(tte/o*
AKKERTJES
Unicum
In iedere keuken
NET* IE
Een Italiaan ontdekte Nederland.
A
AW
Hoort een1
loodgieter
er zoo
uit, te. zien?
li 0 VAKKIEEDING
Lnchtgevaar
KiespU* i
Tandpij* l
l Zit m
in H aroom!
ondagsgedachte
Mr. R. Houwink
Onze Vader.
DE VUURKLAPPER EN DE
VLIEGENZWEEP.
Op en om Amsterdamsch peil
Onder philatelisten.
Verschil van
tcaardeering
2
STAD ROTTERDAM
I
Dal zal wel te wr gaan. Maar wij
zijn de ideale aa-oorlogKne vak-
kleeding aan het voorbereiden.
Heefi b nog wenschen ol wenken
WAARDEVOLLE WENKEN. WORDEN
0008 ONS BELOOND
VUFtIG BELOONINGEN I
6nb Bevo overalls, broeken, jassen, etc.
naar Icetun. Alleen punten noodig. Dot mee.
L Brievtn bureau van dit blad, mottoBEVA. k
xxx
niet (elefoneeren
het gaat om
menschenlevens
Tergend borende
pijn zonder ophou
den, morgen naar den tandarts,
doch neen» dadelijk "AKKERTJES",
die de pfln verdrijven. Ge leeft
dan weer op binnen 'n kwartier.
&L. Nederland ach» PUnslillmr
ZELFS WIJ THEEKOPJES, die toch
weten wat thee ts, verklaren eens
gezind: 't is geen wonder dat de
menschen zoo enthousiast zijn over.
lEDEREEfTft ZEGT:
N£T"-n£ MET ECHTI
Uitsluitend verkrijgbaar - in beperkte
hoeveelheid - voor hotels, restaurants,
café's, pensions, kloosters,, ziekenhui-
zen en andere groote instellingen.
C.J M.HILLINQ - Heerengr. 435 Amsterdam-C,
legtTita uit
Dat zachte koffie-aroom, en
die voortreffelijke smaak
daarom kiest men tegen-
woordig Unicum! Da's niet Ét
overdreven,' da's wddr, proef
t maar!
Firn's prima
Koffiesurrogaat
C
Verkoopkontoor:
van der Plaats Koffiebranderijen en Theehandel
Bolsward
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
TocwUztngen vleeschwaren.
De geldigheidsduur van de toewijzingen
voor vleeschwaren met een vervaldatum
gelegen in het tijdvak van 1 tot en met 31
Juli 1943 wordt verlengd tot en met 31 Au
gustus 1943.
BewUzcn van overdracht „C" en H.D.B."
De geldigheidsduur van de bewijzen van
overdracht „C" 2e kwprtaal 1943 is ver
lengd. Bij de handelaren kunnen deze be
wijzen van overdracht t.e.m. 23 Augustus
1943 en bij de Nederlandsche producenten,
alsmede voor bestellingen in het buiten
land bij het Rijksbureau voor Ijzer en
Staal, t e.m. 31 Augustus 1943 worden aan
geboden. De besteltermijn voor bewijzen
van overdracht ,.C" 3e kwartaal 1943 ein
digt op 8 November 1943 (hij handelaren)
en op 15 November 1943 iNederlandsche
producenten en buitenland) De bewijzen
van overdracht ..H.D.B 2e kwartaal 1943
en volgende kwartalen zijn tot nadere
aankondiging aan geen bepaalden bestel-
dati gebonden
Verschenen is een circulaire (no 758 d.d
29 Juli 1943) inzake wijzigingen in de rege
ling van de ijzer- en staalvoorz.'enlng
voor Nederlandsche behoefte, welke bij
de Kamers van Koophandel en bli het
Rüksbureau grat's verkr' -bag" Is
In hun ellen belang <»ord« tjo'. .«heb
benden aangeraden van dan Inhoud dezer
circulaire ten spoedigste kennis te nemen.
door
Wie In zijn leven niet den nood erva
ren heeft varf den eenzamen en van alle
hulp verstoken mensch, zoodat hem
niet anders overbleef 3an zich welbe
wust of Instinctief" te wenden tot dien
Ander, Van Wlen hjj ml^pchlen hoog
stens het bestaan vermoedde of aan
Wlen hjj wellicht amper'Xiog enkele
vage herinneringen uit zijn prille kin
derjaren had, van dien kan men moel-
Ijjk verwachten, dat hij God onzqn Va
der heeten zal.
En indien zoo Iemand in zijn leven
alleen maar dezen nood heeft leeren
kennen en nimmer door dien nood ge
bracht ls tot dankbaarheid Jegens dien
Ander, Die hem in zijn nood heeft bij
gestaan, dan zal men evenmin van
hem verwachten mogen, dat hjj Gods
Vadernaam op de lippen neemt.
Want wie nimmer mot zichzelf in de
volslagen duisternis alleen is geweest,
die weet niet, dat hij God waarlijk noo
dig heeft ln zjjn leven (zoo hij althans
als mensch leven wil en zich er niet
mede tevreden stelt geleefd te worden
als een menschvor'mig voorwerp!)- die
stelt zjch tevreden met een ,,god 'voor
den Zondag" of met den een of anderen
afgod - van stoffelijken of geestelijken
aard, of die doet het wat wel zoo
eerlijk en zuiver is heelemaal zon
der god.
En wie God alleen maar kent als eeq.
redder uit den nood en enkel een beroep
op Hem doet, wanneer het water hem
tot de lippen gestegen ls, en zich verder
niets aan God noch gebod gelegen lig
gen laat, die noemt Hem wellicht Nood
lot of Voorzienigheid, maar onthoudt
Hem al evenzeer den Vadernaam.
Alleen wien de nood het bidden heeft
geleerd en wie door dien biddend door-
st&nen nood tot den Ander in 't diepst
van zijn hart woorden der dankbaarheid
gesproken heeft, slechts die ls scherp-
hoorend genoeg geworden, om in dat
zelfde hart het antwoord van den An
der te vernemen, da't het woord van Zijn
Vaderliefde is.
Natuurlijk, wjj kunnen heel gemak'
kelijk God onzen Vader noemen. Wij
kunnen Hem heei gemakkelijk ook nog
tal van andere, vèrheven en familiare,
namen>geven. Dat kost ons bij wijze van
spreken niets en behoeft ons niets te
kosten. Integendeel: wanneer wjj zoo
(hetzij op verheven, hetzij op familiare
wijze) over God spreken, zal dit de
wereld en bovenal de vrome wereld
goed in de ooren klinken. Want als
wij op een verheven wijze over God
sprekqp, zal deze vrome wereld ons roe
men om onze „rechtzinnigheid" en doen
wij het wat minder strikts en wat ge
moedelijker dan zal zij ons licht prijzen
om onze „vrijzinnigheid" of zij zal zich
wijs laten maken de wereld wil nu
eenmaal bedrogen zijn dat wij bij
zonder dlene inleidingen ln het geloof"
ontvangen hebben en God als het ware
bij Zijn werk over den schouder zien.
Doch met dat èl hebben wij God
nog niet tot onzen Vader, leven wij nog
niet van uit het zeker weten, dat alleen
het geloof met zich brengt: God ls on
ze Vader. Zoglang wij God nog slechts
onzen Vader „noemen", is er nog niets
gebeurd met ons, dat ons tot Zijn kin
deren heeft gemaakt. Dan heeft God
ons kinderhart nog niet ontsloten, of,
zooals de Bijbel het zegt: dan ls ons
het steenen hart nog nie't uit de horst
genomen en hebben wij daarvoor nog
geen vleezen hart in de plaats gekregen,
dat de zalig brandende .pijn van God's
liefde niet schuwt.
Want eerst indien wij depijn van
God's liefde niet «langer, weren uit. ons
leven deze pijn der schaamte over
eigen liefdeloosheid en onverdiend ont
vangen barmhartigheid, die ons tot op
het uur van onzen dood niet los zal
laten zullen wij Innerlijk weer tot
de kiridérên worden, die wijeenmaal
waren, toen wij nog geloofden aan den
ouden wijzen jnan met zijn langen wit
ten baard, die achter de sterren woon
de. Dan zullen wij opnieuw een Vader
hebben, die in de hemelen ls en dien
wij niettemin „onzen" Vader mogen
heeten.
Aan dit laatste dienen wij niet voor
bij te zien. Het bewaart ons ervpor, het
als iets vanzelfsprekends te beschouwen,
dat God het ons toestaat, Hem bij den
Vadernaam te noemen. Immers Hij, die
in de hemelen is, is' de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde. Hém
met den Vadernaam te mogen aanspre
ken ls Iets zóó ongehoords en iets zóó
ongerijmds, dat het nimmer in eenig
menschenhart zou zijn opgekomen, in
dien God zelf het ejr niet door Zijn
Geest ln had neergelegd.
De mensch heeft den Ander vele na
men gegeven, kostelijke namen, dwaze
namen, maar den Vadernaam heeft hij
Hem eigener beweging niet toegedacht.
Om Hem dien Vadernaam te kunnen
geven ls Iets anders noodig geweest.
Want ook Gods Geest had ons dlqn Va
dernaam niet ln het hart kunnen leg
gen, indien van de grondlegging der
wereld af Gods Zoon er niet was ge
weest.
Trouwens: wat zou ons een Vader
hebben gebaat, die slechts in naam
vader was, en niet in werkelijkheid?
Hoe zouden wij de stralen Zijne^ liefde
hebben kunnen voelen, wannéér zij niet
waren voortgekomen uit een echt va
derhart?
En zoo ls dus God onze Vjider niet
hij wijze van spreken, maar omdat Hij
inderdaad Vader ls; en zoo zijn ook wij
niet bij wijze van spreken God's kin
deren, maar omdat Zijn eenlge goboren
zoon ons tot zijn broederen heeft ge
maakt; wordend vleesch van ons vleesch
en been van ons been, zjjn wij, door
Hem en ln Hem, ook inderdaad kin
deren Gods,
i
a verband met de ergerlijke die/stallen
op het platteland zijn in Gelderland
'ele boeren er toe overgegaan bij de
e velde staande korenschoven, zeli
ie wacht ee houden. Hond en knup
el beloven den ongenooden gas:
niet veel goeds
CNF-W. P. Zeijlemakcr-Pax m
III.
Alkmaar bevalt hem niet.
Op een stoomboot komt Edmondo de
Amicis van Zaandam naar Alkmaar en
hij heeft een gevoel van verlatenheid
als hij ter weerzijden naar de onafzien
bare en eentonige vlakten kijkt, die on
der een droefgeestigen hémel liggen.
Hij vertelt een en ander over den
Beemster en het prachtige vee, dat daar
gefokt wordt en dat de kazen levert, die
als kanonskogels langs de straten en
op de pleinen van de stadjes in dit ge
west liggen opgestapeld.
Zij leenen zich niet om er een son
net over te schrijven, maar het zijn met
dat al „goede en benijdenswaardige za
ken".
Terwijl hij de stad nadert, overpeinst
hij Alkmaar's roemrijke geschiedenis,
waarvan het beleg een der hoogtepun
ten vormt en dan staat hij plotseling op
de kadé waar een pakjesdrager zich van
hem meester maakt, die maar drie
Franschg, woorden kent: Monsieur, ho
tel pn pourboire.
DE STAD.
De stad zelf valt hem tegen: een re
gelmatig gebouwde stad met breêde
grachten en breede straten. Enkele groo-
te pleinen zijn geheel bestraat met klei
ne roode en gele baksteenen, zoodat
men van verre een tapijt meent te
zien. De straten hebben twee trottoirs,
een van metselsteenen voor de voorbij
gangers en een iets hooger van arduin-
steenen, met de huizen verbonden, waar
op het maar beter is niet te loopen om
niet met valkenoogen te worden aan
gezien door de menschen die achter de
vensters zitten. Vele huizen zijn- ter
halverhoogte gewit, anderen zijn zwart
geschildftrd alsof ze in den rouw zijn,
andere zijn als koetseh gelakt van' den
gevel tot den stoep.
Men kan heele staten doorloopen
zonder s iemand tegen te komen, wat
vreemd is in een stad van tienduizend
inwoners, maar de Alkmaarders zijn be
leefd. Allen die hij later tegenkomt,
groeten den vreemdeling en zelfs van
een groep schoolkinderen, onder gelei
de van een meester, nemen alle jongens
de petten voor hem af.
Wat dat betreft kon de jeugd van
omstreeks 1870 die van tegenwoordig
toch wel een lesje hebben gegeven.
DE ALKMAARSCHE VROUWEN.
De vreemdeling vertelt iets van de
Groote Kerk en het stadhuis en ba-
schrijft dan de Alkmaarsche vrouwen,
die henv eerlijk gezegd, geweldig tegen
vallen, dat wil zeggen de vrouwen niet
zoozeer dan wel" de kleeren waarin zij
zich vertoonen.
Er zijn zegt hij vrouwen met
wangen van het schoonste rozenrood,
dat de schuchterheid ooit over de ka
ken- eener maagd gespreid heeft, maar
de uitwerking van die bevalligheden
wordt totaal vernietigd door de jam
merlijke toetakeling van het hoofd en
de nog jammerlijker manier van kleeden.
Behalve de stijve krullen, de oorijzers
als oogkleppen van paarden, de plaat
over het voorhoofd en de witte muts,
die ooren en hals bedekt, dragen ze op
de kruin van het hoofd een grooten
stroohoed in de gedaante van een lig
genden cylinder, met een groote lui
fel met groene of gele zijde gevoerd,
van achteren vlak en van voren om
hoogloopend, zoodat 'er tusschen die lui
fel, en het voorhoofd een groote léege
ruimte overblijft, die doet^denken aan
de groote mombakkessen, welke de Chi-
neesche soldaten zich opzetten om den
vijand aan het schrikken te maken. Bo
vendien hebben ze de heupen geweldig
hoog, door de dikke onderokken of wie
weet- wat, en het bovenlijf is het dikst
bij de ceinture en loopt spits toe tot
aan de okfels, ln tegenstelling van
„onze" dames, die de borst groot en het
middel dun maken. Het is al heel mooi
wanneer de schoonsten, zoo gekapt, toe
gespitst en platgeknepen, nog op vrou
wen lijken, maar mén kan zich voor
stellen hoe het voorkomen is van de.
minder door de natuur bevoorrechten,
die pok te Alkmaar het grootste gedeel
te uitmaken.
KERMIS.
Misschien is het aan den droefgees
tigen hemel en de sombere stemming
van den ^reemdeling te danken, dat
Alkmaar nem zoo tegenvalt, maar er
wachten hem nog meer teleurstellingen,
om riiet te spreken van verschrikkin
gen.
Hij komt op een plein, ziet daar voor
het eerst een Hollandsche kermis en de
schrik slaat hem om het hart.
Ten tijde van de kermis zegt hij
staat er binnen elke Nederlandsche
stad een émde^e stad, éen stad van
kramen, tlrcatertenten enz., die later
wordt afgebrpkap evenals een« leger
kamp en op schuiten weer wegge
bracht wordt met alles wat daarbij
hoort, als kwakzalvers. reuzen, mon-
sterkindereft, wassen beelden, houten
paarden, enz.
Men heeft hem in Den Haag bang
gemaakt voor de Hollandsche kermis
sen, want „dienstmeisjes, werklieden.
Het boek, dat Edmondo de Amicis
over Holland en zijn bewoners
schreef, bevat een van weinig ent
housiasme getuigende beschijving
van Alkmaar.
Blijkbaar heeft de vreemdeling
zich hier heelemaal niet thuis ge
voeld. Hij is over de grootouders
dor Alkmaarders, hun zeden en ge
woonten niet te spreken en voelt
het als een bevrijding, dat hij nog
juist voor het aanbreken van éen
nach# vol losbandigheid naar Den
Helder kan ontsnappen.
In een tijdschrift voor luchtbescher
ming lezen wij een artikel, dat het on
schadelijk maken van brandbommen
behandelt. Hierin was sprake van een
instrument, dat door een volijverig
luchtbeschermer met den naam „vuur-
zweep" is betiteld. Nu is sinds eeuwen
een zweep altijd een voorwerp ge
weest, dat diende tot aansporing, min
stens tot afstraffing, maar *dan toch
met de bedoeling, er bij het slachtoffer
een grootere vlijt in te ranselen. De
zweep is het werktuig geweest van sla
vendrijvers en koetsiers en in het meest
onschuldige geval van het kind, dat z'n
tol wil aandrijven. De zgn. „vuurzweep"
is een nieuw noodzakelijk instrument
maar de naam deugt niet. Toen men
e%n wapen zocht in- den strijd tegen
vliegen, kwam de zgn. vliegenklapper
en niemand dacht er ook maar één
oogenblik aan zoo'n ding een vliegen-
zweep te noemen. De bouw van vuur
zweep en vliegenklapper is volkomen
gelijk de een iets grooter dan de an
der de werking is dezelfde en het
beoogde doel is verdelging. Vermoede
lijk heeft iemand, die met de Duitsche
taal even weinig op de hoogte is als
met de Nederlandsche, gedacht aan
het woord „Feuerpatsche", dit woord
verwissel)! met „Feuerpeitsche", vervol
gens in een- dictionnaire voor Feuer:
vuur, en voor Peitsche: zweep gevon
den en onze arme moedertaal was met
een wanproduct verrijkt Noemen wij
dus het jongste kind van de tot aller
heil werkende luchtbescherming niet
vuurzweep, doch vuurklapper. Hét zal
anders voor 't nageslacht moeilijk zijn.
de juiste gevoelswaarde van het woord
zweep vast te houden, waaruit weer
werkwoorden zijn afgeleid als zweepen
en opzweepen.
boeren en boerinnen, mannen en vrou
wen van alle soorten maken dan pret
met een woede en losbandigheid, waar
bij de uitspattingen van de carnavals
nachten onschuldige kinderspelen zijn."
Hij vertelt het een en ander over open
bare onzedelijkheden in kermistenten en
op de straat en zegt. dat velen de ker
mis willen afschaffen, zoodat het niet
lang meer zal' duren of al die bachana-
liën zijn teruggebracht tot een vroolijk
en behoorlijk carnaval, maar hij weet
natuurlijk niet, dat zeventig jaar later
de stem van een lid der Alkmaarsche
vroedschtp, die deze afschaffing be
pleit nog die eens roependen in de
woestijn zal blijken.
Hij besluit uit Alkmaar te vluchten
vóór de nacht der losbandigheid aan
breekt en gaat naar zijn hotel waar hij
tevergeefs uitlegt, dat hij wil ver
trekken. Er is niemand, die hem ver
staat en als hij mistroostig in de gelag
kamer gaat zitten, komt er van een
groepje van vier dikke Alkmaarders,
die daar gezellig zitten te eten en te
drinken één op den vreemdeling af en
zegt: „Alkmaarpas de plaisir; Pa
ris.... toujours plaisir."
Het is het eenige, dat hij nog in Alk
maar verstaan zal, want hij neemt zelf
zijn koffqjr ter hand en een jongen
brengt hem een straat langs, een poort
door, een binnenplaats over en weer
aan een poort, die op een andere straat
uitkomt waar mag hij tuschen twee
haakjes toch geweest zijn? en dan
staat hij, machteloos, omdat niemand
hem Verstaat, ten spot voor de voorbij
trekkende kermisgangers en kan niet
eens den weg naar het station vragen.
Er blijft plotseling een omnibus voor
de poort staan. Dankbaar, uit de stad
der verschrikking te kunnen ontsnap
pen, springt de vreemdeling er in en
weinige minuten later is hij aan het sta
tion waar hij een kaartjë koopt naar
Den Helder.
Tj. N. ADEMA.
Vaeantie-tijd. Stad en land
vinden elkaar
CNF-Stcveni-Pax
IN de schaduw van de voorname
behuizingen, waar eens burge
meester Willem Backer en Amster-
dam's eerste diahter Laurensz Soie-
ghel woonden.od dat stuk Nieuwe-
ziids Voorburgwal, dat een slordige
twéé eeuwen geleden houtmarkt en
nog waarachtig burgwal was te
weten een der levendigste en aan
zienlijkste wallen van deze goede
stad daar slenteren nu moeilijke
jongentjes in plusfours rond. zenuw
achtige heertjes met actetasschen en
af en toe verdwaald vrouwmensch
Alle hebben ze iets slims en iets on
dernemends. Iets van dien han
delsgeest. welke ons zoo eigen was
in de Gouden Eeuw en welke ook nu
weer zoo aardig den kop opsteekt
Omdat het mii verdriette, dat miin
exemplaar van „Snikken en Grim
lachjes" zoo uit den band hing. had
ik het boekie nieuw in'het kaft doen
Steken. Zoo wandelde ik argelooS en
tevreden over het eilandje bij de
Wiide Steeg, dat eigenlijk Nieuwe-
ziids Voorbürgplein had dienen te
heeten. toen een iongen met een be
lust gezicht naast me kwam loopen.
„Mag ik eens in uw boekie kijken?
Wat doe je bij zoo'n vraag? Je
verbaaft ie over het verzoek. En ie
laat hem kijken. Ik deed dus Piet
Paaltiens open.
„O. versies!".
..„Ja. versies".
„Dacht dat u postzegels had 'tuur-
liik".
Er klinkt verwilt door in zun stem.
Ik kiik op. Een naar van zijn kor
nuiten ziin naderbij geslenterd. Een
tamelijk pJechti? manspersoon komt.
een wiebelend lorgnet op den neus.
op mij' toegeschreden: een kluitje sa
menzweerders staakt het samenzwe
ren ep kiikt in miin richting: van
links hompelt een oudachtig manne-
tie met een koffertje haastig op mii
toe. Öe iongen. die mii ontdekt heeft,
maakt een veelzeggend gebaar en
zegt. nonchalant:
„Is niks. versies!".
De philatelisten hebben miin von
nis geveld Ik hoor er niet bii. niet
als kooper. niet als koopman. Ik ben
niet in het bezit van die ongetande
Willem II. waar ze stuk voor stuk
hun ziel en zaligheid voor zouden
willen geven, van geen serie van
Madagascar en van geen oud Ja-
narfsch zeseltie. Ik heb geen iubi-
leumzegel van Peru met opdruk van
toen de Keizer ziin zooveeliarige
ambtsaanvaarding herdacht: noch een
Kaap de Goede Hbop noch iets van
Mauritius of daaromtrent. En ze kun
nen aan mii zelfs hun meest onge
hoorde snotkoopie niet kwiit
Ze nemen het als mannen.... Ze
trossen weer samen, ze griinen hun
oincet en halen met meer 1!efde wel
haast dan een huismoeder haar laat
ste boterbon een puntgaaf pracht-
°xemDlaar van een bizonderen mis
druk van Chi'i te voorschiin.
TV loon ve-der.
Ongestoord.
Ik ben voor hen zelfs het nakiiken
piet waard.
Han G. Hoekstra.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
Gedenatureerde Melasse voor
lnkulllngsdoelelnden.
Veehouders, ln het bezit van silo's, kun
nen bij hun P.B.H. een formulier verkrij
gen voor het aanvragen van gedenatu
reerde melasse voor het inkuilen van
eiwitrijke groenvoedergewassen ln het
najaar 1943.
PAARDEN VOOR
OOGSTWERKZAAMHEDEN.
Rectificatie.
De Gemachtigde voor den Oogst maakt
bekend, dat, met uitzondering voor de
provincie Noord-Holland, geen paarden
van elders ter beschikking kunnen wor
den gesteld ten behoeve van de oogst-
werkzaamheden. De bestaande moeilijk
heden zullen moeten worden opgelost
door onderlinge hulp. In gevallen, waarin
deze onderlinge hulp te kort mocht
schieten, dient men zich te wenden tot
den P.V.C., die bevoegd ls ln dezen rege
lend op te treden. Voor inlichtingen ln
verband met oogstwerkzaamheden kan
men zich ook wendert tot de Inspecteurs
voor den oogst.
TEELTPLAN ZOMEROLIEZADEN.
Het Departement van Landbouw en
Vlsscherlj maakt bekend, dat grondge
bruikers, die in het voorjaar van 1944
niet of niet geheel aan hun verplichting
inzake de teelt van een wlnterollegewas
hebben voldaan, verplicht zijn dan l'/i
maal de oppervlakte, welke nog aan het
verplicht met deze gewassen te betelen
percentage van hun bouwland ontbreekt,
met een zomeroliegewas te bebouwen. In
dien door het Hoofdbedrijfschap voor
Akkerbouwproducten op grond van de
teelt van koolrapen, knollen, voederkool,
mergkool of andere koolsoorten voor
zaadwinning, dan wel op grond van bij
zondere bedrijfsomstandigheden vrijstel
ling van den teeltplicht van een wlnter
ollegewas ls verleend of Indien de pro
ductiecommissaris wegens slechten stand
toestemming -heeft gegeven tot het doen
omploegen van een wlnterollegewas, be
hoeft de betreffende met zomeroliegewas
te verbouwen oppervlakte niet lVs maal,
doch slechts 1 maal de met wlnterolle
gewas te bebouwen oppervlakte te be
dragen. Slechts de verbouwers van tuin-
bouwkoolsoorten, die ook reeds voor
oogst 1942 óf 1943 deze koolsoorten voor
zaadwinning hebben geteeld, zullen In
dien zij thans ontheffing krijgen van de
verplichte teelt van winteroliezaden
eveneens vrijgesteld zijn van deze ver
plichte teelt van een zomerolieza&d.
Deze vrijstelling van het telen van een
zomerollezaad zal niet gelden voor andere
telers van tuinbouwkoolsoorten voor
zaad winning. 'Grondgebruikers op bedrij
ven, waar volgens aanwijzing van den
produetiecommissaris aan den teeltpllcht
van een wlnterollegewas kan voldaan
worden door5 pet. van de oppervlakte
bouwland méér met aardappels te ver
bouwen dan ln 1942, zijn vrijgesteld van
de verplichting tot verbouw van zomer-
oliezaden. Ten aanzien van overgenomen
verplichtingen om wlnterollegewas te te
len gelden voor dengene, die de verplich
ting overgenomen heeft, dezelfde bepalin
gen als bij de normale teeltverplichting.
Overdracht van den teeltpllcht van
zomerollegewassen binnen de provincie ls
toegestaan, indien hiertoe vóór 1 Maart
1944 een aanvraag bij den productiecom
missaris is ingediend. Overdracht naar
een andere provincie is slechts mogelijk
tnet toestemming van de beide betrokken
productiecommissarissen. Onder wlnter
ollegewas worden ln de bekendmaking
wlnterkoolzaad en wlnterraapzaad en on
der zomeroliegewas blauwmaanzaad en
zomerkoolzaad verstaan.
De teeltpllcht van wlnterkoolzaad en
winterraapzaad op klei-, zavel- en
roodoorngronden bedraagt 10 pet. van
het bouwland voor bedrijven met meer
dan 5 H.A. bouwland. Op andere gron
den is het 5 pet. van het bouwland voor
bedrijven met meer dan 10 H.A. bouw
land Degenen, die niet aan hun ver
plichting Inzake de teelt van zomerolle
gewassen voldoen, stellen zich bloot
aan bestraffing op grond van het besluit,
tucb trechtspraak voedsel voor lening.
Verhooging afschrijving noodslach-
tingen.
In aansluiting op onze publicatie be
treffende verhooging afschrijving nood-
slachtingen voor 2 x het geslacht ge
wicht deelen wij U medé, dat deze voor-
looplge regeling niet geldt voor ln nood
geslachte nuchtere kalveren. Nuchtere
kalveren worden afgeschreven vodr 5/3 x
het -geslacht gewicht.
Verplichte koolzaadteelt oogst 1944.
Ter aanvulling op de ln de pers ver
schenen mededeeling inzake de verplich
ting om voor den oogst 1944 wlnterkool-
of winterraapzaad te verbouwen maakt
het Departement van Landbouw en Vls
scherlj het volgende bekend:
1. Evenals in 1942 kan de Productie
commissaris toestemming verleenen om
den teeltplicht over te dragen. Hiertoe
moet vóór 15 Augustus a.s. een aanvrage
bij de Landbouw-Crisis-Organlsatie wor
den ingediend. Bij de aanvrage moet zijn
gevoegd een schriftelijke gedagteekende
en onderteekende verklaring van denge
ne, die de verplichting wil overnemen.
Overdracht van de verplichting naar een
andere proviócie is slechts toegestaan
met toestemming vén belde daarbij be
trokken productieeommissarissen
2. Va"n den teeltplicht kan onder meer
ontheffing wordeh verleend voor de op
pervlakte, weUte op contract voor een
handelaar voor zaadwinning oogst 1944
met koolrapen, herfstknollen en "oeder-
of mergkool wordt beteeld. De telers
moeten deze ontheffing binnen 3 dagen
ha het afsluiten van het contract, doch
ü'iterlijk vóór 22 Augustus a.s., bij het
Hoofdbedrijfschap voor Akkerbouwpro
ducten, Wassenaarscheweg 80, 's-Graven-
hage, aanvragen. Een door belde partljeh
onderteekend duplicaat van het teeltcon
tract moet bij de aanvrage zijn gevoegd.
In het contract moet zijn vermeld: a
naam en volledig adres (ook provincie
van inwoning) van den teler; b. districts-
en registratienummer van den teler; c. de
gecontracteerde óppervlakte; d. soort en
ras van het gecontracteerde gewas. Deze
ontheffing wegens zaadteelt kan door het
Hoofdbedrijfschap ook worden verleend
aan telers, die op contract voor een er
kend selectiebedrijf voor zaadwinning
oogst 1944 meiknollen, boerenkool
bloemkool, boterkool, broceoli, chineesche
kool, plukkool, roode kool. savoye kool.
snijkool, spruitkool, witte kool of
koolrabi telen. In dit geval moeten de
telers de aanvrage en het duplicaat-
contract binnen 3 dagen na de afsluiting,
doch uiterlijk vóór 22 Augustus a.s., bij
het Bedrijfschap voor TuinbouWzaden,
Laan Copes van Cattenburch 137, 's-Gra-
venhage, inzenden.
3. .Afgezien van bovenstaande onthef
fingen en van de mogelijkheid, dat dè
productieeommissarissen voor. gebieden
of afzonderlijke bedrijven op' andere dan
klei- zavel- en roodoorngronden toe
stemming geven in plaats van koolzaad
aardappelen te verbouwen, moet op elk
bouwland met wlnterkoolzaad of winter-
bedrljf met meer dan 5 ha bouwland op
kiel-, zavel- en roodoorngronden 10"«, en
op elk bedrijf met meer dan 10 ha. bouw
land op andere gronden 5'/» van het bouw
land met wlnterkoolzaad en winterraap
zaad werden bebouwd. Wordt deze ver
plichting niet nagekomen, dan zullen h-io-
?e boeten worden opgelegd, terwijl de
ee boeten worden opgelegd, terwijl de na-
het voorjaar l*/t x zooveel blauwmaan
zaad te verbouwen.
Bonaanwijzing Kunstmest.
Thans is gfld.'g verklaard voor Kali:
bonnenserie voorzien van opdruk no 3
De Kalibonnen no. 3 behouden hun gel
digheid tot 15 September a.s. De Stikstof
bonnen no. 1 benevens de Kalibonnen no.
1 en no. 2 blijven eveneens geld.'g tot 15
September a.s. De verbruikers dienen
derhalve de volgende bonnen uiterlijk 10
September a.s. bij hun leveranciers in te
leveren opdat deze voor tijdige inzending
der zegels kunnen zorgdragen ter verkrij-
„van een aank°opmachtiging: Stik
stof, bonnenserie no. 1. Kali. bonnenseries
no. 1, 2 en 3. de Fosforzuurzegels no. 1
blijven tot nader order geldig.
Wat den één welkom i»,
vindt 'n ander niets pret
tig. Behalve de Victoria-
biscuits: die worden door
iedereen met gejuich ont
vangen!
Buiaroma
(gele sauspoeder) ver
vangt boter in de spijzen
en doet ware wonderen.
Albumona
(juspoeder) stelt U ta
staat veertig verschil
lende soorten jus of
- saus te bereiden.
Transparanta
(aardappeltapioca) voor
het maken van „vóór-
oorlogsche" schoteltjes.
Het beatedat op de bon verkrijgbaar te.
fc, W. A. ÖCHOLTEDTS FABRIEKBM
STORMSCHADE-
VERZEKERINGEN
II.T. MAATSCHAPPIJ
r I72A
Een Nederlandsch bedrijf
door de eeuwen heen
£R*SMUSHUIS COOISINGEL
ROTTERDAM
t. I
•r
Zeker! Onze oude trekschuit,
Toonbeeld van gemoed'lijkheid.
Onder motto
«,haast U langzaam"
Kwam er óók ln yoeger tijd.
Maar nu reizen wij per vliegtuig
En de oude schuit is weg:
ledereen moet met zijn tijd méé.
Dat is óók de leus van Keg.
CUNGE DOORENBOS.
KEG'* Thte cn KoHit (Thans surrogaten).
Vtrpokle levtnsmiddelanPudding S
AT n tante Klaartje is
p een lieve vrouw, die goed
doet, waar ze kan. „Mina". '4,
ff rei ze laatst tegen me, „Mina,
ff Oom is ziek, en nu zou ik 4
f hem zoo graag n's verwen- /y
f nen. Weet jij een manier /ft
f, om cake te bakken zon-
f tIer eieren?" Nou,
f toen heb ik haar ft
natuurlijk een pak-
ff ie ROER-OM
meegegeven.