Aan den vooravond van nieuwe offensieven.
Aanmelding voor den Arbeidsinzet
DAGBLAD VOOR
Rijkscommissaris over de
gebeurtenissen in ons land.
Politieke en militaire situatie
van het oogenblik.
Landstand-roer in nieuwe handen.
Oproep voor mannen
Oproep van den N.A.D.
Huidig leven ondergeschikt aan
den strijd voor Europa's
toekomst.
Gedenkwaardige demon
stratie in groote
fabriekshal.
Rede van den Rijkscommissaris.
Cor Koeman ie Blokker, provinciaal
boerenleider in Noord-Holland.
Een man van formaat neemt
de leiding in ons
gewest over.
in 1922 en 1923 geboren.
Appèl aan ons volk.
Bekendmaking.
De inlevering van radio
ontvangtoestellen.
Uitgave:
Dagblad voor Noord-Holland N.V.
Alkmaar - Voordam C 9.
Bureau der Heldersqfee éditle:
Den Helder: Koningstraat 78.
Telefoon 2345 (2 lijnen).
Postrekening 449041.
VRIJDAG 21 MEI 1943.
HELDERSCHE EDITIE.
NOORD-HOLLAND
87e Jaargang No. 117.' 4 pagina's.
Hoofdredacteur: A. R. JONKER. Alkmaar.
Deze Courant verschijnt dagelijks.
Advertentie-tarief.
Prijs der gewone advertenties in deze
Editie 11 ct. per m.M. Bjj contract
binnen een jaar te gebruiken belang
rijke korti^:. grieven voor de geheele
oplage op aanvrage.
's-GRAVENHAGE, 20 Mei.
gchouder aan schouder stond gistermiddag de menigte in de ruime,
in licht badende fabriekshal van eeq plaats in het Oosten des
lands. De uitgestrekte hal, waarin anders de machines het lied van
den arbeid zingen, was tot een vergaderplaats geworden, die in
weerwil van haar geweldige aimetinge. nieg alle deelnemers kon
bevatten.
In de aangrenzende ruimten en in de werkplaats hadden vele
anderen een plaats gevonden. Het aantal dergenen, die bijeenge
komen waren om getuigen te zijn van een gedenkwaardige politieke
demonstratie, kon op zevenduizend geschat worden.
De Rijkscommissaris spreekt.
Deze tijding, hoewel pas in de laatste minuut verbreid, had de
menigte in beweging gebracht.
DUITSCHE en Nederlandsche arbeids
kameraden, werkers van alle beroe
pen, van kantoor en werkplaats, man
nen en vrouwen, Betriebsführer eyt Ge-
folgschaftsmitglieder uit- de naaste en
de verdere omgeving stonden naast
elkander zonder onderscheid van per
soon en stand. Behalve den kring van
in trouwe kameraadschap vereenigde
Duitsche en Nederlandsche Njationaal-
Socialisten waren er ook vele Neder
landsche volksgenooten verschenen,
die, gedreven door de oprechte zorg
voor de toekomst van hun land, van
den vertegenwoordiger der bezettende
mogendheid een antwoord verwachtten
op de vraag: „Wat nu?" en op de
plaats, vanwaar de onrust was uitge
gaan, een vrijmoedig bespreken hoor
den.
Door luiden jpijval begroet, betrad de
Rijkscommissaris, Rijksminister dr.
Seyss-Tnquart, onder de tonen van een
marsch. gespeeld door een muziekkorps
der Waffen SS., door een haag, ge
vormd door mannen van den Neaer-
landschen Arbeidsdienst, de hal.
De leider van het Arbeitsbereich
...der NSDAP-, Hauptdienstleiter
Schmidt, opende de reusachtige bij
eenkomst met de woorden: „Als
Nationaal-Socalisten hebben wij
voor deze demonstratie de plaats
van den arbeid gekozen om daar
mede dit vast te stellen: zoo lang
er nationaal socialisten zijn, behoo-
ren aan deze nationaal socialisten
de fabrieksgebouwen en straten."
Aan deze revolutionnaire strijd-
roep, die een daverenden -weerklank
vond, verbond hij woorden van dank
aan den Rijksminister- die gedurende
heel den bezettingstijd 'n hechten poli-
tieken koers heeft gestuurd A die voor
ons steeds de politieke leider is. Met
den groet, dien hij den Rijksminister
bracht, stemden de vergaderden dui
zendvoudig in.
He! begin van deze maand Mei bracht
in Nederland ernstige gebeurtenissen
en, nu de opwinding, die met dergelijke
gebeurtenissen gepaard gaat, voor bi] is,
blijft het gevoel van doelloosheid en
zinneloosheid en tenslotte bluven er
teleurstelling en haat.
Als vertegenwoordiger van de bezet
tende mogendheid zou ik mii kunne^
vergenoegert met te constateeren. da.t
tegen dSke gebeurtenissen energiek
werd opgetreden en dat de orde^ snel
hersteld was, maar als politicus gevoel
ik mii verplicht mii met deze gebeurte
nissen. met haar oorzaken en gevolgen
bezig te houden en ik deins daarvoor
niet terug. Ik wensch dat ze«s.
Ik heb mii voorgenomen om daar
van tevens een gesprek tusschen
ons hier te maken. Dus op de
plaats, vanwaar deze onrust is uit
gegaan, en wel omdat ik van ,m®®:
ning ben, dat. wanneer ik in dit
deel der provincie spreek, mijn
woorden zullen doordringen, dat
NEDERLANDERS BIJ DB
DUITSCHE ZEEMACHT,
inlichtingen ovq het dienjtnemen
van Nederlandsche Vrijwilliger. bij
de Duitsche zeemacht geven alle
Ortskommandantuten, die tevens een
uitvoerige liist verstrekken, waarop
aUe hieraan verbonden ten
CNF-Pm m
zij zullen worden doorgegeven en
zullen komen tot de menschen,
die in een oogenblik van hun ver
warring en opgehitst-zijn gelooid
hebben zichzelf en den anderen
van voordeel te zijn door tot on
rust en ordeloosheid te vervallen.
Dat is de reden waarom ik hier
spreek, om dichter bij hen te zijn en
met dringender woorden te spreken,
want nog altijd wensch ik, dat mijn
betrekkingen tot de Nederlanders niet
worden geleid door het argument der
wapenen, maar door de argumenten
van verstandelijke overwegingen.
Ik spreek verder hier in de Natio-
naal-Socialistische gemeenschap der
Duitschers en Nederlanders; een strijd
en lotsgemeenscbap dus, die immers
juist in harde tijden haar waarde moet
bewijzen. Daarom moet dit'gesprek ook
ons de mogelijkheid geven erover na te
denken, hoe deze gemeenschappelijke
weg, die ons samengebracht heeft, ook
in het vervolg tot een goed doel leidt.
Vooral jegens u, Nederlanders, gevoel
ik mij daar thans toe verplicht en ook
bereid, want, daarover is geen twijfel
mogelijk, gij Nederlandsche Nationaal-
Socialisten moet en zult de verant
woordelijkheid voor uw Nederlandsche
volk dragen. Hoe de dingen zich <rok
ontwikkelen, dit is onze overtuiging,
dat gij de dragers van den politieken
wil in dit land ziit.
Waarom was dit alles?
TDAAROM vraag ik: Waarom was dit
D alles? Wat moet er- thans gebeu
ren? Het uiterlijke verloop der gebeur-
tehissen is bekend. De Wehrmachtsbe-
fehlshaber heeft beschikt, dat de Ne
derlanders, die in Mei en Juni 1940 uit
de krijgsgevangenschap werden ontsla
gen, met bepaalde uitzonderingen weer
in krijgsgèvangenschap zullen worden
gebracht. Hij heeft het recht daartoe.
Niettemin wil ik verklaren waarom
het tot dezen maatregel is gekomen,
want deze situatie is nieuw. Waarom is
deze situatie nieuw? Omdat het uniek
is, dat in het verloop van een krijgs-
onderneming reeds na veertien dagen
de mannen, die door de capitulatie in
krijgsgevangenschap waren geraakt,
hun vrijheid herkregen en naar hun
land terugkeerden. Dat is zoo uniek,
dat de vijandelijke zender op deze aan
spraak op terugvoering in de krijgsge
vangenschap niet eens wat aan te mer
ken had, dat hij geen volkenrechtelijke
bedenking kon inbrengen, maar ver
klaard heeft, dat het ongetwijfeld onge
woon zou ziin, dat honderdduizenden
na een capitulatie niet in krijgsgevan
genschap gevoerd worden, maar terug-
gegeven-aan hun land, hun gezin en hun
beroep, hoewel de oorlog, het groote
conflict, waarom het in deze wereld-
worsteling gaat, niet geëindigd is.
De Wehrmachtsbefehlshaber heeft
erop gewezen, dat de houding onder
deze vrijgelaten krijgsgevangenen niet
zoo was, dat hij het konverantwoor
den, hen in dezen tijd zonder onder
zoek in deze vrijheid tè laten,
Dat geldt in het bijzonder voor hen,
die in het actieve soldatenberoep wa
ren, die eigenlijk na de capitulatie zon
der beroep waren en daardoor zeker
gemakkelijk konden afglijden. Maar het
belangrijkste Is nog iets anders. Het
belangrijkste zijn de plannen van onze
vijanden op dit oogenblik. nu .de strijd
in het Oosten met een steeds duidelij
ker overwicht der Duitsche en Euro-
peesche legers op ziin beslissing aan
gaat.
Hef tweede front.
Op dit oogenblik. evenals een jaar
geleden, schreeuwt Stalin om het
tweede front en in dit moment, nu het
weer eens om Europa gaat, zooals om
de paar eeuwen het geval is, willen de
Atlantische mogendheden, Engeland en
de Ver. Staten, dezen in het Oosten
vechtenden troepen door oen landing
in het Westen den dolkstootfn den rug
toebrengen. Tenminste dat beweren
zij. Maar hoe willen zij het doen? Want
gij weet zelf hoe sterk onze kusten
zi#i, hoe vooral de versterking der ha
vens is uitgebreid, zoodat het nauwe
lijks Waarschijnlijk is dat een poging
daar succes heeft. Dan komt het denk
beeld, dat men probeert al is het
maar een manoeuvre met uit de
lucht gelande troepen, met aan land
gebrachte commando's, met uitgewor
pen wapenen en met het oproepen
dergenen, die eens in het Nederland
sche leger gediend hebben, een schijn-
front te vormen. In ieder geval geloo-
ven wij. dat wij van den vijand een
dergelijk gewetenloos en onbedacht
zaam optreden zouden kunnen ver
wachten. Het is niet aan twijfel onder
hevig. dat het eind van elke manoeuvre
van dezen aard slechts een volledig
opofferen zou ziin van de elementen,
die er aan zouden meewerken. Het is
echter mogelijk, dat de opgeleide solda
ten of sommigen van hen, die immers
een zekere militaire discipline gewend
ziin, aan zulk een oproep gehoor zou
den geven, al was het maar ten deele.
Verder heeft de vijandelijke zender er
op 27 Februari over gekletst, dat
Duitschland eenmaal bezet moet wor
den en dat daarvoor ook Nederlandsche
mannen gebruikt moeten worden. Deze
argelooze engel van de radio heeft
daarbii gezegd, dal men daardooj de
taak der bolsjewisten moet en wil ver
lichten. Dat zou een grimmige waarheid
(Cliché archief D. v. N.-H.)
zijn. Nederlandsche mannen, hoe denkt
gii. dat het Duitsche volk er op zou
reageeren, wanneer hier uit het Westen
of uit Engeland en Amerika iemand het
zou wagen het vaderland te bezetten
van de soldaten die hun bloed offeren,
opdat Europa vrii blijft?
Misbruik en misdaad.
MET het oog op de grootmoedig
heid van den Führer en de zoo
vroegtijdige vrijlating zijn deze plan
nen van den overkant niets dan mis
bruik en misdaad en daar wij juist
door de verantwoordelijkheid, die wij
dragen, op alles voorbereid moeten
zijn en ook de geringste mogelijkheid
van het in gevaari brengen van ons
oostelijk front uit den weg moeten
ruimen, hebben wij ook de kleinste
gelegenheid tot verwezenlijking de
zer plannen moeten verhinderen. Het
is voor de Nederlanders ook beier,
dat ere dingen zoo in het reine zijn
gebracht, maar degenen, die thans in
de krijgsgevangenschap terug moeten |\j
keeren, kunnen 't emigrantencomité
in de Londensche schuilkelders, dat
van den overkant af ophitst, dank
baar zijn. Het is nog nooit zoo duide
lijk geworden als door dit vooVbeeld,
dat slechts hij kan en mag leiden, die
zelf midden in het volk staat en weet
wat er in het volk leeft.
EMIGRANTEN WETEN PAT
NOOIT.
Emigranten hebben er nog slechts
een voorstelling van hoe 't eens
was, toen zij 't land verlieten. Al
y het andere zijn wankele weiisch-
droomen, maar wat in het volk
leeft, wat het volk beweegt, wat
het volk noodig heeft, dat weten
de emigranten niet Ineer!
(Zie verder pag. 2)
(Van onzen specialen verslaggever.)
TEGENOVER ons zit Cor Koe
man van Blokker, als opvol
ger van Jan Saai benoemd tot Boe
renleider voor de provincie Noord-
Holland. De nieuwe fuctionaris wordt
vandaag officieel geïnstalleerd.
Wie hij is, laat zich in weinig
woorden zeggen. Hij werd in 1897
te Blokker geboren op de boerderij
van de familie Koeman, welke ge
durende generaties van vader op
zoon is overgegaan en Waar hij ook
thans nog het beroep van zelfka-
zend boer uitoefent. Cor Koeman
is boer, doet zich voor als boer
en wil niets meer of minder wezen
dan dat. En hiermede is hij reeds
vrijwel ten voeten uit geteekend.
Een strijdbare figuur.
Doch er is nog iets meer. De nieuw
benoemde Boerenleider, die zich een
ongetwijfeld zware taak op de schou
ders zag gelegd, is bovenal een strijd
bare figuur, iemand die geen blad voor
den mond neemt, doch. die de dingen
precies zegt zooals hij ze ziet. Daarbij
is hij eerlijk en oprecht, waardoor hij
veel waardeering ondervindt ook in
het kamp van zijn politieke tegenstan
ders.
Een strijdbare figuur, inderdaad
beter zou men hem niet kunnen schet
sen. Dit kwam reeds 'tot' uiting lang
voordat er nog sprake was van de op
richting van een Landstand, toen hij
nog zitting had in de Hollandsche Mij.
van Landbouw. Reeds toen was het hem
volkomen duidelijk, dat de boerenstand
zwak was door eigen verdeeldheid, dat
men tegen elkaar vocht in plaats van
Als opvolger van Jan Saai is tot proy.
boerenleider in Noord-Holland benoemd,
de heer Cor Koeman te Blokker.
Foto Kuiper.
Op grond van de beschikking van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied: Commissaris-Generaal z.b.v. no. 43/1943
omtrent den aanmeldingsplicht ten behoeve van den arbeidsinzet wor
den hiermede alleman nengeboreninl922 en 1923 opge
roepen om terstond een aanmeldingsformulier in- ontvangst te nemen
bij het voor hun woonplaats geldende Arbeidsbureau en dit persoonlijk
weder in te leveren, op de hieronder genoemde dagen bij het Arbeids
bureau.
In Jan. t/m. Apr. 1922 geb. personen melden zich aan op Maandag
24 Mei '43.
In Mei t/m. Aug. 1922 geb. personen melden zich aan op Dinsdag
25 Mei '43.
In Sept. t/m. Dec. 1922 geb. personen melden zich aan op Woens
dag 26 Mei '43. v
In Jan. t/m. Apr. 1923 geb. personen melden zich aan op Donder
dag 27 Mei 1943.
In Mei t/m. Aug. 1923 geb. personen melden zich aan op Vrijdag
28 Mei '43.
In Sept. t/m. Dec. 1923 geb. personen melden zich aan op Zaterdag
29 Mei '43.
In den tijd van 917 uur, volgen? de door het Arbeidsbureau vast
gestelde volgorde, en wel bij de voor hen bevoegde afdeeling.
De in de ressorten der Bijkantoren woonachtige tot aanmelding
verplichte personen moeten zich op dezelfde dagen aanmelden bij het
voor hen bevoegde Bijkantoor van hfet Arbeidsbureau.
Bij het inleveren van het aanmeldingsformulier moet de distribu
tiestamkaart medegebracht worden.
De personen, die tot aanmelding verplicht zijn, moeten in principe
persoonlijk verschijnen bij het Arbeidsbureau (of Bijkantoor). Zij moe
ten op verlangen alle noodige papieren voorleggen en alle vereischte
inlichtingen verstrekken.
Voorzoover tot aanmelding verplichte personen -in dienstbetrek
king ziin, moet de werkgever de verklaring van den tot aanmelding
verplichte omtrent den duur van de dienstbetrekking op het formulier
door zijn handteekening en eventueel dcor een afdruk van het firmaj
stem nel bevestigen.
Van den aanmeldingsplicht zijn uitgezonderd:
1. Puitsche onderdanen, die werkzaam zijn bij bureaux van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, van het Arbeits
bereich der Nationaal Socialistische Duitsche Arbeiderspartij in Neder
land. derzelver organisatie of aangesloten organisaties.
2. Duitsche onderdanen, die werkzaam zijn bij bureaux van de Duit
sche weermacht, de Waffen-SS, de Duitsche polite en den Reichsar-
beitsdienst.
3. De ambtenaren en arbeiders van den staat, de provincies, de ge
meenten en andere publiekrechtelijke lichamen, benevens personen,
die werkzaam zijn bij de Spoorwegen, de Nederlandsche Posterijen en
de Nederlandsche Bank.
4. Léden van de vroegere Nederlandsche weermacht, voorzoover zij
volgens de bekendmaking van den Wehrmachtsbefehlshaber in Neder
land van 29 April 1943 onderworpen zijn aan het terugbrengen in
krijgsgevangenschap.
5. De personen, die reeds volgens IX van de beschikking no. 30/1943
betreffende de sluiting van bedrijven tot aanmelding verplicht zijn.
6. Geestelijken en leden van orden.
7. Personen, die volgens II alinea 2 van de beschikkng nr. 43/1943
vrijgesteld zijn van den aanmeldingsplicht.
Duitsche onderdanen, die onder de verplichting tot aanmelding
vallen, worden nog speciaal opgeroepen.
Personen, die zich moeten aanmelden en werkgevers, die handelen
in strijd met de bepalingen van bovengenoemde beschikking of trachten
haar te ontduiken, dus bijv. hun aanmeldingsplicht niet of niet op be
hoorlijke wijze nakomen, opzettelijk of door nalatigheid onjuiste opga
ven verstrekken enz., worden gestraft, evenals degenen, die daartoe
opruien, medeplichtigen en handlangers.
AAR thans bekend is geworden,
Is, als opvolger van Jan Saai, tot
nieuwen provincialen boerenleider
In Noord-Holland benoemd de heer
COR KOEMAN te BLOKKER. De
nienwe functionaris wordt heden
in een bijeenkomst te Alkmaar,
waar tegelijkertijd, afscheid geno
men wordt van den scheidenden
boerenleider Saai, officieel geïnstal
leerd.
Een onzer redacteuren heeft met
den nieuwen boerenleider een
praatje aangeknoopt en hem ge
polst over de plannen, die h(j in de
naaste toekomst ten aanzien van i
den Landstand koestert. Het resul
taat van dit onderhoud vindt men
hiernevens.
tegen den gemeenschappelijken vijand
en hij stak dit niet onder stoelen of
banken. Zijn streven was toen reeds ge
richt op de eenheid van het Nederland
sche volk, niet zoozeer uit materialis
tische als wel uit ideëele overwegingen.
Naar de N.S.B.
Dit bracht Boerenleider Koertian er
toe, zooals hij ons verklaarde, reeds
tien jaar geleden als een der eersten
in dit gewest toe te treden tot de N.S.
B., waarvan hij steeds een der eerste
leden is gebleven. Hij was en is daarbij
zooals aan ieder in den omtrek bekend
is een persoonlijke vriend van Mus-
sert, die hem meermalen, ook in de
moeilijke jaren, met een bezoek op de
boerderij kwam vereeren.
Men moet Koeman in allen eenvoud
over deze jaren van strijd hoorën ver
tellen. Eerst in het Agrarisch Front,
toen in het Boerenfront en ten slotte
toen de organisatie meer vasten .voet
kreeg, in den Landstand. 'Hoe het be
gon met praatavonden van vier of vijf
menschen bij de 'boeren aan" huis en
hoe het langzamerhand is geworden tot
wat wij nu kennen. Eerst dan beseft
men, hoe zeer de nieuwe Boerenleider
voor Noord-Holland heeft gevochten
tegen vooroordeel en tegenkanting en
hoe zeer de plaats, waarop hij thans
is gesteld, hem rechtens toekomt.
Natuurlijk kwam het gesprek ook op
den man, die ging om den Landstand
in een andere fuctie te dienen, op Jan
Saai.
Met hem heb ik van den beginne af
samengewerkt, zoo zeide Koeman ons.
Wij waren twee menschen, maar ons
bezielde één geest.'
Zoo heeft hij het vaste voornemen,
dé voetsporen van zijn yoorganger te
drukken. Hoogstens zal er eens sprake
kunnen zijn van een verschi. in de \MÉt-
ze van uitvoering.
„Zoo wil ik", verklaarde hij, „de
Landsvrouwen wat meer steunen. De
vrouw heeft niet alleen haar plaats in
het gezin en in het bedrijf, doch vooral
thans, nu het Germaansche ras dood
bloedt aan de fronten, is er een groote
en verheven taak voor haar weggelegd
voor de instandhouding van dit ras."
Ook de organisatie van de Landjeugd
heeft zijn volle belangstelling, doch in
oorlogstijd, nu zoo velen elders zijn ge
roepen, valt deze moeilijk op te bouwen.
Boeijenbelang in goede handen.
Wij hebben met den nieuwen Boeren-
leder nog eenigen tijd gesproken over
allerlei urgente onderwerpen, over de
voedselvoorziening en zooveel meer,
dat het ons ,te ver zou voeren, er hier
over uit te weiden.
Het moge echter gezegd^zijn, dat
de Landstandbelangen in Noord-
Holland, zoo lang Koeman deze be
hartigt, zijn toevertrouwd aan een
man uit één stuk, aan iemand, die
geen redenaar is weliswaar, geen
man van schoone woorden, doch
man van de daad, die zich zijn
richtlijnen scherp gesteld ziet. En
meer dan woorden zullen daden in
de toekomst spreken.
Talrijke arbeidsmannen hebben zich
vrijwillig aangemeld om in de thans
tot rust gekomen Oostelijke gebieden
voor boscharbeid te worden ingezet en
op grond hiervan zal in -den aanvang
van Juli 1943 een korps van dén Ne-
derlandschen Arbeidsdienst daarheen
vertrekken.
Gedurende de drie maanden Juli
Augustus en September zullen deze
jongemannen daarginds als N.A.D. om
derdeel arbeiden eh derhalve de vol
ledige N.A.D.-verzorging genieten.
Echter zijn ook reeds verscheidene
verzoeken tot deelname aan dezen in
zet binnengekomen van voormalige ar
beidsmannen en in verban^ hiermede
maakt dq staf van den Nederlandschen
Arbeidsdienst het volgepde bekend:
1. De aanmelding van voormalige ar
beidsmannen is toegestaan.
2. Hun inzet zal geschieden in gelij
ken graad of rang als waarin zij den
Arbeidsdienst verlieten.
3 Vrijwilligers, die zulks verdienen
kunnen gedurende dezen inzet in de
Oostelijke gebieden worden bevorderd
en later, in Nederland worden aange
steld als N.A.D. kaderlid.
4. De schriftelijke aanmeldiprgen, wel
ke vergezeld moeten gaan van een
eigenhandig geschreven levensloop, die
nen vóór 1 Juni 1943 te zijn binnenge-
gekomen bij: N.A.D.-staf, afdeeling 1,
Huize La Foret, te Doorn.
INDIEN NOODIG WORDT OOR
ROME GEBOMBARDEERD.
Kapitein Balfour, Engelsch onderstaats
secretaris van luchtvaart die ln het La>
gerhuis ondervraagd werd over de
kwestie of de Britsche luchtmacht be
vel gekregen had Rome niet te bombar
deerent verklaarde, dat er geen verzeke
ring noch accoord bestaat dat zich tegen
het bombardement van'de Italiaansche
hoofdstad verzet. De „geallieerde zouden
juist integendèel niet aarzelen om Rome
te bombardeeren, Indien de operaties dit
noodzakelijk of nuttig zouden doen blij
ken", besloof Balfour,
T~\E Rijkscommissaris heeft in het Oos-
•L' ten des lands tot de arbeidersgroep
van een groote fabriek gesproken.
Hij heeft die plaats en die omgeving
uitgezocht om van aangezicht tot aan
gezicht te staan met de menschen, die,
zooals hij het heeft uitgedrukt, in een
oogenblik van verwarring en opgehitst
zijn, geloofd hebben zichzelf en de an
deren van voordeel te zijn door tot on
rust en ordeloosheid te vervallen. In
een zeer uitvoerige rede heeft hij aan
getoond, dat deze stakingspogingen niet
tot eenig resultaat kontien leiden, om
dat Duitschland daarvan geen nadeeli-
ge gevolgen van eenig belang zou on
dervinden en zij, <die thans deze wanor-
delijkheden hebben uitgelokt, allereerst
zelf de dupe van hun onberaden optre
den zouden worden.
Men mag er zich over verwonderen,
dat er nog breede kringen van ons volk
zijn, die niet begrijpen hoe nutteloos en
gevaarlijk het is zich tegen het bevel
der bezettingsautoriteiten waarachter
desnoods de kracht van de geheele hier
te lande aanwezige weermacht staat
te verzetten. Men moet toch begrijpen,
dat elke poging tot verzet, tot het uit
lokken van daden welke den loop der
dagelijksche gebeurtenissen zou versto
ren, onmiddellijk in de kiem gesmoord
zou worden en het^aantal 'nu reeds ge
vallen slachtoffers bewijst wel, dat zij,
die denken hun vaderland op deze wijze
te kunnen dienen, een boemerang als
wapen gebruiken, welke zich ten slotte
tegen den gebruiker keert.
De Rijkscommissaris heeft daarbij de
moeite genomen nog eens zeer uitvoerig
en zeer precies uiteen te zetten hoe de
algemeene toestand is en welke kansen
onzen landgenooten worden geboden als
de geallieerden dan wél de Spilmogend-
heden zullen winnen. He( is vanzelfspre
kend dat hij daarbij liet uitkomen, dat
een overwinning van Duitschlands vij
anden de vernietiging van alle cultuur
zou beteékenen aangezien de bolsjewis
tische horden Eur.opa zouden overstroo-
men; ook óns land zouden behandelen,
zooals zij in de Baltische staten hebben
huisgehouden, en Nederland een Sovjet
vriend als oppersten heerscher zouden
geven, die er voor zorgen zou, dat ons
land in een minimum van tijd met Ka-
tynsche heuvels overdekt werd.
De Rijkscommissaris heeft er op ge
wezen hoe onverantwoordelijk het is als
lid, van een emigrantenregeering, dat
wil naar hij zeer scherp liet uitko
men zeggen, als lid van een ille
gaal comité, dat op veilige afstand
zit, raad te geven aan menschen, die,
wanneer zij dezen raad zouden opvolgen
alleen hun eigen hoofd zouden wagen.
Nog te velen zijn er, die dit niet be
grijpen.
Wellicht, dat zij, na het thans gegeven
exposé hun verstand gaan gebruiken.
De Presse-abteilung deelt mede:
De Nederlandsche onderdanen
1. Willem Theodoor Pahud deMor-
t a n g e s, student in de scheikunde,
geboren 1 Juli 1921 te Heemstede,
woonachtig te Delft,
2. Eduard Ellis vali Ra^lte,
student in de werktuigbouwkunde,
geboren 13 October 1918 te Rotter
dam, woonachtig te Delft,
3. Piet Marinus Arnoldus Huur
man, scheepsbouwer, geboren 10
Juni 1917 te Velp, woonachtig te
Capelle,
4. Adriaan Gerhard Smit, em
ployé, geboren 4 September 1920 tè
Alblasserdam, woonachtig te Alblas-
serdam,
5. Menko Hendrik Herbert K ö-
n i g, student, geboren ^9 Juni 1917
in Den Haag, woonachtig te Delft,
6. Charles Okes van der Plas,
student in de mijnbouwkunde, gebo
ren 8 September 1920 te Leiden,
woonahetig te Delft,
zijn door een krijgsraad ter dood ves-
oordeeld, omdat zij ondanks alle te
voren gegeven waarschuwingen in
het jJar 1942 deels gemeenschappe
lijk spoorwegaanslagen en andere
daden van sabotage verricht, deels
pogingen daartoe gedaan hebben.
Zij hebben leven en eigendom van
leden van de bezettingsmacht en
van Nederlanders in gevaar ge
bracht en vernietigd.
De vonnissen zijn door den kogel
ten uitvoer gelegd.
Wie sabotage pleegt, verbeurt zijn
leven.
Er bestaat aanleiding om er op
te wijzen, dat het doelloos is reeds
nu bij een of andere Dienststelle
verzoeken in te dienen om vrij
stelling van inlevering te verkla
gen ifl verband met de verordening
inzake de inlevering van radio
ontvangtoestellen van 13 Mei 1943.
In de eerstvolgende dagen zal ln
de bladen worden bekend gemaakt
waar de voor het indienen van een
dergelijk verzoek op grond van ar
tikel 9 lid 3 van genoemde veror
dening gerechtigde personen de
betreffende aanvraagformulieren
kunnen afhalen.
Alleen die ontvangstbewijzen
van ingediende verzoeken zijn gel
dig, welke na indiening van dit
formulier aan dengene, die het
verzoek doet, zijn afgegeven.
DE AANVAL OP DE STUWDAMMEN.
Volgens de jongste tellingen bedraagt
het aantal dooden als gevolg van den
Britsche luchtaanval op de stuwdam
men 370. Zesendertig personen worden
nog vermist. Dat niet nog meer slacht
offers te betreuren zijn is te danken
aan eenige autoriteiten, die de tegen
woordigheid van geest hadden de daar
voor in aanmerking komende bevolking
onmiddellijk te waarschuwen en tevens
onmiddellijk de noodzakelijke hulp
maatregelen troffen.
Zaterdag 22 Mei zal het 25 jaar ge
leden zijn, dat de momenteel oudste
hoogleeraar in de paedagogie hier te
lande, prof. R. Casimir, aan de Rijks
universiteit te Leiden met een rede over
„Toegepaste Opvoedkunde" het bijzon
der hoogleeraarschap in de opvoed
kunde, later uitgebreid met empirische
psychologie, aanvaardde.