Een jurkje m hout...
Geestelijk leven
HOIÏIU
Tob nooit
9e luchl
rouws
tan
Strijd en Overwinning
Beste jongens en
meisjes
Begrijpen en voelen
Dr» Burmesters
Dt heb niet geweten dat het plan,
om Jullie ook aan elkander brieven
te laten schrijven, zo geweldig in de
geest zou vallen. Het blijkt van de
week dat weer meer dan de helft
met het plan instemt, zodat dit
doorgaat.
We spreken nu het volgende af:
Wie geschreven hebben dat ze mee
willen doen delen my volgende week
mede hoe oud ze zgn. Voorts moet
er duidelijk bij vermeld worden:
Jongen of meisje.
Is dat afgesproken? Dan gaan we
zo spoedig mogelijk met deze schrij
verij beginnen.
De prijs werd deze week gewon
nen door:
COOB BAIS,
Wèsterlanderweg, Westerland,
Wieringen,
Thea Breebaart, St. Maarten.
Jij zult wel vergeefs naar je briefje
hebben gezochtt, Thea. Maar deze
kreeg ik te laat in m'n bezit. Nu
zal ik dan eerst de oude briefjes
behandelen. Leuk is zo'n broertje
van twee jaar hè.
Itieki Bui-lng, Anna Taulowna.
Ik zal blfl zijn als het weer omslaat.
En zoals Dinsdag het weer was, lijkt
het wel of we inderdaad mooier
weer krijgen.
Jannie- Homan, St. Maarten.
Dat was nu Jammer, Jannie, dat je
de eerste keer dat je meedeed, je
briefje niet* in de krant zag staan.
Maar je bent er niet boos om, hè?
Want het is de vorige keer een
beetje in de war geloopen.
A nnie Kuiper, Jij hebt ver
geten je adres in je briefje te schrij
ven. Annie. Vergeet je het de volgen
de keer niet? Ben je al weer beter
en hoe ls het met je kiespijn? Ga
maar gauw naar den tandarts.
Leo Gieles, Den Helder. Ik had
Je al gemist Leo bij de briefjes.
Maar Je schreef deze keer geen
lange brief.
Klaas Gieles, Den Helder. Dat
wil ik geloven, Klaas, dat als je de
hele dag buiten hebt gespeeld, Je
'S avonds vreselijke slaap hebt. I
Broer en Zus de Visser, Woud-
Bend. Jullie verlangen zeker wel
erg naar je vader en moeder. Be
valt het jullie nog steeds in Fries
land? Jullie zullen wel genoten heb
ben van de ijspret. Doe jullie de
groetgp. aan jé Pake en .Beppe en
aan je Tantes?
Tiny Leen, Dirkshnrn. Nu Tiny,
dat is niet zo prettig, dat je naar
het ziekenhuis moet. Maar mis
schien ben je wel weer gauw beter.
Je hoeft me niet te schrijven uit het
ziekenhuis hoor. Ik schrijf je even
goed wel. Dag Tiny, het beste hoor.
Jannie Buter, Anna Paulowna.
Leuk is dat hè, een kat en een hond.
Wf hadden thuis vroeger ook altijd
beesten. Wij hadden 2 poesen, Ger-
rit en Mods, een hond, en eep schild
pad. Nu heb ik alleen de hond nog.
De andere dieren zijn allemaal ge
storven.
Grietje Luwtje de Jong, St.
Maarten. En Grietje, hoe gaat
het met je vinger? Wor<jt hij al
beter. Ja, het is wel vervelend om
er mee in een doek te lopem. Houd
Jij zoveel van taart? Ik ook hoor.
Annie Vos, St. Maarten. Ge
lukkig maar, Annie dat je moeder
weer beter is. Want een zieke moe
der is niets gedaan, hè.
Jacob Pieter Bregman, Burger-
brug. Ja Jacob, ik ken Dr. Van
Waveren uit Den Helder ook hoor.
Dus je- mag ook meedoen met onze
Correspondentie Club. Ik ben be
nieuwd hoeveel kinderen er aan mee
zullen doen. Zo kom je dan soms in
kennis met een nieuw vriendje.
Kerm -i Pelgrim, Hensbroek.
Natuur! "V Herman, imag je mee
doen. Ik zal jou ook optekenen
voor de Correspondentie Club. Wat
leuk, dat jullie ook een schoolclub
hebben.
Henny van Galen, Amsterdam,
De krant kwam zo laat, omdat het
zulk slecht weer was. Maar als de
briefjes te laat waren hield ik daar
wel rekening mee hoor.»
Annie De" ver, Den Helder. Je
zult nog wel meer horen van onze
nieuwe club. Maar eerst moet ik
precies weten,''wie er mee willen
doen. Zo, slaapt jouw poes in de
poppenwieg? Geen wonder, dat hij
dan 's avonds niet in de schuur wil
Kika Hartman, Den Helder.
Eens zql jjj heusch wel eens wat
winnen. Maar net wat Je Moeder
zegt, geduld hebben.
Dick Breeker, Den Helder. En
Dick, mag je alweer naar buiten?
Ik hoop ook dat de sneeuw gauw
weg ia
Tom Zuyderland, BurgerbrUg.
De Correspondentie Club gaat door,
Tom. Je zult er nog wel van horen.
Ali van Straaten, Anna Paulow
na. Een heleboel mensen verlan
gen naar Den Helder Maar je moet
maar denken, eens komt de tijd dat
Den Helder weer beter bevolkt zal
zijn. Dan is het vrede. Heerlijke ge
dachte hè, Ali.
Janny Bjjpost, St. Maarten.
Wil je je Vader mijn hartelijke ge-
lukwenschen overbrengen, Janny.
Dat je Vader blij was met de tabak,
kan ik me verbeelden. Maar met
het lepeltje van jou zal hij niet min
der blij geweest zijn. Is het kalfje
lief, Janny?
Brechtje van der Wal, N. Nle-
dorp. Nu Brechtje, dat vind Ik
ook, dat het moet gaan dooien.
Gerrie van der Wal, N. Nledorp.
Nu Gerrie, ik heb je tekening nog
niet gevonden. Maar ik ben zeer
nieuwsgierig naar de tekening, die
je me volgende week zal toesturen.
Ielce van der Wal, N. Nledorp.
Ik vind het leuk, dat Jullie alle drie
mee doen met onze Correspondentie
Club.
Jan van Werken, St. Maarten,,
Wat leuk hè, zo'n broertje van een
jaar. Ik vind het altijd zo leuk als
ze leren lopen.
Jannie Homan, St. Maarten. Je
ziet, Jannie, dat ik je brietfje wel
heb ontvangen. Want er staa£ al
een briefje voor Je in de krant.
A. Bijpost, St. Maarten. Dat
is zeker leuk om met een slee van
een hoogte af te glijden. Maar pas
maar op, dat je schoenen niet slij
ten of heb je al klompjes aan?
Plet Schrijver, St. Maarten.
Natuurlijk Piet, mag Je meedoen.
Wat jammer, dat die koe de melk
emmer omschopte. Mag je alweer,
melken? Vind je het leuk werk?
Annie Spruit, Camperduin. Wat
heb je toch een mooi postpapier, An
nie. Ik heb ook een hond. Maar mijn
hond is jnaar klein hoor.
Tonle V*der, Callantsoog. Ja
Tonie, ik zal in de krant wel eens
nauwkeurig schrijven hoe het gaat
met de club.
Jan Visser, -Jturgerbnig. Ik zal
je wel zeggen met wie je moet cor-
responde.en. Dat moet ik eerst nog
eens uitzoek a Wil je je zuster van
mij feliciteren?
Tea Breebaart, St. Maarten.
Voor jouw geldt hetzelfde als wat
ik aan Jannie Homan heb geschre
ven. Dag Tea. Ik heb het liefste,
dat de briefjes er Dinsdagavond zijn.
Malde Boontjes, Schagerbrug.
Ik zal blij zijn als alles van de stra
ten weg la.
Nellie Lont, Wieringen. Ik heb
wel geschaatst deze winter. Maar
nu doe ik het ma-r niet meer. Wat
is het koud, hè. Was het leuk op de
verjaardag van je vriendinnetje?
■Tan en Gerie Muntjewerf. -Heb
ben jullie je niet bezeerd toen je
tegen elkaar opbotsten? Wees maar
voo—'.ichtig hoor.
Rikus Hagenaar, Dlrkshorn.
Wat zal het een gezellige club wor
den hè Rikus. Want er doen een
hoop kinderen mee.
Annie en Re.is de Jong, Schagen.
Nou, of ik op de Loet ben geweest.
Maar jullie hebben me vast niet ge
zien. Is jullie broertje ook al weer
beter
Rie Bakkum Schrijf je ook
in Je briefje waar je woont? Want
al die adressen kan Ik niet onthou
den. Leuk is Ti'n jonge hond hè.
Hier heb ik Iemand, die
mee wil doen met de corresponden
tieclub. Maat hij of zij vergeet hele
maal de naam te zeggen. Schrijf je
het volgende week?
Bep T leien», Breeaand. De
krant kwam niet preses op tijd om
dat de treinverbinding door het
slechte weer in de war was. Over
de Correspondentieclub hoor je nog
wel.
Agatha Pronk, Den Helder. Dat
was een leuk gedichtje Agatha.
Maar heb je dat zelf gemaakt?
Slentje de Jonge Den Helder.
Natuurlijk mag je meedoen met de
Correspondentieclub.
Rinse Snijder, Den Helder. Ik
zal kijken of gr een Jongen in Wie
ringen is, waar Je mee kunt cor-
respondeeren.
Trijntje Kommer, Den Helder.
Je schijnt een beetje boos op me te
zijn, Trijntje. Maar ik begrijp er
niets van, waar dan je briefje is ge
bleven. Want Ik heb het heus niet
gezien. Of geloof Je me niet?
Gerrit de Boer, Den Helder.
Dat is zeker een prachtig verhaal,
Gerrit, van „De Barmhartige Sama
ritaan". De juffrouw op school kan
zeker wel mooi vertellen, hè?
Berend Kok, St. Maarte rasvlot
brug. Mag je zusje al weer
lopen. Ze ls zeker wel lelijk terecht
gekomen op het ijs. Ze heeft toch
niets gebroken Doe haar maar m'n
groeten en wensch haar het beste.
Jan, Plet, Nel en Trijntje Hoen-
soa, Ik hoop ook maar, dat de
winter gauw verdwijnt, viertal.
Maar als jullie de radasels niet kun
nen, mogen jullie me evengoed wel
schrijven hoor. Doet Betsie de vol
gende keer ook weer mee?
Henk Eggink, Wieringen. Na
tuurlijk mag je broertje van 13 ook
mee correspondeeren. Hoe oud ben
jij. Henk? Jullie horen nog wel over
de nieuwe Correspondentie club.
Engeltje ie Boer, Den Helder.
Hoe ls het met de lip van je zusje?
Schrijf je me jens een grotere brief
want ik weet heusch niet wat ik je
moet terugschrijven.
Coob Bal», Wieringen. Ik vind
mufëen ook wel leuk hoor. Het is
alleen Jammer, dat ze zoveel vernie
len. Mfln hond ls ook lief, hoor. Hij
kan anders ontzettend brommen.
Ni
OPLOSSING RAADSEL
VORIGE WEEK
1. Gerst.
2. Oost, peen.
3. Rogge.
4. Stroo.
Goede oplossingen ontvangen van:
Janny B., St. Maarten: Coob B.,
Wieringen; Tiny L., DirRshorn; Mi
v. S., Anna Paulowna; Tom Z., Bur-
gerviotbrug; Nico en Dick B., Den
Helder; Kika H., Den Helder; Annie
D., Den Helder; Henny v. G., Am
sterdam-W.; Herman P., Mansbroek;
Jacob Pieter B., Burgerbrug; Henkie
B., Gretha B., Burgerbrug; Grietje
Luwtje de J., St. Maarten; Jannie
B., Anna Paulowna; Ieke, Brachtje
en Gerrie V. d. W., N. Nledorp; Jon-
ny H., St. Maarten; Jan V., Burger
brug; Tonie V., Callantsoog; Annie
S., Camperduin; A. B., St. Maarten;
Piet S., Sint Maarten; Makie B.,
Schagerbrug; Thea B., St. Maarten;
Rie B., A nnie en Rens de J.,
Schagen; Piet J., Den Helder; Rikus
H., Dirkshorn; Jan en Gerrie M.,
Schagen; Nellie L., Wieringen; Bep
T.' Breezand; Sientje de J., Den
Helder; Susanne de B., Den Helder;
Agatha P., Den Helder; Jantje en
Henkie S., Den Helder; Trijntje K.,
Den Helder; Rinse S., Den
Helder; Rein v. d. V., Wieringen;
Jan, Piet, Nel en Trijntje M.,
P. B., Schagen? Gerrit de B., Den
Helder; Engeltje de B., Den Helder;
Öenk E., Wiëfingerwaard; Eliza-
beth de B., Den Helder; Berend K.,
St., Maartensvlotbrug; Paul de B.,
Den Helder; Alie P., Den Helder;
Trientje P. Den Helder; C. v. B.,
Den Helder; - Luci W., Breezand;
Tiny v. B., Den Helder; Frecia, Den
Helder; Leni, Sientje, Beppie Hen
kie K., Schagerbrug; Sientje B., Den
Helder; Gonda .G., Den Helder; An
nie v. B., Den Helder; Corrie G.,
Den Helder; Cornelia, Margaretha
B., Den Helder.
NIEUW RAADSEL
1. Welke fabrikant vindt de
meeste afnemers?
2. Waarin komt een edelman
overeen met een boek?
3. Hoe kun je een zadel tussen
twee ezels brengen?
4. Wie is de zoon van je vader en
toch niet je broer?
5. Wie heeft sporen en to toch
geen ruiter?
VOLKOMEN GELIJKWAARDIG
AAN HET NATUURPRODUCT.
Door Dr. H. LEONARD.
In de laatste jaren zijn de syn
thetische vezels een steeds groo-
ter plaats gaan innemen in de
textielindustrie. Vooral Duitsch-
land heeft zich hierdoor onaf
hankelijk weten te maken van
den invoer van buitenlandsche
textielgrondstoffén. De Duit-
sche kunstzijde- en celwolpro-
ductie overtreft tegenwoordig
in omvang den totalen fhvoer
van wol en katoen van voor
den oorlog. Daaruit blijkt, dat
het celluloseverbruik sterk is
toegenomen.
Als grondstof voor de celluloèe-
productie komt het beukenhout nog
altijd op de eerste plaats. En juist
daarom zijn de uitgestrekte bosch-
gebieden, welke Duitschland in het
Oosten veroverd heeft, voor dit land
vap zoo groote beteekenis. In vrij
wel onbeperkte mate kan daardoor
de kostbare grondstof hout aan de
textielindustrie en de cellulose-
industrie worden toegevoerd. Dat
deze bosschen oordeelkundig wor
den beheerd, is dan ook een eco
nomisch belang van de eerste orde,
temeer daar de groei der bosschen
zich over tientallen jaren uitstrekt
en in ieder geval langzamer gaat
dan de vangaar-tot jaar toenemen
de vraag naar celstof.
ANDERE BRONNEN VAN
GRONDSTOFFEN.
Het is dan ook niet te verwonde
ren, dat tevens wordt uitgezien
naar andere bronnen van grond
stoffen voor de cellulose-industrie.
Zulk een grondstof heeft ifien o.a.
ook gevonden in het aardappelloof.
Voorts is men er toe overgegaan,
boomsoorten, die bijzonder snel
groeien, aan te kweeken. Hiervoor
komen in de eerste plaats populie
ren in aanmerking. En dan moeten
ten slotte nog de synthetische ve
zels vermeld wordA, die uit steen
kool worden gewonnen.
De groote beteekenis van de syn
thetische vezels is hierin gelegen,
dat zij, zonder de gewone textiel-
vezels te verdringen, als aanvulling
van deze voor bepaalde doeleinden
bij uitstek geschikt zijn. Vooraan in
de rij der synthetische vezelproduc
ten staat de zgn. Pe-Ce-vezel van
de I. G. Farbenindustrie, welke on
derneming acetyleen als grondstof
gebruikt. De uit de Pe-Ce-vezel ver
vaardigde weefsels» munten uit door
groote stevigheid en worden daar
om hoofdzakelijk voor technische
doeleinden gebezigd. Zij zijn duur
zamer dan alle vroeger hiervoor ge
bruikte stoffeQ.
SYNTHETISCHE ZIJDE.
Als synthetische vezel ten behoe
ve van de textielindustrie werd het
eerst in de Vereenigde Staten de
zoogenaamde nylonzijde geprodu
ceerd, die tevens moest dienen om
tegemoet te komen aan de bestaan
de schaarschte aan zijde, welke zich
door het uitvallen van den Japan-
schen zijde-invoer nijpend deed ge
voelen. Van dit product is de Euio-
peesche .textielindustrie echter ge
heel onafhankelijk, en wel hoofdza
kelijk doordat Duitschland er in
slaagde, een gelijkwaardige textiel-
vezel te vervaardigen, welke de I. G.
Farbenindustrie onder den naam
van perlonzijde of perlonvezel in
den handel heeft gebracht. Deze
vpel is zeer elastisch en sterk; zelfs
bezit het deze beide eigenschappen
in nog grootere mate dan natuur
zijde. Perlonzijde wordt daarom
ovdral gebruikt, waar bijzondere
eischen aan de weefsels worden ge
steld en waar hef op een langen
levensduur aankomt.
171. De weg scheen omhoog te
gaan. Soms was het óf ze een soort
trajp op gingen, vijf, zes treden
hóóg, om dan opeens weer een
bocht té maken. Piet "begreep er
niets van, -dat zijn vrienden zoo zon
der zoeken de weg wisten, maar hij
had geleerd, maar liever niets te
vragen, en greep den bestuurder bij
zijn gordel, om niet uit te glijden
of hen kwijt te raken. Af en toe
keek hij een beetje angstig achter
zich, om te kijken of niemand hen
volgde.
Legaten.
be kerkvoogdij der Nederlandsche
Hervormde Gemèente te Krimpen
aan de Lek ontving van wijlen
mej. H. Albers van der Heul een
legaat van f 6000.— en van wijlen
mej. J. G. van der Weiden een le
gaat van f lOCjO.
M ar tin-La ther-bond.
Tot voorzitter van den Martin-
Lutherbond is gekozen de bekende
theologische schrijver dekaan
Christian Stolle uit Schwabach;
secretaris werd ds. Paul Muth uit
Erlangen.
Twee brieven.
Het Journal de Genève publi
ceert twee brieven uit Rusland.
Een Russische tolk sehipjft: „In
alle gebifden, die door de Duit-
schers bezet werden, wordt de eere
dienst weder In vollen omvang
hersteld. Van alle kanten komen
grijsaards, boeren, en brengen de
voor de Mis noodige gereedschap
pen. Op vele plaatsen ontbreken
de Misgewaden, doch dan cele-
breeren de priesters in eenvoudige
witte boerenhemden. Het volk.
waarvan men dacht dat het reeds
lang; door de godloozenpropaganda
geheel vergiftigd was, bidt met
hartstocht in de eenvoudigste ker-
keta en kapellen. Het is dus den
bolsjewieken niet gelukt het diep
geworteld geloof uit bet hart der
bevolking uit te roeien."
Een Russische krijgsgevangene
schrijft: „Wij Webben het gelui der
klokken met onbeschrijflijke ontroe
ring weer gehoord;'want sinds vele
jaren was klokgelui ons onbekend.
Niets kan ons meer verheugen, dan
nu onzen God openlijk te mogen
aanbidden, kerkliederen hardop te
jnogen zingen en niet meer onze
heiligenbeelden in geheime plaat
sen te moeten verbergen, gelijk dat
onder de communistische heer-
sehanpij het gevat was.
HISTORISCHE ANECDOTEN.
Chopin.
c
Ghopin was eens de gast van een
dame, die het maar al te duidelijk
liet merken, dat zij een gróoten
gast onder haar vrienden telde.
Na talrijke vleierijtjes verzocht zij
den componist iets voor haar en de
andere aanwezigen te spelen. Cho
pin voldeed aan haar verzoek, nam
aan de vleugel plaats en speelde
een. heel korte prelude. „Speelt U
maar zoo weinig?" vroeg de gast-
vrouwe verwonderd.
„Jawel mevrouw", antwoordde
de componist, „ik heb immers oak
slechts weinig gegeten".
Ney.
,- .1
Een der bewonderaars van den
Hongaarschen heldenbas Ney zei
eens tegen hem: „Waar haalt U die
lage C to,ch vandaan, meester?"
Verontwaardigd antwoordde Ney:
„Die haal ik nergens vandaan, die
heb ik zelf!"
Niemand begrijpt wat hy gevoelt,
of liever; wat hij niet in staat is te
voelen. Dit ls een psychologisch feit.
Wij zrjrt geneigd om afwijzend en
dikwijls wat spottend te qtaan te
genover datgene, wat wfj niet be-
grijpeh. Déardcor komt het, dat wij
in ons onbegrip dikwijls kwetsen en
dit is fout. Dat wij zonder begrip
tegenóver een gevoel staan, dat aan
onze eigen aard vreemd is, kunnen
wij nfet helpen; dat wfj een ander
in diens onbegrepen' gevoel kwetsen
is onnoodig er onvergeeflijk, want
het komt voort uit zelfverheffing
en gebrek aan ruinitte van blik. Het
niet-begrijpen van een gevoel zou
ons tot nadenken moeten stemmen
en niet tot ongeduld en spot.
Er is niet veel levenskunst voor
noodig om in harmoine te leven
met menschen, die van hetzelfde
type zijn als wijzelf; zij worden
door hetzelfde in hun gevoel getrof
fen als wij, en ongeveer op dezelfde
wijze, zoodat ook hun reacties vrij
wel dezelfde zpn.
Maar overal wadr contrasteerende
typen zijn, die in dezelfde omgeving
moeten leven, komt er levenskunst
bij te pas om ,de goedle harmonie te
bewaren. Er zijn talie ze typen,
u'tersten en tusschen-typen, maar
wie over het algemeen het meest en
he' felst met elkaar In botsing ko
men, dat Zijn de gevoel^menschen en
de verstandsmenschen.
Met „gevoelsmensch'en" bedoelen
wij de echte gevoelsmensch, die zich
meestal onbewust is dit te zijn,
niet het type dat liters tranen stort
over eert sentimenteele film en er ge
woonlijk in iedere situatie die waar
achtig fijn gevoel vereischt, meestal
radicaal naast grijpt. De echte ge
voelsmensch dtn, •■toot zich honder
den malen aan het verstandstype, dat
luj hard, nuchter en ongevoelig vindt
Daarbij ergert het verstandstype zich
doorloopend aan den gevoelsmensch,
die hij onpractisch, overdreven en
sentimenteel virdt.
Het gevolg; is een doorloopende
wrijving en een verstoorde harmonie.
Nu gaapt er inderdaad een vrij
diepe kloof tuaschen deze beide uiter
sten, maar niettemin kan het onaan
genaam conflict veelal voorkomen
in andere gevallen verzach* worden,
indie- wij maar willen leeren, om
.elkander te nemen zooals we zijn,
ook zonder begrijpen. Een gevoels
mensch weet, dat i emand uit zijn
omgeving nuchter is; nu kan hij, die
nuchterheid ni»* begrijpen, noch goed
keuren, maar haar niettemin aan
vaarden met de gedachte: „hij of zij ls
eenmaal zoo, 't is niet zoo kwaad be
doeld." En er tevens aan denken, dat
de minder gevoelige mensch veel
pijnlijks, maar ook veel liefs, dus veel
levensdiepte mist.
En de versta ndsmensch probeere,
om watxjiem overdreven en sentimen-
heel voorkont, zonder spot voorbij te
laen gaan, al komen hem zulke ,,ge-
voelighedei" ong^wenscht en onbe
grijpelijk /oor.
Aanvaarden zonder scherpe kritiek,
elkander nemen zooals wij nu een
maal Tjri. Daa- »r ligt het geheim van
een h/rmonisch samenleven.
Dr. Jos de Cock.
FEUILLETON
Roman van- Hans Hirihainmer
1 Nadruk verboden)
De ongewoon warme herfstdag,
welke eindelijk op een lange periode
van regen was gevolgd, had talloozen
naar buiten gelokt. Op de kronke-
lendeègrintpaden van het uitgestrekte
park verdrongen zich de wandelaars.
Ontelbare moeders duwden haar kin
derwagen welgemoed onder 't bruine
loover der hooge beukeboomen, oude
heertjes knipperden, genietend als
grijze katers, tegen het verblindende
licht der laatste zonnestralen en op
de openbare speelplaatsen krioelde
bet van kinderen, die zich met alle
mogelijke soorten speelgoed vermaak-
ten.
Met schier plechtigen ernst en vol
vaderlijken trots drentelde Lorenz,
zijn zoon aan zijn rechterhand, langs
de bloembedden en taxusheggen,
'maar dit eenzame wandelen begon
den jongen al spoedig te vervelen. Bij
n wegkruising wrong hij zijn hand
uit die van zijn vader om zich bij een
grooten troep kinderen te voegen, die
op ëen grasveld dooreen krioelden.
Lorenz zocht een plaatsje op een van
de banken ln de onmiddellijke nabij
heid van di£ speelterrein en keek met
welgevallen naar de uitgelaten kin
derschaar. In zijn handen hield hij
Hansje's blikken emmertje, dat de
jongen in zijn haast om weg te ko
men. vergeten had.
Onwillekeurig keerden zijn gedach
ten terug naar hetgeen dezen ochtend
was voorgevallen. Hij vroeg zich af,
of hij toch niet beter zou hebben ge
daan zich de wijste te toonen en toe
te geven Maar daar kwam zijn man-»
neljjke trots dan weer tegen ln op
stand. Als hij dat deed, zou hij spoe
dig heelemaal niets meer te vertellen
hebben.
Wat moest er nu, yerder gebeuren
Als Mariene haar ongelijk niet inzag
en niet meer naar hen terug keerde?
Nou, dan zou ze hem leeren kennen!
Weliswaar wist hij-op dit oogenblik
nog niet precies, waaruit dit „leeren
kennen" bestond, maar in leder geval
zou hij wel het een of ander onder
nemen om haar zijn onbuigzamen wil
te toonen.
Opkijkend, bèmerkte Lorenz plotse
ling, dat er van Hansje niets meer te
zien was. Aanvankelijk maakte hij
zich niet bijster ongerust; de jongen
kon niet ver uit de buurt zijn, zooeven
was hij er nog geweest Eenige minu
ten verstreken zonder dat Hansje uit
het kluwen van kinderen te voor
schijn kwam en nu hield Lorenz het
op (ie.bank toch niet langer uit. v
H' stond op en liep naar de weg
kruising om te zien, of zijn zoon
misschien daarheen was afgedwaald.
Niets! De jongen was weg!
„Maar dat is immers onzin!" mom
pelde Lorenz, terwijl hij nerveus aan
zijn boord frommelde. „Zooeven
speelde hij toch nog daar bij die kin
deren!"
Een zonderlinge verlegenheid
weerhield hem er vpoi bij de spelen
de, kinderen op het grasveld naar
Hansje te informeeren. Het zou te
veel opzien baren, al die vrouwen
zouden met den vinger naar hem
wijzen en zich over hem vroolijk
maken.
„Zoo'n kwajongen!" trachtte hij
bij zichzelf te schertsen. ,,Is dat
even een bewijs van ondernemings
geest! Zoo maa» in het hartje van de
wereldstad er van door te gaan en
dat op zijn leeftijd!"
Neen, het hielp niets of hjj zich
al wat wijs maakte. Hij had angst.
Een angst, die onverwachts tot een
w'anzinnlgen schrik aanzwol, toen
hij bedacht, dat het park aan alle
kanten door drukke straten was
omgeven. Het lawaaierig getingel
der trams, het getoeter van auto's,
en het geknetter van motorrijwielen
drong duidelijk tot hier door. Lieve
hemel, air het kind ln zijn onwe
tendheid nu eens de» veilige paden
van het park verliet en op straat
terecht kwam?
Nerveus en zonder eenig overleg
begon hij de omliggende paden af te
zoeken. In zijn hoofd spookten fan
tastische voorstellingen, waarin
krachtig remmende auto's, ontstel
lende kreten, ch midden op straat
verdringende menschen en orde
scuepoende politiemanen een veel
beteekenende en angstwekkende rol
speelden.
Lorenz verliet hqt parit en door
kruiste gejaagd alle omliggende
straten.
Toen ook deze poging geen enkel
resultaat opleverde, voelde hij hoe
een pijnlijke vermoeidheid zich van
hem meestef maakte. In zijn ver
beelding zag hij den Jongen hulpe
loos ronddolen in het labyrint van
wegen, overgeleverd aan de vreem
de, vijandige wereld.
Nu begon Lorenz van den weste
lijken ingang van het geheele park
kris kras te doorkruisen. Zoodra hij
een groepje spelende kinderen ont
dekte, versnelde hjj zijn pas. Nu en
dan dacht hij Hansje's lichtgrijze
jasje in het gedrang te ontwaren
maar telkens, wanneer hij er met
bonzend hart hegnsnelde, werd hij
opnieuw teleurgesteld.
Het kind heen spoorloos van
den aardbodem te zijn verdwenen.
Eensklaps, toen de spanning en de
martelende onzekerheid hem wel
haast te machtig dreigden te wor
den, kreeg hij een idee. Misschier
had een of andere wandelaar ziel
over het verdwaalde kereltje orV
fermd en het naar het dichtstb-
zjjnde politiébureau gebracht, zooét
de zoekende ouders hem daarin
ontvangst zouden kunnen ngnen.
Natuurlijk, zoo moest het zijn enfcoo'
was het immers ook te verklfen,
dat hij Hansje nergens vond.
Het, bureau ag dicht bij, érect
aan den rand van het park. D ka
mers voor het pqbliek waren >p de
eerste verdieping en reeds lij het
naar boven gaan, luisterd» lorenz,
of hij Hansje's stem niet loorde.
Maar de dienstdoende poltieman
schudde fyet hoofd en wierp jog een
vluchtigen blik in een of ander ge
heimzinnige l^stje en verklaarde
tenslrtte zonder veel belangstelling,
dat tot dusverre nog geen aangifte
was gedaan.
Lorenz was een zenuwtoeval na
bij. „Maar mijn hemel... de Jongen is
al meer dan een uur zoek. Wie weet,
wat hem overkomen is!"
ie politieman trachtte hem ge
rist te tellen. Dat kind zou wel
pecht komen; hij moest nog maar
êns goed zoeken. Mocht de knaap
iar het bureau worden gebracht
Dan zou hjj hem wel zoo lang bij
zich houden»
Toen Lorenz weer op straat ptond,
gingen - zijn gedachten plotseling
naar-Marlene uit en nu, in de op
winding, waarin hij verkeerde, ver
oorzaakt door den angs om zijn
zoon, dien hy onder zijn hoede had
genomen, zag hy zy'n liefdelooze,
kinderachtige houding met ontstel
lende duideiy'kheid.
lioe was het mogeiyk geweest, dat
hij Mariene zoo had laten ga&n, dat
h\ haar zoo p.n zich had kunnen
sboten Hoe zeldzaam kwajongens
achtig, hoe gruwelijk minderwaar-
qg had lij zie aangesteld! En hoe
weed bad hét noodlot hem gestraft,
ïken dag ging Mariene met den
Jngen naar het park, maar haar
'a: zooiets nog nooit overkomen,
ian haar was de jongen steeds ten-
plle toevertrouwd geweest Zy leef-
e immers in het kind, zy was'er als
iet ware een deel van. En hy had
wet ver zijn l.art kunnen krygen
pit natuuriyke bondgenootschap te
verbreken Eenvoudig uiteen te
Scheuren...!
(Wordt vervolgd.)