fAVORA ienmsgevmg tmtsal vatti jWA Vkmbo I Cf v&ihojt akkertjes sssss VAN O TOT 2 JAAR y éétl\ ■■■■ij SSScn 8 VIANDO ■■SS! \<autsms ■SSBB 1131» ondagsgedachte Mr. R. Houwink Ons dagelijksch brood. 3p en om Amsterdamsch peil j Kunst met verrassingen. De strijd om de Europeesche eenheid. Vergeten passagier. VAN GELD EN GOED. f Santé is fjncd, iedereen drinkt het! Kiespij* Tandpij" NIEMEUER'S THEESURROGAAT smaakt en geurt als echte thee! Van 0 tot 2 Jaar Is Molenaar'* Kindermeel voor hem beschikbaar. Zie toe, dat U in dien tijd ook werkelijk Molenaar'* kinder meel op Uw bon Ontvangt het kindervoedsel, dat sinds 1888 bewezen heeft aan de hoogste eischen te voldoen. Uitsluitend verkrijgbaar op de daarvoor bes temde nummers van de kaart Kindervoedsel, Zwitsal, de onge ëvenaarde bal sem voor de zui gelingen verzor ging, wordt thans gedistribueerd. Wendt U voor 't verkrijgen van nadere inlichtin gen tot Uw Apo theker of Dro gist of tot de Kent U m'n achter- neefje Wimpie 0 Praten kan ie nog nléf. maar p schreeuwen des te beter. Vooral als ie honger heeft. M 6 Maar dan geeft mijn nichl y' hem een pannekoekje y/ mei PANKO ge- bakken en dan Is Ie onmiddellijk fa gekalmeerd hetwL W/S'""1" ^Jüuumum. J\ f e-. a-b .■BB1BB1 isr ■BH Er li maar één roep ■B ■bhm iHü.'sa ■otawp- Voor de soepl At ■SRSB IHBHB BBBÏSM ■■■BB B8SU9B uaiü m* aas BUI 111!' BBBBP JgjlSei Soepblokltan.ioep- 88J88 pasta, Juspoeder, ■BRBW Juspasta. Kwaliteit HBBK °P bonnenl ■■avis CinSHB «83SH jyjrg «■SSSnBK^^ IMff MT,1"™ "ÜBK asiï. .-.ar- 8BBB1 ■■Kr ■■■■'- BBB> Kamt uil»; ■IHI 3*Hf? J9BSC jWtZQ. door i *n,<*ezen tfd hebben wij het weer ge leerd: te bidden voor ons dagelijksche brood. M^ar er zijn jaren geweest, dat wij aan „ons dagelijksch brood" in ons Kebed niet dachten. We dachten aan veel andere dingen, die wij voor onmisbaar en onvervang- a?" hielden en daar baden wij dan in werkelijkheid om, wanneer wij de vierde bede van het Onze Vader over onze lippen brachten. Maar bidden om niet anders dan dagelijksch brood, zonder boter en Koek en zonder een zacht gekookt eitje, dat kwam niet in ons op, daar hadden wij het immers veel te goed voor. Het ging ons eigenlijk niet veel anders dan Bartje, dat Drentsch bóerenarbei dersjochie uit den bekenden gelijknami gen roman van Anne de Vries, dat het vertikte om voor een bord met bruine boonen te bidden. Wij zouden het toch ook niet in ons hoofd hebben gehaald om voor een droge boterham te bidden Maar God heeft het anders beschikt. God is zoo onbegrijpelijk lankmoedig en goedertieren met dit geslacht van on dankbaren en hoovaardigen, dat hij ons opnieuw wil leeren voor droog brood te bidden! Zie, daar staat hij, de moderne mensch gewend aan alle mogelijke (en onmoge lijke!) luxe. Van alles had hij overvloed. Hij behoefde maar te kikken en aan zijn verlangen werd op de meest geraf fineerde wijze voldaan. En nu moet deze mensch het opnieuw leeren: dagelijks te danken voor de snee droog brood op zijn bord. Opnieuw moet hij leeren, dat alles, tot op die snee droog brood toe, van God komt; dat hij niets rechtmatig zijn eigen dom noemen kan; dat de gansche zin van zijn leven van den Anderen Kant komt. Want „ons dagelijksch bróód", dat is niet alleen 't levensnoodzakelijke voed sel voor ons lichaam, maar dat duidt ook op het levensnoodzakelijke voedsel van onze ziel: arbeid; voor ons hart: liefde, voor onzen geest: waarheid, en voor on ze zinnen: schoonheid. Laten wij elkaar toch niets wijs ma ken; wij hebben als menschen méér noodig dan lichamelijk voedsel alleen. Onze ziel kan niet buiten het dagelijksch voedsel van den arbeid, waardoor wij verhinderd worden in een steeds nau wer wordend kringetje rond te cirkelen om ons eigen ik. Doch ook ons hart heeft zijn dagelijksch voedsel noodig: zonder liefde te geven en te ontvangen stokt de ademhaling van den innerlijken mensch en hij sterft den verstikkings dood. Maar ook de geest vraagt zijn deel. Wanneer het licht der waarheid hem niet dagelijks trekt en in het rechte spoor houdt, wordt hij een dwaalgeest, die op zijpaden raakt en in de afgronden der vertwijfeling ten onder gaat. En de zinnen? Hebben zij ook niet hun dagelijksch voedsel, de schoonheid noo dig, willen zij niet opbranden in zich zelf of het gansche huis onzer persoon lijkheid in brand steken en in vlammen doen opgaan? Brood, arbeid, liefde, waarheid en schoonheid, dat is het vijfvoudig voedsel, dat de mensch dagelijks behoeft om in deze wereld als „mensch" te kunnen le ven. Dat is het vijfvoudige voedsel, waarom hij "dagelijks bidden moet, opdat het hem geschonken moge worden naar de mate van zijn werkelijken „nood" dien Gód alleen kent. Want wat wij ons boven dien nood mochten wenschen in ons onver stand en in onze kortzichtigheid, omdat wij nu eenmaal als kinderen zijn, die de geheele hand begeeren, wanneer men ze een vinger geeft, schaadt. Het maakt ons niet slechts zorgeloos en op pervlakkig, maar wat veel erger is: on dankbaar en hoovaardig. Misschien dat deze of gene van ons dat leert in dezen tijd. Waar is de Dam-kunstenaar toch gebleven met het Baskische mutsje, het fluweelen jasje en het ook overi gens zoo typisch kunstzinnige uiter lijk? Ik mis hem sinds tijden. De kunst viert hoogtij in deze dagen, te weten: de schilderkunst heeft wel eens kwader tijd beleefd en een doekje ging wel eens moeilijker van de hand dan tegenwoordig. Moet ik uit het feit, dat ik mijn Dam-kunstenaar mis, afleiden dat hij het hoogerop gezocht niet alleen, maar ook gevonden heeft? Heeft men dan eindelijk ontdekt, welke vervaarlijke kwaliteiten er in hem staken, welke meesterlijke staaltjes hij wist uit te halen met 'n simpel stukje houtskool? En niet na uren gepeuter en gewuwn. Verre van dat. Rang, kratsj, boem. klaar! In een ommezien presteerde hij landschappen, stadsgezichten, por tretten. Hij is weg, maar een leege plaats heeft hij niet achtergelaten. Er staat een ander artist. Met een zeemanspet en 'n houten been. Aanmerkelijk minder artistiek van uiterlijk. Zonder 'n stukje fluweel, zonder puntbaardje. Maar aan talent ontbreekt het hem niet, - noch aan flair. Hij hanteert z'n kleurkrijt met routine en overtuiging. Een bont en kleurig tafereel ver schijnt op het blanke blad papier. Belangstelling bij het volk aan den voet van z'n ezel. Nieuwsgierigheid bij hen, die nog niét weten.... Zie jij wattut wordt?" 'Tuurlijk 'n zonsondergang, jó." Neemmijnou, fader, 't is 'n bakkie m't appele en peire, soogeseid een stil- leve. „Het tuintje van me tante!" „Kermis in Zaandam!" „Sla op de kop van Jut." „In elluk geval," zegt een waanwijs heertje, het hoofd een beetje schuin houdend, „is het kubieke kunst". Met een laatsten, resoluten haal vol tooit de artist zijn werk. Hij kijkt met een hooghartigen blik over de menigte. Dan pakt hij het schilderij beet.... en draait het om. Zelfs de meest critische toeschouwer kan niet meer loochenen, dat hij ziet wat het voorstelt. Een landweg, drie boerderijen, zeven molens en een zon.... De artist gaat rónd om de pennin gen te oogsten voor dit stukje verbluf fend vakwerk. Een landschap, compleet met molens en hofsteden. In vier kleuren. En op z'n kop vervaardigd. Is daar ja talent voor noodig of néé talent? De artist heeft z'n ronde gedaan. Hu X. (Van onzen politieken redacteur.) Het is nuttig en noodzakelijk, zich onbevangen en zonder vooroordeelen de vérstrekkende gevolgen van een schokkende gebeurtenissen, die zich op het oogenblik veraf en dichtbij rond ons afspelen, in allen ernst voor oogen te roepen. Voor den hedendaagschen mensch is de tijd voorbij, dat hij nog kan gelooven, dat het groote tijdsge beuren hem in zijn kleine wereld niet aangaat Al is het menschelijk bestaan reeds in den weg van den enkeling doorgaans geen zorgenvrij pad, dat men zich nog gaarne hoogere lasten op de schouders wil torsen, toch eischen de gebeurtenissen van deze dagen dat men ze nauwkeurig volgt en dat men zich hun beteekenis en gevolgen realiseert. Wij leven juist in een tijdsgewricht zooals dat op het keerpunt der Nieu- we Tijdrekening, den overgang van de Middeleeuwen, de Reformatie en de Fransche revolutie het geval was, dat uit den nood, ondergang en ver woesting onder tranen en veel smart een nieuwe periode van de geschiede nis der menschheid gebóren wordt. Wat men ook doet, of men visscher is, bankwerker, grondarbeider, techni cus, landbouwer, 'student, leeraar of wat ook. ieder mensch, die op dit tijdstip leeft, volwassenen zoowel als kinde ren, aliemaal hebben we den plicht, ons naar de mate van onze mensche- lijke vermogens te bezinnen op de fei ten. die ten nauwste met het bestaan van onszelf en het bestaan van onze gemeenschap verbonden zijn. Als leden van de Nederlandsche volksgemeen schap, die in den loop der eeuwen als zoodanig als een levensvatbaar geheel is gegroeid, zijn we met al onze be langen in het huidige wereldconflict be trokken. Hoe verschillend we er ook over mo gen oordeelen, of we terecht of tegen wil en dank in dit conflict zijn betrok ken, feit is nu eenmaal, dat met den uitgang van dezen strijd niet alléén ons hoogste belang als volk, doch ook ons aller persoonlijk bestaan ten sterkste gemoeid is. In normale tijden betee- kent zoo vaak reeds de vraag om de toekomst een bange zorg. Meer dan ooit is zij het thans, nu we als geheel vrij wel in een donker luchtledig tasten en als enkelingen slechts bij minderhe den, op grond van een krachtig geloof of een rostvaste overtuiging, den stap naar de toekomst bewust en gewild wagen te ondernemen. Van den uitgang van dezen strijd hangt het af, of we straks nog ons be roep zullen kunnen uitoefenen, of we nog in onze haardsteden kunnen wo nen, of we nieuwe kunnen opbouwen, wanneer onze oude verwoest mochten zijn, of we onzen kinderen een goede opvoeding kunnen geven om hen tot iets degelijks in de maatschappij te la ten opgroeien. Van dezen strijd hangt ze'fs als of we straks nog het naakte lijf kunnen redden. De oorlog staat op het oojfenblik reeds in zijn vijfde jaar. Er wordt he viger en verwoeder dan ooit tevoren gevochten. Van tal van verschrikkingen hebben we reeds gehoord en gelezen, veelal zelfs van nabij gezien. De gren zen van verschrikkingen zijn nog niet bereikt. Het einde van dit alles is nog niet in zicht. Reeds eerder is tijdens dezen krijg gebleken, dat een waar neembare verzwakking slechts tijdelijk en schijnbaar was, dat zij als een stilte vóór den storm korten tijd daarop in fellere woede dan voorheen .opnieuw omsloeg. Sedert Mei 1940 zijn we allen direct in den oorlog betrokken. Er zijn er onder ons, wien de oorlog reeds zware tegenslagen van persoonlijken en zakelijken aard heeft toegebracht. Ande ren zijn nog van tegenspoed verschoond gebleven. Maar zorgen hebben we al len. groot of klein, de een meer, de ander minder. Allen verlangen we naar den afloop van deze zinnelooze s'.ach ting en verwoesting, die %ve in den grond des harten verfoeien. We zijn op gegroeid in de hoop en verwachting dat een volkerenkrijg na den' ontzetten den omvang van het drama van 1'14 1918 niet meer mogelijk zou zijn. Ons ideaal gaat dfiér naar uit, dat er een volkerengemeenschap zal zijn, waarin ieder volk de hem toekomende redelij ,ke rechten krijgt en dat in elk dier volkeren van deze groote gemeenschap ieder mensch door arbeid en inspanning naar aanleg en vermogens zijn bestaan zoodanig vormt, dat zijn natuurlijke verlangens, zonder dat zij een ander benadeelen, bevredigd worden. Van dit ideaal zijn we verder verwij derd dan ooit tevoren. Niet alleen in onze kleine' Nederlandsche gemeen schap voltrekt zich een fundamenteele wijziging van verhoudingen tusschen de menschen onderling, het feit van den oorlog overdondert ons met de zeker' heid, dat ook in de groote volkerenge meenschap veranderingen in de ver houdingen gebracht worden, die breed zullen verschillen metdie, welke vóór 1939 bestonden! Een massa vragen bestormen denge ne, die onbevangen en zonder voor oordeelen het huidige wereldgebeuren beschouwt en tot den dieperen zin van dit alles wil doordringen. Hij zal zich afvragen: waarom zijn alle machten er zoo op uit, een rol in Europa te spe len? Waarom kunnen de bolsjewisten zich niet met hun eigen „heilstaat van boeren en arbeiders" tevreden stellen in plaats van zich door een Komintern of welke andere verkapte organisatie ook, met de geheele wereld en ook met ons te bemoeien? Waarom zijn de Ame rikanen er zoo op gebrand, in duide lijke afwijking van hun Monroedoctri- ne, die Amerika uitsluitend voor de Amerikanen afbakende, zich in Europeesche aangelegenheden te men gen? Waarom voert Engeland tegen Duitschland nog oorlog, als het toch be reid*-is Oost-Europa en nog veel meer aat. de bolsjewisten uit te leveren, ter wijl het toch juist, dat kleine stukje grond in Oost-Pruisen de Corridor dat rechtens Duitschland toekwam - niet tot zijn rechtmatigen eigenaar wil de laten overgaan? Wegen al de offers, die Engeland reeds in dezen oorlog aan menschen gebracht heeft en die een grooter aantal vormen dan de stad Danzig aan inwoners telt, op tegen het feit, of deze Duitsche stad ook staats rechtelijk Duitsch mag worden? Wat wil Duitschland en wat elk der oorlog voerende partijen? In een serie artikelen zullen we op deze en andere vragen nader ingaan. (Historisch) 'n Treinavontuur door Jac. Brocrsen. ER was eens nochtans is het geen sprookje, al lijkt het ook héél en héél lang geleden er was eens een tijd, waarin het reizen per trein nog iets gemoedelijks had. Waarin je niet werd getrapt, geduwd en gestompt bij de pogingen om een coupé stormender hand te nemen en waarin je ook niet als vleesch-in-blik op elkaar werd ge pakt, zoodat, als de Dierenbescherming er iets over te zeggen had, er zeker een stokje voor zou wórden gestoken. Het was de tijd, waarin het boemelt je HoornAlkmaar vice versa nog met een gezapig gangetje langs de diverse stationnetjes en halten pufte en waarin de sfeer onder het reizend publiek boeren, burgers en buitenlui nog zweemde naar die van trekschuit en diligence. Waarin de machinist het laatste nieuws overbracht aan de wach- teres van de halte en de dorpschef wanneer het treintje in 't zicht kwam zich moest, reppen om zijn klompen, die hem wél zoo goed zaten, te ver wisselen met een paar schoenen, die meer in overeenstemming waren met zijn uniform en met zijn ambtelijke waardigheid. In dezen tijd was het, dat zich een voorval afspeelde, hetwelk in al zijn simpelheid toch wel waard is aan de vergetelheid te worden ontrukt. N den vroeg vallenden schemer van een Septemberavond rijd ik met het lokaaltje naar Hoorn. Traag trekt het land voorbij, dat aan den einder ver vaagt in de egale vaalheid van het komende duister. Rust spreekt uit alles wat daar buiten is, rust heerscht ook in de coupé. Er is slechts het gesprek over koetjes en kalfjes tusschen de schaarsche passagiers, het doordringen de remgeknars als het treintje voor de zooveelste maal stil houdt en het hij gend gepuf van de locomotief telkens als het geval zich weer in beweging zet. Even later is er alleen weer het monotone gedender van de wielen over de rails. Vijf keer heeft het lokaaltje nu reeds gestopt en de eentonigheid van de reis dringt den slaap in mijn oogen. Ik ver lang naar het einddoel, dat niet zoo heel ver meer is. Nauwelijks ben ik mij meer bewust, dat er ten zesden male gestopt wordt. De stem van den conducteur, die verkondigt dat de Zui- dermeerbereikt is. lijkt ver weg te zijn. Doch dan plots is er het lawaaie rig gedoe van een coupédeur. die wordt opengeworpen en de geagiteerde luid ruchtigheid van menschen, die slechts weinig op reis plegen te gaan. De slaap schiet weer uit m'n hoofd weg en ik zie ze zoo achtereenvolgens uit den donkeren afgrond van het lage perronnetje voor me oprijzen: den va der, een uitgesproken Frederik Flu weeltype. wiens verschoten jasmouwen veel te lang zijn voor z'n slungelige bicepslooze armen, de moeder, wier omvangrijkheid vergelijkende gedach ten opwerpt aan de tent van een rei zend circus en een, twee, drie, ik weet niet hoe vele in leeftijd méér dan in uiterlijk varieerende kinderen, allen evenals hun wereldlijken schepper, min of meer aan den rossigen kant. Op hetzelfde moment is de coupé een wrie- maakt het „doek" los en rolt het, heel behoedzaam» op. Stopt het in 'n kar tonnen koker. En spant dan nieuw papier op. Vervolgens slaat hij zijn armen over elkander, haalt eens diep adem en neemt rust. De boog kan. ook bij 'n artist, niet altijd gespannen zijn. H. G. H. melende bijenkorf gelijk en is deze vervuld van het nerveuze gedoe van het burgermannetje, het amechtig hij gen van zijn zeer vleeschelijke weder helft en van het gedrens^ mitsgaders gekrakeel van de ettelijke telgen, bij wie de sensatie van het reizen danig op de zenuwen werkt. Voordat de geheele familie goed en wel is gezeten heeft de trein zich reeds weer hortend en stootend in beweging gezet. Het prototype van Frederik Fluweel heeft zijn pakjes en zakjes in het bagagenet gedeponeerd, de kinderen zijn eenigs- zins tot rust gekomen en de blikken van de in omvang niet nader te om schrijven vrouw gaan onderzoekend door de coupé. Ik zit tegenover haar, zoodat ik haar goed kan waarnemen Opeens ik weet niet hoe het komt ontwaar ik iets onrustigs in haar blik en het is, of haar lippen woorden mum melen, eerst ongearticuleerd, doch dan den klank van namen aannemend. „Klaas, Gert, Trointje, Afie, Arie.." Alsof een vat buskruit onder haar ontploft, springt zij plots overeind. Haar Kenaublik heeft plaats gemaakt voor een van groote ontzetting en met een kreet, waarin alle moeder-instinc ten aan de oppervlakte komen, roept zij: „Vader Wimpie is er niet!" En mét dat zij 't zegt, zijgt haar lichaam ineen als een aangeschoten luchtballon. Ik voel: hier moet gehandeld en zon' der verwijl. De vrouw is daar niet meer toe in staat en de man.... Maar in hem heb ik mij dan toch ver gist, want het zijige kereltje dat ken' nelijk reeds jaren onder den pantoffel leeft, is reeds in actie gekomen en zijn arm, die bicepsloos is, schiet in de richting van de noodrem uit. Eén ruk, een remmen-geknars of boo- ren en zien vergaat en het lokaaltje staat als een huis. Portieren worden opengeklapt, nieuwsgierige stemmen klinken op. De conducteur, zich meer dan ooit van zijn groote verantwoorde lijkheid bewust, komt vragend langs. Wat er wel aan de hand is? En dan verbreidt zich de mare snel, dat Wimpie is verdwenen, dat hij in al le eenzaamheid is achtergelaten op het perron. Wie en wat Wimpie is, acht men het belangrijkste feit. Druk wordt het, geval van alle kanten bepraat. Eén praat er niet: de conducteur. Een moment slechts heeft hij noodig voor beraad, dan is hij er tusschen uit zoo snel als zijn korte beentjes en zijn buikje dit maar veroorloven. Twee-, drie-, vijfhonderd meter rent hij voort langs het grint en over de biels tot hij weldra door den vallenden schemer wordt opgeslokt.. Ik zie hem niet, want mijn aandacht wordt vereischt door de vrouw, die teekenen geeft, dat zij tot de werkelijkheid terugkeeren wil. Va der Fluweel heeft meer dan genoeg te doen met zijn kroost. De situatie is in derdaad min of meer précair, doch ein delijk wat kan wachten toch lang duren brengt de man met den roo- den band verlossing. Triomfantelijk komt hij aanzetten met het driejarige Wimpie op den arm. De kinderen jui chen en van pure vreugde is de moeder ook weer in een ommezien bij. Een paar tranen biggelen haar over het grove gezicht en zwaar aangedaan sta melt zij enkele woorden van dank. Ook haar man mompqft iets en wil naar zijn portemonnaie grijpen. Onder deze omstandigheden zou hij wel twee kwartjes durven geven zonder het fiat van zijn vrouw. Doch de conducteur klapt reeds het portier dicht. „Alleen voor de richting Hoornl", hoor ik zijn stem nog. De man heeft be slist gevoel voor humor. En dan gaat het boemeltje weer zijn tragen gang. De obllgatiemarkt vertoonde in het begin van de vorige week een tamelijk lusteloos voorkomen. Niettemin waren de koersen der verschillende 3hi lee- ningen slecht* weinig lager dan de slotkoersen van de vorige week. Al lengs werd echter ter beurze voor de staatsfondsen een betere stemming merkbaar en zoo kon Woensdag en Donderdag van een vaste markt gespro ken worden. Overigens blijft het voor komen van de obllgatiemarkt zoo'n beetje hetzelfde. Zoo af en toe wat meer belangstelling waardoor de koer sen Iets kunnen aantreken, gevolgd door een paar slappe dagen, welke nochtans slechts fractioneele dalingen tot gevolg hebben. Men krijgt dan ook den indruk, dat de markt zich van den invloed der gebeurtenissen der laatste maanden heeft losgemaakt en dat, on voorziene omstandigheden voorbehou den, de koersen den eersten tijd wei nig verandering zullen vertoonen. Over de aandeelenmarkt valt nog steeds weinig nieuws te melden. Zoo er al koopers zijn, staan daar slechts spaarzaam verkoopers tegenover. De weekstaat van de Nederlandsche Bank toont ons een verdere toeneming van de circulatie met circa 58 mil lioen tot 3.099 millioen. Van de verschenen verslagen vermel den wij dat van de Onderl. Brand waarborgmij. „Koning en Boeke". Het verzekerd kapitaal steeg tot 196 mil lioen. De winst steeg van 20.829. tot 25.784.—. De heeren Pierson Co., Heldring en Pierson en de Amsterdamsche Bank berichten de emissie van 250.000 ge wone aandeelen Nederlandsche Grof smederij tegen een koers van 170%. De nieuwe aandeelen, voor de inschrijving waarvan aandeelhouders voorkeur ge nieten, deelen voor één vierde in het over het afgeloopen boekjaar 1943 uit te keeren dividend. Het prospectus deelt nog mede, dat de resultaten van 1943 weinig zullen achterblijven bij die van 1942. De waarde van de claims bedraagt circa 70. De dividenden van de Nederl. Grof smedefij volgen hieronder: 1933 nihil 1938 6% 1934 nihil 1935 nihil 1936 nihil 1937 nihil 1939 8% 1940 8% 1941 6% 1942 4% OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Chemische-productenbeschikking. In de Staatscourant van 1 October 1943 is de chemische productenbeschikking 1941 no. 1 in vernieuwden en uitgebreideren vorm opgenomen. In de daarbij behooren de tabellen a, b en c zijn de nieuwe distributiegoederen, welker aantal is uit gebreid, vermeld. Krachtens de nieuwe door den directeur van het Rijksbureau voor Chemische Producten uitgevaardigde voorschriften, zijn voor iedereen geldende verbodsbepalingen van kracht geworden ten aanzien van: 1. het koopen met het doel deze weer te verkoopen van alle op tabel a van de chemische productenbe schikking vermelde goederen; 2. het ver koopen, afleveren, vervaardigen en ver werken van vloeibare verzoetingsmidde len; 3. het koopen, verkoopen, afleveren en verwerken van zoetstof; 4. het ver vaardigen van cosmetische producten, waaronder worden begrepen parfumerieën huidverfraaiïngsmiddelen, huidverzorgings middelen en alle soorten badzout; 5. het verwerken van magnesiumsulfaat (incl bitterzout), natrlumchloride en glauber zout; 6. het verbruiken van calciumcar- bid. Aan niet bij het Rijksbureau voor Chemische Producten ingeschreven on dernemingen is het verboden zonder ver gunning van den directeur van het Rijks bureau voor Chemische Producten de op tabel a opgenomen producten te koopen, verkoopen, af te leveren, te vervaardigen, te gebruiken, te verbruiken, te bewerken te verwerken of deze handelingen te doen verrichten. Voor bij het Rijksbureau voor Chemische Producten ingeschreven onder nemingen of voor bepaalde categorieën van deze zijn o.m. een aantal nieuwe ver bodsbepalingen uitgevaardigd omtrent cosmetica, oplosmiddelen, carbid, azijn zuur, citroenzuur, kunsthoorn, magne siumsulfaat, natrlumchloride, zoetstoffen en verzoetingsmiddelen en zijn de voor waarden, verbonden aan bestaande dis pensaties, in enkele gevallen gewijzigd, KOOPEN ENZ. VAN HOUT. Met ingang van 1 October is het koo pen, verkoopen en afleveren van vrijwel alle hout verboden zonder overlegging van een z.g. koopbrief. Eveneens zijn met ingang van denzelfden datum de bestaan de verboden tot het be- en verwerken van hout uitgebreid tot practisch alle hout. Door het Rijksbureau voor Hout is een circuliare aan alle ingeschrevenen gezon den, waarbij de noodige richtlijnen zijn gegeven. Exemplaren van deze circulaire zijn voor belanghebbenden verkrijgbaar bij het Rijksbureau voor Hout, Driekonin- genstraat 4 te Amsterdam. Grossiers ln tabaksproductensurrogaten. Krachtens het bepaalde bij de Tabak en Tabaksproductenbeschikking 1940 no. 1 is het verboden het bedrijf van gros sier in tabaksproductensurrogaten uit te oefenen zonder als zoodanig bij het Rijksbureau voor Tabak en Tabakspro ducten, Stationsweg 89 te 's-Gravenhage, te zijn ingeschreven. Een inschrijving kan slechts worden verleend, indien de aan vrager in het bezit is van een bedrijfs- vergunning Ingevolge het Bedrijfsvergun- ningsbesluit. Zulk een bedrijfsvergunning moet worden aangevraagd bij genoemd Rijksbureau. Zij, die reeds het bedrijf van grossier in tabaksproductensurroga ten uitoefenen en zij, die voornemens zijn zulks te doen, moeten zich vóór 15 Oc tober 1943 met een verzoek om inschrij ving en/of een aanvrage tot het verkrij gen van een bedrijfsvergunning als bo venbedoeld aanmelden bij het Rijksbu reau. Ondernemingen, die reeds als gros sier ln tabaksproducten bij het Rijksbu reau zijn Ingeschreven, worden geacht tevens een inschrijving als grossier in ta baksproductensurrogaten te hebben ver kregen. Op hen is het vorenstaande niet van toepassing. Onder tabaksproductensurrogaten moe ten worden verstaan alle artikelen, wel ke geheel zijn samengesteld uit andere grondstoffen dan onbewerkte tabak en welke vervaardigd of verhandeld worden met de kennelijke bedoeling cm te die nen als vervangingsmiddel van tabaks producten. Tabaksproducten zijn sigaren in eiken vorm, sigaretten, pijp-, snuif-, sigaretten- en pruimtabak, alsmede ta bakspoeder. Na 31 October 1943 mogen grossiers ln tabaksproducten-surrogaten geen surrogaten afleveren, indien de fa brikant de verpakking daarvan niet heeft voorzien van een door het Rijksbureau verstrekt machtigingsnummer. Transac ties in tabaksproductensurrogaten, welke niet op deze wijze voorzien zijn van een machtigingsnummer, zullen van 1 Novem ber 1943 af strafbaar zijn. Distributie van rundvet. In verband met de beschikbaarstelling van rundvet op de bonnen „Boter 43a" van de bonkaart voor voedingsmiddelen moeten slagers de van 2 tot en met 6 Oc tober 1943 van hun klanten ontvangen bonnen ln veelvouden van 20 bonnen op een afzonderlijk opplakvel en met een afzonderlijk ontvangstbewijs MD 242-01 op Donderdag 7. Vrijdag 8 of Zaterdag 9 Oc tober a.s. bij de plaatselijke distributie diensten inleveren ter verkrijging van vettoe wij zingen, welke voorzien zijn van een distributiezegel en uitsluitend recht geven op het koopen van gesmolten rurd- vet. De slagers moeten deze toewijzingen benevens eventueele restantbonnen Bo ter 43a" bij de plaatselijke toewijzings commissie inleveren. PROVINCIALE PUBLICATIE Niet door den N.A.K. te velde gekeurde ZWARTE HAVER. Telers van niet door den N.A.K. te velde gekeurde zwarte haver dienen de geheele opbrengst van oogst 1943 ter beschikking te houden van het Bedrijfschap voor Gra- nem Zaden en Peulvruchten, uitgezonderd d» hoeveelbató bene^citgd voor eigen saai- zaad en de partijen, waarvoor de telers z.g. koopverklaringen oezltten. De telers dienen onmiddellijk na dorschlng monsters van elke partij naar het P.A.V.A. voor N.H. op te zenden onder opgave van de grootte van de partij. De uitslag der keu ring zal den telers schriftelijk worden medegedeeld, waarna zij de voor zaaizaad geschikt gevonden partijen zoo spoedig mogelijk moeten verkoopen aan daartoe speciaal door het Bedrijfschap voor Zaai zaad en Pootgoed aangewezen zaalzaad- handelaren, die hiervoor een prijs van I 13 per 100 kg zullen betalen. Daar van aldus goedgekeurde zwarte haver niet vervoederd mag worden, wordt op de toewijzing voor paardenhaver door het P.A.V.A. gele of witte haver van goede kwaliteit verstrekt tegen den prijs van I 10.20 per 100 kg. De teler dient de hoeveelheid af te halen aan een door het P.A.V.A. aan te wijzen pakhuis, waarbij voor vracht J 0.20 per 100 kg kan worden vergoed. Niet voor zaal geschikt bevonden partijen zwarte haver, alsmede die partijtjes, die op een nader te bepa len datum niet door genoemde zaaizaad handelaren zullen ziin opgekocht, moeten op de gebruikelijke wijze bij het P.A.V.A. ter. keuring aangeboden en. eventueel on der aftrek van de hoeveelheid, waarop de toewijzing paardenhaver uit eigen oogst recht geeft, ingeleverd worden. OFFICIEELS PUBLICATIE VAN DEN GEMACHTIGDE VOOR DE PRIJZEN. Het Indienen van gegeven*. In de calculatiebeschikking houten meu belen no. 1 en in verschillende prijsvast stellingen afgegeven aan houtverwerkende Industrieën komt een clausule voor, dat bepaalde gegevens (balans, winst- en ver liesrekening enz.) ingezonden moeten wor den bij de prljzenafdeeling van het Rijks bureau voor hout. Daar deze prljzenaf dee ling overgegaan is naar den dienst van den Gemachtigde voor de Prijzen, maakt de gemachtigde voor de prijzen bekend, dat deze gegevens thans moeten worden ingezonden aan het Prijzenbureau Hout van dezen dienst, afd. Prijsvorming, Hee rengracht 136 te Amsterdam. Kleinhandelsprijzen voor consumptie- AARDAPPELEN. Met Ingang van 4 October 1948 mag de kleinhandelsprijs voor consumptieaardap pelen ten hoogste bedragen: Klei-aard- appelen 8 ct. per kg.; Duinzand-, Zand en Veenaardappelen 8 ct. per kg. Bericht no. 225. De prijs van vanillesuiker. Voor het artikel vanillesuiker geldt de Prijzenbeschikking 1940 no. 1 zoadat dit artikel ten hoogste tegen den prijs van 9 Mei 1940 verkocht zou mogen worden. De gemachtigde voor de'prijzen deelt echter mede, dat niet tot vervolging zal worden overgegaan, indien ten hoogste een prijs van f».02 per pakje van 5 gr. netto aan het publiek in rekening ge bracht wordt. Nu kwaliteit zoo'n groote rol speelt... Nu kwaliteit zoo'n groote rol speelt, is er bijna geen huismoeder, of zij vraagt het eerst naar Verkade. Het gevolg ii, dat de Verkade producten steeds snel zijn uitverkocht en dat U er af en toe vergeefs naar vraagt. Een volgende keer komt U dan echter, als vaste klant, zeker weer aan de beurt! Van waraktamvattaada Ntwfearis! Groot» woerden en toch volkomen waar. Wanneer elle reeds genuttigde kopje* Santé naast elkaar werden ge plaatst, zouden zij te zamen eenige malen den aardbol kunnen omspannen. Tergend borend, PtJn zonder ophou den, morgen naar den tandarts, doch neem dadelflk "AKKERTJES", die de ptJn verdrijven. Ge leeft y- dan weer op binnen'n kwartier. L$

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1943 | | pagina 3