(tte/o* AKKERTJES Unicum In iedere keuken NET* IE Een Italiaan ontdekte Nederland. A AW Hoort een1 loodgieter er zoo uit, te. zien? li 0 VAKKIEEDING Lnchtgevaar KiespU* i Tandpij* l l Zit m in H aroom! ondagsgedachte Mr. R. Houwink Onze Vader. DE VUURKLAPPER EN DE VLIEGENZWEEP. Op en om Amsterdamsch peil Onder philatelisten. Verschil van tcaardeering 2 STAD ROTTERDAM I Dal zal wel te wr gaan. Maar wij zijn de ideale aa-oorlogKne vak- kleeding aan het voorbereiden. Heefi b nog wenschen ol wenken WAARDEVOLLE WENKEN. WORDEN 0008 ONS BELOOND VUFtIG BELOONINGEN I 6nb Bevo overalls, broeken, jassen, etc. naar Icetun. Alleen punten noodig. Dot mee. L Brievtn bureau van dit blad, mottoBEVA. k xxx niet (elefoneeren het gaat om menschenlevens Tergend borende pijn zonder ophou den, morgen naar den tandarts, doch neen» dadelijk "AKKERTJES", die de pfln verdrijven. Ge leeft dan weer op binnen 'n kwartier. &L. Nederland ach» PUnslillmr ZELFS WIJ THEEKOPJES, die toch weten wat thee ts, verklaren eens gezind: 't is geen wonder dat de menschen zoo enthousiast zijn over. lEDEREEfTft ZEGT: N£T"-n£ MET ECHTI Uitsluitend verkrijgbaar - in beperkte hoeveelheid - voor hotels, restaurants, café's, pensions, kloosters,, ziekenhui- zen en andere groote instellingen. C.J M.HILLINQ - Heerengr. 435 Amsterdam-C, legtTita uit Dat zachte koffie-aroom, en die voortreffelijke smaak daarom kiest men tegen- woordig Unicum! Da's niet Ét overdreven,' da's wddr, proef t maar! Firn's prima Koffiesurrogaat C Verkoopkontoor: van der Plaats Koffiebranderijen en Theehandel Bolsward OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. TocwUztngen vleeschwaren. De geldigheidsduur van de toewijzingen voor vleeschwaren met een vervaldatum gelegen in het tijdvak van 1 tot en met 31 Juli 1943 wordt verlengd tot en met 31 Au gustus 1943. BewUzcn van overdracht „C" en H.D.B." De geldigheidsduur van de bewijzen van overdracht „C" 2e kwprtaal 1943 is ver lengd. Bij de handelaren kunnen deze be wijzen van overdracht t.e.m. 23 Augustus 1943 en bij de Nederlandsche producenten, alsmede voor bestellingen in het buiten land bij het Rijksbureau voor Ijzer en Staal, t e.m. 31 Augustus 1943 worden aan geboden. De besteltermijn voor bewijzen van overdracht ,.C" 3e kwartaal 1943 ein digt op 8 November 1943 (hij handelaren) en op 15 November 1943 iNederlandsche producenten en buitenland) De bewijzen van overdracht ..H.D.B 2e kwartaal 1943 en volgende kwartalen zijn tot nadere aankondiging aan geen bepaalden bestel- dati gebonden Verschenen is een circulaire (no 758 d.d 29 Juli 1943) inzake wijzigingen in de rege ling van de ijzer- en staalvoorz.'enlng voor Nederlandsche behoefte, welke bij de Kamers van Koophandel en bli het Rüksbureau grat's verkr' -bag" Is In hun ellen belang <»ord« tjo'. .«heb benden aangeraden van dan Inhoud dezer circulaire ten spoedigste kennis te nemen. door Wie In zijn leven niet den nood erva ren heeft varf den eenzamen en van alle hulp verstoken mensch, zoodat hem niet anders overbleef 3an zich welbe wust of Instinctief" te wenden tot dien Ander, Van Wlen hjj ml^pchlen hoog stens het bestaan vermoedde of aan Wlen hjj wellicht amper'Xiog enkele vage herinneringen uit zijn prille kin derjaren had, van dien kan men moel- Ijjk verwachten, dat hij God onzqn Va der heeten zal. En indien zoo Iemand in zijn leven alleen maar dezen nood heeft leeren kennen en nimmer door dien nood ge bracht ls tot dankbaarheid Jegens dien Ander, Die hem in zijn nood heeft bij gestaan, dan zal men evenmin van hem verwachten mogen, dat hjj Gods Vadernaam op de lippen neemt. Want wie nimmer mot zichzelf in de volslagen duisternis alleen is geweest, die weet niet, dat hij God waarlijk noo dig heeft ln zjjn leven (zoo hij althans als mensch leven wil en zich er niet mede tevreden stelt geleefd te worden als een menschvor'mig voorwerp!)- die stelt zjch tevreden met een ,,god 'voor den Zondag" of met den een of anderen afgod - van stoffelijken of geestelijken aard, of die doet het wat wel zoo eerlijk en zuiver is heelemaal zon der god. En wie God alleen maar kent als eeq. redder uit den nood en enkel een beroep op Hem doet, wanneer het water hem tot de lippen gestegen ls, en zich verder niets aan God noch gebod gelegen lig gen laat, die noemt Hem wellicht Nood lot of Voorzienigheid, maar onthoudt Hem al evenzeer den Vadernaam. Alleen wien de nood het bidden heeft geleerd en wie door dien biddend door- st&nen nood tot den Ander in 't diepst van zijn hart woorden der dankbaarheid gesproken heeft, slechts die ls scherp- hoorend genoeg geworden, om in dat zelfde hart het antwoord van den An der te vernemen, da't het woord van Zijn Vaderliefde is. Natuurlijk, wjj kunnen heel gemak' kelijk God onzen Vader noemen. Wij kunnen Hem heei gemakkelijk ook nog tal van andere, vèrheven en familiare, namen>geven. Dat kost ons bij wijze van spreken niets en behoeft ons niets te kosten. Integendeel: wanneer wjj zoo (hetzij op verheven, hetzij op familiare wijze) over God spreken, zal dit de wereld en bovenal de vrome wereld goed in de ooren klinken. Want als wij op een verheven wijze over God sprekqp, zal deze vrome wereld ons roe men om onze „rechtzinnigheid" en doen wij het wat minder strikts en wat ge moedelijker dan zal zij ons licht prijzen om onze „vrijzinnigheid" of zij zal zich wijs laten maken de wereld wil nu eenmaal bedrogen zijn dat wij bij zonder dlene inleidingen ln het geloof" ontvangen hebben en God als het ware bij Zijn werk over den schouder zien. Doch met dat èl hebben wij God nog niet tot onzen Vader, leven wij nog niet van uit het zeker weten, dat alleen het geloof met zich brengt: God ls on ze Vader. Zoglang wij God nog slechts onzen Vader „noemen", is er nog niets gebeurd met ons, dat ons tot Zijn kin deren heeft gemaakt. Dan heeft God ons kinderhart nog niet ontsloten, of, zooals de Bijbel het zegt: dan ls ons het steenen hart nog nie't uit de horst genomen en hebben wij daarvoor nog geen vleezen hart in de plaats gekregen, dat de zalig brandende .pijn van God's liefde niet schuwt. Want eerst indien wij depijn van God's liefde niet «langer, weren uit. ons leven deze pijn der schaamte over eigen liefdeloosheid en onverdiend ont vangen barmhartigheid, die ons tot op het uur van onzen dood niet los zal laten zullen wij Innerlijk weer tot de kiridérên worden, die wijeenmaal waren, toen wij nog geloofden aan den ouden wijzen jnan met zijn langen wit ten baard, die achter de sterren woon de. Dan zullen wij opnieuw een Vader hebben, die in de hemelen ls en dien wij niettemin „onzen" Vader mogen heeten. Aan dit laatste dienen wij niet voor bij te zien. Het bewaart ons ervpor, het als iets vanzelfsprekends te beschouwen, dat God het ons toestaat, Hem bij den Vadernaam te noemen. Immers Hij, die in de hemelen is, is' de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. Hém met den Vadernaam te mogen aanspre ken ls Iets zóó ongehoords en iets zóó ongerijmds, dat het nimmer in eenig menschenhart zou zijn opgekomen, in dien God zelf het ejr niet door Zijn Geest ln had neergelegd. De mensch heeft den Ander vele na men gegeven, kostelijke namen, dwaze namen, maar den Vadernaam heeft hij Hem eigener beweging niet toegedacht. Om Hem dien Vadernaam te kunnen geven ls Iets anders noodig geweest. Want ook Gods Geest had ons dlqn Va dernaam niet ln het hart kunnen leg gen, indien van de grondlegging der wereld af Gods Zoon er niet was ge weest. Trouwens: wat zou ons een Vader hebben gebaat, die slechts in naam vader was, en niet in werkelijkheid? Hoe zouden wij de stralen Zijne^ liefde hebben kunnen voelen, wannéér zij niet waren voortgekomen uit een echt va derhart? En zoo ls dus God onze Vjider niet hij wijze van spreken, maar omdat Hij inderdaad Vader ls; en zoo zijn ook wij niet bij wijze van spreken God's kin deren, maar omdat Zijn eenlge goboren zoon ons tot zijn broederen heeft ge maakt; wordend vleesch van ons vleesch en been van ons been, zjjn wij, door Hem en ln Hem, ook inderdaad kin deren Gods, i a verband met de ergerlijke die/stallen op het platteland zijn in Gelderland 'ele boeren er toe overgegaan bij de e velde staande korenschoven, zeli ie wacht ee houden. Hond en knup el beloven den ongenooden gas: niet veel goeds CNF-W. P. Zeijlemakcr-Pax m III. Alkmaar bevalt hem niet. Op een stoomboot komt Edmondo de Amicis van Zaandam naar Alkmaar en hij heeft een gevoel van verlatenheid als hij ter weerzijden naar de onafzien bare en eentonige vlakten kijkt, die on der een droefgeestigen hémel liggen. Hij vertelt een en ander over den Beemster en het prachtige vee, dat daar gefokt wordt en dat de kazen levert, die als kanonskogels langs de straten en op de pleinen van de stadjes in dit ge west liggen opgestapeld. Zij leenen zich niet om er een son net over te schrijven, maar het zijn met dat al „goede en benijdenswaardige za ken". Terwijl hij de stad nadert, overpeinst hij Alkmaar's roemrijke geschiedenis, waarvan het beleg een der hoogtepun ten vormt en dan staat hij plotseling op de kadé waar een pakjesdrager zich van hem meester maakt, die maar drie Franschg, woorden kent: Monsieur, ho tel pn pourboire. DE STAD. De stad zelf valt hem tegen: een re gelmatig gebouwde stad met breêde grachten en breede straten. Enkele groo- te pleinen zijn geheel bestraat met klei ne roode en gele baksteenen, zoodat men van verre een tapijt meent te zien. De straten hebben twee trottoirs, een van metselsteenen voor de voorbij gangers en een iets hooger van arduin- steenen, met de huizen verbonden, waar op het maar beter is niet te loopen om niet met valkenoogen te worden aan gezien door de menschen die achter de vensters zitten. Vele huizen zijn- ter halverhoogte gewit, anderen zijn zwart geschildftrd alsof ze in den rouw zijn, andere zijn als koetseh gelakt van' den gevel tot den stoep. Men kan heele staten doorloopen zonder s iemand tegen te komen, wat vreemd is in een stad van tienduizend inwoners, maar de Alkmaarders zijn be leefd. Allen die hij later tegenkomt, groeten den vreemdeling en zelfs van een groep schoolkinderen, onder gelei de van een meester, nemen alle jongens de petten voor hem af. Wat dat betreft kon de jeugd van omstreeks 1870 die van tegenwoordig toch wel een lesje hebben gegeven. DE ALKMAARSCHE VROUWEN. De vreemdeling vertelt iets van de Groote Kerk en het stadhuis en ba- schrijft dan de Alkmaarsche vrouwen, die henv eerlijk gezegd, geweldig tegen vallen, dat wil zeggen de vrouwen niet zoozeer dan wel" de kleeren waarin zij zich vertoonen. Er zijn zegt hij vrouwen met wangen van het schoonste rozenrood, dat de schuchterheid ooit over de ka ken- eener maagd gespreid heeft, maar de uitwerking van die bevalligheden wordt totaal vernietigd door de jam merlijke toetakeling van het hoofd en de nog jammerlijker manier van kleeden. Behalve de stijve krullen, de oorijzers als oogkleppen van paarden, de plaat over het voorhoofd en de witte muts, die ooren en hals bedekt, dragen ze op de kruin van het hoofd een grooten stroohoed in de gedaante van een lig genden cylinder, met een groote lui fel met groene of gele zijde gevoerd, van achteren vlak en van voren om hoogloopend, zoodat 'er tusschen die lui fel, en het voorhoofd een groote léege ruimte overblijft, die doet^denken aan de groote mombakkessen, welke de Chi- neesche soldaten zich opzetten om den vijand aan het schrikken te maken. Bo vendien hebben ze de heupen geweldig hoog, door de dikke onderokken of wie weet- wat, en het bovenlijf is het dikst bij de ceinture en loopt spits toe tot aan de okfels, ln tegenstelling van „onze" dames, die de borst groot en het middel dun maken. Het is al heel mooi wanneer de schoonsten, zoo gekapt, toe gespitst en platgeknepen, nog op vrou wen lijken, maar mén kan zich voor stellen hoe het voorkomen is van de. minder door de natuur bevoorrechten, die pok te Alkmaar het grootste gedeel te uitmaken. KERMIS. Misschien is het aan den droefgees tigen hemel en de sombere stemming van den ^reemdeling te danken, dat Alkmaar nem zoo tegenvalt, maar er wachten hem nog meer teleurstellingen, om riiet te spreken van verschrikkin gen. Hij komt op een plein, ziet daar voor het eerst een Hollandsche kermis en de schrik slaat hem om het hart. Ten tijde van de kermis zegt hij staat er binnen elke Nederlandsche stad een émde^e stad, éen stad van kramen, tlrcatertenten enz., die later wordt afgebrpkap evenals een« leger kamp en op schuiten weer wegge bracht wordt met alles wat daarbij hoort, als kwakzalvers. reuzen, mon- sterkindereft, wassen beelden, houten paarden, enz. Men heeft hem in Den Haag bang gemaakt voor de Hollandsche kermis sen, want „dienstmeisjes, werklieden. Het boek, dat Edmondo de Amicis over Holland en zijn bewoners schreef, bevat een van weinig ent housiasme getuigende beschijving van Alkmaar. Blijkbaar heeft de vreemdeling zich hier heelemaal niet thuis ge voeld. Hij is over de grootouders dor Alkmaarders, hun zeden en ge woonten niet te spreken en voelt het als een bevrijding, dat hij nog juist voor het aanbreken van éen nach# vol losbandigheid naar Den Helder kan ontsnappen. In een tijdschrift voor luchtbescher ming lezen wij een artikel, dat het on schadelijk maken van brandbommen behandelt. Hierin was sprake van een instrument, dat door een volijverig luchtbeschermer met den naam „vuur- zweep" is betiteld. Nu is sinds eeuwen een zweep altijd een voorwerp ge weest, dat diende tot aansporing, min stens tot afstraffing, maar *dan toch met de bedoeling, er bij het slachtoffer een grootere vlijt in te ranselen. De zweep is het werktuig geweest van sla vendrijvers en koetsiers en in het meest onschuldige geval van het kind, dat z'n tol wil aandrijven. De zgn. „vuurzweep" is een nieuw noodzakelijk instrument maar de naam deugt niet. Toen men e%n wapen zocht in- den strijd tegen vliegen, kwam de zgn. vliegenklapper en niemand dacht er ook maar één oogenblik aan zoo'n ding een vliegen- zweep te noemen. De bouw van vuur zweep en vliegenklapper is volkomen gelijk de een iets grooter dan de an der de werking is dezelfde en het beoogde doel is verdelging. Vermoede lijk heeft iemand, die met de Duitsche taal even weinig op de hoogte is als met de Nederlandsche, gedacht aan het woord „Feuerpatsche", dit woord verwissel)! met „Feuerpeitsche", vervol gens in een- dictionnaire voor Feuer: vuur, en voor Peitsche: zweep gevon den en onze arme moedertaal was met een wanproduct verrijkt Noemen wij dus het jongste kind van de tot aller heil werkende luchtbescherming niet vuurzweep, doch vuurklapper. Hét zal anders voor 't nageslacht moeilijk zijn. de juiste gevoelswaarde van het woord zweep vast te houden, waaruit weer werkwoorden zijn afgeleid als zweepen en opzweepen. boeren en boerinnen, mannen en vrou wen van alle soorten maken dan pret met een woede en losbandigheid, waar bij de uitspattingen van de carnavals nachten onschuldige kinderspelen zijn." Hij vertelt het een en ander over open bare onzedelijkheden in kermistenten en op de straat en zegt. dat velen de ker mis willen afschaffen, zoodat het niet lang meer zal' duren of al die bachana- liën zijn teruggebracht tot een vroolijk en behoorlijk carnaval, maar hij weet natuurlijk niet, dat zeventig jaar later de stem van een lid der Alkmaarsche vroedschtp, die deze afschaffing be pleit nog die eens roependen in de woestijn zal blijken. Hij besluit uit Alkmaar te vluchten vóór de nacht der losbandigheid aan breekt en gaat naar zijn hotel waar hij tevergeefs uitlegt, dat hij wil ver trekken. Er is niemand, die hem ver staat en als hij mistroostig in de gelag kamer gaat zitten, komt er van een groepje van vier dikke Alkmaarders, die daar gezellig zitten te eten en te drinken één op den vreemdeling af en zegt: „Alkmaarpas de plaisir; Pa ris.... toujours plaisir." Het is het eenige, dat hij nog in Alk maar verstaan zal, want hij neemt zelf zijn koffqjr ter hand en een jongen brengt hem een straat langs, een poort door, een binnenplaats over en weer aan een poort, die op een andere straat uitkomt waar mag hij tuschen twee haakjes toch geweest zijn? en dan staat hij, machteloos, omdat niemand hem Verstaat, ten spot voor de voorbij trekkende kermisgangers en kan niet eens den weg naar het station vragen. Er blijft plotseling een omnibus voor de poort staan. Dankbaar, uit de stad der verschrikking te kunnen ontsnap pen, springt de vreemdeling er in en weinige minuten later is hij aan het sta tion waar hij een kaartjë koopt naar Den Helder. Tj. N. ADEMA. Vaeantie-tijd. Stad en land vinden elkaar CNF-Stcveni-Pax IN de schaduw van de voorname behuizingen, waar eens burge meester Willem Backer en Amster- dam's eerste diahter Laurensz Soie- ghel woonden.od dat stuk Nieuwe- ziids Voorburgwal, dat een slordige twéé eeuwen geleden houtmarkt en nog waarachtig burgwal was te weten een der levendigste en aan zienlijkste wallen van deze goede stad daar slenteren nu moeilijke jongentjes in plusfours rond. zenuw achtige heertjes met actetasschen en af en toe verdwaald vrouwmensch Alle hebben ze iets slims en iets on dernemends. Iets van dien han delsgeest. welke ons zoo eigen was in de Gouden Eeuw en welke ook nu weer zoo aardig den kop opsteekt Omdat het mii verdriette, dat miin exemplaar van „Snikken en Grim lachjes" zoo uit den band hing. had ik het boekie nieuw in'het kaft doen Steken. Zoo wandelde ik argelooS en tevreden over het eilandje bij de Wiide Steeg, dat eigenlijk Nieuwe- ziids Voorbürgplein had dienen te heeten. toen een iongen met een be lust gezicht naast me kwam loopen. „Mag ik eens in uw boekie kijken? Wat doe je bij zoo'n vraag? Je verbaaft ie over het verzoek. En ie laat hem kijken. Ik deed dus Piet Paaltiens open. „O. versies!". ..„Ja. versies". „Dacht dat u postzegels had 'tuur- liik". Er klinkt verwilt door in zun stem. Ik kiik op. Een naar van zijn kor nuiten ziin naderbij geslenterd. Een tamelijk pJechti? manspersoon komt. een wiebelend lorgnet op den neus. op mij' toegeschreden: een kluitje sa menzweerders staakt het samenzwe ren ep kiikt in miin richting: van links hompelt een oudachtig manne- tie met een koffertje haastig op mii toe. Öe iongen. die mii ontdekt heeft, maakt een veelzeggend gebaar en zegt. nonchalant: „Is niks. versies!". De philatelisten hebben miin von nis geveld Ik hoor er niet bii. niet als kooper. niet als koopman. Ik ben niet in het bezit van die ongetande Willem II. waar ze stuk voor stuk hun ziel en zaligheid voor zouden willen geven, van geen serie van Madagascar en van geen oud Ja- narfsch zeseltie. Ik heb geen iubi- leumzegel van Peru met opdruk van toen de Keizer ziin zooveeliarige ambtsaanvaarding herdacht: noch een Kaap de Goede Hbop noch iets van Mauritius of daaromtrent. En ze kun nen aan mii zelfs hun meest onge hoorde snotkoopie niet kwiit Ze nemen het als mannen.... Ze trossen weer samen, ze griinen hun oincet en halen met meer 1!efde wel haast dan een huismoeder haar laat ste boterbon een puntgaaf pracht- °xemDlaar van een bizonderen mis druk van Chi'i te voorschiin. TV loon ve-der. Ongestoord. Ik ben voor hen zelfs het nakiiken piet waard. Han G. Hoekstra. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Gedenatureerde Melasse voor lnkulllngsdoelelnden. Veehouders, ln het bezit van silo's, kun nen bij hun P.B.H. een formulier verkrij gen voor het aanvragen van gedenatu reerde melasse voor het inkuilen van eiwitrijke groenvoedergewassen ln het najaar 1943. PAARDEN VOOR OOGSTWERKZAAMHEDEN. Rectificatie. De Gemachtigde voor den Oogst maakt bekend, dat, met uitzondering voor de provincie Noord-Holland, geen paarden van elders ter beschikking kunnen wor den gesteld ten behoeve van de oogst- werkzaamheden. De bestaande moeilijk heden zullen moeten worden opgelost door onderlinge hulp. In gevallen, waarin deze onderlinge hulp te kort mocht schieten, dient men zich te wenden tot den P.V.C., die bevoegd ls ln dezen rege lend op te treden. Voor inlichtingen ln verband met oogstwerkzaamheden kan men zich ook wendert tot de Inspecteurs voor den oogst. TEELTPLAN ZOMEROLIEZADEN. Het Departement van Landbouw en Vlsscherlj maakt bekend, dat grondge bruikers, die in het voorjaar van 1944 niet of niet geheel aan hun verplichting inzake de teelt van een wlnterollegewas hebben voldaan, verplicht zijn dan l'/i maal de oppervlakte, welke nog aan het verplicht met deze gewassen te betelen percentage van hun bouwland ontbreekt, met een zomeroliegewas te bebouwen. In dien door het Hoofdbedrijfschap voor Akkerbouwproducten op grond van de teelt van koolrapen, knollen, voederkool, mergkool of andere koolsoorten voor zaadwinning, dan wel op grond van bij zondere bedrijfsomstandigheden vrijstel ling van den teeltplicht van een wlnter ollegewas ls verleend of Indien de pro ductiecommissaris wegens slechten stand toestemming -heeft gegeven tot het doen omploegen van een wlnterollegewas, be hoeft de betreffende met zomeroliegewas te verbouwen oppervlakte niet lVs maal, doch slechts 1 maal de met wlnterolle gewas te bebouwen oppervlakte te be dragen. Slechts de verbouwers van tuin- bouwkoolsoorten, die ook reeds voor oogst 1942 óf 1943 deze koolsoorten voor zaadwinning hebben geteeld, zullen In dien zij thans ontheffing krijgen van de verplichte teelt van winteroliezaden eveneens vrijgesteld zijn van deze ver plichte teelt van een zomerolieza&d. Deze vrijstelling van het telen van een zomerollezaad zal niet gelden voor andere telers van tuinbouwkoolsoorten voor zaad winning. 'Grondgebruikers op bedrij ven, waar volgens aanwijzing van den produetiecommissaris aan den teeltpllcht van een wlnterollegewas kan voldaan worden door5 pet. van de oppervlakte bouwland méér met aardappels te ver bouwen dan ln 1942, zijn vrijgesteld van de verplichting tot verbouw van zomer- oliezaden. Ten aanzien van overgenomen verplichtingen om wlnterollegewas te te len gelden voor dengene, die de verplich ting overgenomen heeft, dezelfde bepalin gen als bij de normale teeltverplichting. Overdracht van den teeltpllcht van zomerollegewassen binnen de provincie ls toegestaan, indien hiertoe vóór 1 Maart 1944 een aanvraag bij den productiecom missaris is ingediend. Overdracht naar een andere provincie is slechts mogelijk tnet toestemming van de beide betrokken productiecommissarissen. Onder wlnter ollegewas worden ln de bekendmaking wlnterkoolzaad en wlnterraapzaad en on der zomeroliegewas blauwmaanzaad en zomerkoolzaad verstaan. De teeltpllcht van wlnterkoolzaad en winterraapzaad op klei-, zavel- en roodoorngronden bedraagt 10 pet. van het bouwland voor bedrijven met meer dan 5 H.A. bouwland. Op andere gron den is het 5 pet. van het bouwland voor bedrijven met meer dan 10 H.A. bouw land Degenen, die niet aan hun ver plichting Inzake de teelt van zomerolle gewassen voldoen, stellen zich bloot aan bestraffing op grond van het besluit, tucb trechtspraak voedsel voor lening. Verhooging afschrijving noodslach- tingen. In aansluiting op onze publicatie be treffende verhooging afschrijving nood- slachtingen voor 2 x het geslacht ge wicht deelen wij U medé, dat deze voor- looplge regeling niet geldt voor ln nood geslachte nuchtere kalveren. Nuchtere kalveren worden afgeschreven vodr 5/3 x het -geslacht gewicht. Verplichte koolzaadteelt oogst 1944. Ter aanvulling op de ln de pers ver schenen mededeeling inzake de verplich ting om voor den oogst 1944 wlnterkool- of winterraapzaad te verbouwen maakt het Departement van Landbouw en Vls scherlj het volgende bekend: 1. Evenals in 1942 kan de Productie commissaris toestemming verleenen om den teeltplicht over te dragen. Hiertoe moet vóór 15 Augustus a.s. een aanvrage bij de Landbouw-Crisis-Organlsatie wor den ingediend. Bij de aanvrage moet zijn gevoegd een schriftelijke gedagteekende en onderteekende verklaring van denge ne, die de verplichting wil overnemen. Overdracht van de verplichting naar een andere proviócie is slechts toegestaan met toestemming vén belde daarbij be trokken productieeommissarissen 2. Va"n den teeltplicht kan onder meer ontheffing wordeh verleend voor de op pervlakte, weUte op contract voor een handelaar voor zaadwinning oogst 1944 met koolrapen, herfstknollen en "oeder- of mergkool wordt beteeld. De telers moeten deze ontheffing binnen 3 dagen ha het afsluiten van het contract, doch ü'iterlijk vóór 22 Augustus a.s., bij het Hoofdbedrijfschap voor Akkerbouwpro ducten, Wassenaarscheweg 80, 's-Graven- hage, aanvragen. Een door belde partljeh onderteekend duplicaat van het teeltcon tract moet bij de aanvrage zijn gevoegd. In het contract moet zijn vermeld: a naam en volledig adres (ook provincie van inwoning) van den teler; b. districts- en registratienummer van den teler; c. de gecontracteerde óppervlakte; d. soort en ras van het gecontracteerde gewas. Deze ontheffing wegens zaadteelt kan door het Hoofdbedrijfschap ook worden verleend aan telers, die op contract voor een er kend selectiebedrijf voor zaadwinning oogst 1944 meiknollen, boerenkool bloemkool, boterkool, broceoli, chineesche kool, plukkool, roode kool. savoye kool. snijkool, spruitkool, witte kool of koolrabi telen. In dit geval moeten de telers de aanvrage en het duplicaat- contract binnen 3 dagen na de afsluiting, doch uiterlijk vóór 22 Augustus a.s., bij het Bedrijfschap voor TuinbouWzaden, Laan Copes van Cattenburch 137, 's-Gra- venhage, inzenden. 3. .Afgezien van bovenstaande onthef fingen en van de mogelijkheid, dat dè productieeommissarissen voor. gebieden of afzonderlijke bedrijven op' andere dan klei- zavel- en roodoorngronden toe stemming geven in plaats van koolzaad aardappelen te verbouwen, moet op elk bouwland met wlnterkoolzaad of winter- bedrljf met meer dan 5 ha bouwland op kiel-, zavel- en roodoorngronden 10"«, en op elk bedrijf met meer dan 10 ha. bouw land op andere gronden 5'/» van het bouw land met wlnterkoolzaad en winterraap zaad werden bebouwd. Wordt deze ver plichting niet nagekomen, dan zullen h-io- ?e boeten worden opgelegd, terwijl de ee boeten worden opgelegd, terwijl de na- het voorjaar l*/t x zooveel blauwmaan zaad te verbouwen. Bonaanwijzing Kunstmest. Thans is gfld.'g verklaard voor Kali: bonnenserie voorzien van opdruk no 3 De Kalibonnen no. 3 behouden hun gel digheid tot 15 September a.s. De Stikstof bonnen no. 1 benevens de Kalibonnen no. 1 en no. 2 blijven eveneens geld.'g tot 15 September a.s. De verbruikers dienen derhalve de volgende bonnen uiterlijk 10 September a.s. bij hun leveranciers in te leveren opdat deze voor tijdige inzending der zegels kunnen zorgdragen ter verkrij- „van een aank°opmachtiging: Stik stof, bonnenserie no. 1. Kali. bonnenseries no. 1, 2 en 3. de Fosforzuurzegels no. 1 blijven tot nader order geldig. Wat den één welkom i», vindt 'n ander niets pret tig. Behalve de Victoria- biscuits: die worden door iedereen met gejuich ont vangen! Buiaroma (gele sauspoeder) ver vangt boter in de spijzen en doet ware wonderen. Albumona (juspoeder) stelt U ta staat veertig verschil lende soorten jus of - saus te bereiden. Transparanta (aardappeltapioca) voor het maken van „vóór- oorlogsche" schoteltjes. Het beatedat op de bon verkrijgbaar te. fc, W. A. ÖCHOLTEDTS FABRIEKBM STORMSCHADE- VERZEKERINGEN II.T. MAATSCHAPPIJ r I72A Een Nederlandsch bedrijf door de eeuwen heen £R*SMUSHUIS COOISINGEL ROTTERDAM t. I •r Zeker! Onze oude trekschuit, Toonbeeld van gemoed'lijkheid. Onder motto «,haast U langzaam" Kwam er óók ln yoeger tijd. Maar nu reizen wij per vliegtuig En de oude schuit is weg: ledereen moet met zijn tijd méé. Dat is óók de leus van Keg. CUNGE DOORENBOS. KEG'* Thte cn KoHit (Thans surrogaten). Vtrpokle levtnsmiddelanPudding S AT n tante Klaartje is p een lieve vrouw, die goed doet, waar ze kan. „Mina". '4, ff rei ze laatst tegen me, „Mina, ff Oom is ziek, en nu zou ik 4 f hem zoo graag n's verwen- /y f nen. Weet jij een manier /ft f, om cake te bakken zon- f tIer eieren?" Nou, f toen heb ik haar ft natuurlijk een pak- ff ie ROER-OM meegegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1943 | | pagina 3