Duitsche
luchtmacht op Malta werden zon
der ophouden voortgezet Lucht- en
vlootbases werden met goed gevolg
en 137 van 't Wetboek v. Militwr
Strafrecht, 56 en 91 van 't Wetboek
van Strafrecht als het besluit van
den secretaris-generaal van 't De
partement van Justitie, d.d. 12 Au
gustus 1941', verordeningenblad van
16.Augustu8 1941 no. 156.
Rechtdoende in naam van het
recht:
Verklaart wettig en overtuigend
bewezen, hetgeen verdachte is ten
laste gelegd in voege als boven
werd bewezen verklaard.
Verklaart, dat het bewezene ople
vert het strafbare feit voormeld.
Verklaart verdachte deswege
strafbaar en Veroordeelt hem terza
ke tot een gevangenisstraf voor den
tijd van vier jaren.
Ontslaat hem uit den militairen
dienst met ontzetting van de be
voegdheid om bij de gewapende
macht te dienen.
Bepaalt, dat de tijd door den ver
oordeelde voor de tenuitvoerleg
ging van dit arrest ih voorloopige
hechtenis doorgebracht, bij de ten
uitvoerlegging 'der straf geheel in'
mindering zal worden gebracht.
^55. Wat Is hier te doen? vroegen
de vliegeniers aan Piet. Die vertel
de vlug wat er gebeurd was en ging
tusschen hen in staan, want de
booze dame keek hem nog steeds
onheilspellend aan, al hjeld ze nu
haar handen thuis. Maar waar wees
je dan op? Waar ik op wees? zei
Piet met een ondeugende flikkering
in zijn oogen, ik wees op haar eie
ren, die naar de p^aan zijn!-
Max Blokzijl sprak Donderdag
avond in de serie „Brandende kwes
ties" over het onderwerp: „Een
achtienjarige wil antwoord heb
ben."
De heer Blokzijl begon met mede
te deelen, dat hij den volgenden
brief van een achttienjarige uit een
groot dorp op de Veluwe had ont
vangen.
„Ik wilde U graag een vraag
stellen over een onderwerp, dat niet
alleen mij, maar ook vele andere
niet-meerderjarigen zal inferessee-
ren, n.1.: hoe staat U tegenover het
feit, dat vele nog niet. meerderjari
gen w e 1 graag de zijde der N.S.B.
zouden willen kiezen, maar niet
kunnen, omdat vader en moeder
niet willen? Ik ben nu 18 jaar en
ik zou wat graag de zijde der N.S.B.
willen kiezen, ook mee willen vech
ten voor het grootsche ideaal, maar
ik ben gebonden. Moet ik nu het
gebod Aan m'n vader weerstreven,
of moet ik werkeloos toezien, hoe
anderen de kastanje* voor me uit
't vuur halen? Zal niet de N.S.B.
later, bij m'n 21e jaar zeggen: Waar
om zijt ge niet eerder gekomen? Dit
is nu de vraag: het bevel van een
ouder opvolgen dus lijdelijk toe
zien of meedoen, meemarchee-
ren met al de gevolgen van dien.
Hopend een spoedig antwoord voor
de radio te hooren, verblijf ik hoog
achtend". Dan de naam en daar
onder de groet der aangeslotenen
bij de N.S.B.: Hou Zee!
Ik heb zeker wel een uur lang
met dezen brief in m'n hand geze
ten. Op de vroegere brieven van
jongens en meisjes (tiet waren
meestal jongens) die mij vroeger
dezelfde vraag stelden, heb ik een
antwoord geschreven. Waarom zou
ik hier niet herhalen, wét ik toen
aangevallen en op talrijke doelen
werden voltreffers geplaatst
Engelsche toestellen hebben gis
teren brisantbommen uitgeworpen
in de buurt van Palerno, *vaarbij
een trein getroffen werd: vier doo-
den onder het treinpersoneel. Het
afweergeschut en onze jagers kwa
men terstond in actie. Van de 6
vliegtuigen, die aan den aanval
deelnamen, stortte er een in zee
in de buurt van het plaatsje Santa
Flavia, een ander sloeg te pletter
in een deel van het plaatsje Prizzi.
Een deel der bemanningen, dat er
het leven af had gebracht, werd
gevangen genomen.
Kaart Van Pelt.
FEUILLETON
Dr* Burmesters
Ro.nan van Hans Hirüiainmer
(Nadruk verboden)
44
„Fjjn! Dan ou ik willen beginnen
met u te vragen morgen met den
jongen by my te komen, net zoo
ongedwong en, als ik vandaag bij u
ben komen binnen vallen. Ik woon
weliswaar een ïeel eind van hier, in
Friedenau, maar mijn kennissen
zeggen, dat ik een heel aardig huis
heb. Als u dat morgen bevestigt, zal
ik het eindelijk gelooven. Misschien
kunt u al tegen een uur of één b(j
m» zfjn, dan kunnen wy gezamen
lijk het middagmaal gebruiken."
„Ach, mevrouw Helling..."
„Dat wil dus zeggen, ""at ik op u
mag rekenen! Ik verheug m(j er al
b(J voorbaat or en-ik hoop, dat het
u b(j mij zoo goed zal bevallen, dat
u mij dagelijks komt opzoeken. Zoo
liet u zuiver egoisme!"
Zfj gaf Marlène haar kaartje.
„Mier hebt u mijn adres en nu moet
'ik u helaas verlaten. Het ls geen
holle phrase, als ik u zeg, dat ik het
buitengewoon prettig vond met u
kennis te mogen maken,"
Mariene bleef nog lang zitten, als
in een herinnering aan een mooien
droom. Nog zag zy de gestalte van
de jonge vrouw levendig voor zich
en zy leek haar vertrouwd als een
zuster. Nog scheen de kamer ver
vuld ven den warmen klank van
haar stem.
Het k am haar voor, alsof de
tijd, waarin zij zich zoo Moedeloos
h gevoeld en bang was geweest,
voor deze stad, 'reeds er achter
haar lag.
Het leven ':ad rijn poorten voor
haar geopend.
„Maak toch geen gekheid! Waar
om zou dat n'et gaan? Doe me nu
een genoegen, Lorenz en blijf! Een
paar dagen tenminste, of laten we
zeggen een week!"
„Maar beste kerel ik kan mijn
werk toch niet eenvoudig in den
steek laten. Ik maak mijzelf ei nu
a een verwijt van, dat ik vanmid
dag verzuimd heb."
,Een oogenblik daar jchiet me
juist wat te binnen. Wil je me een
paar minuten excuseeren?"
Ijorenz keek zyn vriend na, toen
deze om de tafel heen het huls in
snelde. Stomp! H(j was ln alle op
zichten dezelfde gebleven. Vroolijk
en onbezorgd het leven genietend,
maar daarbij toch een goed kame
raad!
Het viel Lorenz niet gemakkelijk
de verleidelijke uitnoodiging van de
hand te w. *«n. HU was uitgehon
gerd van den largdurigen strijd en
deze paar uren in een hem vroeger
zoo vertrouwde omgeving deden hem
zijn armzalig bestaan weer zwaar
der dan ooit gevoelen. Onwillekeu
rig kwam hU tot een vergelU'king.
Taar de benauwde atmosfeer van
het Joeefsheim de duistere figuren
van a! die maatschappelyk gedege
nereerden hier het comfort der
beschaving, goede sigaretten, een
uitgelezen wijn en geestrijke ge
sprekken. Dat was zyn wereld, die
hij had moeten verlaten, de wereld,
die hU zich opnieuw wilde veroveren.
Had Stomp eigenlijk niet gelUk
Was het dan werkelijk zoo erg, als
hij een paar dagen hier bleef?
Ach, dat kon men hem nu een
maal niet aan het verstand brengen.
Desertie beteekende het, anders
niet. En deserteeren, dat was wel
het lafste, wat je doen kon.
Maar het was toch eigenlUk
slechts... een k< rt verlof, dat hU zich
wilde gunnen! Ja, ja, alles goed en
wel, maar iemand, die in de voorste
linies vocht, waar het om de beslis
sing ging, nam geen verlof.
Midden in dezen innerlUken twee
strijd keerde Arno terug,
zicht
ZUn ge
was een grijnslach. „Zoo,
Lorenz, dat is alweer voor elkaar!"
HU wreef zich vergenoegd zUn han
den en liet zich weer in zUn stoel
vallen. „En, ben je intusschen al tot
een besluit gekomen?"
„Ja, Stompie. Over een uur zal
ik je gastvrije woning moeten ver
laten. Maak het mU alsjeblieft niet
zoo moeilUk!"
„Ach nee!" zei Meisner, plotselipg
merkwaardig onverschillig. Was
he~i een langer verblUf van zUn
vroegeren schoolmakker niets ge
legen
HU stak een sigaret op. „Kom ik
wil je nog gauw even myn tuin
laten zien voor het donker wordt!"
De tuin was niet groot, maar heel
mooi aangelegd. Van het terras
leidden een paar treden naar om
laag, dan kwam men op een klein
ga: on met ettelUke boompjes en
struiken en een miniatuur fontein
met een goudvisch, die van een
zaamheid lichtelijk melancholiek
scheen te zUn geworden en Ja,
daarmee was men dan eigenlUk al
weer aan het eind van het schoons.
ZU gingen op een bank bU de
fontein zittten
„HeerlUk heb Je het hier!"
(Wordt vervolgd.)
.geantwoord heb? Het kpmt onge
veer op het volgende neer:
Mijn beste jonge vriend, heb ik
geschreven, ik kan volkomen mee
voelen, welk een tweestrijd je daar
in je jonge leven móet voeren, maar
ik kan je geen andere raad geven
dan dezen: houd je onvoorwaarde
lijk aan den wensch van je ouders.
Dat beteekent niet, dat je je nu daar
maar geduldig bij neer moet leg
gen. Als het heilige ernst, bij je is,
dan kun je dat trouwens ook niet.
Praat rustig over je ideaal met je
ouders, en probeer ze er van te
overtuigen, dat het niet een voorbij
gaande opwelling bij je is, maar
dat je om zoo te zeggen geen oogen
blik aan iets anders'kunt denken,
dat het je heelemSal opvult en dat
je je erg ongelukkig voelt, omdat
je je neiging, moet onderdrukken.
Het was mijn eerste opwelling.
Nu stel ik het geval toch ter dis
cussie. Het is niet nieuw, hemel
neen. Het gaat hier om conflicten,
die waarschijnlijk zoo oud zijn als
de menschelijke samenleving. Maar
ze zijn wel erg actueel.
En nu wil ik U nog wel wel een
bekentenis doen: wat Jik zooeven
navertelde van mijn antwoord aan
jeugdige luisteraars, die mij voor de
vraag stelden: wat te doen? lijkt
mij wel paedagogisch de meest juis
te raad, maar er komt toch tegelij
kertijd iets in me tegen in opstand.
Ik vind deze oplossing namelijk erg
braaf en erg gemakkelijk. En waren
de vragers niet zestien of achttien
geweest, maar een paar jaar ouder,
aan zou ik zeer stellig dit antwoord
niet hebben gegeven. Dan zou ik ge
zegd hebben: jonge menschen, eer
bied voor de ouders moet er zijn,
hoe oud je ook wordt, maar als ou
ders zoo op hun overwicht blijven
staan, dat ze in hun kinderen een
afspiegeling van hun eigen overtui
ging willen zien en ze de jeugd daar
desnoods toe willen dwingen, al was
het alleen maar door de kinderen
voor een conflict te stellen, laat
dan je ideaal het overwinnen, des
noods, zooals mijn 18-jarige uit de
Veluwe zooeven schreef: „met alle
gevolgen van dien." v
Nu weet ik wel, dat lang niet al
le kinderen van dien leeftijd zich
werkelijk moeite geven, of er al de
rijpheid voor bezitten, om. zich in
die bewogenheid te verdiepen. Zelfs
de studenten hebben ons in dit op-
zitht nog al teleurgesteld. Aan den
anderen kant valt niet te ontken
nen, dat zelden de jeugd, en zelfs de
zoogenaamde prillè jeugd, door on
verantwoordelijke ouders en leer
krachten zoo hardnekkig als 't wa
re in de politiek gesleept is, als
juist in deze jaren in Nederland.
Weet U, hoe langer of ik er over
nadenk, hoe lastiger deze brandende
kwestie voor me wordt. Ik zie het
geval natuurlijk ook als politiek
strijder, die zijn overtuiging niet
tusschen z'n vier muren wil houden.
Ik verwacht niet al te veel van een
natinoaal-socialistisch daverend suc
ces bij de volwassen Nederlanders
van vandaag, maar wel veel of
z^lfs alles bij fiie van morgen, die
nu nog op de banken van de lagere
school zitten. Deze jeugd moet de
gelegenheid krijgen, het nieuwe,
het „grootsche ideakl", zooals mijn
18-jarige van de Veluwe zoo geest
driftig neerschreef, in zich op te ne
men en te verwerken. Dat zal nau-'
welijks gaan zonder conflicten met
koppige ouders, conservatieve on
derwijskrachten en spinnijdige gees
telijken.
Daarom zal de Staat heel gauw
moeten Ingrijpen, de jeugdorgani
satie verplicht moeten stellen en
een deel der opvoeding in eigen
hand moeten nemen.
U kunt er van op aan, luisteraars,
dat het dien kant op gaat. U kunt
er daarom ook van op aan, dat het
aantal oudere kinderen, dat voor
conflicten gesteld zal worden, heel
spoedig zienderoogen zal toenemen.
Ik voorzie hier oogenblikken waar
op tallooze Nederlandsche ouders
zullen moeten toonen, of ze nog ver
der aan 'domme haatstemmingen
willen toegeven, dan wel of ze nu
eens groot zullen kunnen denken,
voor hun kinderen, Nederlands
jeugd en toekomst, voor hun vader
land en voor de volksgemeenschap.
Eigenlijk moeten niet alleen de
vragende kinderen antwoord heb
ben, maar ook de ouders op nog niet
gestelde vragen. Want waarom
vroegen de ouders nog niet: Wat
moet ik doen, als mijn kinderen zich
willen aansluiten bi] de nieuwe or
de, tdie ik zelf niet wensch?
Ik neem aan, dat ze die vraag nog
niet hebben gesteld, omdat ze nog
niet eens zoo ver zifn, dat ze objec
tief en rustig het antwoord aandur
ven. Ze zijn zoo verstard in hun
sentimenitspolitiek. dat ze een afwij
kende meeding in hun denkende
kinderen met eens dulden. Ze zijn
meer antis dan ouders, meer anti-
onderwijzers dan paedagogen,meer
anti-predikers dan zieleherders.
De brandende kwestie is deze:
mag in tijden als deze een deel on
zer jeugd opgroeien in haat en ver
bittering, alleen omdat ouders ha
ten en verbitterd zijn en hun kin
deren den weg naar nieuwe idealen
versperren? Of is het plicht van de
organen der gemeenschap, den jon
gen menschen van ons volk vrije
bqan te geven?
U merkt luisteraars, aldus besloot
de heer Blokzijl, dat ik dezen keer
met een vraag eindig. Ik h e b wel
een antwoord, zoo zou ik er bijv.
aan kunnen herinneren, dat Michiel
Adriaanszn. de Ruyter zeker ook
niet met toestemming van zijn ou
ders naar zee is gegaen, maar ik
laat voorloopig de eer aan U
ZATERDAG 7 FEBRUARI,
Hilversum I. 415.5 m.
7.15 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymna
stiek. 7.55 Gramofoonmuziek. 8.00 Brandend#
kwesties, causerie (opn.). 8.15 Gramofoonmu
ziek. 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.N.O.:
Nieuwsberichten. 8.45 Gramofoonmuziek. 8.15
Voor de' huisvrouw. 8.20 Gramofoonmuziek.
10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de
vrouw. 11.20 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 12.00 Ensemble Joan Lancè.
12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en
economische berichten. 13.00 Dood ttf. 13.15
Omroep-Harmonle-Orkest. 14.00 Reportage.
14.20 Na gedanen arbeidmuziek en vroo-
lUkheid. 15.50 Gramofoonmuziek. 16.00 Bijbel
lezing. 16.20 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 17.15 EN.O.: Nieuws-,
economische en beursbericfc^ln. 17.30 Gramo
foonmuziek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18.00
Gramofoonmuziek. 18.15 Het kwartier van den
arbeid. 18.30 Pro Musica en gramofoonmuziek.
18.00 Actueel halfuur. 19.30 Bonte avond. Van
af 20.15 alleen voor de Radiocentrales die over
een lijnverbinding met de studio beschikken.
20.15 Roemeensch orkest Gregor Serban. 20.45
Bonte avond. 21.45 B.N.O.: Nieuwsberichten.
22.0024.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n. 301.5 m.
7.158.00 Zie Hilversum I. 8.00 Gramofoon
muziek. 8.15—8.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gra
mofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gra
mofoonmuziek. 10.30 Lichte muziek (opn.).
12.00 Zang en plano. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en
economische berichten. 13.05 Orgelconcert en
zang. 13.40 Jeugd draagt voor. 14.00 Haar-
lemsche Orkestvereeniging en soliste. 14.45
Eenige opmerkingen over cultuur in het alge-
meen en kunst in het bijzonder. 15.00 Haar-
lemsche Orkestvereeniging. 15.45 Hier W.A.
16.00 Melodisten en solist en gramofoonmuziek.
17.00 Voor de binnenschippers. 17.15 B N O.:
Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30
Orgelspel. 1,8.00 Cyclus; ,,In een nieuw licht
bezien". (Voorbereid door de N.S.B.). 18.15
Ramblers. 18.45 „Als Ik 't voor 't zeggen
had", causerie. 19.00 B.N.O.: Praatje ln Gro-
nlngscli dialect. 19.10 B.N.O.: Nieuwsberichten.
19.20 Gooi Symphonie-Orkest en solist. 20.00
Wetenswaardigheden van de week. Vanaf 20.15
alleen voor de Radiocentrales die over een lijn
verbinding met de studio beschikken. 20.15
Goolsch Symphonie-Orkest en solist. 2100
Gramofoonmuziek. 21.30 Causerie: Wat is
Poëzie. 21.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00
B.N.O.: Toelichting op hfet weermachtsbericht.
22.1022.15 ^ondwijding.
Hoofdredacteur: J Keesman
">chHK«n. VVnd. Hoofdred
H Jonker Buiten- en Bin
nenland. ^cha^en. Fred.
root. Schaaen Alp. reportage
^treeknieuws en Kunst. A. C.
v»n Kampen Rayon-redacteur
Req Helder.